Gemeenteblad van Beek
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Beek | Gemeenteblad 2022, 324553 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Beek | Gemeenteblad 2022, 324553 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Convenant Integriteit Gemeente Beek 2022
Integriteit in de Gemeente Beek
Voor de gemeente Beek is de integriteit van het bestuur en de organisatie erg belangrijk. Inwoners, organisaties en bedrijven moeten kunnen vertrouwen op het functioneren van de gemeente. Daarom besteden we veel aandacht aan de integriteit van onze raadsleden, burgemeester, wethouders, en medewerkers.
Aandacht voor integriteit in het bestuur en de organisatie
We besteden op 3 manieren aandacht aan integriteit:
We controleren en handhaven op de afspraken. Meldingen over een mogelijke schending van integriteit door politieke ambtsdragers 1 of medewerkers pakken wij op en zo nodig volgt een onderzoek.
Afspraken over de integriteit van het bestuur
Over integer handelen van bestuurders zijn duidelijke afspraken gemaakt. Die afspraken zijn door de gemeenteraad vastgelegd in dit convenant en valt uiteen in 3 regelingen:
Protocol vermoedens integriteitsschendingen politieke ambtsdragers 2 gemeente Beek 2022
Wij zijn open en transparant over het functioneren van het bestuur.
Jaarverslagen bestuurlijke integriteit
Het gemeentebestuur is voornemens om vanaf 2022 jaarlijks een openbaar verslag op te stellen over de bestuurlijke integriteit in dat jaar.
Afspraken over de integriteit van onze medewerkers
Uiteraard is integriteit ook in onze ambtelijke organisatie een belangrijke waarde.
Zo vragen wij van alle medewerkers die bij ons gaan werken een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). Alle medewerkers tekenen bovendien een integriteitsverklaring en worden gevraagd om de ambtseed af te leggen. Onze medewerkers beloven onpartijdig te handelen, zorgvuldig om te gaan met informatie en geen nevenfuncties te vervullen die het dagelijks werk raken.
Net als voor politieke ambtsdragers, is er voor medewerkers een gedragscode beschikbaar. Ook zijn er richtlijnen voor het melden van vermoedens van misstanden. Deze liggen vast in het Personeelshandboek.
Indien een burger een melding wenst te doen over eventueel niet integer handelen kan dat uiteraard. Ook dan geldt dat bij een melding minimaal concreet moet worden aangeven om welke schending van integriteit het gaat en wie het betreft. Anonieme meldingen worden in principe niet behandeld. Meldingen kunnen worden gestuurd naar:
T.a.v. coördinator integriteit
Heeft een burger vragen over integriteit? Dan zijn wij bereikbaar op telefoonnummer 046 - 43 89 222 en kan gevraagd worden naar de coördinator integriteit. Indien gewenst kan men ook vertrouwelijk in gesprek met de coördinator. Dat kan worden aangegeven bij het verzoek.
Kader integriteit politieke ambtsdragers gemeente Beek
Dit kader appelleert aan een gedeelde opvatting over goede samenwerking en omgangsvormen. Het is wenselijk dat ieder lid van een (nieuw) gekozen raad en benoemd college van B&W deze afspraken zelf onderschrijft en handhaaft.
Dit kader en de geldende gedragscode bestuurlijke integriteit voor leden van de raad, wethouders en burgemeester 2022 (en de wetten waarop deze gebaseerd is) definiëren integriteitschendingen en leggen zo de morele minima vast waaraan hun handelen moet voldoen. Over die minima zijn alle partijen het eens. De kern is dat de zuiverheid van de besluitvorming door die minima wordt gewaarborgd. Omdat alle partijen het over die minima eens zijn, is er geen enkele reden de handhaving ervan inzet te maken van partijpolitiek. Ook het verschil oppositie en coalitie zou in de handhaving geen rol mogen spelen. Gebeurt dat toch dan is de kans bijzonder groot dat er in de handhaving onrecht geschiedt. Uit het beginsel van ‘onpartijdige handhaving’ volgt, dat politici van alle partijen de discipline zouden moeten opbrengen om bij de beoordeling van integriteitkwesties boven de partijen te gaan staan.
2. Terughoudend met publiciteit
De media volgen in Nederland politiek kritisch. Dat is een groot goed. Bij vermeende integriteitschendingen van politici heeft dat er echter in een aantal gevallen toe geleid dat er in de media al een (voor-)veroordeling heeft plaats gevonden, voordat er onderzoek is gedaan. Het gevolg is dat er sprake is van willekeur, dat individuele politici die (onschuldig?) onder verdenking komen te staan grote schade oplopen en dat de geloofwaardigheid van de politiek wordt aangetast. Het is daarom zaak dat alle betrokkenen bij een integriteitkwestie de grootst mogelijke terughoudendheid betrachten en de kwestie niet in een te vroeg stadium in de publiciteit brengen. Daaruit volgt ook dat in alle stadia van de afhandeling van een kwestie de groep die er bij betrokken wordt zo klein mogelijk moet zijn. Als er uiteindelijk werkelijk van integriteitschending sprake blijkt te zijn en er een oordeel over de ernst daarvan en over een passende sanctie is gevormd, mag en moet de kwestie natuurlijk wel naar buiten worden gebracht.
3. Zorgvuldigheid tegenover vermeende schender
Iedereen die mogelijk een schending heeft begaan heeft er recht op dat er uiterste zorgvuldigheid wordt betracht in alle fasen van de handhaving. Dat begint al voordat de handeling die mogelijk een schending is, is uitgevoerd. Heb je er weet van dat iemand van plan is iets te doen dat mogelijk een integriteitschending zou betekenen, dan word je geacht hem of haar daar voor te waarschuwen en de weg te wijzen naar advies. Iedere politicus die twijfelt - uit zichzelf of op geleide van een ander - of een voorgenomen handeling een schending is heeft recht op vertrouwelijk advies. Komt iemand onder verdenking te staan dat hij een integriteitschending begaan heeft, dan dient er middels een vooronderzoek vastgesteld te worden of er überhaupt grond is voor de verdenking.
Zijn er gronden, dan moet er een objectief onderzoek volgen waar ook de context in meegenomen wordt en waarin de mate van verwijtbaarheid apart wordt beoordeeld. Als er een sanctie moet volgen, moet die sanctie passend zijn en in verhouding.
3.1. Twijfels t.a.v. eigen handelingen
(3.1.a) Een politieke ambtsdrager twijfelt over een eigen nog uit te voeren handeling. Hij vraagt de griffier respectievelijk secretaris om advies over de vraag of de voorgenomen handeling een schending is. Als de griffier respectievelijk secretaris aangeeft dat het om een ingewikkelde kwestie gaat of als de politieke ambtsdrager het niet met het advies van de griffier respectievelijk secretaris eens is, stappen ze samen naar de burgemeester. De burgemeester formuleert (eventueel na raadpleging interne en externe deskundigen) een advies. De politieke ambtsdrager volgt in principe dit advies op.
Let op: Als een politieke ambtsdrager toch van het advies van de burgemeester afwijkt, meldt de politieke ambtsdrager zelf bij de raad respectievelijk het college van B&W dat er van het advies wordt afgeweken. Gebeurt dat niet, dan meldt de burgemeester dat er van het advies wordt afgeweken.
Let op: Het komt voor dat uit het advies blijkt dat er geen eenduidige uitspraak mogelijk is over de vraag of een voorgenomen handeling een integriteitschending is of niet. Meestal betekent dit, dat ook deskundigen de zaak verschillend beoordelen. Bij een dergelijk twijfelgeval is het natuurlijk aan de politieke ambtsdrager zelf welke keuze hij maakt over de nog uit te voeren handeling.
(3.1.b) Een politieke ambtsdrager twijfelt over een eigen al uitgevoerde handeling. Zelfde procedure als onder (3.1.a). Mocht de conclusie zijn dat er van een schending geen sprake is, is de zaak afgedaan. Mocht de gedeelde conclusie zijn dat de handeling een schending was, dan overleggen burgemeester en politieke ambtsdrager over de volgende stappen.
De politieke ambtsdrager zal in ieder geval de raad respectievelijk het college van B&W laten weten een schending te hebben begaan en waar mogelijk die ongedaan maken of goedmaken.
Het feit dat de politieke ambtsdrager de kwestie zelf aanhangig heeft gemaakt, wordt daarbij natuurlijk meegewogen. De raad besluit uiteindelijk over een eventuele sanctie voor de politieke ambtsdrager.
3.2. Twijfels t.a.v. het handelen van een andere politieke ambtsdrager
(3.2.a) Een politieke ambtsdrager twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een andere politieke ambtsdrager. Hij waarschuwt achtereenvolgens de ander, verwoordt zijn twijfels, verwijst de betreffende politieke ambtsdrager naar de griffier respectievelijk secretaris en de burgemeester en verwijst tenslotte naar dit kader. Zie verder onder procedure bij (3.1.a).
(3.2.b) Een politieke ambtsdrager twijfelt over een vermeende uitgevoerde handeling van een andere politieke ambtsdrager. Hij bespreekt dit met de ander, tenzij er goede redenen zijn om dit niet te doen. Als de ander hierdoor twijfelt over de al uitgevoerde handeling: zie de procedure onder 3.1.b.
Als de ander hierdoor niet zelf twijfelt over de al uitgevoerde handeling en dit vervolgens met de griffier respectievelijk secretaris bespreekt, vraagt de politieke ambtsdrager aan de griffier respectievelijk secretaris of die handeling een schending zou zijn. De griffier respectievelijk secretaris geeft daarover een advies. Wijst dat advies erop dat de vermeende handeling een schending zou zijn, dan overleggen beiden met de burgemeester.
Belangrijk: de politieke ambtsdrager doet zelf geen vooronderzoek.
Gedragscode bestuurlijke integriteit voor leden van de raad, wethouders en burgemeester 2022
Deze inleiding maakt integraal onderdeel uit van deze gedragscode. De volksvertegenwoordiging stelt zowel voor de eigen leden als voor de dagelijkse bestuurders (voorzitter en overige leden van het dagelijks bestuur) een gedragscode vast. Dat is zo vastgelegd in de Gemeentewet. De gedragscode is richtsnoer voor het handelen van individuele politieke ambtsdragers en heeft tot doel hen te ondersteunen bij de invulling van hun verantwoordelijkheid voor de integriteit van het openbaar bestuur.
Goed bestuur is integer bestuur. Daarmee is integriteit niet alleen een verantwoordelijkheid van de individuele politieke ambtsdragers, maar een gezamenlijk belang dat de hele organisatie en het hele bestuur in al zijn geledingen aangaat. De gedragscode richt zich daarom zowel tot de individuele politieke ambtsdragers als tot de bestuursorganen. Ons democratische systeem en de democratische processen kunnen niet zonder integer functionerende organen en functionarissen. Integriteit van politieke ambtsdragers verwijst naar de zorgvuldigheid die politieke ambtsdragers moeten betrachten bij het invullen van hun rol in de democratische rechtsstaat. Dat betekent de verantwoordelijkheid nemen die met de functie samenhangt en bereid zijn verantwoording af te leggen, aan collega-bestuurders en/of (leden van) de volksvertegenwoordiging en bovenal aan de burger. In de democratische rechtsstaat dient een ieder zich te houden aan de wetten en regels die op democratische wijze zijn vastgesteld. Dat geldt zeker voor de politieke ambtsdragers die (mede)verantwoordelijk zijn voor de totstandkoming van die wetten en regels. Zonder dat zal het vertrouwen in de democratische rechtsstaat worden ondermijnd en het draagvlak voor de naleving van de wetten en regels verdwijnen. Vertrekpunt voor de politieke ambtsdrager is dan ook de eed of gelofte die de politieke ambtsdrager bij de ambtsaanvaarding aflegt. Integriteit is niet alleen een kwestie van regels, maar ziet ook op de onderlinge omgangsvormen. Een respectvolle omgang met burgers en organisaties, tussen politieke ambtsdragers onderling en tussen politieke ambtsdragers en medewerkers, met behoud van eigen politieke inhoud en stijl, is van groot belang.
Een aantal kernbegrippen op het gebied van integriteit is daarbij leidend en plaatst bestuurlijke integriteit in een breder perspectief. Deze kernbegrippen geven immers aan wat de belangrijke uitgangspunten zijn ten aanzien van het handelen van de bestuurders. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan zake als dienstverlening, het aannemen van geschenken, nevenfuncties, vertrouwelijkheid en geheimhouden en het gebruik van gemeentelijke voorzieningen. De gemeente Beek hanteert de volgende kernbegrippen als het gaat om integriteit:
Het handelen van de bestuurder is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en de burgers die daar onderdeel van uit maken.
Op een bestuurder moet men kunnen rekenen. Kennis en informatie waarover een bestuurder uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor ze zijn gegeven.
De bestuurder draagt er zorg voor dat zijn gedragingen en handelingen altijd gericht zijn op de belangen van de gemeente. Het handelen van de bestuurder wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.
Het handelen van de bestuurder is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.
Het handelen van de bestuurder is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de bestuurder en de beweegredenen daarbij.
De bestuurder krijgt en neemt de verantwoordelijkheid die bij zijn functie past en dient daarover verantwoording af te leggen.
De bestuurders en raadsleden voeren hun taken professioneel uit. Zij houden zich aan de afgelegde eed of gelofte. Wanneer zij hier ondersteuning in nodig hebben, kunnen zij zich wenden tot de gemeentesecretaris, respectievelijk de griffier.
Het handelen van de bestuurder heeft een herkenbaar verband met de functie die hij of zij vervult.
2. Voorkomen van belangenverstrengeling
Een bestuurder doet opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt, bijvoorbeeld aandelen, opties en derivaten. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen. Ook een tussentijds ontstaan financieel belang dient opgegeven te worden.
Een oud-bestuurder kan niet eerder dan een jaar na aftreden voorgedragen worden als commissaris/bestuurslid van een verbonden partij (zoals verwoord in artikel 1.1 van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten), ofwel, kort samengevat, van een organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft.
Een bestuurder onthoudt zich van deelname aan de stemming als er sprake is van een beslissing waarbij belangenverstrengeling dreigt; het gaat dan om kwesties waar hij zelf een persoonlijk belang bij heeft, of om kwesties waarbij het gaat om een belang van een individu of organisatie waarbij hij een substantiële betrokkenheid heeft.
Een bestuurder zorgt ervoor dat geheime of vertrouwelijke informatie waarover hij beschikt veilig wordt bewaard. Het is belangrijk dat de bestuurder de juiste maatregelen treft om te voorkomen dat onbevoegden vertrouwelijke en/of geheime gegevens kunnen bezitten, raadplegen of beschadigen.
Daarbij moet in de digitale setting worden gedacht aan de beveiliging van de computer, smartphones e.d. met wachtwoorden en het niet onbeheerd achterlaten van gegevensdragers met vertrouwelijke en/of geheime informatie.
5. Geschenken en uitnodigingen
Een bestuurder mag zijn invloed en of zijn stem niet laten kopen of beïnvloeden, bijvoorbeeld door geschenken, giften, diensten en uitnodigingen die hem of haar zijn gegeven of hem of haar in het vooruitzicht zijn gesteld. Daartoe heeft hij ook de eed of gelofte afgelegd.
6. (Buitenlandse) dienstreizen
Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een bestuurder is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming van het college dan wel het seniorenconvent betrokken.
In geval van twijfel omtrent een declaratie, wordt deze voorgelegd aan de burgemeester. Zo nodig wordt de declaratie ter besluitvorming aan het college voorgelegd. Voor zover gesproken kan worden van twijfel omtrent een declaratie van de burgemeester wordt deze ter besluitvorming voorgelegd aan het college.
Protocol vermoedens integriteitsschendingen politieke ambtsdragers gemeente Beek 2022
Het Protocol voorziet in richtlijnen voor de handelswijze van de burgemeester bij vermoedens van integriteitschendingen waarbij een politieke ambtsdrager betrokken is. Het Protocol heeft tevens ten doel het blijvend activeren van de bewustwording van integriteit en het integer handelen van politieke ambtsdragers in de gemeente Beek.
De burgemeester maakt een melding die vertrouwelijk aan de burgemeester gedaan is, in de meldingsfase niet actief openbaar. Indien de melder de melding in het openbaar gedaan heeft of openbaarheid aan de melding gegeven heeft, zal de burgemeester primair terughoudend maar naar bevind van zaken met de informatieverstrekking rond de melding handelen.
Een melding van een vermoeden van een geschonden integriteitsnorm door de burgemeester wordt ingediend bij de griffie. Het seniorenconvent wijst in dat geval de plaatsvervangend voorzitter van de raad om in de plaats te treden van de burgemeester bij het behandelen van de melding en stelt de Commissaris van de Koning in de provincie Limburg in kennis van de aanhangige melding. De Commissaris van de Koning kan de behandeling van een dergelijke melding overnemen.
10. Communicatie, vertrouwelijkheid, geheimhouding en transparantie
De burgemeester zorgt voor de interne en externe communicatie. Voor de interne en externe communicatie worden de verschillende belangen, waaronder het belang van het onderzoek, het belang van het beschermen van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen en het belang van transparantie, nauwkeurig tegen elkaar afgewogen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-324553.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.