Vestiging voorkeursrecht Hoogwoud-Oost, Opmeer

 

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opmeer maakt op grond van artikel 7 lid 1 van de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) bekend dat zij op 12 juli 2022 op grond van het bepaalde in artikel 6 Wvg heeft besloten om voorlopig gronden aan te wijzen waarop de artikelen 10 tot en met 15, 24 en 26 Wvg van toepassing zijn.

 

Aanwijzing en bestemming 

De gronden die door het college zijn aangewezen, zijn gelegen in het gebied Hoogwoud-Oost in de gemeente Opmeer en zijn nader aangegeven op de bij het besluit behorende kadastrale kaarten met de daarbij behorende lijst van eigenaren en zakelijk gerechtigden. De gronden worden getransformeerd naar de bestemming wonen en aanverwante bestemmingen en/of een meer intensieve woonbestemming, groen, water, recreatie, en verkeer.

 

Geldigheidsduur 

Het besluit heeft een geldigheidsduur van maximaal 3 maanden. Binnen deze termijn dient een besluit van de gemeenteraad tot aanwijzing genomen te worden om de aanwijzing te laten voortduren. Een aanwijzing door de raad op grond van artikel 5 Wvg heeft een geldigheidsduur van 3 jaar.

 

Inwerkingtreding 

Het besluit van het college van burgemeester en wethouders treedt in werking één dag na de publicatie in het Gemeenteblad te weten 15 juli 2022.

 

Gevolgen

De vestiging van het voorkeursrecht houdt in dat eigenaren en andere rechthebbenden op de aangewezen gronden wanneer deze gronden respectievelijk erop gevestigde beperkte rechten wensen te vervreemden deze eerst aan de gemeente Opmeer te koop moeten aanbieden. De eigenaren en de rechthebbenden op beperkte rechten ontvangen een dezer dagen afzonderlijk per aangetekende brief bericht over de inhoud van het besluit en de gevolgen hiervan.

 

Ter inzagelegging 

Om te voldoen aan artikel 7 Wvg ligt het besluit met ingang van 15 juli 2022 tijdens kantooruren ter inzage op het gemeentehuis te Opmeer samen met het voorstel aan de gemeenteraad en verdere bijbehorende bijlagen, zijnde de kadastrale kaart met de aangewezen percelen en de aan de percelen toegedachte bestemming en een lijst met daarop de kadastrale aanduiding van de in de aanwijzing opgenomen percelen, hun grootte evenals de namen van de eigenaren en de rechthebbenden van de daarop rustende beperkte rechten en overige relevante gegevens.

 

Zienswijzen tegen het voorgenomen besluit gemeenteraad

De gemeenteraad dient binnen drie maanden na de vestiging van het voorkeursrecht een besluit tot aanwijzing van de gronden op basis van artikel 3, 4 of 5 Wvg te nemen. In het kader van een zorgvuldige voorbereiding van de door de gemeenteraad te nemen besluit tot aanwijzing van gronden worden belanghebbenden gelet op artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de gelegenheid gesteld om gedurende een termijn van 4 weken (ingaande 15 juli 2022) derhalve uiterlijk 11 augustus 2022 schriftelijk of mondeling een zienswijze ten aanzien van het voorgenomen Raadsbesluit naar voren te brengen. De zienswijzen kunnen schriftelijk worden gericht aan de Raad van de gemeente Opmeer, postbus 199, 1715 ZK Spanbroek. Indien een belanghebbende zijn zienswijze aan de gemeenteraad mondeling kenbaar wenst te maken dient dit te geschieden bij de afdeling Ruimte en Ondernemen, de heer W. Brander. Hij is bereikbaar via het algemene telefoonnummer 0226 363 333.

 

Bezwaar

Naast het indienen van zienswijze bij de gemeenteraad kunnen belanghebbenden ook rechtstreeks bezwaar maken tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders tot aanwijzing van gronden op basis van het bepaalde in artikel 6 Wvg. Op grond van de Awb kunnen belanghebbenden gedurende een termijn van zes weken ingaande de dag nadat dit besluit bekend is gemaakt in de Staatscourant bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opmeer tegen voormeld besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opmeer, postbus 199, 1715 ZK Spanbroek en dient uiterlijk 25 augustus a.s. te zijn ontvangen.

Indien belanghebbenden ervoor kiezen om bezwaar te maken tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders en dit besluit vervalt omdat een besluit van de gemeenteraad tot aanwijzing in werking is getreden, dan wordt het bezwaar op grond van artikel 6 lid 3 Wvg mede geacht te zijn gericht tegen het besluit van de gemeenteraad op basis van artikel 3, 4 of 5 Wvg.

 

Opmeer, 14 juli 2022

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opmeer

 

Naar boven