Gemeenteblad van Maasgouw
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Maasgouw | Gemeenteblad 2022, 322313 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Maasgouw | Gemeenteblad 2022, 322313 | beleidsregel |
Beleidsplan Onderhoud gemeentelijke gebouwen 2021-2024
De raad van de gemeente Maasgouw;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Maasgouw d.d. 15 december 2020;
mede gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, en voorts gelet op de Woningwet en de Arbeidsomstandighedenwet;
b e s l u i t vast te stellen de volgende beleidsregel:
Beleidsplan Onderhoud gemeentelijke gebouwen 2021-2024 van de gemeente Maasgouw
Dit beleidsplan “Onderhoud gemeentelijke gebouwen 2021 – 2024” is een actualisatie van het beleidsplan uit 2017. Het beleidsplan “Onderhoud gemeentelijke gebouwen 2017 – 2021” is vastgesteld in de vergadering van 16 februari 2017 van de gemeenteraad van de gemeente Maasgouw.
Met het voorliggende beleidsplan “Onderhoud gemeentelijke gebouwen 2021 - 2024” kan deze beheerstaak op een juiste wijze worden uitgevoerd. In dit beleidsplan worden de belangrijkste onderwerpen op hoofdlijnen aangehaald. De onderbouwing en nadere uitwerking vindt u terug in de bijlagen van deze beleidsnota.
Om de juiste keuzes te kunnen maken en beslissingen te nemen bij het beheer en de instandhouding van gebouwen is een systematisch aanpak voor het onderhoud belangrijk. De wijze waarop, wordt vastgelegd in dit beleidsplan en vastgesteld door de gemeenteraad.
In het beleidsplan wordt de kwaliteit voor het onderhoud gebouwen vastgesteld en de noodzakelijke financiële middelen voor het onderhoud weergegeven.
Het beleidsplan wordt ondersteund met bijlagen zoals;
De afgelopen jaren is gekozen voor een doelmatig en sober onderhoud. Voorgesteld wordt om deze basiskwaliteit als ondergrens te handhaven.
Doelstelling van dit beleidsplan is om het beleid vast te stellen voor de wijze van onderhoud van de gemeentelijke gebouwen van de gemeente Maasgouw voor de periode van 2021 tot en met 2024.
Op deze manier worden het conditieniveau en de financiële kaders van de gemeentelijke gebouwen vastgelegd. Vervolgens wordt het beleidsplan omgezet in een meerjarige onderhoudsplanning.
Met deze meerjarige onderhoudsplanning kunnen de volgende punten worden bereikt:
Het beleidsplan “Onderhoud gemeentelijke gebouwen 2021 – 2024” is erop gericht het gebouw in stand te houden voor de functie waarvoor het is ingericht en de bedrijfseconomische waarde van het onroerend goed binnen de vastgestelde instandhoudingtermijn van het gebouw of bouwwerk te behouden.
Het technisch beheer en onderhoud dienen op de meest doelmatige en efficiënte wijze te worden uitgevoerd op een vooraf vastgesteld kwaliteitsniveau.
Met het vastleggen van dit gewenste kwaliteitsniveau wordt de minimale (acceptabele) onderhoudstoestand als ondergrens van een gebouw(onder)deel vastgelegd.
Er is een inventarisatie uitgevoerd van de in totaal 78 gebouwen en bouwkundige objecten. Het onderhoud aan gebouwen en de wijze waarop dit moet worden uitgevoerd is naast een huur- of exploitatieovereenkomst ook vastgelegd in een aantal wettelijke bepalingen en voorschriften, waaronder het Burgerlijk Wetboek en de overige wet- en regelgeving zoals Milieuwetgeving, NEN voorschriften, Monumentenwet en Arbo-wet.
Om de onderhoudstoestand van gebouwen op eenduidige wijze te kunnen beoordelen en de kwaliteit van onderhoud te kunnen bewaken wordt gebruik gemaakt van een conditiemeting. De methodiek omvat het eenduidig registreren van de meest voorkomende gebreken in meetbare resultaten.
Het conditieniveau is de waarde beoordeling van de feitelijke onderhoudstoestand. Door gebruik te maken van dezelfde grootheden zijn beide onderling vergelijkbaar.
Het gewenste onderhoudsniveau van een gebouw is niet alleen afhankelijk van het gebruik van het gebouw, maar ook van het beschikbare geld voor de instandhouding van dat gebouw. In de vastgoedwereld wordt gebruik gemaakt van een zespunt-schaalverdeling volgens conditiemeting SBR, voor het bepalen van het onderhoudsniveau van een gebouw.
Voor de meeste operationele objecten van de gemeente is onderhoudsniveau 2 of 3 van toepassing.
Bij niveau 3 mag enige veroudering worden geaccepteerd, dit mag echter nooit het gebruik beperken.
Op dit moment wordt het onderhoud aan de gemeentelijke gebouwen uitgevoerd naar minimaal niveau 3, basiskwaliteit; sober en doelmatig. Voorgesteld wordt om dit beleid te handhaven.
4. Verantwoordelijkheden eigenaar en gebruiker
Regelmatig ontstaan er discussie over wie waarvoor verantwoordelijk is. Deze discussie wordt dan vaak gevoerd tussen de eigenaar (gemeente) en de gebruiker (huurder of exploitant) De oorzaak ligt bij het kostenaspect en de vraag wie er voor welke kosten op moet draaien. De wet- en regelgeving is daar helder in. De verantwoordelijkheid voor de inrichting van de gebruiksveiligheid van gebouwen, geregeld in het Bouwbesluit, ligt bij de eigenaar van het gebouw, tenzij dit in een overeenkomst anders is bepaald.
Ten behoeve van het onderhouden gelden de “Algemene bepalingen huurovereenkomst in de zin van artikel 7:290 BW” als uitgangspunt.
5. Technische kwaliteit onderhoud gemeentelijke gebouwen
In 2015 heeft een her inspectie van alle gemeentelijke gebouwen plaatsgevonden. Antea Group heeft per gebouw een rapportage gemaakt over de meerjarige onderhoudsplanning.
De volgende gegevens zijn in deze rapportage verwerkt:
De meerjarenonderhoudsplannen zoals opgesteld in 2015 zijn door de Gemeente de afgelopen jaren uitgevoerd.
Onderhoudsmaatregelen voor de tussentijds geconstateerde gebreken worden door de Gemeente geactualiseerd in het onderhoudsautomatiseringsprogramma GBI. Hierdoor is de inspectie van 2015 nog steeds actueel.
De gemeentelijke gebouwen waar grote verbouwingen hebben plaatsgevonden zijn in 2020 wel opnieuw geïnspecteerd en verwerkt in GBI. Vanuit GBI zijn de nieuwe bijgestelde onderhoudsprogramma’s voor 2021-2024 gemaakt.
Gemeentelijke gebouwen voldoen aan de volgende wet- en regelgevingen;
Legionella preventie / waterleidingbesluit
De gemeente Maasgouw heeft als eigenaar van het vastgoed in de geldende wet- en regelgeving een zorgplicht voor de kwaliteit van het leidingwater.
Aan de hand van de water monsters die worden genomen, wordt een risicoanalyse opgesteld. Op grond van deze risicoanalyse wordt een beheersplan opgesteld.
De Arbo wetgeving stelt eisen aan de veiligheid van werknemers tijdens de uitvoering van
onderhoudswerkzaamheden. Primair ligt de verantwoordelijkheid hiervoor bij de werkgever.
De gemeente heeft als eigenaar van gebouwen de verplichting de aanwezigheid van asbesthoudende materialen in beeld te brengen. In 2019 heeft de 1ste Kamer het voorstel tot aanpassing van de Wet Milieubeheer verworpen.
Dat betekent dat er vooralsnog geen asbestdakenverbod is.
Veiligheidskeuringen elektrotechnische installaties ( NEN 314O)
De NEN 3140 verplicht eigenaren van gebouwen een elektrotechnisch veiligheidsbeleidsplan op te stellen, uit te voeren en te waarborgen. Elke circa drie jaar wordt er een inspectie gedaan. Aan de hand van deze inspectie wordt het elektrotechnisch veiligheidsbeleidsplan opgesteld.
De onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd conform het meest recente en geldende bouwbesluit.
Bij de programmabegroting 2021 is reeds aangegeven dat volgens de BBV voorschriften naar een andere boekhoudkundige opzet dient te worden gegaan.
In de ‘Notitie Materiële Vaste Activa’ is het volgende opgenomen:
Bij een bestaand actief is sprake van een investering indien de uitgaven:
Wanneer uitgaven worden gedaan ten behoeve van het behoud van de oorspronkelijke kwaliteit en levensduur van een actief, dan is er sprake van onderhoud.
In het kort komt het er op neer dat grotere onderhoudsinvesteringen (zoals vervangen kozijnen of vervangen dakbedekking e.d.) niet meer over meerdere jaren worden afgeschreven, maar ten laste komen van de voorziening ‘Groot onderhoud gebouwen’. Alleen nieuwbouw en renovatie zijn dan nog investeringen die geactiveerd worden.
Ten behoeve van onderhoud is een onderscheid te maken in:
In het “Beleidsplan voor het onderhoud van de gemeentelijke gebouwen 2017 – 2020” hadden we de ambitie om aan het einde van de planperiode alle gemeentelijke gebouwen de onderhoudsnormering volgens de SBR publicatie “conditiemeting van gebouwen en onderhoudsnormering” op het niveau van minimaal score 3 te krijgen. De ambitie voor “Beleidsplan voor het onderhoud van de gemeentelijke gebouwen 2021 – 2024” is het niveau van minimaal score 3 te behouden.
Het verduurzamen van de gemeentelijke gebouwen is vastgesteld in het Actieplan Energie 2020-2021. Het Actieplan Energie 2020-2021 is vastgesteld in het BenW besluit van 21 april 2020 met kenmerk BenW/2020/04621 van 9 april 2020. De raad is via de Raadinformatiebrief 0816 geïnformeerd over dit besluit.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-322313.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.