Welstandsnota Gemeente Soest

[Deze bekendmaking is slechts een tekstplaatsing. De oorspronkelijke publicatie is op 19 februari 2014 bekendgemaakt in de Soester Courant.]

 

  • «

    Kerkplein 2 : Rijksmonument

    Rooms Katholieke kerk en toren van de Petrus en Pauluskerk

 

  • «

    Heezerspoor WZ 6/8: Gemeentelijk Monument

    Dubbele arbeiderswoning ‘De Bergeend’ ligt in het beschermde dorpsgebied De Paltz.

1. Inleiding

1.1. Waarom een (nieuwe) welstandsnota?

De welstandstoets werd ooit ingesteld om te voorkomen dat bouwwerken de openbare ruimte zouden ontsieren. Als gemeenten welstandsbeleid willen voeren, zijn ze sinds 2004 verplicht een welstandsnota te hebben. In de welstandsnota zijn het welstandsbeleid en de criteria waaraan wordt getoetst beschreven. De welstandsnota’s zijn onder andere ingevoerd om meer transparantie ten aanzien van het welstandsadvies te verkrijgen.

 

De gemeente Soest heeft in 2004 de eerste welstandsnota vastgesteld. Na ruim 8 jaar is het tijd om de nota te actualiseren omdat de nota op onderdelen verouderd is, er inmiddels diverse verbeterpunten zijn aangedragen en er sinds 2010 de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van kracht is. Sinds maart 2013 is tevens de Bor (Besluit omgevingsrecht) gewijzigd waarmee kleine plannen ambtelijk kunnen worden getoetst. Daarnaast is besloten om de welstands- en monumentencommissie van de gemeente Soest samen te voegen. Deze commissie zal de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit heten. Hierdoor kunnen plannen betreffende monumenten efficiënt worden afgewikkeld omdat ze niet langs beide commissies moeten.

1.2 Wat is ruimtelijke kwaliteit?

Ruimtelijke kwaliteit wordt door velen verschillend beleefd. Ruimtelijke kwaliteit, in relatie tot welstand, heeft te maken met de wijze waarop het gebouw rekening houdt met de gebouwde omgeving en de kwaliteiten van het ontworpen gebouw.

Het samenspel van de bebouwde (gebouwen) en onbebouwde ruimten is daarbij bepalend. Welke invloed heeft het gebouw op zijn directe omgeving? Past het in de omgeving? Vormt het niet een te grote afwijking in vorm en door het materiaal- en kleurgebruik? Kan het initiatief bijdragen aan extra kwaliteit? Deze afwegingen worden in het kader van de welstandstoets gemaakt.

Hedendaagse opgave naar duurzame woningen.

Actuele opgave van vergroting van lintbebouwing door eigentijdse uitbreiding aan achterzijde met bescheiden materiaalgebruik.

De renovatie versterkt de krachtige vormentaal van het oorspronkelijke complex.

Villa in modernistische vormentaal is helder.

Een natuurlijke, eigentijdse koppeling van twee traditionalistische gebouwen.

Consistent ontwerp van analyse tot detail.

1.3 Geslaagde projecten in de gemeente Soest

Ter inspiratie is in deze nota een aantal projecten uit de gemeente Soest opgenomen waar de welstandscommissie enthousiast over was. Deze projecten zijn in deze paragraaf afgebeeld met een beknopte beschrijving. Deze voorbeelden zijn tevens bij ieder nieuw hoofdstuk groot afgebeeld met het bijbehorende welstandsadvies.

Uitbreiding van het kringloopcentrum met lichte bouwmaterialen en geïntegreerde oplossingen voor het duurzaam opwekken van energie.

Eenduidige vormentaal met hal over twee verdiepingen waar de entree logisch gesitueerd is in het terugliggende deel.

1.4 Uitgangspunten nieuwe welstandsnota

Voordat de nieuwe welstandsnota is opgesteld, is een inventarisatie gemaakt van de werking van het huidige welstandsbeleid. Hier- voor zijn alle betrokken gemeentelijke medewerkers, de welstandscommissie, de monumentencommissie en de verantwoordelijk wethouder geïnterviewd. Hieruit zijn aanvullende aandachtpunten naar voren gekomen. De belangrijkste zijn hieronder opgesomd:

 

  • De welstandsnota aanpassen op nieuwe wetgeving rondom welstand en Besluit Ruimtelijke Ordening en Besluit omgevingsrecht;

  • De bestemmingsplangrenzen aangeven en de relatie met de bestemmingsplannen aangeven;

  • Het proces en de inhoud van de welstandsbeoordeling in de welstandsnota duidelijk beschrijven om maatschappelijk draagvlak te creëren en om initiatiefnemers te verleiden tot een hoog ambitieniveau voor wat betreft de ruimtelijke kwaliteit;

  • Het aanpassen van de opzet van de welstandsnota om zodoende een beter leesbaar document te krijgen door minder tekst en meer afbeeldingen te gebruiken dan in de oude nota;

  • Relatie met de monumentencommissie opnemen.

1.5 Relatie met ander gemeentelijk beleid

Het welstandsbeleid maakt onderdeel uit van het gemeentelijk ruimtelijk (kwaliteits)beleid. De gemeente Soest heeft dit beleid op verschillende manieren vastgelegd. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de structuurvisie, bestemmingsplannen, beeldkwaliteitplannen en de erfgoedverordening. Om deze welstandsnota goed aan te laten sluiten op andere beleidsinstrumenten, waarin uitspraken worden gedaan over de ruimtelijke kwaliteit, wordt kort aangegeven waartoe deze dienen en wat de relatie is met het welstandsbeleid.

 

Structuurvisie

De gemeenteraad van Soest heeft 29 oktober 2009 de structuurvisie vastgesteld. Deze structuurvisie gaat over de hoofdlijnen van het toekomstig ruimtelijk beleid voor de gemeente Soest. De Wet ruimtelijke ordening verplicht gemeenten een structuurvisie op te stellen. Bovendien heeft de gemeente behoefte aan een integraal beeld van het toekomstige ruimtelijke beleid, opdat sturing gegeven kan worden aan gewenste ruimtelijke ontwikkelingen. In de structuurvisie voor de gemeente Soest zijn op basis van maat- schappelijke trends, de bestaande situatie en het vigerende beleid uitgangspunten geformuleerd voor toekomstige ontwikkelingen. Daarbij zijn verschillende waarden en belangen afgewogen. Zo mogelijk zijn belangen gezamenlijk ontwikkeld. De structuurvisie geeft een streefbeeld voor de periode tot 2015 met een doorkijk naar 2030 en doet uitspraken op alle fronten voorzover deze ruimtelijk relevant zijn. De kern Soesterberg en de vliegbasis Soesterberg zijn in de structuurvisie niet meegenomen omdat hiervoor plannen zijn opgesteld met een eigen besluitvorming. Een structuurvisie is niet direct bindend voor de burger. Er moet altijd een vertaling gemaakt worden in de vorm van bijvoorbeeld een bestemmingsplan. De structuurvisie is richtinggevend voor het gemeentebestuur.

 

Bestemmingsplannen

Voor Soest zijn circa tien bestemmingsplannen van kracht (of in voorbereiding). Voor de gebiedsindeling van de welstandsnota zijn in principe de bestemmingsplangrenzen aangehouden. Uitzondering hierop zijn de beschermde dorpsgezichten en beeldkwaliteitplannen.

Het bestemmingsplan regelt onder meer de functie en het ruimtebeslag van bouwwerken. Bouwmogelijkheden die op grond van het bestemmingsplan mogelijk zijn kunnen niet door welstandscriteria teniet worden gedaan. De architectonische vormgeving en materialisering van bouwwerken valt in veel gevallen buiten de reikwijdte van het bestemmingsplan en wordt exclusief door de welstandsnota geregeld. Welstandscriteria kunnen, waar nodig, de ruimte die het bestemmingsplan biedt invullen ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit. Het welstandsadvies kan zich dan richten op de gekozen invulling binnen de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt. In een situatie waarin een bouwplan in overeenstemming is met het bestemmingsplan, maar het bestemmingsplan eveneens ruimte

 

biedt voor alternatieven, kan een negatief welstandsadvies worden gegeven als de gekozen architectonische oplossing afbreuk doet aan de ruimtelijke beleving van het betreffende gebied.

 

Beeldkwaliteitplannen

Voor zes gebieden binnen de gemeente Soest zijn beeldkwaliteitplannen opgesteld: Flanken van de Eng, Centrale lint, de Entrees van Soest, het Buitengebied, de Rademakerstraat en het bedrijventerrein Richelleweg. Deze gebieden zijn belangrijke dragers of van zodanige kwaliteit dat hieraan een bijzondere waarde is toegekend. Deze zijn beschreven in de desbetreffende beeldkwaliteitplannen. In de toekomst kunnen voor grotere uitbreidingsgebieden beeldkwaliteitplannen worden opgesteld. Het beeldkwaliteitplan vormt naast het stedenbouwkundig plan een toetsingskader voor de te ontwikkelen bebouwing binnen het plangebied. Wanneer een gebied ‘af’ is, en de status van beheergebied krijgt, kan gekozen worden om het gebied op te nemen in de welstandsnota.

 

Erfgoedverordening

In de Erfgoedverordening wordt vastgelegd dat de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit de raad en/of het college op verzoek of uit eigen beweging voorlicht en adviseert ten aanzien van onder andere de Monumentenwet 1988, de Welstandsnota, de welstand- en monumentenaspecten van in voorbereiding zijnde structuurplannen, bestemmingsplannen, beeldkwaliteitplannen, stedenbouwkundige plannen en andere relevante beleidsstukken en al datgene dat in belang van de monumenten- en welstandszorg is vereist.

 

Groenstructuurplan

In april 2005 heeft de gemeenteraad van Soest het Groenstructuurplan vastgesteld. Doel van het Groenstructuurplan is het creëren van een optimaal stedelijke groenstructuur in Soest. De in het plan vastgelegde visie vormt de basis voor een eenduidig, helder en eigentijds beleid voor het stedelijk groen en geeft richting aan de ontwikkeling van het groen voor de komende 10 jaar. Belangrijk uitgangspunt daarbij is de relatie die het groen heeft met andere ruimtelijke elementen, zoals verkeer en woningbouw. Het plan bestaat uit een analyse, een visie en een ontwikkelprogramma. Het op te stellen groenstructuurplan gaat over het groen binnen de grens van de bebouwde kommen en sluit aan op plannen voor het buitengebied.

1.6 Inspraak

Conform de gemeentelijke inspraakverordening heeft deze welstandsnota ter inzage gelegen van 14 november tot en met 27 december 2013. Een ieder is in de gelegenheid gesteld om tijdens deze inspraakperiode een reactie te geven. Tevens is er in deze periode een inloopavond gehouden op 26 november in het gemeentehuis. Tijdens deze inloopavond konden vragen worden gesteld aan de opstellers van de welstandsnota. Hiervan is door twee personen gebruik gemaakt. De inspraakperiode heeft niet geleid tot formeel ingediende reacties. Wel is er een aantal opmerkingen gemaakt over de juistheid van benamingen en de status van monumenten. Deze opmerkingen zijn, naast de ambtelijke wijzigingen, verwerkt in de welstandsnota.

1.7 Leeswijzer

Deze welstandsnota bestaat uit zes hoofdstukken. In de inleiding zijn het nut, de noodzaak, de uitgangspunten en de relatie met ander gemeentelijk beleid toegelicht. In het tweede hoofdstuk is de werking van de welstandsnota toegelicht. Hoofdstuk drie bevat de beschrijving van de historische groei en ruimtelijke structuur van Soest. Het vierde hoofdstuk bevat de criteria: criteria voor kleine plannen, monumentencriteria en beoordelingsaspecten met bijbehorende gebiedsbeschrijvingen. Het zesde hoofdstuk gaat in op de welstandsbeoordeling ten aanzien van ontwikkelingsgebieden. In het laatste hoofdstuk is de excessenregeling beschreven. In de bijlagen zijn de kaarten, monumentenlijsten en begrippen opgenomen.

  • «

    Foekenlaan 2

    Villa in modernistische vormentaal is helder in hoofdlijnen

 

 

  • «

    schema welstandsbeoordeling

    NB als een bouwwerk in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand, kan in buitensporige gevallen gebruik worden gemaakt van de excessenregeling (hoofdstuk 6)

2. Het functioneren van welstandsbeleid

2.1 Wanneer een welstandstoets?

Wanneer er in de gemeente Soest een omgevingsvergunningaanvraag wordt ingediend, is het college van Burgemeester en wethouders verplicht om deze te laten toetsen aan redelijke eisen van welstand. Vooraf zal het plan stedenbouwkundig worden beoordeeld. Afhankelijk van de aard en omvang van het plan toetst de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit dan wel ambtelijk het bouwplan op redelijke eisen van welstand en gebruikt daarvoor de beoordelingscriteria uit deze nota. Daarbij wordt het volgende onderscheid gemaakt: wanneer een plan voldoet aan de criteria voor kleine plannen wordt het plan ambtelijk getoetst op redelijke eisen van welstand. In alle overige gevallen, ook wanneer het monumenten betreft of plannen gelegen in een beschermd dorpsgezicht, wordt de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit om advies gevraagd. Het is te allen tijde mogelijk om, voorafgaand aan het indienen van een bouwaanvraag, een verzoek om vooroverleg te doen. De ervaring heeft geleerd dat dit de ruimtelijke kwaliteit van het bouwplan ten goede komt.

 

Woningwet

De welstandstoets is juridisch vastgelegd in de Woningwet. Volgens artikel 12 is de wel- standsbeoordeling gericht op het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk. Het bouwwerk moet zowel op zichzelf als ook in zijn omgeving worden beoordeeld, waarbij ook verwachte veranderingen van die omgeving een rol kunnen spelen. Artikel 12 maakt duidelijk dat de welstandsbeoordeling een complex gebeuren is, waarbij deskundigheid en kennis van de omgeving vereist is. Door de oneindige hoeveelheid combinaties van bouwwerken en omgeving valt de welstandsbeoordeling moeilijk te standaardiseren of te objectiveren.

 

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Sinds 1 oktober 2010 is de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo) ingevoerd. Het ministerie van VROM heeft alle verschillende vergunningen die voorheen nodig waren (zoals vergunningen en voorschriften voor wonen, ruim- te en milieu) samengevoegd in de omgevingsvergunning. Met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) zijn ruim 25 vergunningen vervangen door de omgevingsvergunning. Deze omgevingsvergunning kan met één aanvraag- formulier bij de gemeente ingediend worden.

Voor de vergunningen die aangevraagd worden is maar één keer bezwaar en beroep mogelijk. Ook is er één controlerende instantie verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving. Met de Wabo is bovendien de categorie vergunningvrije bouwwerken groter dan voorheen. Voor bouwen aan of bij monumenten of in rijksbeschermde dorpsgezichten blijft in de meeste gevallen een bouwvergunning verplicht. De bouwvergunning is onderdeel van de omgevings-

vergunning.

 

Besluit omgevingsrecht

Sinds 1 maart 2013 is het Besluit Omgevingsrecht (Bor) gewijzigd. Met deze wijziging hebben gemeenten, het college van B&W, de mogelijkheid gekregen om zelf vast te stellen, of het wel of niet aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit om advies vraagt of een bouwplan aan de criteria uit de welstandsnota voldoet. Dit heet ook wel de zogenaamde Kan-bepaling: het college van B&W als bevoegd gezag kan ervoor kiezen om voor de omgevingsvergunning de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit te raadplegen, maar het college kan dat ook laten.

 

2.2 Commissie Ruimtelijke Kwaliteit

Samenstelling Commissie Ruimtelijke Kwaliteit

Besloten is om in Soest de welstands-en monumentencommissie samen te voegen. De nieuwe commissie zal de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit heten. De commissie bestaat uit ten minste vijf leden en ten hoogste zeven stemgerechtige leden met kennis op het gebied van monumentenzorg en/of welstand. Ten minste drie leden hebben kennis op het gebied van de monumentenzorg. Het is mogelijk dat één persoon meerdere disciplines in zich verenigt. Daarnaast kunnen ad-hoc leden (agendaleden) worden benoemd die in de commissie een adviserende stem hebben. Leden, plaatsvervangende leden en ad-hoc leden worden door de gemeenteraad benoemd en ontslagen. Het college wijst een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan en de commissie wordt bijgestaan door een secretaris of diens plaatsvervanger.

Een voorzitter of ander lid kan voor een termijn van ten hoogste drie jaar worden benoemd. De leden kunnen éénmaal voor een termijn van ten hoogste drie jaar worden herbenoemd in dezelfde commissie. Degene die aftreedt blijft zijn werkzaamheden in de commissie vervullen totdat zijn opvolger de benoeming heeft aanvaard, waarbij de maximale zittingsduur, zoals bedoeld in artikel 12b Woningwet, niet wordt overschreden. Bij benoeming in een tussentijdse vacature heeft de benoemde zitting tot het einde van de zittingsduur van degene in wiens plaats hij is benoemd.

 

Werkwijze

De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit vergadert tenminste twee keer per maand. De commissieleden met specifieke kennis op het gebied van monumentenzorg maken in ieder geval deel uit van de commissie wanneer er onderwerpen op dit gebied besproken worden. De commissie kan slechts adviezen uitbrengen indien ten minste drie leden (inclusief voorzitter) aanwezig zijn en waarvan ten minste twee leden beschikken over deskundigheid met betrekking tot de aspecten waarover advies gevraagd wordt.

 

De behandeling van aanvragen omgevingsvergunning door de commissie is openbaar. De agenda voor de vergadering van de com- missie wordt de dag voorafgaand aan de vergadering ter inzage gelegd bij het omgevingsloket in het gemeentehuis. Indien burgemeester en wethouders – al dan niet op verzoek van de aanvrager – een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan dienen burgemeester en wethouders daaraan klemmende redenen, op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, ten grondslag te leggen. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen.

 

Het advies

De commissie brengt direct mondeling advies uit over de tijdens de vergadering behandelde bouwplannen. Dit advies wordt binnen één week schriftelijk danwel via email aan het college medegedeeld. Indien een aanvraag moet worden aangehouden brengt de commissie uiterlijk binnen vier weken, nadat door of namens burgemeester en wethouders daarom is verzocht, een advies uit. Indien de aanvrager van de omgevingsvergunning hier bij het indienen van de aanvraag om heeft verzocht, wordt deze door of namens de commissie in staat gesteld tot het geven van een toelichting op het plan en ontvangt daarvoor een uitnodiging. De

secretaris maakt een schriftelijk verslag, waarin een korte vermelding wordt opgenomen van alle door de commissie uitgebrachte adviezen. Zodra het advies wordt uitgebracht, wordt het door of namens het college gevoegd bij de aanvraag om omgevingsvergunning.

 

Afwijken van het welstandsadvies

Burgemeester en wethouders volgen in hun oordeel in principe het advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit dan wel ambtelijk. Burgemeester en wethouders kunnen op basis van artikel 44 lid 1 d van de Woningwet afwijken van het advies. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunningaanvraag bijvoorbeeld tot een ander oordeel komen dan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit of de behandelend ambtenaar. Daarnaast kan het zijn dat in een bepaald geval aan maatschappelijke of economische factoren meer waarde wordt gehecht dan aan de ruimtelijke kwaliteit. Een eventuele beslissing tot afwijking zal op de aanvraag van de omgevingsvergunning worden gemotiveerd door de raad of het college. De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit of behandelend ambtenaar wordt hiervan op de hoogte gesteld.

 

Nieuwe monumenten, beschermde dorspgezichten , beeldbepalende panden en beeldkwaliteitplannen

Wanneer er in de toekomst nieuwe monumenten, beschermde dorpsgezichten, beeldbepalende panden of beeldkwaliteitplannen bijkomen, worden deze opgenomen in de welstandsnota. De welstandsnota en het betreffende bestemmingsplan dienen dan te worden geactualiseerd. De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit krijgt tevens de opdracht om, naast de reguliere taken, te adviseren over

 

ruimtelijke plannen en visies betreffende stedenbouw, architectuur, openbare ruimten, groen- en landschapsplannen.

2.3 Toetsing

Criteria voor kleine plannen

Criteria voor kleine plannen zijn concrete criteria opgesteld voor veelvoorkomende, vaak kleine bouwwerken. Voor de volgende kleine bouwwerken zijn criteria opgesteld: aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen, kozijn- of gevelwijzigingen, dakkapellen, erf- of perceelsafscheidingen, rolluiken, rolhekken of luiken, schotelantennes, zonnepanelen- of collectoren en dakramen. Deze criteria gelden niet voor monumenten of plannen gelegen in een beschermd dorpsgezicht.

 

Indien voor een klein bouwwerk criteria zijn opgesteld, wordt het bouwwerk aan deze criteria voor kleine plannen getoetst. Als het bouwwerk past binnen deze criteria zal in principe een positief welstandsadvies worden afgegeven. Dit wordt ambtelijk gedaan. De criteria voor kleine plannen zijn te vinden op pagina 31.

 

Monumentencriteria

Voor rijks- en gemeentelijke monumenten in de gemeente Soest gelden in eerste instantie de monumentencriteria. Deze zijn beschreven op pagina 43.

 

Een rijksmonument in Nederland is een gebouw of object dat van algemeen belang is wegens de schoonheid, de betekenis voor wetenschap of de historische waarde. Rijksmonumenten zijn opgenomen in de Monumentenwet 1988 en staan in het rijksmonumentenregister. De rijksmonumenten in Soest zijn opgenomen in de bijlage. Aanpassingen aan een rijksmonument zijn toegestaan zolang ze de cultuurhistorische waarde van het pand niet in gevaar brengen en hiervoor vergunning op grond van artikel 11 uit de monumentenwet 1988 is verleend. Daarnaast kunnen eigenaren in aanmerking komen voor fiscale aftrek van onderhoudskosten en kunnen eigenaren gebruik maken van de rijkssubsidieregelingen voor onderhoud en restauratie.

 

Voor gemeentelijke monumenten gelden in hoofdzaak dezelfde rechten en plichten als voor rijksmonumenten. Gemeentelijke monumenten zijn opgenomen in de gemeentelijk monumentenlijst (zie bijlage). Ook hier zijn aanpassingen toegestaan zolang ze de cultuur- historische waarde van het pand niet in gevaar brengen. Eigenaren hebben géén fiscale aftrekmogelijkheden van onderhoudskosten.

 

Beoordelingsaspecten

In deze welstandsnota is bewust gekozen om te toetsen aan de hand van beoordelingsaspecten. Elke situatie is uniek. Het vooraf opstellen van welstandscriteria is door de oneindig vele variaties in bouwwerken en omgeving zeer moeilijk te standaardiseren

en leidt bovendien tot een zeer uitgebreid, complex document, waarbij de kans groot is dat de criteria op meerdere manieren te interpreteren zijn. Vooraf kan men niet bedenken welk soort bouwwerk men wil bouwen en hoe dit van invloed is op de omgeving. Elke situatie en elk te toetsen bouwwerk moet daarom ook iedere keer specifiek bekeken en beoordeeld worden (uitgezonderd de bouwwerken waarvoor criteria voor kleine plannen zijn opgesteld). Daarmee krijgt elke aanvraag ook een passend welstandsadvies waarbij alle betreffende beoordelingsaspecten aan bod komen.

 

De beoordelingsaspecten zijn onderverdeeld in drie categorieen: hoofdaspecten, deelaspecten en detailaspecten. In het overzicht hieronder is te zien welke aspecten per categorie beoordeeld worden. Of op alle beoordelingsaspecten wordt getoetst is afhankelijk van het welstandsniveau van het gebied waarin het bouwwerk ligt. De beoordelingsaspecten zijn te vinden op pagina 46.

 

  • «

    Smitsveen

    De renovatie versterkt de krachtige vormentaal van het oorspronkelijke complex

3. Gemeente Soest

3.1 Ruimtelijke structuur

Soest ligt temidden van de driehoek A1 (Amsterdam - Amersfoort), A27 (Utrecht - Almere) en A28 (Utrecht – Amersfoort). Verder ligt in het gebied een relatief dicht netwerk van provinciale en N-wegen, waarvan de N221 door Soest komt. Soest ligt op de overgang van de Utrechtse Heuvelrug naar het veenweidelandschap van de rivier de Eem. Dit heeft Soest een bijzonder karakter gegeven. Opvallend zijn de engen, waarvan de hoger gelegen (Soester) Eng het meest in het oog springt. De Soester Eng ligt nog steeds als onbebouwd gebied midden in de kern Soest. Het is een cultuurhistorisch waardevol gebied omdat het nog vrijwel onaangetast is en in sterke mate de ruimtelijke structuur van Soest bepaalt .

 

De dorpse lintbebouwing van Soest is vooral aan de zuid- en oostzijde rondom dit ‘groene hart’ gedrapeerd. Vanuit dit lange lint kan op een aantal plekken, aan beide zijden, direct het landschap in worden gekeken. Het zicht op de eng is overigens minder in het ge- deelte van het lint waaraan ook de winkelcentra liggen. Dergelijke doorzichten zijn voor een kern met de omvang van Soest een unieke eigenschap. Het vele groen (bos, landgoederen, sportparken, begraafplaatsen) is ook elders in en om de kern opvallend te noemen. De open ruimtes zijn karakteristiek voor Soest. Soesterberg kenmerkt zich door de ligging in de bosrijke Utrechtse Heuvelrug en de ligging nabij de A28. Door de relatief grote afstand en het eigen voorzieningenniveau van de dorpen, worden Soest en Soesterberg als aparte gemeenschappen ervaren.

 

De Eemvallei werd onderdeel van het Nationaal Landschap Eemland en Arkemheen. In Soest wordt de Eemvallei doorsneden door twee spoorlijnen. De ruimtelijke structuur van Soest kenmerkt zich door het oude lint dat als ruggegraat fungeert waaraan ruimtelijke eenheden zijn opgehangen. Die eenheden bestaan afwisselend uit open en bebouwde gebieden. Aan de noordoostzijde ligt het lint Van Weedestraat-Middelwijkstraat dichtbij het open buitengebied, daarvan gescheiden door twee parallel lopende eveneens oude bebouwingslinten. Aan de noord- en zuidzijde grenst de bebouwing van Soest aan het bos. Aan de westzijde van de bebouwde kom ligt nog een halfopen overgangsgebied tussen de kom en het bos.

  • «

    Topografische kaart gemeente Soest

De opbouw van Soest is verder bepaald door de keuze vooral in noord- en zuidwestelijke richting uit te breiden. De Koningsweg is een sterk structurerend element voor de ‘nieuwe’ wijken van Soest. De uitbreidingen zijn stempelgewijs toegevoegd. Smitsveen is een wijk met relatief veel hoogbouw. Een groot gedeelte dateert uit de Wederopbouwperiode (1945-1965). Het bedrijventerrein Soestdijkse Grachten is geconcentreerd in de westelijke hoek van Soest aan weerszijden van de Koningsweg. De recentste uitbreidingen hebben aan de westzijde plaatsgevonden. Soesterberg kent een eigen woonwerkgebied en heeft het bedrijventerrein Richelleweg dat in ont- wikkeling is. De komende jaren zal de herontwikkeling van de voormalige vliegbasis Soesterberg het gebied deels doen veranderen.

 

De ontwikkeling van Soest begint bij het dorpslint. Van daar uit ontwikkelt Soest zich steeds meer in (zuid)westelijke richting. In chro- nologische volgorde is dit: Soest-Zuid, ’t Hart, De Eng, Smitsveen, Klaarwater, Overhees, Bosstraat en omgeving en Boerenstreek. Het bedrijventerrein De Grachten is successievelijk in westelijke richting uitgebreid

 

  • «

    Bosstraat 16

    Een natuurlijke, eigentijdse koppeling van twee traditionalistische gebouwen. Consistent ontwerp van analyse tot detail.

  • «

    Noorderweg - Soest

4. Criteria

4.1 Criteria voor kleine plannen.

Zoals in het eerste deel van deze nota is uiteengezet, verplicht het nieuwe artikel 12a van de Woningwet de gemeenteraad om, indien hij op welstand wil laten toetsen, een welstandsnota vast te stellen waarin criteria zijn opgenomen die worden toegepast bij de beoor- deling of een bouwwerk niet in strijd is met redelijke eisen van welstand. Die criteria zijn, zo zegt lid 3 van dat artikel, zoveel mogelijk toegesneden op de onderscheiden categorieën bouwwerken. Deze criteria kunnen verschillen naar gelang de plaats waar een bouw- werk is gelegen. Er zijn dus twee soorten criteria, die op zichzelf of in combinatie met elkaar worden gebruikt:

 

  • 1.

    Criteria die te maken hebben met het soort bouwwerk dat gerealiseerd gaat worden, de zgn. objectgerichte criteria. Dat kunnen kleine bouwwerken zijn zoals bijbehorende bouwwerken, maar ook vaker voorkomende bouwwerken zoals scholen of boerderijen en burgerwoningen in het buitengebied;

  • 2.

    Criteria die voortkomen uit het gebied waar gebouwd gaat worden en die iets zeggen over de relatie met de omgeving (bijv. in een buurt met rode pannen daken moeten ook de bijgebouwen met een rood pannendak worden afgedekt) of over bijzondere, beeldbepalende openbare ruimten.

 

Over de objectgerichte criteria zegt het nieuwe wetsartikel ook nog in lid 4, dat er bij algemene maatregel van bestuur voorschriften kunnen worden gegeven betreffende de categorieën van bouwwerken en de daarop toe te passen welstandscriteria.

 

Vergunningvrije bouwwerken en welstand

Bouwwerken die op grond van Bijlage II Besluit omgevingsrecht vergunningvrij zijn, worden niet preventief aan welstand getoetst. Immers: als een bouwwerk vergunningvrij is, is er geen nadere toestemming van de gemeente noodzakelijk. Informatie hierover is ook te vinden op www.omgevingsloket.nl of bij het Omgevingsloket van de gemeente. De gemeente kan alleen achteraf ingrijpen als het bouwwerk in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand.

 

Nieuw beleid is maatgevend

In vele gevallen wordt door de aanvrager verwezen naar vergelijkbare en uitgevoerde goedgekeurde bouwwerken, die voltooid zijn toen er nog een andere regelgeving was. De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, dan wel ambtelijk, toetst nu volgens de huidige regelgeving en zal daar alleen van afwijken wanneer aantoonbaar aansluiting bij eerdere verbouwingen in de directe omgeving een betere eenheid oplevert dan het voorgestelde bouwwerk. Te denken valt aan een huizenrij waar alle dakkapellen die geplaatst zijn identiek zijn, maar volgens de huidige regelgeving één pan te hoog liggen. Een nieuwe dakkapel in dezelfde huizenrij volgens dezelfde regels zou dan een dissonant worden. Om een duidelijke toetsing mogelijk te maken kiest de gemeente er voor dat het nieuwe beleid maat- gevend is.

 

Bouwwerken

Dit hoofdstuk geeft inzicht in de regels omtrent een aantal veel voorkomende bouwwerken. In deze gevallen geldt uiteraard ook geen preventieve welstandstoets. Dit is de zgn. excessenregeling op grond van artikel 12a lid 1 van de Woningwet.

Passen de bouwwerken niet binnen de voorwaarden, dan zijn ze in de meeste gevallen omgevingsvergunningplichtig en moeten aan de criteria voor kleine plannen worden getoetst. Het gaat om de volgende bouwwerken:

  • 1.

    Bijbehorende bouwwerken;

  • 2.

    Kozijn- of gevelwijzigingen;

  • 3.

    Dakkapellen;

  • 4.

    Erf- of perceelsafscheidingen;

  • 5.

    Rolluiken, rolhekken of luiken;

  • 6.

    Schotelantennes;

  • 7.

    Zonnepanelen- of collectoren;

  • 8.

    Dakramen.

 

Wanneer een vergunning moet worden aangevraagd is het bestemmingsplan op de eerste plaats maatgevend voor wat betreft af- metingen, voorgevelrooilijnen etc. Als dat geen bezwaar oplevert, dan zal het bouwplan aan de criteria voor kleine plannen worden getoetst. Voldoet het plan daar niet aan, dan wordt de indiener van de aanvraag in overweging gegeven het plan aan te passen. Als er redenen zijn om van de criteria voor kleine plannen af te wijken, omdat er sprake is van een bijzondere situatie of omdat er twijfel bestaat aan de toepasbaarheid er van, dan kan, al dan niet op verzoek van de aanvrager, het bouwplan mede worden getoetst aan de beoordelingsaspecten uit deze nota.

 

Systematiek

Bij de opzet van de criteria voor kleine plannen is onderscheid gemaakt tussen de voor- en/of achterkant.

  • De voorkant is de voorgevel en/of de zijgevel gekeerd naar openbaar toegankelijk gebied.

  • De achterkant is de achtergevel en de zijgevel die niet is gekeerd naar openbaar toegankelijk gebied.

 

De criteria voor kleine plannen hebben betrekking op de plaatsing, vorm, maatvoering en materiaal- en kleurgebruik.

Indien gewenst, worden de criteria voor kleine plannen bijgesteld op basis van de gebiedsgerichte criteria. Daaraan zal in het bij- zonder behoefte bestaan bij beeldbepalende elementen die tot een hoger welstandsniveau leiden, bij een beschermd stads- of dorpsgezicht of bij een afwijkende bebouwingstypologie (vb. 70-er jaren woningbouw, waarbij het bij- en aanbouwen aan de voorzijde gebruikelijk was).

 

Indeling

Per categorie wordt een overzicht gegeven hoe met de welstandstoets bij de kleine plannen criteria wordt omgegaan. Eerst wordt gekeken of een bouwwerk eenzelfde uitstraling heeft als het ontwerp van de architect, die het project oorspronkelijk ontworpen heeft, waarvan het bouwplan deel uitmaakt en waarvoor een positief welstandsadvies is afgegeven. Als tweede wordt gekeken of een vergelijkbaar en goedgekeurd voorbeeld in de omgeving dat korter dan 5 jaar geleden is vergund of wanneer dat niet het geval is, er voor dat ontwerp reeds eerder een positief advies is uitgebracht (zoals bij een vooroverleg).

 

De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit kan een ontwerp als trendsetter aanmerken en vervolgens toekomstige plannen aan dit voorbeeld toetsen. Wanneer een dergelijk voorbeeld niet aanwezig is, wordt het plan getoetst aan de criteria voor kleine plannen. Er wordt vervolgens verwezen naar de gebiedsgerichte criteria, die minder of meer eisen kunnen inhouden voor het betreffende bouwwerk op een bepaalde locatie.

 

Criteria voor bijbehorende bouwwerken aan de voorkant

 

Bij de beoordeling of het uiterlijk en de plaatsing van de aan- of uitbouw waarop de aanvraag om vergunning betrekking heeft, al dan niet voldoet aan redelijke eisen van welstand, worden de volgende criteria toegepast:

 

  • 1.

    Het bouwwerk is overeenkomstig het ontwerp van de architect, die het project oorspronkelijk ontworpen heeft, waarvan het bouwplan deel uitmaakt en waarvoor een positief welstandsadvies is afgegeven. Indien dit niet van toepassing is, geldt punt 2;

  • 2.

    Het bouwwerk is overeenkomstig een bestaand bijbehorend bouwwerk in hetzelfde bouwblok dan wel bij een gelijke woning, die minder dan 5 jaar geleden met een positief welstandsadvies is vergund. Indien dit niet van toepassing is, geldt punt 3;

  • 3.

    Het bouwplan voldoet aan de volgende criteria:

 

Plaatsing

gebouwd aan:

  • de oorspronkelijke voorgevel;

  • de zijgevel.

Vorm

  • rechthoekige hoofdvorm;

  • geen doorgetrokken dakvlakken van het hoofdgebouw;

  • kapvorm plat of dezelfde dakhelling en nokrichting als het hoofdgebouw;

  • gevelgeleding en de indeling van profielen en kozijnen gelijkaan die van het hoofdgebouw.

Maatvoering

  • daktrim, bovendorpel of boeiboord maximaal 0,25 m hoog;

Voorzover in het bestemmingsplan niet specifiek geregeldvoor wat betrefterkers en ingangspartijen:

  • aan de voorgevel: de breedte niet meer is dan 50 % van de breedtevan de voorgevel, dan wel niet breder is dan het bestaande raam waarvoor de aan-of uitbouwin de plaats komt;

  • aan de voorgevel niet dieper dan 1,50 m.

Materiaal/Detaillering

  • overeenkomstig het hoofdgebouw of;

  • als het een serre betreft, van glas.

Kleur

  • overeenkomstig met het hoofdgebouw.

 

Criteria voor bijbehorende bouwwerken aan de achterkant

 

Bij de beoordeling of het uiterlijk en de plaatsing van de aan- of uitbouw waarop de aanvraag om vergunning betrekking heeft, al dan niet voldoet aan redelijke eisen van welstand, worden de volgende criteria toegepast:

 

  • 1.

    Het bouwwerk is overeenkomstig het ontwerp van de architect, die het project oorspronkelijk ontworpen heeft, waarvan het bouwplan deel uitmaakt en waarvoor een positief welstandsadvies is afgegeven. Indien dit niet van toepassing is, geldt punt 2;

  • 2.

    Het bouwwerk is overeenkomstig een bestaand bijbehorend bouwwerk in hetzelfde bouwblok dan wel bij een gelijke woning, die minder dan 5 jaar geleden met een positief welstandsadvies is vergund. Indien dit niet van toepassing is, geldt punt 3;

  • 3.

    Het bouwplan voldoet aan de volgende criteria:

Plaatsing

  • aan- of uitbouw aan de achtergevel mag de zijgevelniet overschrijden, tenzijer sprake is van een hoekaanbouw.

Vorm

  • rechthoekige hoofdvorm;

  • geen doorgetrokken dakvlakken van het hoofdgebouw;

  • kapvorm plat of dezelfde dakhelling en nokrichting als het hoofdgebouw;

  • gevelgeleding en de indeling van profielen en kozijnen gelijkaan die van het hoofdgebouw.

Maatvoering

  • daktrim, bovendorpel of boeiboord maximaal 0,25 m hoog.

Materiaal/Detaillering

  • overeenkomstig het hoofdgebouw of;

  • als het een serre betreft, van glas

Kleur

  • overeenkomstig het hoofdgebouw.

 

Kozijn- of gevelwijzigingen

 

Bij de beoordeling of het uiterlijk en de plaatsing van de kozijn- of gevelwijziging waarop de aanvraag om vergunning betrekking heeft, al dan niet voldoet aan redelijke eisen van welstand, worden de volgende criteria toegepast:

 

  • 1.

    Het bouwwerk is overeenkomstig het ontwerp van de architect, die het project oorspronkelijk ontworpen heeft, waarvan het bouwplan deel uitmaakt en waarvoor een positief welstandsadvies is afgegeven. Indien dit niet van toepassing is, geldt punt 2;

  • 2.

    Het bouwwerk is overeenkomstig een bestaande kozijn- of gevelwijziging in hetzelfde bouwblok dan wel bij een gelijke woning, die minder dan 5 jaar geleden met een positief welstandsadvies is vergund. Indien dit niet van toepassing is, geldt punt 3;

  • 3.

    Het bouwplan voldoet aan de volgende criteria:

 

Vorm

  • zonder aantasting van de bestaande gevelopening.

Maatvoering

  • profielmaten gelijk of nagenoeg gelijk aan de bestaande kozijnonderdelen.

Materiaal/Detaillering

  • overeenkomstig bestaande kozijnen.

Kleur

  • overeenkomstig bestaande kozijnen.

 

Dakramen

 

Bij de beoordeling of het uiterlijk en de plaatsing van de dakramen waarop de aanvraag om vergunning betrekking heeft, al dan niet voldoet aan redelijke eisen van welstand, worden de volgende criteria toegepast:

 

  • 1.

    Het bouwplan voldoet aan de volgende criteria:

 

Plaatsing en maatvoering

 

  • geen uitstekende dakramen in hellende daken (vlak aanbrengen met dezelfde hellingshoek als het dak);

  • onderkant meer dan 0,5 m boven de dakvoet;

  • bovenkant meer dan 0,5 m onder de daknok;

  • zijkanten minimaal 0,5 m van de zijkanten van het dakvlak (grenzen eigen dakvlak);

  • maximale afmeting 2 m²

 

Dakkapellen aan de voorkant

 

Bij de beoordeling of het uiterlijk en de plaatsing van de dakkapel waarop de aanvraag om vergunning betrekking heeft, al dan niet voldoet aan redelijke eisen van welstand, worden de volgende criteria toegepast:

 

  • 1.

    Het bouwwerk is overeenkomstig het ontwerp van de architect, die het project oorspronkelijk ontworpen heeft, waarvan het bouwplan deel uitmaakt en waarvoor een positief welstandsadvies is afgegeven. Indien dit niet van toepassing is, geldt punt 2;

  • 2.

    Het bouwwerk is overeenkomstig een bestaande dakkapel in hetzelfde bouwblok dan wel bij een gelijke woning, die minder dan 5 jaar geleden met een positief welstandsadvies is vergund. Indien dit niet van toepassing is, geldt punt 3;

  • 3.

    Het bouwplan voldoet aan de volgende criteria:

 

Algemeen

  • op een blok woningen moeten dakkapellen hetzelfde zijn qua rangschikking op horizontale lijn,vorm, detaillering, materiaalgebruik en kleur.

Plaatsing

  • de hoogtemaatvoering in het dakvlakovereenkomstig de trendsetter in hetzelfde bouwblok;

  • onderkant meer dan 0,5 m en niet meer dan 1 m boven de dakvoet;

  • bovenkant meer dan 0,5 m onder de daknok;

  • zijkanten minimaal 1 m vande zijkanten vanhet dakvlak (grenzen eigen dakvlak);

  • boeiboord dakkapel tenminste 0,5 m vanaf de hoekkeper vrijhouden;

  • bij meerdere dakkapellen tenminste 1 meter uit elkaar en rangschikking op horizontale lijn;

  • niet geplaatst in het bovenstegedeelte van een mansardekap of ander gekniktdakvlak.

Vorm

  • plat dak of bij een dakhelling van meer dan 45˚platdak of aangekapt;

  • zijwanden ondoorzichtig;

  • overstek zoveelmogelijk gelijk aande woning;

  • boeiboord gelijkaan de woning(maximaal 0,25m);

  • geen borstwering.

Maatvoering

  • breedte maximaalde helft van de breedtevan het dakvlak;

  • hoogte maximaal 2,5 m bovende bovenzijde van de goot.

Materiaal/Detaillering

  • overeenkomstig de woning.

Kleur

  • schilderwerk overeenkomstig de woning.

 

 

Dakkapellen aan de achterkant

 

Bij de beoordeling of het uiterlijk en de plaatsing van de dakkapel waarop de aanvraag om vergunning betrekking heeft, al dan niet voldoet aan redelijke eisen van welstand, worden de volgende criteria toegepast:

 

  • 1.

    Het bouwwerk is overeenkomstig het ontwerp van de architect, die het project oorspronkelijk ontworpen heeft, waarvan het bouwplan deel uitmaakt en waarvoor een positief welstandsadvies is afgegeven. Indien dit niet van toepassing is, geldt punt 2;

  • 2.

    Het bouwwerk is overeenkomstig een bestaande dakkapel in hetzelfde bouwblok dan wel bij een gelijke woning, die minder dan 5 jaar geleden met een positief welstandsadvies is vergund. Indien dit niet van toepassing is, geldt punt 3;

  • 3.

    Het bouwplan voldoet aan de volgende criteria:

 

Plaatsing

  • onderkant meer dan 0,5 m boven de dakvoet;

  • bovenkant meer dan 0,5 m onder de daknok;

  • zijkanten minimaal 0,5 m vande zijkanten vanhet dakvlak (grenzen eigen dakvlak).

  • boeiboord dakkapel tenminste 0,25 m vanaf de hoekkeper vrijhouden;

  • bij meerdere dakkapellen rangschikking op horizontale lijn;

  • niet geplaatst in het bovenstegedeelte van een mansardekap of ander gekniktdakvlak;

  • indien aangekapt het hoogste punt niet rechtstreeks uit de daknok.

Vorm

  • plat dak of bij een dakhelling van meer dan 45˚platdak of aangekapt;

  • zijwanden ondoorzichtig;

  • overstek zoveelmogelijk gelijk aande woning;

  • boeiboord als de woning(maximaal 0,25m);

  • geen borstwering

Maatvoering

  • hoogte maximaal 2,5 m bovende bovenzijde van de goot.

Materiaal/Detaillering

  • overeenkomstig de woning

Kleur

  • schilderwerk overeenkomstig de woning

 

Erfafscheiding en perceelafscheiding

 

Bij de beoordeling of het uiterlijk en de plaatsing van de erfafscheiding en perceelafscheiding waarop de aanvraag om vergunning betrekking heeft, al dan niet voldoet aan redelijke eisen van welstand, worden de volgende criteria toegepast:

 

  • 1.

    Het bouwwerk is overeenkomstig het ontwerp van de architect, die het project oorspronkelijk ontworpen heeft, waarvan het bouwplan deel uitmaakt en waarvoor een positief welstandsadvies is afgegeven. Indien dit niet van toepassing is, geldt punt 2;

  • 2.

    Het bouwwerk is overeenkomstig een bestaande erf- of perceelafscheiding in hetzelfde bouwblok dan wel bij een gelijke woning, die minder dan 5 jaar geleden met een positief welstandsadvies is vergund. Indien dit niet van toepassing is, geldt punt 3;

  • 3.

    Het bouwplan voldoet aan de volgende criteria:

 

Algemeen

  • Afstemmen op erfafscheidingen van de belendingen en het karakter van het gebied.

 

Rolluiken

 

Deze criteria komen aan de orde als het bouwplan niet vergunningvrij is. Bij de beoordeling of het uiterlijk en de plaatsing van de rol- luiken waarop de aanvraag om vergunning betrekking heeft, al dan niet voldoet aan redelijke eisen van welstand, worden de volgende criteria toegepast:

 

  • 1.

    Het bouwwerk is overeenkomstig het ontwerp van de architect, die het project oorspronkelijk ontworpen heeft, waarvan het bouwplan deel uitmaakt en waarvoor een positief welstandsadvies is afgegeven. Indien dit niet van toepassing is, geldt punt 2;

  • 2.

    Het bouwplan voldoet aan de volgende criteria:

Plaatsing

Aan de buitengevel, mits

  • plaatsing aan debinnenzijde niet mogelijk is;

  • op beganegrond voor minimaal 75 % bestaat uit glasheldere doorkijkopeningen;

  • rolkasten, geleidingen en rolhekken in de architectuur van de gevel worden ingepast.

Kleur

  • ingetogen kleurgebruik.

 

(Schotel)antenne

 

Bij de beoordeling of het uiterlijk en de plaatsing van de (schotel)antenne waarop de aanvraag om vergunning betrekking heeft, al dan niet voldoet aan redelijke eisen van welstand, worden de volgende criteria toegepast:

 

  • 1.

    Het bouwwerk is overeenkomstig het ontwerp van de architect, die het project oorspronkelijk ontworpen heeft, waarvan het bouwplan deel uitmaakt en waarvoor een positief welstandsadvies is afgegeven. Indien dit niet van toepassing is, geldt punt 2;

  • 2.

    Het bouwwerk is overeenkomstig een bestaande schotelantenne in hetzelfde bouwblok dan wel bij een gelijke woning, die minder dan 5 jaar geleden met een positief welstandsadvies is vergund. Indien dit niet van toepassing is, geldt punt 3;

  • 3.

    Het bouwplan voldoet aan de volgende criteria:

 

Plaatsing

  • antennes bij voorkeur aan een achtergevel bevestigd, in ieder gevalachter de voorgevellijn geplaatst;

  • niet aangebracht aan monumenten of beeldbepalende panden;

  • maximaal één spriet-, staaf- of schotelantenne aan, op of bij eenwoning/pand.

Maatvoering

  • niet hoger dan vergunningvrij is toegestaan

Vormgeving

  • antenne en bijbehorende voorzieningen (mast, bedrading, tuidraden etc.) als één geheel vormgeven;

  • indien zichtbaar vanaf de weg of hetopenbaar groen zo onzichtbaar mogelijk.

  • beperken van het aantal tuidraden. Bij bevestiging aan gevel geen tuidraden (stabliteit wordt behaald uit de bevestiging aan de gevel);

  • geperforeerde schotel.

Materiaal en kleur

  • materiaal en kleur onopvallend en aanvaardbaar in relatie tot de omgeving, geen felle contrasterende kleuren, maar antractiet of donker groen

 

Zonnepaneel of -collector

 

Deze criteria komen aan de orde als het bouwplan niet vergunningvrij is.

 

Bij de beoordeling of het uiterlijk en de plaatsing van het zonnepaneel of -collector waarop de aanvraag om vergunning betrekking heeft, al dan niet voldoet aan redelijke eisen van welstand, worden de volgende criteria toegepast:

 

  • 1.

    Het bouwwerk is overeenkomstig het ontwerp van de architect, die het project oorspronkelijk ontworpen heeft, waarvan het bouwplan deel uitmaakt en waarvoor een positief welstandsadvies is afgegeven. Indien dit niet van toepassing is, geldt punt 2;

  • 2.

    Het bouwwerk is overeenkomstig een bestaand zonnepaneel of –collector in hetzelfde bouwblok dan wel bij een gelijke woning, die minder dan 5 jaar geleden met een positief welstandsadvies is vergund. Indien dit niet van toepassing is, geldt punt 3;

  • 3.

    Het bouwplan voldoet aan de volgende criteria:

 

Plaatsing

  • er zijn geen andere zonnepanelen of –collectoren in hetzelfde dakvlak van het bouwblok of het zonnepa- neel of de zonnecollector is regelmatig op een horizontale lijn gerangschikt ten opzichte van deze andere zonnepanelen- of collectoren;

Indien het zonnepaneel of de zonnecollector in of direct op een schuin dakvlak, dan dient te worden voldaan aan de volgende twee richtlijnen:

  • het zonnepaneel of de zonnecollector wordt geplaatst binnen het vlak van het dak (en steekt er dus niet voorbij);

  • de hellingshoek van het zonnepaneel of de – collector is hetzelfde als de hellingshoek van het dakvlak waarop of –aan deze is geplaatst.

Indien de collector of het paneel niet één geheel vormt met de installatie voor het opslaan van het water of het omzetten van de opgewekte electriciteit:

  • installatie aan binnenzijde van een bouwwerk plaatsen.

 

  • «

    Rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden van de MIP-lijst. (zie bijlage voor volledige adressenlijst)

4.2 Monumentencriteria

Voor het toetsen van vergunningen ten aanzien van monumenten hanteert de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit in eerste instantie de onderstaande criteria:

 

  • Voor bouwkundige ingrepen aan een rijksmonument kan eerst bouwhistorisch onderzoek nodig zijn. De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit bepaalt, naar aanleiding van de aard en omvang van de ingreep, of en op welke wijze dit onderzoek gebeurt.

  • Historische bouwmaterialen, structuren en constructiewijzen dienen zoveel mogelijk te worden gehandhaafd. Dit aspect vormt, tezamen met de architectonische detaillering, een van de monumentale waarden van het gebouw en verdient dus intense aan- dacht.

  • Het vervangen van kozijnen en andere gevelonderdelen door kunststof en/of aluminium is niet toegestaan. Dat geldt eveneens voor het vervangen van keramische dakpannen door (sneldekkende) betonpannen of bitumineuze bedekkingen.

  • Om de authenticiteit van de bestaande raamprofielen zoveel mogelijk te handhaven kan dubbele beglazing vaak niet toegestaan worden. Het gebruik van geïsoleerd enkel glas is te prefereren boven dubbele beglazing. Bij dubbele beglazing wijzigen de slanke raamprofielen namelijk in (te) dikke profielen, met name bij ruiten met roedenverdeling.

  • Behoud van historisch waardevolle interieuronderdelen zoals plafonds, trappen, schouwen, kasten, betimmeringen en deuren is uitgangspunt bij elke verbouwing.

  • Voor het aanbrengen van reclame of ander soortige toevoegingen vast aan de gevel, op, aan of bij een monument is een ver- gunning noodzakelijk. Per aanvraag wordt beoordeeld of en in welke vorm, het aanbrengen van reclame en/of ander soortige toevoegingen aanvaardbaar zijn.

 

4.3 Gebiedsindeling

Beschermde dorpsgezichten en monumenten

Cultuurhistorisch zeer waardevolle gebieden zijn opgenomen in de beschermde dorpsgezichten. Voor deze gebieden geldt het be- schermende welstandsregime (niveau 1) en komen alle beoordelingsaspecten aan de orde. Hier is een inspanning ten behoeve van ruimtelijke kwaliteit gewenst en is welstandsbeoordeling gericht op handhaven, herstellen en versterken van de ruimtelijke karakteristiek van het gebied. Ook voor monumenten (die buiten het beschermde dorpsgezicht vallen) geldt het beschermende welstandsni- veau. Bij de toetsing wordt zowel naar hoofd-, deel- als detailaspecten gekeken. Bij detailaspecten moet men onder andere denken aan de kleur- en materiaalkeuze van de onderdelen, zoals bijvoorbeeld kozijnen, daklijsten, etc.

 

Beeldkwaliteitplannen

Voor die gebieden die vanuit ruimtelijk oogpunt bijzonder zijn, heeft de gemeente Soest beeldkwaliteitplannen vastgesteld. Het wel- standstoezicht in deze bijzondere gebieden is gericht op het voorkomen van aantasting van de ruimtelijke karakteristieken en het versterken van de bestaande of gewenste ruimtelijke kwaliteit. Hier is dan ook het bijzondere welstandsregime van kracht (niveau 2). Dit niveau is tevens van toepassing op de beeldbepalende panden uit de MIP-lijst (Monumenten Inventarisatie Project). Bij de toetsing binnen dit welstandsniveau wordt naar de hoofd- en deelaspecten gekeken. Daarbij moet men denken aan zowel plaatsing, materialisering en gevelopbouw van de hoofdmassa, als ook de compositie van aan- en bijgebouwen en gevelindeling.

 

Reguliere gebieden

Voor de overige gebieden geldt het gewone welstandsregime. Deze zogenaamde reguliere gebieden worden alleen aan hoofdaspecten getoetst, zoals de situering op de kavel en materiaal- en kleurgebruik van de hoofdvlakken.

 

Ontwikkelingsgebieden

De grijze gebieden op de kaart zijn ontwikkelingsgebieden. Hiervoor geldt in principe het gewone welstandsregime. Voor deze ge- bieden zijn beeldkwaliteitseisen gemaakt, of worden binnen afzienbare tijd opgesteld omdat het gebied in ontwikkeling is. Zie ook hoofdstuk 5 (pag. 83)

 

4.4. Welstandsniveaus en beoordelingsaspecten

Het welstandsregime in Soest kent drie niveaus. Voor de monumenten en beschermde dorpsgezichten (zowel gemeentelijk als rijks) is de zwaarste toetsing van kracht: niveau 1. Voor de gebieden waarvoor een beeldkwaliteitplan is opgesteld en voor de beeldbepalende panden is het bijzondere niveau van kracht (niveau 2). Voor de overige gebieden, de zogenoemde reguliere gebieden is het basisniveau van kracht (niveau 3). In principe geldt, hoe hoger het welstandsniveau, hoe strenger en hoe meer gedetailleerd de toets is. In het schema hieronder is dat verbeeld.

4.5 Gebiedsbeschrijvingen

Een belangrijk aspect bij de beoordeling van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit is de inpassing en aansluiting bij de gebiedskarakteristiek. In de hiernavolgende paragrafen zijn de karakteristieken van de afzonderlijke deelgebieden beknopt beschreven. Hierbij komen steeds de stedenbouwkundige structuur, bebouwingskarakteristiek, groenstructuur en eventuele bijzonderheden aan bod.

 

Eerst zijn de beschermde dorpsgezichten beschreven, vervolgens de beeldkwaliteitplannen en als laatste de reguliere gebieden. Van de ontwikkelingsgebieden is geen beschrijving. De kleur van de balk onderin correspondeert met de kleur op de kaart met de gebiedsindeling.

 

A. Oude Kerk en omgeving

In 1966 heeft het Rijk in Soest een beschermd dorpsgezicht aangewezen rond de Oude Kerk: de Kerkebuurt. Het gebied wordt globaal begrensd door de Torenstraat aan de oostzijde. Aan de westzijde vallen enkel percelen aan de Eemstraat en Peter van de Breemerweg binnen het gebied.

De Kerkebuurt in Soest is een kleine historische kern. Een van de meest karakteristieke panden hier is het voormalige Oude Mannen en Vrouwenhuis, uit 1782. Het hoogteverschil en de afleesbaarheid van de cultuurhistorische ontwikkeling maken de Kerkebuurt tot een karakteristieke plek in Soest. De forse oude boomgroepen, en in niet mindere mate de hagen, dragen eveneens bij aan de karakteristiek, vooral omdat ze opvallend in het zicht liggen. Doordat het beschermde dorpsgezicht vanaf de Torenstraat als onderbreking in de rijkswegbebouwing en begeleiding met bomen duidelijk opvalt en duidelijk lager ligt, wordt de identiteit van de Kerkebuurt benadrukt.

Beschermd Dorpsgezicht

B. Kerkpad, de Soester Brink

Het beschermde dorpsgezicht wordt gevormd door een zone van de Soester Brink en is globaal begrensd door de Korte Melmweg, de Lange Brinkweg, de Korte Middelwijkstraat en het Kerkpad NZ/ZZ.

 

Het gebied vormt een overgangszone tussen de bouwlanden van de Eng en de graslanden van de Eempolder en vormde de langgerekte voormalige Brink van Soest. In het zuiden grenst het gebied aan de Kerkebuurt. Een nauwkeurige lokalisering van het gebied werd aangetroffen in een document uit 1557. Gezien de structurele gaafheid van het gebied, met de hierin nog aanwezige boerderijen, moet het als cultuurhistorisch waardevol worden aangemerkt.

Beschermd Dorpsgezicht

 

C. De Soester Eng

Het betreft hier het belangrijkste restant van De Soester Eng. Het gebied wordt globaal begrensd door de spoorlijn aan de oost- en zuidzijde en de achterzijde van de kavels aan de Molenstraat en Nieuweweg.

 

Dit nagenoeg onbebouwde gebied bezit nog het agrarische karakter en is van grote cultuurhistorische betekenis voor de identiteit van Soest. De verkaveling dateert uit de vroege middeleeuwen. Het restant van de Soester Eng, als hoger gelegen open bouwland doorsneden door enige landelijke wegen met het Enghenbergje als hoogste punt, bezit naast haar eigen cultuurhistorische waarden nog een aantal waardevolle relaties met de omgeving. Genoemd in dit verband wordt het zicht vanaf de Eng op de Kerktoren, de relatie tussen de Enggrond en Soest-Zuid en die tussen het Enghenbergje en de Lazarusberg.

Beschermd Dorpsgezicht

 

D. De Birkt

Het gebied ligt aan weerszijden van de Birkstraat aan de oostzijde van Soest.

Naast de boerderijstrook langs het Kerkpad wordt een dergelijke situatie eveneens aangetroffen langs de Birkstraat. Deze strook kan als de meest gave concentratie van boerderijen worden beschouwd, gekarakteriseerd door monumentale boerderijen en oprijlanen. Bij enkele boerderijen zijn de schaapskooien nog aanwezig die in relatie staan tot de in deze omgeving vroeger aanwezige heidevelden. Het gebied heeft een open agrarisch karakter. Mede omdat door de recente ruilverkaveling in dit gebied het agrarische gebruik en dito bestemming van een aantal percelen is beperkt, moet een verdere teloorgang van dit gebied worden voorkomen. Ruimtelijk is de grens van het te beschermen gebied vastgesteld op een afstand van 250 m uit het hart van en evenwijdig aan de Birkstraat.

Beschermd Dorpsgezicht

 

E. De Paltz, de Kleine Paltz en omgeving

Dit gebied ligt ten zuiden van de spoorlijn Utrecht- Amersfoort en wordt aan de overige zijden begrensd door de voormalige militaire vliegbasis en het oefenterrein van Soesterberg.

 

Het landgoed de Paltz werd vroeger de “Grote Eng” genoemd maar komt op een kaart uit 1698 van du Roy voor als “Hoogh Hees”. Het heeft dan nagenoeg dezelfde omtrek als de huidige Paltz en vormt een soort enclave in het woeste heide- en duingebied uit die tijd. De structuur van de verkaveling van de landbouwgronden met een vijftal hofsteden is nog steeds herkenbaar binnen het rechte lanenstelsel. De naam Paltz is van Duitse oorsprong. In 1874 liet Copijn er een landschapspark aanleggen met bijzondere boomsoor- ten waaronder een sequoia en andere waardevolle elementen. Aansluitend wordt ten oosten van de Soesterbergsestraat een gebied van cultuurhistorische waarde aangetroffen waar de grafheuvels zich bevinden.

Beschermd Dorpsgezicht

 

F. Het Landgoed Pijnenburg en Op Hees

Het gebied ligt ten westen van de kern Soest en wordt begrensd door de Biltseweg, de Wieksloterweg, de Dolderseweg en de grens met de gemeente Bilthoven.

 

De kaart geeft nog exact het gebied aan dat in opdracht van de St. Paulus abdij van Utrecht vanaf 1399 is verkaveld als veen-ont- ginningsgebied met als basis de Zoom. De 14de eeuwse strokenontginning is nagenoeg geheel in tact. Het veengebied dat vroeger Laag Hees werd genoemd, werd verdeeld in 6 hoeven. Op de kaart van du Roy uit 1698 wordt de strokenontginning parallel aan de Wieksloterweg en de 6 hofsteden bij de Zoom aangegeven. In de 18de eeuw komt het gebied in bezit van de eigenaar van Pijnenburg die er gedeeltelijk parkbos van maakte. Ook het Spiehuis (op een wigvormig perceel), stamt uit die tijd.

Beschermd Dorpsgezicht

 

G. De Grote Melm

 

Dit gebied ligt ten noordoosten van Soest aan de Eem en tegen de grens met de gemeente Amersfoort.

 

Een voor de nederzettingshistorie van Soest zeer belangrijke plaats, aangelegd als los- en laadplaats ten behoeve van het vervoeren van turf afkomstig uit het Soesterveen.

Beschermd Dorpsgezicht

 

H. Het gebied Kostverloren

Het gebied wordt begrensd door de Praamgracht (nu verlengde van de Jachthuislaan) en bestaat uit bebouwing die van waarde is als voorbeeld van de oude bebouwing binnen de grenzen van het landgoed Pijnenburg. Aan de Beckeringhstraat ligt nog de buitenplaats in landschapsstijl, de Eikenhorst, die oorspronkelijk uit 1745 dateert.

Beschermd Dorpsgezicht

 

I. Omgeving Egghermonde, Oude Tempel, het Cenakel en het Kontakt de Kontinenten

Het gebied ligt ten noordoosten van de kern Soesterberg en wordt aan de noord- en oostzijde begrensd door de Amersfoortsestraat en Richelleweg. Aan de overige zijden vormt de bebouwde kom van Soesterberg de begrenzing. De villabebouwing aan de Oude Tem- pellaan is onderdeel van het beschermde dorpsgezicht.

 

Het beschermde dorpsgezicht is een aaneengesloten reeks van buitenplaatsen aangelegd op de midden 17de eeuwse vakkenver- kaveling van de Amersfoortsestraat. Deze buitenplaatsen vormen tezamen het belangrijkste cultuurhistorisch waardevolle gebied in Soesterberg. Bij het landhuis Egghermonde is de oorspronkelijke tuinaanleg herkenbaar, op het terrein van het Cenakel en het Kon- takt der Kontinenten is de lanenstructuur met oude bomen herkenbaar die vroeger deel uitmaakte van de buitenplaats op deze plek.

Beschermd Dorpsgezicht

I. Centrale lint

 

Het deelgebied beslaat weerszijden van een deel van de Burgemeester Grothestraat, Van Weedestraat, Steenhoffstraat, Middelwijk- straat en Torenstraat.

 

Het Centrale lint is een van de vroegere bebouwingslinten van Soest. Het dorp werd gevormd door de bebouwing rond de Oude Kerk en het Kerkepad. De aanleg van de Rijksstraatweg, nu het centrale lint, in de eerste helft van de 18de eeuw, betekende dat de nieuw- bouwontwikkelingen zich in toenemende mate op de gronden langs de doorgaande weg gingen concentreren. De woningen voor de arbeiders werden op de oude landbouwgrond land de Rijksstraatweg of langs het Kerkepad gesitueerd. In de 18de en 19de eeuw vestigde ook rijke Amsterdamse en Utrechtse kooplui zich in Soest vanwege de waardevolle natuurlijke omgeving en lieten grote villa’s bouwen. Langs de Burgemeester Grothestraat en Van Weedestraat verschenen talloze buitenplaatsen. Het lint langs de straatweg werd vanaf eind 19de eeuw steeds dichter bebouwd. De doorzichten vanuit het centrale bebouwde lint met de open ruimten van de Eemvallei en de Eng werden langzaam steeds minder. In de loop van de 20ste eeuw werden overal langs de Rijksstraatweg woonhui- zen verbouwd tot winkels. Na de Tweede Wereldoorlog heeft veel van de oorspronkelijke bebouwing langs deze oude Rijksstraatweg plaats moeten maken voor nieuwbouw.

 

De voormalige rijksweg vormt nog steeds een belangrijke ontsluitingsroute voor Soest. Hieraan liggen diverse winkels die tezamen het hoofdwinkelgebied van de gemeente vormen. Het lint bestaat nu uit een continue mix van panden met een uiteenlopende bouw- geschiedenis, -typologie en -hoogte.

 

Het lint is onderdeel van een lineaire groenstructuur in Soest. Ter hoogte van de centrumfuncties is de groenstructuur nagenoeg verdwenen. Daar waar gewoond wordt, is door de groene voorerven het straatbeeld een stuk groener.

 

Voor dit gebied is het beeldkwaliteitplan Centrale Lint (1999) van kracht.

Beeldkwaliteitplannen

 

II. Flanken van De Eng

Het deelgebied flanken van De Eng wordt gevormd door de percelen gelegen aan de wegen ten zuiden, westen en noorden van de Eng. Dit zijn aan de zuidzijde de Kerkstaat, Soesterbergsestraat en Eikenlaan. Aan de oostzijde de Parklaan, Nieuweweg, Beukenlaan en Beetzlaan. Aan noordzijde de Koninginnelaan en de Burgemeester Grothestraat.

 

De Eng is een uniek geïsoleerde stuwwalheuvel met drie toppen tot ongeveer 20 meter boven NAP. De hogere gelegen gronden ble- ven lang onontgonnen en bewoners vestigden zich op de flanken van De Eng op de overgang tussen hoog en laag. De flanken van De Eng liggen op 6 tot 7 meter boven NAP. Rondom De Eng ontstonden de buurtschappen Soestdijk, het Hart, Den Eng, De Bunt, Hees en De Birkt.

 

Drager van dit deelgebied is de westelijke en zuidelijk route langs de Eng. De bebouwing aan de flanken van De Eng is over het alge- meen gevarieerd in grootte en stijl. Een gemeenschappelijk kenmerk is dat het voornamelijk gaat om individueel herkenbare bebouwing in één tot twee bouwlagen met kap. De kaprichting is niet eenduidig in het gebied. Van oudsher is de kaprichting vooral haaks op de weg, terwijl de latere toevoegingen ook kappen in de langsrichting hebben. Het betreft veelal (half-)vrijstaande woningen, incidenteel zijn aaneengebouwde woningen of appartementen aanwezig. In beperkte mate is complexmatige bebouwing aanwezig, zoals het markante woningbouwproject aan de Beetzlaan. Ook aan de Eikenlaan, Parklaan, Beukenlaan en Nieuweweg komt enige seriematige bouw voor. Daarnaast zijn nog enkele oorspronkelijke villa’s, voormalige boerderijen en woonhuizen aanwezig. Het oorspronkelijke patroon is weliswaar in de loop van de tijd sterk verdicht, maar het is nog grotendeels in tact.

 

Voor dit deelgebied is het Beeldkwaliteitplan Flanken van de Eng (2004) van kracht.

Beeldkwaliteitplannen

 

III. Entrees van Soest

Soest heeft vier oorspronkelijke entree’s te weten de Koninginnelaan en de Vredehofstraat (noordelijke entrees) en de Birkstraat en de Soesterbergsestraat (zuidelijke entrees). Het deelgebied omvat de percelen binnen de bebouwde kom, gelegen aan deze beeld- bepalende toegangen van Soest.

 

Koninginnelaan

De Koninginnelaan is van oorsprong een ontginningsweg en vormde de voormalige dorpsrand. Aan de weg ligt nog één functioneren- de boerderij en zijn diverse bedrijven ontwikkeld. De bedrijven zijn voornamelijk achter de woonbebouwing gesitueerd. De Koninginnelaan heette voor 1929 de Veenhuizenweg, genoemd naar het Veenhuis dat aan de Praamgracht lag en diende als overslagplaats voor turf en tevens herberg was. Rond 1950 is het lint nagenoeg opgevuld. Na deze datum zijn enkele woningen toegevoegd. De Koninginnelaan heeft primair een verblijfsfunctie en heeft geen duidelijke groenstructuur. De laan wordt gekenmerkt door overwegend kleinschalige, vrijstaande panden in één bouwlaag met een kap haaks op de weg. Er komen ook panden voor van twee lagen met kap evenwijdig aan de straat. De bebouwing bevindt zich op relatief bescheiden percelen. Dat geldt vooral voor de zuidzijde van de straat. Aan de noordelijke zijde is de agrarische herkomst nog herkenbaar door onder andere de erfbeplanting en verspringende rooilijnen. Op sommige plekken is doorzicht naar het achtergelegen weidelandschap mogelijk.

 

Vredehofstraat

De Vredehofstraat is de belangrijkste noordelijke invalsweg van Soest. Aan deze weg is van oudsher villabebouwing aanwezig van twee lagen met kap. Daarbij is een duidelijke rooilijn aanwezig. Naast de villa-achtige bebouwing, die aan de westzijde hoofdzakelijk een kantoorfunctie heeft, wordt de entree gekenmerkt door parken aan weerszijden van de weg. Op enige afstand van de weg staan hierin appartementengebouwen. Uitzondering is het complex Mariёnburg dat door de korte afstand tot de weg niet goed past bij de karakteristiek van de weg.

III. Entrees van Soest

 

Soesterbergsestraat

De Soesterbergsestraat is de belangrijkste zuidelijke toegang van Soest en ligt in het verlengde van Kerkstraat. Het beeld van het noordelijke deel van de Soesterbergsestraat (ten noorden van de Vondellaan) wordt vooral bepaald door het winkelcentrum Soest- Zuid. Het accent ligt aan de westkant van de weg, waar zich een gedeeltelijk naar binnen gekeerd winkelcentrum bevindt. Dat deel heeft één bouwlaag en individuele kapjes. Het winkelgebied aan de overzijde daarentegen heeft een stedelijke allure, met een nagenoeg gesloten bebouwingswand tot drie lagen. De uiteinden van het noordelijke deel van de Soesterbergsestraat worden gekenmerkt door kleinschalige bebouwing. Aan beide zijden van de weg is beeldbepalende laanbeplanting aanwezig. Het groen in de straat is onderdeel van een lineaire groenstructuur, die in sterke mate bepalend is voor het gezicht van Soest.

Het zuidelijke deel van de Soesterbergsestraat (ten zuiden van de Vondellaan) kenmerkt zich door de zichtbare overgang van dorp naar bos. Hoe verder naar het zuiden, hoe bosrijker en royaler de kavels zijn. De bebouwing is veelal vrijstaand. In het noordelijke deel staan de woningen strakker in het gelid en is de dichtheid hoger. Aan de oostzijde van de weg ligt de serviceflat De Soesterduinen die zich door de ruime afstand tot de weg goed in de ruimtelijke opzet voegt.

 

Birkstraat

Het noordelijke deel van de Birkstraat heeft een rustig straatbeeld door de eenduidige bebouwing. De bebouwing bestaat uit vrijstaande, twee- en drie onder-één kapwoningen van één en twee bouwlagen met kap. De aard van de bebouwing is gevarieerd, van traditioneel tot redelijk modern. Er wordt hoofdzakelijk gewoond.

Het zuidelijke deel van de Birkstraat vormt de overgang naar het landelijke gebied van Soest. Aan dit deel van de straat zijn voornamelijk bedrijven gehuisvest. De overgang vanuit het fraaie coulissenlandschap is nogal abrupt, met name aan de noordkant. Hier zijn grootschalige bedrijven prominent aanwezig. De bebouwing in dit deel van de straat bestaat uit oude en nieuwe gevarieerde bebouwing in een rooilijn met kleine variaties daarop.

 

Voor dit deelgebied is het beeldkwaliteitplan Entree’s van Soest (2005) van kracht.

Beeldkwaliteitplannen

 

IV. Rademakerstraat

Het gebied ligt in de kern van Soesterberg en omvat de bebouwing aan weerszijden van de Rademakerstraat, tussen de Versteeghlaan/Prof. Lorentzlaan en Veldmaarschalk Montgomeryweg/Kampweg.

 

De Rademakerstraat/Banningstraat is van oudsher de centrale as van waaruit Soesterberg is gegroeid. Het is een oude landschappelijke structuurlijn met een bijzondere kwaliteit. Sinds de omlegging van de Amersfoortsestraat is het drukke doorgaande verkeer verdwenen en heeft de Rademakerstraat een andere functie en karakter gekregen. Het is een lokale ontsluitingsweg waaraan het hoofdwinkelcentrum van Soesterberg is gelegen. Het brede profiel is in stand gebleven. De bebouwing aan deze straat is zeer gevari- eerd, zowel in architectuur als typologie. De hoogte varieert van één laag met kap tot drie lagen.

 

Voor dit gebied is het beeldkwaliteitplan Rademakerstraat (mei 2005) van kracht.

IV. Rademakerstraat

Beeldkwaliteitplannen

 

V. Bedrijventerrein Richelleweg

Het gebied ligt in Soesterberg, tussen de A28,de Richelleweg, Het Zeisterspoor en de Zuiderweg.

 

Op het voormalige tanktestterrein wordt een bedrijventerrein gerealiseerd. Het bedrijventerrein Richelleweg gaat ruimtelijk deel uit- maken van het lokale netwerk van de Leusderheide wat gekenmerkt wordt door grootschalige enclaves die worden omsloten door bosranden en met elkaar verbonden door het Zeisterspoor. Het terrein wordt ontsloten vanaf het Zeisterspoor en is ca. 14 ha. groot. Het bedrijventerrein wordt omzoomd door een brede bosrand en oriënteert zich primair op de hoogwaardige, groene openbare ruimte aan de binnenzijde van het terrein. De bedrijfspanden zijn door de bomen enigszins zichtbaar. Het middenterrein is een herinrichting van de voormalige tankstestbaan.

 

Voor dit gebied is het beeldkwaliteitplan bedrijventerrein Richelleweg (2011) van kracht. Het gebied is een ontwikkelingsgebied.

Beeldkwaliteitplannen

 

IV. Buitengebied

Het plangebied bestaat uit het buitengebied van de gemeente Soest. De kernen Soest en Soesterberg, de leger- en vliegbasis van Soesterberg vallen buiten het gebied.

 

In het landschap van de gemeente Soest is een duidelijke tweedeling te onderscheiden: Ten eerste het eenduidige in gebruik zijnde, relatief rustige agrarische gebied in het Eemdal. Ten tweede het heuvelachtige en meervoudig, soms intensief in gebruik zijnde bosgebied ten zuiden van Soest. In het Eemdal is de hoofdfunctie agrarisch en vooral gericht op weidebouw. De bebouwing bestaat uit boerderijen. Veel voormalige boerderijen zijn nu in gebruik als burgerwoningen. Naar het zuiden toe, in de Birkt wordt het grondgebruik meervoudig en is een afwisseling te zien van akkers, weilanden en recreatiegebieden. De Birkstraat vormt een centrale as voor bebouwing met diverse functies. Het westelijk gelegen Pijnenburg kent de afwisseling in grondgebruik van weilanden en bossen, die kenmerkend is voor een landgoed. Bebouwing concentreert zich hier voornamelijk aan de noordzijde in het gehucht Pijnenburg.

 

Het noordelijke deel van het bosgebied kent veel recreatief gebruik in de vorm van diverse kleinschalige activiteiten. Ook liggen in het noordelijk deel de meeste fiets- en ruiterpaden. Bebouwing concentreert zich in de woonkern Soestduinen en langs de Soesterbergsestraat. Plaatselijk liggen verblijfsrecreatieterreinen. In het zuidelijk deel van het bosgebied liggen terreinen met een militaire functie. Ze zijn groot van schaal, hebben veel verspreide bebouwing en zijn beperkt of niet opengesteld.

 

Ook in de visueel ruimtelijke structuur is het ruimtelijke contrast tussen een laag gelegen open vallei en een hoger gelegen verdichte heuvelrug belangrijk en waardevol, evenals de overgangen tussen de twee landschappen.

De Eemvallei ligt ingeklemd tussen de bebouwing van Soest, Baarn en Amersfoort. De Vallei vormt met haar openheid een sterk contrast met de stedelijke randen. In het Eemgebied is de slagenverkaveling karakteristiek, welke zich uit in het slotenpatroon. In ruimtelijk opzicht wordt de ruimte ten zuiden van de spoorlijn onderverdeeld in compartimenten door de verhoogde spoordijk en diverse beplantingselementen. De bebouwing ligt ten noorden van de spoorlijn als een eiland in het open landschap. Ten zuiden van de spoorlijn ligt ze veelal als een open lintbebouwing op enige afstand van de weg. De Birkt en de noordzijde van Pijnenburg vormen half-open coulissenlandschappen, waar de ruimte wordt gesegmenteerd door de beplanting met daartussen langgerekt weilanden (en akkers). De Birkt kent een slagenverkaveling, die zich kenmerkt door de lange en smalle percelen. Pijnenburg kent een gerende slagen-en blokverkaveling. Een blokverkaveling is een verdeling in relatief kleine, rechthoekige of onregelmatige percelen.

Ook hier is sprake van gebouwenconcentraties, langs de Birkstraat en in het gehucht Pijnenburg. In de Praamgrachtzone liggen de landgoederen aan de Biltseweg. De bebouwing langs de Stadhouderslaan wordt gevormd door een opvallende reeks villa’s langs de oude route van Soest naar Baarn. Het Soesterveen heeft zich ontwikkeld als dorpsrandzone. De oorspronkelijke lintbebouwing aan de Wieksloterweg is sterk verdicht, de achtererven zijn veelal bebouwd en van de gebiedseigen openheid is weinig meer over.

 

Het bosgebied vormt onderdeel van de Utrechtse Heuvelrug. Het bosgebied heeft een dicht karakter en een onregelmatige verkaveling. In het bos ligt een reeks van grote open plekken zoals de Lange Duinen, Korte Duinen en de Vlasakkers en kleine open plekken zoals de Zoom en de Paltz. Bebouwing is schaars aanwezig in diverse stijlen en gekoppeld aan de hoofdroute of verblijfsrecreatie met het bos als decor. In het zuiden is de blokverkaveling langs de Amersfoortseweg bijzonder. Er is een landgoedkarakter ontstaan door de afwisseling van diverse soorten bebouwing, omgeven door een groene omlijsting van royale tuinen en bossen. De invulling van de oorspronkelijke blokken varieert daarbij sterk.

 

Voor het gebied is het beeldkwaliteitplan buitengebied Soest (2004) van kracht

Beeldkwaliteitplannen

 

1. Soest Midden

Het plangebied volgt aan de oost-, west-, en noordzijde de grenzen van het bestemmingsplan Soest Midden en Zuid. De zuidzijde wordt begrensd door de Eemweg. De beschermde dorpszichten Oude Kerk en Omgeving, Kerkepad, Soesterbrink en het gebied waar- voor het beeldkwaliteitplan Centrale Lint van kracht is, maken geen onderdeel uit van dit deelgebied. Het deelgebied Soest Midden bestaat daarom uit drie kleinere subgebieden: een deel van het Kerkepad, het gebied tussen het spoor en de achterzijde van het centrale lint, en de oostzijde van de Lange Brinkweg.

 

In Soest Midden draagt het huidige ruimtelijke beeld nog aantal kenmerken van de ontstaansgeschiedenis. De lintbebouwingstruc- tuur, evenwijdig aan de hoogtelijnen, wordt gevormd door drie wegen en een spoorlijn. De bebouwing is veelal op de wegen georienteerd, hetgeen de historische uitstraling van de lintbebouwingstructuur verstevigt. Deze oriëntatie is het sterkst waarneembaar langs de Steenhoffstraat, de Middelwijkstraat en langs het Kerkepad. Centraal in Soest Midden, in de omgeving van de Torenstraat en de Kerkstraat, verliest de lintbebouwingstructuur zijn herkenbaarheid. De ruimtelijke opbouw van het plangebied kent vanuit de ontstaansgeschiedenis een aantal structuurbepalende elementen. Hiertoe behoren de straatwanden, incidentele doorkijken en open ruimtes, de functieverscheidenheid en vooral de parallelle wegenstructuur die evenwijdig aan de hoogtelijnen van de Eng ligt. Door oriëntatie van bebouwing op deze wegenstructuur en de incidentele doorzichten naar het achterliggende gebied heeft de wegenstructuur een waardevolle karakteristiek.

 

De bebouwing aan het noordelijke deel van de Lange Brinkweg vormt de overgang van het bebouwde gebied naar het open landschap van de Eemvallei. De woningen zijn hier veelal vrijstaand en bestaat voornamelijk uit één laag met een kap. Daar waar de bebouwing verder van elkaar staat, is soms doorzicht op de achtergelegen Eemvallei mogelijk. Zuidelijker aan de Lange Brinkweg wordt de bebouwing grootschaliger en heeft veelal een andere functie dan wonen, zoals de brandweerkazerne op de hoek met de Korte Kerkstraat en het kantoorgebouw op nummer 77.

 

Het deelgebied aan het Kerkepad en meest zuidelijke deel van de Lange Brinkweg bestaat voornamelijk uit vrijstaande- en twee- onder-één-kapwoningen. De woningen zijn veelal van een latere bouwperiode dan het gebied waarvoor het beschermde dorpsgezicht van kracht is. De woningen bestaan uit één of twee lagen met kap met vaak een herkenbare architectuur, zoals de serie jaren 30 woningen op nummer 94 t/m 116.

 

De bebouwing tussen het spoor en de achterzijde van de Steenhofstraat (Centrale Lint) is zeer gevarieerd. De bebouwing is van latere periode dan de oorspronkelijke bebouwing aan het Centrale Lint. Ten noorden van de Dalweg is de bebouwing haaks op het spoor georiënteerd. De oudere delen zijn nog herkenbaar door de kleinschalige en vrijstaande bebouwing. De latere invullingen, zoals de Sint Annahof en Gaesbeekerhof hebben een grootschaliger karakter en eigentijdse of historiserende architectuur zoals in het geval van het Gaesbeekerhof.

Reguliere gebieden

 

 

 

2. Soest Zuid

Het deelgebied Soest Zuid volgt aan de oost-, zuid en westzijde de grenzen van het bestemmingsplan Soest Midden en Zuid. Aan de noordzijde is dat de Stationsweg. De gebieden waarvoor beeldkwaliteitplannen van kracht zijn, vormen geen onderdeel van dit deelgebied. (Flanken van de Eng en de Entree’s van Soest). Hierdoor is het deelgebied Soest-Zuid in drie subgebieden te verdelen.

 

Kenmerkend voor de wijk Soest Zuid is dat er in noord-zuid richting een duidelijke vloeiende overgang van stedelijk naar landelijk gebied aanwezig is. Naast deze vloeiende overgang is nog een aantal kenmerken van de ontstaansgeschiedenis zichtbaar. Zo heb- ben de Soesterbergsestraat, de Birkstraat en de Eikenlaan een historisch karakter. Langs de Soesterbergsestraat is de villa-achtige uitstraling van de wijk Soest Zuid ontstaan. De villa-achtige uitstraling is het beste te beleven ten zuiden van de lijn Ossendamweg/ Vondellaan. Het merendeel van de bebouwing bestaat uit vrijstaande of halfvrijstaande woningen op relatief grote kavels. Centraal in de wijk Soest Zuid, langs de Soesterbergsestraat, ligt een buurtwinkelcentrum. Het centrum heeft zich geleidelijk uitgebreid. Dit komt onder meer tot uitdrukking in de grote verscheidenheid van vorm, aard en kwaliteit van de bebouwing. Door de verdichting van bebouwing en de toename van bouwvolumes is hierdoor langs de Soesterbergsestraat een divers straatbeeld ontstaan. Buiten het centrum liggen voornamelijk woonwijken. Incidenteel zijn er bedrijven en maatschappelijke voorzieningen aanwezig.

 

Het gebied ten noorden van de Birkstraat bestaat voor een deel uit rijen woningen van twee lagen met kap: de Bilderdijklaan, Betje Wolfstraat en Staringstraat. Het overige deel bestaat uit vrijstaande en twee-onder-één kappers van één en twee lagen met kap. De woningen dateren veelal van begin 20ste eeuw. Door de boomrijke kavels en veelal groene straatprofielen en krommingen in de straten heeft de buurt een villa-achtige uitstraling.

 

Het gebied ten zuiden van de Birkstraat en ten oosten van de Soesterbergsestraat heeft zich in tegenstelling tot eerder genoemd gebied ontwikkeld tot een eenvoudiger woonbuurt. De woningen en percelen zijn kleiner. Er staan meer rijen woningen. Er is meer seriematige ontwikkeling van na de tweede Wereldoorlog te herkennen. Deze wordt afgewisseld met vrijstaande en twee-onder-één kappers. Woningen bestaan uit één en twee lagen met kap. Het gebied ten westen van de Soesterbergsestraat wordt naarmate men meer richting het buitengebied komt een steeds groener en ruimer van opzet. In het noordelijke deel wisselen zowel rijen, twee- onder-één kappers als vrijstaande woningen elkaar af. Woningen bestaan uit één en twee lagen met kap.

Reguliere gebieden

 

3. De Eng

Dit deelgebied wordt aan de oost en zuidzijde begrensd door het spoor en het beschermde dorpsgezicht van de Eng. Aan de west en noordzijde vormen de Nieuweweg en de Waldeck Pyrmontlaan-Prins Bernhardlaan-Talmalaan de grens van het deelgebied.

 

Door de centrale ligging van de Dalweg in Soest zijn op deze locatie het gemeentehuis, het politiebureau, verzorgingstehuizen en andere maatschappelijke voorzieningen gevestigd. De meeste voorzieningen liggen aan de zuidzijde van deze weg. Aan de noordzijde bevindt zich vooral woningbouw, die is georiënteerd op de wegenstructuur. Met de bouw van de woningen zijn de bestaande bomen- rijen zoveel mogelijk gehandhaafd. De Dalweg is onderdeel van de hoofdwegenstructuur en heeft daardoor een vrij breed profiel waarbij langzaam- en snelverkeer gescheiden zijn door groenzones. Kenmerken van dit gebied zijn de zeldzame overblijfselen van de historische holle weg en de belangrijke verbinding over de Eng tussen de Koningsweg en Steenhofstraat.

 

Tegen de spoorlijn, in de zuidoosthoek van het plangebied ligt de begraafplaats. De oude zuidwestelijke afscheiding, bestaande uit acacia, berk, eik en beuk, fungeert als scheiding tussen het oude en nieuwe gedeelte van de begraafplaats. De vorm van de begraaf- plaats is conform de overheersende kavelgerichtheid, zuidwest-noordoost. De begraafplaats is aangelegd volgens een enigszins symmetrisch patroon.

 

De bebouwing in de rest van het plangebied bestaat grotendeels uit woningen. Er is een grote diversiteit aan woningtypen. De ge- schakelde en vrijstaande woningen, het merendeel uitgevoerd in twee lagen met een kap, bevinden zich met name aan de randen van de open gebieden. Door dit type woningen is sprake van een zachte overgang naar het agrarische gebied van de Eng. Slechts een klein aantal geschakelde en vrijstaande woningen bevindt zich binnen in het plangebied. Het plangebied wordt gekenmerkt door een grote variatie in bouwhoogte. Gestapelde en aaneengebouwde woningen komen voornamelijk voor in de Oostelijke Eng. Ten zuiden van de Dalweg bevindt zich voornamelijk gestapelde bouw en ten noorden veelal aaneengebouwde woningen. De hoogste flats heb- ben een hoogte tot 18 meter. Het merendeel van de gestapelde woningen hebben een hoogte tot 14 meter. De bebouwing langs de Molenstraat bestaat met name uit oude sociale woningbouw, die gerealiseerd is in de jaren 1917-1919. Deze woningen zijn in 1984 gerenoveerd.

Reguliere gebieden

 

3. Soestdijk

Het gebied ligt aan de noordelijke zijde van de Eng en wordt globaal begrensd door de Talmalaan-Prins Bernhardlaan en Waldeck Pyrmontlaan aan de zuidzijde. De Laanstraat aan de oostzijde, de Koninginnelaan en Colenso aan de noordzijde en de Inspecteur Scheuderlaan en Brinkweg aan de westzijde. Een groot deel van het gebied wordt doorsneden door de zogenaamde Entrees van Soest waarvoor een beeldkwaliteitplan van kracht is.

 

Ten zuiden van deze entrees komen overwegend vrijstaand en twee-onder- een-kapwoningen voor, soms op ruime percelen. (Juliana- laan, Prins Hendriklaan, Oranjelaan, Wilhelminalaan, Emmalaan, Sophialaan, Anna Paulownalaan, Nassaulaan, Nassauplantsoen, Prins Bernhardlaan, Waldeck Pyrmontlaan). In de straten aan weerszijden van het Nassauplantsoen staan voornamelijk rijtjeswoningen (Margrietlaan, Irenelaan, Beatrixlaan, Christinalaan). De verzorgingsflat aan de Prins Hendriklaan, aan de kop van het Nas- sauplantsoen, vormt met 7 bouwlagen een afwijkende bebouwingsvorm. Karakteristiek en beeldbepalend is de watertoren aan de Oranjelaan.

 

Ten westen van de Beetzlaan is het bebouwingspatroon zeer gevarieerd. De grondgebonden woning van twee lagen met kap, domi- neert. Dit type komt vrijstaand, twee-onder-een-kap en in rijtjes voor. De wat langere straten hebben in het algemeen alle bebou- wingstypen (Koninginnelaan, Beckeringhstraat, Beetzlaan). Veel straten hebben echter gemengd vrijstaande en twee onder één kap woningen (bijvoorbeeld Hartweg, Nieuwstraat, Schrikslaan, Van Straelenlaan, Nachtegaalweg, Hellingweg, Korte Bergstraat, Mari- astraat). De rijtjeswoningen, hoewel overal voorkomend, zijn enerzijds geclusterd tussen Nieuwstraat en Koninginnelaan en ander- zijds tussen Beetzlaan en Laanstraat. Op verschillende locaties in het gebied gelegen identiek gebouwde, (jaren ’50) eengezinswo- ningen o.a. aan de Albert Hahnweg, Hartweg, Schaepmanstraat en Thorbeckestraat. De buurt ten noorden van de Burgemeester Grothestraat heet Colenso en is een naoorlogse uitbreiding met slechts gestapelde woningen aan de rand van het park dat dezelfde naam heeft. Achter deze flats, in vier bouwlagen, staan eengezinshuizen in twee bouwlagen met een kap, soms tegenover elkaar gescheiden door een plantsoen. Hierdoor ontstaan hofjes die onderling met elkaar zijn verbonden. De opzet is ruim en de woningen hebben aan de voorzijde hun oorspronkelijke uitstraling behouden. De buurt ten westen van de Vredehoflaan bestaat uit villa’ s van één of twee lagen met kap op grote percelen. De meeste villa’s zijn gebouwd rond 1900.

Reguliere gebieden

 

5. Klaarwater, Smitsveen, Bosstraat

Het gebied ligt tussen de Beukenweg/Nieuweweg en de Koningsweg, en tussen de Vrijheidsweg en de spoorlijn. Het gebied is onderverdeeld in drie wijken, Klaarwater, het meest noordelijk gelegen deel, Smitsveen in het midden en Bosstraat en omgeving in het zuidelijke deel.

 

Klaarwater

De wijk Klaarwater is begin jaren zeventig gebouwd en heeft een rustig en groen karakter. Kenmerkend in de wijk zijn de gedraaide posities van de woonblokken ten opzichte van elkaar, waardoor tal van kleine ruimten ontstaan, die zijn ingericht als parkeergelegenheid of verblijfsgebied. Achtertuinen grenzen aan het openbaar groen. De wijk wordt grotendeels begrensd door hoogbouw. De Vrijheidsweg vormt de overgang of buffer tussen de wijk en het bedrijventerrein. Binnen de rand van de flats zijn de eengezinswoningen gesitueerd. In het centrum van de wijk is een basisschool alsook Honsbergen gesitueerd. Op de begane grond van Honsbergen bevinden zich een supermarkt en een restaurant, alsmede een ontmoetingscentrum en een kiosk, die als expositieruimte wordt gebruikt. Daarboven bevinden zich de appartementen voor de zelfstandig wonende ouderen. Langs de Beukenlaan komt een aantal niet-woonfuncties voor. De bebouwing langs de Beukenlaan is oorspronkelijk en nog steeds duidelijk herkenbaar. De wijk is door middel van vijf ontsluitingswegen bereikbaar.

 

Smitsveen

De wijk Smitsveen is gebouwd in de periode 1967 - 1972. Centraal door de wijk loopt de Smitsweg, waaraan de scholen en de winkels zijn gesitueerd. Oostelijk van deze weg liggen de flatgebouwen met zeven woonlagen. Aan weerszijden van deze flatgebouwen zijn in twee groepen drive-in woningen gesitueerd. Achter de bestaande bebouwing langs de Beukenlaan/Nieuweweg komen flatgebouwen met drie woonlagen voor. Deze flatgebouwen komen ook voor langs de Dalweg. In het groen aan de rand van de wijk langs de Veenbesstraat zijn flatgebouwen in zes en tien woonlagen aanwezig. Centraal in de wijk ligt het winkelcentrum Smitshof. Door de ligging aan de Smitsweg is het winkelcentrum gemakkelijk te bereiken. De belangrijkste wegen, die zorgen voor de externe ontsluiting van de wijk, zijn de Koningsweg, de Nieuweweg en de Dalweg. Deze wegen maken deel uit van de hoofdwegenstructuur van Soest.

Reguliere gebieden

 

Bosstraat en omgeving:

De oost-west gerichte lineaire stedenbouwkundige structuur is bepalend voor de ruimtelijke structuur van de wijk. Binnen deze structuur zijn verschillende woonbuurten ontstaan met een eigen stedenbouwkundige opzet, architectuur, identiteit en differentiatie. De buurten worden met een lus verbonden op de Eigendomweg en de Klein Engendaalweg in het gebied ten noorden van de Koningsweg, in het gebied ten zuiden van de Koningsweg op de Pimpelmees en de Bosstraat. De Koningsweg vormt als hoofdverkeersader de barrière tussen het noordelijk en zuidelijk deel.

Reguliere gebieden

 

6. Boerenstreek Overhees

Dit deelgebied bestaat uit de woonwijken Boerenstreek en Overhees en ligt aan de zuidwestrand van Soest. Aan de oostzijde wordt het gebied begrensd door de Koningsweg. Aan de zuidzijde door de Eigendomsweg en aan de noordzijde door de Dorresteinweg.

 

Beide wijken liggen in het Soesterveen. De wijk Overhees is in de jaren zeventig en tachtig aan de zuidwestzijde van de kern Soest gerealiseerd. Deze wijk sluit aan op de wijken Klaarwater en Smitsveen. In de jaren negentig is de wijk Boerenstreek ten noorden van de wijk Overhees gerealiseerd.

 

In Overhees ligt de nadruk duidelijk op de woonfunctie. Buiten het centrum ‘De Tamboerijn’ en de kinderboerderij komen in de woon- buurten geen bedrijven of maatschappelijke voorzieningen voor. Voor het grootste deel van de wijk vindt de verkavelingsrichting haar oorsprong in het oude afwateringspatroon van het oorspronkelijke ‘ontginningslandschap’. De paden Dorpsstreek en Boerenstreek zijn als cultuurhistorisch structuurelement gehandhaafd. Met name het pad de Dorpsstreek fungeert als belangrijke drager van de wijk. De Dorpsstreek doorsnijdt de wijk in oost-westrichting. In noord-zuidrichting wordt de wijk doorsneden door een centrale groen- zone. De bebouwing is over het algemeen in relatief kleine clusters gerealiseerd. Deze clusters worden door middel van verkeersluwe woonerven ontsloten. De oriëntatie van de woningen is voornamelijk gericht op deze woonerven. Deze wijze van verkaveling heeft ertoe geleid dat op diverse plaatsen aan de wijkontsluitingswegen (de Di Lassostraat, de Willaertstraat en de Obrechtstraat) de woningen met de zij- of achtergevel naar de weg toe zijn gekeerd. Dit levert langs de belangrijke ontsluitingswegen een introvert beeld op.

Reguliere gebieden

 

De Boerenstreek kenmerkt zich doordat de natuur doorloopt in de wijk. Sloten en openbaar groen zijn verbonden met het aangrenzend agrarisch gebied en lopen door tot in het midden van de woonbuurt Boerenstreek, waar een klein buurtpark is gelegen. Het ontwerp van de wijk is gebaseerd op korte en aantrekkelijke verbindingen voor het langzaam verkeer. Voor het autoverkeer zijn duidelijke en veilige wegen aangelegd. De buurt Boerenstreek bestaat grotendeels uit laagbouw. Waar de buurt niet grenst aan andere woonbuurten bestaat de buitenste rand van de woonbuurt zoveel mogelijk uit openbaar gebied, wegen en voorkanten van woningen. Hierdoor krijgt de overgang van de bebouwde kom naar het landelijk gebied een openbaar karakter.

Reguliere gebieden

 

7. Bedrijventerrein Soestdijkse Grachten

Het plangebied bestaat uit twee bedrijventerreinen die in verschillende tijdsperiodes zijn ontwikkeld. Het gebied wordt begrensd door de Dorresteinweg, de Koningsweg, de Vrijheidsweg, de Beckeringhstraat en het buitengebied van Soest.

 

Het bedrijventerrein Soestdijk dateert uit eind jaren ‘50 en is een gemengd bedrijventerrein met circa 250 bedrijven. Het bedrijventerrein De Grachten is het nieuwste bedrijventerrein van de gemeente Soest (1995). Bij de ruimtelijke opzet van het bedrijventerrein is rekening gehouden met de landschappelijke ligging in het weidelandschap met de slagenverkaveling. De belangrijkste doorgaande wegen zijn de Beckeringh- en Laanstraat en de Koningsweg. De Beckeringh- en Laanstraat lopen aan de noordzijde van het plan- gebied en behoren tot één van de oorspronkelijke wegen van Soest. Dit komt onder andere tot uitdrukking door het licht gebogen verloop. Langs deze weg bevindt zich lintbebouwing, die kleinschalig van aard is.

De lintbebouwing langs de Laanstraat en in iets mindere mate aan de Beckeringhstraat heeft een nagenoeg gesloten karakter. De di- verse percelen sluiten direct op elkaar aan. De bebouwing aan de Laanstraat heeft overwegend een woonfunctie waarbij de bedrijven achter de woningen zijn gesitueerd. Ter hoogte van de Beckeringhstraat wordt het bedrijfsachtige karakter meer zichtbaar. Daar waar percelen maximaal zijn bebouwd ontstaat een gesloten gevelwand. De Koningsweg ligt centraal in het gebied en is de belangrijkste ontsluitingsweg in het gebied. Het beeld aan de oostzijde van de Koningsweg wordt bepaald door de oude en nieuwe gebouwen. Door de aanzienlijke afstand tussen de Koningsweg en de betrekkelijk lage hoogte van die bedrijfsgebouwen wordt het beeld vanaf de hoofdrijbaan voornamelijk bepaald door de contouren. Het beeld aan de westzijde van de Koningsweg wordt bepaald door een bosbouwbedrijf, kantoorgebouwen en een benzinestation. Vanaf De Beckeringh- en Laanstraat en de Koningsweg lopen alle wegen noordoost-zuidwest gericht het gebied in. De ruimtelijke opbouw van het terrein wordt met name bepaald door de functionele opzet. Met uitzondering van enkele woongebieden bevindt zich in het gebied uitsluitend bedrijfsbebouwing.

 

De groenstructuur op het bedrijventerrein kenmerkt zich door een duidelijke omzoming van bosplantsoenstroken en bossages. Op het bedrijventerrein is het aandeel groen beperkt. De bomenstructuur vormt de drager van de groenstructuur die zorgt voor herkenbaarheid en eenheid.

Reguliere gebieden

 

8. Woon-werkgebied Soesterberg

Het bedrijventerrein Soesterberg ligt ten noorden van de Amersfoortsestraat. Aan de west- en noordzijde vormen respectievelijk de gemeentegrens en de vliegbasis de grens. Aan de oostzijde is dat de Veldmaarschalk Montgomeryweg de grens, die tevens de ont- sluitingsweg voor het bedrijventerrein is.

 

Het bedrijventerrein heeft een regelmatige rechthoekige structuur waarbinnen zich bouwmassa’ s die als kantoor en/of als bedrijven worden gebruikt bevinden. De gebouwen zijn opvallend gelijkvormig en ontstaat er mede door de voornamelijk rechthoekige en sobere vormgeving een rustig beeld. De ruimte rond de gebouwen vaak verhard met nauwelijks groen.

 

Aan de Amersfoortsestraat wordt het beeld bepaald door een grote diversiteit van gebouwen en bouwwerken die in afmeting, stijl en gebruik van elkaar afwijken. In het gebied ligt ook een aantal (vrijstaande) woningen en rijtjeswoningen. De woningen bezitten geen onderlinge samenhang omdat ze min of meer verspreid over het gebied liggen en het bedrijfsmatige karakter van het gebied, de boventoon voert.

 

Het woon-werkgebied in Soesterberg is een ontwikkelingsgebied.

Reguliere gebieden

 

9. Soesterberg

Het plangebied beslaat de bebouwde kom van Soesterberg, globaal gelegen tussen de A28, de gemeentegrens met De Bilt, de Amersfoortsestraat, de Kampweg en Richelleweg.

 

De kern Soesterberg is waarschijnlijk ontstaan op het kruispunt van de Amersfoortsestraat (nu N237) en de oude Postweg van Amsterdam naar Arnhem. Het dorp werd genoemd naar de ‘berg’ die men over moest voor het verkeer naar en van Soest, de heuvel die nu ‘t Hoogt heet. Het bleef een klein dorp totdat in 1910 de vliegbasis aan de noordzijde van het dorp tot ontwikkeling kwam. De vlieg- heide werd vliegbasis Soesterberg. Na de Tweede Wereldoorlog werd de vliegbasis Soesterberg aangemerkt als NAVO-basis (Camp New Amsterdam) en vanaf 1954 werden hier Amerikanen gestationeerd met hun familie. De Amerikaanse wijk Apollo werd speciaal voor hen gebouwd. In 1973 werd de provinciale weg Amersfoort-Utrecht om de dorpskern heen geleid.

9. Soesterberg

Reguliere gebieden

 

In het begin van de jaren tachtig van de 20e eeuw werd de autosnelweg A28 geopend, langs de zuidkant van Soesterberg. Na het einde van de Koude Oorlog vertrokken in 1994 de Amerikanen

Het gebied ten zuiden van de Rademakerstraat en ten westen van de Generaal Winkelmanstraat is grotendeels bebouwd in de periode van de wederopbouw en wordt gekenmerkt door rust en eenvoud. Het merendeel van de woningen bestaat uit lange rijen laagbouwwoningen. Nabij de A28 staan enkele flatgebouwen die door de stedenbouwkundige opzet, eenvoudige detaillering en het bosachtige karakter bijzonder zijn. Het gebied tussen de Rademakerstraat, de Kampweg en Zeist is een woongebied met rechthoekig verkavelingspatroon waarin een menging van rijen woningen, (half) vrijstaande woningen aan oudere straten.

 

De oostkant van de huidige kern Soesterberg is gebouwd na 1975 en wordt gekenmerkt door een veel gevarieerder structuur. In het plangebied bevinden zich voornamelijk aaneengebouwde woningen. Echter aan de Vliegtuiglaan, Bloemheuvel, de Kamerlingh Onneslaan, de Oude Tempellaan en in de noordoostelijke punt van Apollo komen vrijstaande of twee- onder-een-kap-woningen voor. Met uitzondering van de vrijstaande woningen en de enkele twee-onder-een-kapwoningen, kunnen de aaneen gebouwde woningen worden onderverdeeld in woonblokken die onder dezelfde architectuur zijn gebouwd. Ook is een duidelijk onderscheid aanwezig tus- sen de woningen die destijds voor het Amerikaanse luchtmachtpersoneel zijn gebouwd en de woningen die daarop aansluitend voor de Nederlanders zijn gebouwd. De “Amerikaanse” woningen waren destijds qua architectuur en indeling volledig afgestemd op de Amerikaanse wooncultuur. Deze woningen zijn na het vertrek van de Amerikanen verkocht. Echter doordat de leefstijl van de huidige bewoners anders is dan die van de tijdelijk gestationeerde Amerikanen, is er behoefte aan aanpassingen in de woonomgeving. De patiobungalows aan de Hermes en Mercury bestaan hoofdzakelijk uit één laag, af en toe voorzien van een kleine kap. De woningen ten oosten van Oude Tempellaan, met uitzondering van de “Nederlandse” woningen aan de Wostok en Mercury, bestaan voornamelijk uit twee lagen met kap.

Opvallend is dat de woningen afwisselend met de voorzijde of de achterzijde naar de straat zijn gericht. De bergingen en/of carports van deze woningen bevinden zich dan op het voorerf voor de voorgevel van de woningen. Het merendeel van de woningen ten westen van de Oude Tempellaan is uitgevoerd in twee lagen met kap. De vrijstaande woningen aan Bloemheuvel en de Vliegtuiglaan zijn voornamelijk in één laag met kap uitgevoerd.

  • «

    Korte Brinkweg

Hedendaagse opgave naar duurzame woningen

5. Ontwikkelingsgebieden

 

De welstandsnota bevat geen criteria voor (her-) ontwikkelingsprojecten die de bestaande ruimtelijke structuur en karakteristiek doorbreken en waarvoor het ter plaatse geldende bestemmingsplan ook geen ruimte laat.

 

Plannen kunnen niet worden getoetst zonder dat er een concreet stedenbouwkundig plan aan ten grondslag ligt. Vooralsnog zijn dat de in ontwikkeling zijnde gebieden zoals de voormalige vliegbasis Soesterberg, Soesterberg Noord en Apollo-Noord.

 

Zodra een (her-)ontwikkelingslocatie aan de orde is, zal de gemeenteraad in de planvorming ook zaken over beeldkwaliteit vaststellen. Dit kan bijvoorbeeld een apart beeldkwaliteitplan of een paragraaf in een stedenbouwkundig plan zijn. Dit wordt opgesteld in overleg met de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. Tegelijk worden afspraken vastgelegd over de werkwijze bij eventuele planbegeleiding en bij de welstandsbeoordeling.

  • «

    Noorderweg 45

Actuele opgave van vergroting van lintbebouwing door eigentijdse uitbreiding aan achterzijde met bescheiden materiaalgebruik

  • «

    Eemvallei - Soest

6. Excessenregeling

 

Ook bouwwerken waarvoor geen omgevingsvergunning of welstandsadvies hoeft te worden aangevraagd moeten aan minimale wel- standseisen voldoen. Volgens artikel 13a van de Woningwet kunnen burgemeester en wethouders de eigenaar van een bouwwerk dat ‘in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand’ aanschrijven om die strijdigheid op te heffen. Volgens datzelfde wetsartikel moeten de criteria hiervoor in de welstandsnota zijn opgenomen. Deze ‘excessenregeling’ is niet bedoeld om de plaatsing van het bouwwerk tegen te gaan.

 

Criteria bij excessen

De gemeente Soest hanteert bij het toepassen van deze excessenregeling het criterium dat er sprake moet zijn van een buitensporigheid in het uiterlijk, die ook voor niet-deskundigen evident is en die afbreuk doet aan de ruimtelijke kwaliteit van een gebied. Vaak heeft dit betrekking op:

 

  • Het visueel of fysiek afsluiten van een bouwwerk voor zijn omgeving;

  • Bouwwerken of gebouwen in bouwvallige staat die in negatieve zin bij hun omgeving afsteken;

  • Gedeeltelijk afgebrande bouwwerken of gebouwen;

  • Niet passend kleur- en/of materiaalgebruik;

  • Toepassing van felle of contrasterende kleuren;

  • Een te grove inbreuk op wat in de omgeving gebruikelijk is (zie daarvoor de gebiedsgerichte welstandscriteria).

  • «

    Schans

Uitbreiding van het kringloopcentrum met lichte bouwmaterialen en geïntegreerde oplossingen voor het duurzaam opwekken van energie.

  • «

    Vredehofstraat 31 Rijksmonument - landhuis

Bijlagen

  • lijst rijksmonumenten

  • lijst gemeentelijke monumenten

  • lijst panden categorie II MIP

  • begrippen

  • kaart gebiedsindeling Bijlage 1 (losse A0 kaart)

  • kaart welstandsniveau’s Bijlage 2 (losse A0 kaart)

  • monumentenkaart Bijalge 3 (losse A0 kaart)

 

Rijksmonumenten

Rijksmonumenten, opgenomen in het register overeenkomstig art. 10 van de Monumentenwet 1988

 

adres

nr

mon. nr.

type

mutatie

opmerking

MIP

Amersfoortsestraat

117

512716

herenhuis

9.9.1999

leeg

-

Banningstraat

6

512717

landhuis

9.9.1999

 

12

Birkstraat

107

34095

boerderij

 

slecht

40

Burg. Grothestraat

51

512719

v.m. naaischool

9.9.1999

 

70

Dalweg

-

512720

poortgebouw

9.9.1999

 

75

De Paltz

1

512708

herenhuis

9.9.1999

 

238

De Paltz

2

512708

v.m. koetshuis

9.9.1999

 

239

Eemstraat

2

34100

v.m. oude raadhuis

 

 

80

Eemstraat

6

34098

oude mn & vrhs

 

 

81

Eemstraat

16

34099

klooster boerderij

 

 

83

Eemweg

4+6

34101

veerhuis

 

 

85

Eigendomweg

151

34102

boerderij

 

 

88

Jachthuislaan

68

8536

boerderij Eykendal

1.1.1999

v.h Baarn

-

Jachthuislaan

70

8545

tolhuis

1.1.1999

v.h.Baarn

-

Kampweg

1

512721

Soldatenheim

9.9.1999

 

129

Kerkpad z.z.

63

34096

verbouwde boerderij

 

 

153

Kerkpad z.z.

99

34103

boerderij

 

 

156

Kerkpad z.z.

160

34104

v.m. bakkerij

 

 

158

Kerkplein

2

34105

r.k. kerk + toren

 

 

160

Kerkstraat

10+12

34109

boerderij

 

 

163

Kerkstraat

11

34097

herberg

 

 

164

Kerkstraat

13

34108

v.m. winkeltje

 

 

166

Oranjelaan

36

512722

watertoren

9.9.1999

verbeteren

230

Park Vredehof

11

8570

v.m. jachthuis

 

 

242

Prins Bernhardlaan

43

512718

woonhuis

9.9.1999

nwe kap

 

Chr. Huygenslaan

bij 4

512725

grafmonumenten

9.9.1999

verbeteren

255

Soesterengweg

6,8

512727

modelboerderij

9.9.1999

restauratie

270

Spoorstraat

1

34111

station

 

 

271

Stationsweg

18

512713

station

9.9.1999

 

278

Steenhoffstraat

46

512723

Huize St. Joseph

9.9.1999

 

 

Torenstraat

1

34106

n.h. kerk + toren

 

 

300

V. Weerd. Poelmw

2

512724

pompstation

9.9.1999

 

331

 

Vredehofstraat

31

34110

landhuis

 

 

323

Kerkebuurt

 

 

dorpsgezicht

 

 

 

De Beaufortlaan

 

45995

prehistorische bewoning de Lange Duinen

 

 

 

Soester Eng

 

45994

grafheuvel Engherbergh

 

 

 

Soester Duinen

 

45996

prehistorische bewoning de Korte Duinen

 

 

77

Soestduinen

 

45997

grafheuvel

 

 

 

Monnikenbosch

 

45993

grafheuvel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gemeentelijke Monumenten

adres:

nr.

sec nr

naam:

type

ptn.

landgoed/dorps-

 

gezicht

aan-

 

tal

opm

mw

nr

per

MIP:

Amersfoortsestraat

15

E 4447

herenhuis

 

35

 

1

S’berg

 

 

11-6-1991

1

Amersfoortsestraat

18

E 5724

Het Cenakel

slotklooster

42

 

1

S’berg

2003

 

11-6-1991

2

Amersfoortsestraat

80

E 5414

Dumoulin-kazerne

kazerne

38

 

1

S’berg

 

 

11-6-1991

5

Banningstraat

3

E 5724

 

landhuis

37

 

1

S’berg

 

 

11-6-1991

11

De Beaufortlaan

1

D 4939

station S’duinen

stationsgebouw 2’kl

42

 

1

 

 

 

11-6-1991

18

Jachthuislaan

55

G 8263

vh Beckeringhstraat43

buitenplaats

43

 

1

 

 

 

11-6-1991

19

Biltseweg

31

G 12630

de Boomgaardschuur

langhuisboerderij

35

 

1

 

 

 

30-1-2001

 

Biltseweg

33

G 11641

-

villa

35

 

1

 

 

 

30-1-2001

 

Biltseweg ad

37

F 923

De Ruif

koetshuis

37

Pijnenburg

1

 

 

 

11-6-1991

28

Biltseweg

39

F 972

Charlottehoeve

T-Huisboerderij

35

 

1

 

 

 

30-1-2001

29

Biltseweg ad

45-47

F 873

‘t Spiehuis

v.m. langhuisboerderij

36

Pijnenburg

1

 

 

 

11-6-1991

31

Biltseweg

49

F 844

Huize Staalwijk

herenboerderij

38

Pijnenburg

1

 

 

 

11-6-1991

32

Biltseweg

51

F 944

 

herenhuis

40

Pijnenburg

1

 

 

 

11-6-1991

33

Birkstraat

84

C 4417

Vosseveld

herenhuis/buitenplaats

40

 

1

 

 

 

11-6-1991

36

Birkstraat

106

C 3562

landhuis

 

38

 

1

 

 

 

11-6-1991

39

Birkstraat

109

L 258

T-Huisboerderij

 

36

 

1

 

 

 

30-1-2001

41

Birkstraat

112

L 236

langhuisboerderij

 

36

 

1

 

 

 

30-1-2001

43

Birkstraat

114

L 237

langhuisboerderij+schki

 

37

 

1

 

 

 

30-1-2001

45

Birkstraat

123

L 569

de Staelenhoef

T-Huisboerderij

37

 

1

 

 

 

30-1-2001

50

Birkstraat

125

L 330

T-huisboerderij

 

36

 

1

 

 

 

11-6-1991

51

Birkstraat

131

 

’t Lange Huus

schaapskooi

131

 

1

 

 

 

 

52

Burg Grothestraat

zn

A 5533

Wilhelmina-linde

lindeboom

 

 

1

 

 

 

11-6-1991

62

Burg Grothestraat

21

K 4471

 

burgerwoonhuis

36

 

1

 

 

 

11-6-1991

65

Burg Grothestraat

53

K 4681

de Buitenplaats

herenhuis

42

 

1

 

 

 

11-6-1991

71

Dalweg

gn

K 5039

begraafplaats

R.K. begraafplaats

 

 

1

 

 

 

11-6-1991

75

Duinweg

47

D 3021

de Egel

boerenwoonhuis

35

 

1

 

 

 

11-6-1991

78

Eemstraat

1

A 3364

 

dorpsschool/woning

38

 

1

 

 

 

11-6-1991

79

Eemstraat

18

L 447

 

burgerwoonhuis

35

Kerkebuurt

1

 

 

 

11-6-1991

84

Ferd Huycklaan

7

L 246

 

T-huisboederij

38

vernummerd

1

 

 

 

11-6-1991

93

Ferd Huycklaan

7a

L 245

 

 

 

vernummerd

1

 

 

 

11-6-1991

93

Ferd Huycklaan

18

C 4387

 

T-huisboederij

42

 

1

 

 

 

11-6-1991

95

Van der Griendtlaan

11

E 5021

Ouders Vrucht

langhuisboerderij

46

 

1

S’berg

19?

 

11-6-1991

101

 

 

Grote Melmweg

8

L 564

 

vm schaapkooi

41

vernummerd vh 2a

1

 

2005

2564

11-6-1991

102

Grote Melmweg

10

L 565

de Oude Melm

langhuisboerderij

 

vernummerd vh 2a

 

 

 

 

11-6-1991

102

Grote Melmweg

33

L 571

 

langhuisboerderij

37

 

1

 

 

 

11-6-1991

104

Paltz

4

D 4263

 

langhuisboerderij

41

de Paltz

1

 

 

 

11-6-1991

106

Heezerspoor Westzijde

6/8

D 2904

De Bergeend

dubbele arb won

35

de Paltz

1

 

 

 

11-6-1991

108

Jachthuislaan

19

K 2839

Willemshoeve

langhuisboerderij

46

 

1

 

 

 

11-6-1991

114

Julianalaan

2

K 907

 

stadse villa

35

 

1

 

 

 

30-1-2001

116

Kerkpad nz

21-23

A 5232

 

T-huisboederij

39

 

1

 

 

 

11-6-1991

134

Kerkpad nz

25

A 3255

 

T-huisboederij

42

 

1

 

 

 

11-6-1991

136

Kerkpad nz

35

A 5543

 

herenhuis

42

 

1

 

 

 

11-6-1991

138

Kerkpad nz

37

A 3103

 

T-huisboederij

42

 

1

 

 

 

11-6-1991

139

Kerkpad nz

41

A 5333

 

langhuisboerderij

41

 

1

 

 

 

11-6-1991

141

Kerkpad nz

47

A 5238

 

langhuisboerderij

38

 

1

 

 

 

11-6-1991

143

Kerkpad zz

3

A 5222

 

T-huisbrdrij + kapbg en schr

42

 

1

 

 

 

11-6-1991

145

Kerkpad zz

7 en 7a

A 3584 /

 

A5408

 

langhsbroerderij+2kpbgn

40

 

1

 

 

 

11-6-1991

146

Kerkpad zz

13

A 4725

 

langhuisboerderij

35

 

1

 

 

 

30-1-2001

148

Kerkpad zz

17

A 5602/

 

A5601

 

langhsboerderij+kpbg

41

 

1

 

 

 

11-6-1991

149

Kerkpad zz

41

A 5482

 

langhuisboerderij

35

 

1

 

 

 

11-6-1991

151

Kerkpad zz

43

A 1211

 

villa

35

 

1

 

 

 

11-6-1991

152

Kerkpad zz

67

A 4193

 

langhuisboerderij

43

opgesplitst met Korte Middel- wijkstr. 2

1

 

 

 

11-6-1991

154

Kerkplein

1

A 4803

 

vm.pastorie herenhuis

45

 

1

 

 

 

11-6-1991

159

Kerkstraat/Eemstraat

 

C 4249

linde

dorpslinde

 

 

1

 

 

 

11-6-1991

161

Kerkstraat

zn

C 4249

 

dorpspomp

 

 

1

 

 

 

11-6-1991

165

Kerkstraat

15

C 4574

vm. pastorie

herenhuis

43

 

1

 

 

 

11-6-1991

167

Kolonieweg

6

K 2428

In d’Opgang

woonhuis

36

 

1

 

 

 

11-6-1991

175

Koninginnelaan

10

K 163

 

villa

35

 

1

 

 

 

30-1-2001

176

Korte Brinkweg

51

L 174

’t puntje

langhuisboerderij

40

 

1

 

 

 

11-6-1991

187

Korte Middelwijkstraat

4

 

 

langhuisboerderij

43

opgesplitst met Kerkpad ZZ 67

 

 

 

 

2012

154

Lange Brinkweg

zn

A 5183

Gilde boom

gildeboom

 

 

1

 

 

 

11-6-1991

193

 

Lange Brinkweg

11-13

 

 

langhuisboerderij

37

 

1

 

 

 

11-6-1991

195

Lange Brinkweg

18c

 

 

langhuisboerderij

41

opgesplitst met Kerkpad NZ 41

1

 

 

 

2012

141

Lange Brinkweg

24

 

 

schaapskooi

37

 

1

 

 

 

11-6-1991

197

Lange Brinkweg

26

 

de Smickel

langhuisboerderij

36

 

1

 

 

 

11-6-1991

198

Lange Brinkweg

ad 28

 

 

schaapskooi

36

 

1

 

 

 

11-6-1991

199

Lange Brinkweg

38e

 

 

langhuisboerderij

41

opgesplitst met Kerkpad ZZ 17

1

 

 

 

2012

149

Lange Brinkweg

87

 

 

schaapskooi

43

 

1

 

 

 

11-6-1991

204

Mariastraat

1

 

Mariaschool

school

43

 

1

 

 

 

11-6-1991

209

Middelwijkstraat

38

 

Coop-Zuivelfabriek

fabriek + woning

34

 

1

 

 

 

22-1-2001

216

Nieuwstraat

16

 

 

 

35

 

1

 

 

 

11-6-1991

227

Oude Tempellaan

3, 5

E 4418

 

dienstwoningen

35

de Oude Tempel

1

 

 

 

11-6-1991

234

Oude Tempellaan

16/18

E 2488

 

dubbele stadse villa

39

de Oude Tempel

1

 

 

 

11-6-1991

236

Park Vredehof

2-2a

 

Emmakerk

centraalbouwkerk

38

 

1

 

 

 

11-6-1991

241

P. v.d. Breemerweg

5

 

schaapskooi

stal

37

herijking 2000

1

 

 

 

30-1-2001

*

P. v.d. Breemerweg

23

 

 

langhuisboerderij

39

 

1

 

 

 

11-6-1991

246

Rademakerstraat

159 E D

 

H Car Borrom.kerk

pseudo-basiliek

42

S’berg

1

 

 

 

11-6-1991

255

Soesterbergsestraat

135/135a

 

Argus

villa

35

vernummer vh. 135

1

 

 

 

30-1-2001

266

Soesterengweg

2,4

 

de Witte Burgt

landhuis

46

de Witte Burcht

1

 

 

 

11-6-1991

269

Staalwijklaan

2

 

 

langgevelboerderij

36

Pijnenburg

1

 

 

 

11-6-1991

272

Torenstraat

 

 

kon Emma mon

 

-

 

1

 

 

 

11-6-1991

276

Steenhoffstraat

2

 

vm raadhuis

nu terugkeerhuis

45

 

1

 

 

 

11-6-1991

279

Steenhoffstraat

6

 

 

villa

43

 

1

 

 

 

11-6-1991

280

Steenhoffstraat

8, 10

 

 

dubbele villa

35

 

1

 

 

 

30-1-2001

281

Steenhoffstraat

12

 

 

villa

36

 

1

 

 

 

30-1-2001

282

Steenhoffstraat

40

 

 

langhuisboerderij

35

 

1

 

 

 

11-6-1991

294

St Willibr str

19

 

Kerk Heilige Fam

ps.basiliek+past

40

 

1

2003

 

 

11-6-1991

299

Verlengde Paltzerweg

 

 

 

oologsmonument

 

 

1

 

 

 

11-6-1991

315

Vredehofstraat

1,3

 

 

dubbellandhuis

36

 

1

 

 

 

30-1-2001

316

Vredehofstraat

6

 

café Soestdijk

café-restaurant

37

 

1

 

 

 

11-6-1991

317

Van Weedestraat

2

 

 

stadse villa

35

 

1

 

 

 

30-1-2001

324

Van Weedestraat

3

 

vm. politiebureau

herenhuis

44

 

1

 

 

 

11-6-1991

325

Van Weedestraat

11,13

 

nv. 1’ Soester

winkel-woonhuis

41

 

1

 

 

 

11-6-1991

326

Wieksloterweg wz

1

 

Wijkerhoek

langhuisboerderij

37

 

1

 

 

 

11-6-1991

334

 

MIP lijst

MIP:

adres:

nr.

sec nr

naam:

type

ptn.

landgoed/dorps-

 

gezicht

 

opm

mw

nr

per

3

Amersfoortsestraat

20

 

Kontakt Kontinenten

v.m. seminari

34

 

1

 

 

 

 

10

Anna Paulownalaan

23

 

 

herenhuis

30

 

1

 

 

 

 

15

Bartolottilaan

2

 

 

landhuis

31

 

1

 

 

 

 

16

Bartolottilaan

23, 25

 

 

dubb. rustiek villa

31

 

1

 

 

 

 

17

Bartolottilaan

44

 

 

rustiek villa

30

 

1

 

 

 

 

21

Beetzlaan

48

 

W. Alexandeschool

schoolgebouw

30

 

1

 

 

 

 

35

Birkstraat

76

 

 

boerenwoonhuis

31

 

1

 

 

 

 

38

Birkstraat

96

 

St. de Paardenkamp

T-Huisboerderijtje

31

 

1

 

 

 

 

27

Biltseweg

37

 

De Hoefslag

koetsierswoning

32

Pijnenburg

1

 

 

 

 

37

Birkstraat

85

 

In de Bocht

rustiek villa

32

 

1

 

 

 

 

42

Birkstraat

110

 

 

langhuisboerderij

32

 

1

 

 

 

 

57

Bosstraat

2

 

Malva Hoeve Hazelaar

herenhuis

30

 

1

 

 

 

 

58

Bosstraat

12, 14

 

Vredehof

dubbele vila

32

 

1

 

 

 

 

60

Bosstraat

18

 

 

onderwijzerswoning

34

 

1

 

 

 

 

64

Burg. Grothestraat

15

 

 

boerenwoonhuis

30

 

1

 

 

 

 

76

Dalweg

4

 

 

bungalow

30

 

1

 

 

 

 

87

Eigendomweg

76

 

Eigendomhoeve

boerenwoonhuis

32

 

1

 

 

 

 

89

Emmalaan

1

 

 

boerenwoonhuis

33

 

1

 

 

 

 

91

Ferd. Huycklaan

2

 

 

langhuisboerderij

32

 

1

 

 

 

 

103

Grote Melmweg

31

 

 

langhuisboerderij

31

 

1

 

 

 

 

119

Julianalaan

16, 18

 

 

dubb. burgerwoonhuis

31

 

1

 

 

 

 

120

Julianalaan

24, 26

 

 

dubbele stadse villa

34

 

1

 

 

 

 

121

Julianalaan

32

 

 

villa

30

 

1

 

 

 

 

131

Kerkdwarsstraat

19

 

Albertshoeve

boerenwoonhuis

33

 

1

 

 

 

 

133

Kerkpad nz

20

 

 

burgerwoonhuis

33

 

1

 

 

 

 

135

Kerkpad nz

24

 

 

burgerwoonhuis

31

 

1

 

 

 

 

142

Kerkpad nz

45

 

 

langhuisboerderij

31

 

1

 

 

 

 

147

Kerkpad nz

9

 

 

langhuisboerderij

32

 

1

 

 

 

 

155

Kerkpad nz

97

 

 

burgerwoonhuis

31

 

1

 

 

 

 

157

Kerkpad nz

111

 

 

T-Huisboerderij

32

 

1

 

 

 

 

162

Kerkstraat

7a, 9a

 

 

woon winkelpand

31

 

1

 

 

 

 

169

Kerkstraat

19

 

 

langhuisboerderij

30

 

1

 

 

 

 

 

171

Kerkstraat

113

 

 

rustiek villa

31

 

1

 

 

 

 

182

Koninginnelaan

108

 

 

woonwinkelpand

31

 

1

 

 

 

 

185

Korte Bergstraat

1

 

Na-dia

stade villa

31

 

1

 

 

 

 

188

Korte Melmweg

21

 

 

burgerwoning

31

 

1

 

 

 

 

194

Lange Brinkweg

9

 

gevelsteen

curiosum

 

 

1

 

 

 

 

200

Lange Brinkweg

28a

 

 

langhuisboerderij

31

 

1

 

 

 

 

201

Lange Brinkweg

34a

 

 

schaapskooi

30

 

1

 

 

 

 

202

Lange Brinkweg

60, 62

 

 

langhuisboerderij

 

 

 

gesloopt

 

 

 

203

Lange Brinkweg

64

 

 

langhuisboerderij

34

 

1

 

 

 

 

205

Lange Brinkweg

101

 

 

hooiberg + veeschuur

34

 

1

 

 

 

 

207

Van Lenneplaan

35a

 

 

villa

30

 

1

 

 

 

 

208

Koppenlaan

17, 17a

 

 

burgerwoning

32

 

1

 

 

 

 

211

Middelwijkstraat

6, 8

 

 

burgerwoonhuis

30

 

1

 

 

 

 

213

Middelwijkstraat

32

 

Bien Venu

herenhuis

32

 

1

 

 

 

 

214

Middelwijkstraat

34

 

 

stadse villa

32

 

1

 

 

 

 

217

Middelwijkstraat

46

 

Rika

landhuis

31

 

1

 

 

 

 

218

Middelwijkstraat

48, 50

 

 

dubbellandhuis

31

 

1

 

 

 

 

219

Middelwijkstraat

62

 

 

landhuis

 

 

 

gesloopt

 

 

 

220

Molenstraat

66

 

St. Joseph

woningcomplex

32

 

1

 

 

 

 

221

Molenstraat

146

 

 

boerenwoonhuis

31

 

1

 

 

 

 

222

Nassaulaan

13

 

 

villa

32

 

1

 

 

 

 

223

Nieuweweg

49

 

Soli deo Gloria

herenhuis

32

buitenplaats

1

 

 

 

 

224

Nieuweweg

51

 

 

boerenwoonhuis

31

 

1

 

 

 

 

231

Ossendamweg

4

 

 

daggelderswoning

32

 

1

 

 

 

 

232

Ossendamweg

25, 31

 

 

woninigcomplex

32

 

1

 

 

 

 

233

Oude Tempellaan

1

 

de Oude Tempel

landhuis

32

de Oude Tempel

1

 

 

 

 

235

Oude Tempellaan

14

 

 

villa

31

 

1

 

 

 

 

237

Oude Utrechtseweg

4

 

 

langhuisboerderij

32

 

1

 

 

 

 

243

Pvd Breemerweg

1, 3

 

het Hoogje

langhuisboerderij

30

 

1

 

 

 

 

244

Pvd Breemerweg

2

 

 

langhuisboerderij

31

 

1

 

 

 

 

248

Pr Lorentzlaan

91, 93

 

Hoka b.v.

houtenwerkloods

 

 

 

gesloopt

 

 

 

254

Rademakerstraat

73

 

v.m. pastorie

herenhuis

31

 

1

 

 

 

 

258

Soesterbergsestraat

48

 

 

boerenwoonhuis

 

 

 

gesloopt

 

 

 

260

Soesterbergsestraat

73

 

het honk

landhuisje

32

 

1

 

 

 

 

 

261

Soesterbergsestraat

74c

 

 

daggelderswoning

31

 

1

 

 

 

 

263

Soesterbergsestraat

116, 118

 

Bosch rand

dubbel landhuis

33

 

1

 

 

 

 

264

Soesterbergsestraat

125, 125a

 

Zonnegloren

ziekenhuiscomplex

 

 

 

gesloopt

 

 

 

265

Soesterbergsestraat

127

 

de Zonneheuvel

landhuis

33

 

1

 

 

 

 

274

Staalwijklaan

8

 

 

keienhuis

32

 

 

brand 2003

 

 

 

277

Stationsweg

16

 

 

villa

32

 

1

 

 

 

 

283

Steenhoffstraat

12a/b

 

Sonneblonck

landhuis

31

 

1

 

 

 

 

284

Steenhoffstraat

13, 15a

 

 

woon winkelcomplex

30

 

1

 

 

 

 

285

Steenhoffstraat

17

 

Huize Juliana

villa

33

 

1

 

 

 

 

288

Steenhoffstraat

23

 

 

landhuis

31

 

1

 

 

 

 

289

Steenhoffstraat

24

 

vm onderwijserswoning

burgerwoonhuis

33

 

1

 

 

 

 

291

Steenhoffstraat

30

 

St. Joseph

verenigingsgebouw

34

 

1

 

 

 

 

292

Steenhoffstraat

30a

 

vm RK ULO

school

33

 

1

 

 

 

 

297

Steenhoffstraat

64, 75

 

 

villa complex

32

 

1

 

 

 

 

298

van Straelenlaan

17

 

 

landhuis

30

 

1

 

 

 

 

302

Turfweg

5

 

Bouwlust

langhuisboerderij

33

Pijnenburg

1

 

 

 

 

309

Verlengde Kolonieweg

12

 

 

daggelderswoning

 

 

1

gesloopt

 

 

 

319

Vredehofstraat

9

 

Klein vredehof

stadse villa

30

 

 

 

 

 

 

320

Vredehofstraat

11

 

 

stadse villa

31

 

1

 

 

 

 

327

Van Weedestraat

35

 

 

stadse villa

 

 

1

gesloopt

 

 

 

330

Van Weedestraat

139

 

Huize Lindenhof

herenhuis

32

 

 

 

 

 

 

335

Wieksloterweg wz

5a

 

curiosum

artefact

 

 

1

 

 

 

 

337

Wilhelminalaan

2

 

 

stadse villa

32

 

1

ensemble

 

 

 

338

Wilhelminalaan

4

 

 

stadse villa

32

 

1

ensemble

 

 

 

339

Wilhelminalaan

6

 

 

stadse villa

30

 

1

ensemble

 

 

 

340

Wilhelminalaan

8, 10

 

 

stadse villa

30

 

1

ensemble

 

 

 

341

Wilhelminalaan

12

 

 

stadse villa

30

 

1

ensemble

 

 

 

342

Wilhelminalaan

26

 

 

rustieke villa

30

 

1

ensemble

 

 

 

344

Wilhelminalaan

30, 32

 

 

dubbele stadse villa

33

 

1

ensemble

 

 

 

 

Vredehofstraat

21, 23

 

 

stadse villa

30

 

1

 

 

 

 

 

Waldeck

35

 

 

woning

30

 

 

 

 

 

 

 

Pyrmontlaan

 

 

 

 

 

 

89

 

 

 

 

 

Begrippen

Lijst van begrippen in deze nota en veelgebruikte begrippen in welstandsadviezen.

 

Aanbouw

Een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van, maar een functionele eenheid vormt met het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

 

Arbeiderswoning

Klein type woonhuis, oorspronkelijk voor arbeiders en ambachtslieden. Veelal twee aan twee of in een rijtje van verscheidene woningen;

 

Baksteen

Een baksteen is een uit klei gebakken kunstmatige steen;

 

Band

Horizontale versiering in de gevel in een afwijkend materiaal, meestal natuursteen of baksteen;

 

Bedrijfswoning

Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) de eigenaar van het bedrijf;

 

Beeldkwaliteitsplan

Document waarin criteria zijn vastgelegd voor de beeld-/belevingskwaliteit, vormgeving van gebouwen en de inrichting van het openbare gebied;

 

Bestemmingsplan

Door de gemeenteraad vastgesteld plan waarin het gebruik van grond en bebouwingsregels zijn vastgelegd;

 

Bijbehorend bouwwerk

Uitbreiding van een hoofdgebouw, dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegenaangebouwd, op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

 

Bijgebouw

Een op zichzelf staand al dan niet vrijstaand gebouw dat door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in zowel functioneel als architectonisch opzicht ondergeschikt is aan en ten dienste staat van het hoofdgebouw;

 

Blokverkaveling

Een verdeling in relatief kleine, rechthoekige of onregelmatige percelen die de de loop van natuurlijke elementen zoals een beek of een heuvel volgt.

 

Blinde wand, muur of gevel

Gevel of muur zonder raam, deur of andere opening;

 

Boeiboord

Opstaande kant van een dakgoot of dakrand, meestal uitgevoerd in hout of plaatmateriaal;

 

Boerderij

Gebouw met een (oorspronkelijk) agrarische functie met een geïntegreerd woonhuis;

 

Borstwering

Lage en dichte deel van een muur dat zich onder een raam bevindt;

 

Bouwblok

Een geheel van geschakelde bebouwing;

 

Bouwkundige eenheid

Alle woningen die met dezelfde vergunning zijn gebouwd;

 

Bouwlaag

Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

 

Bouwstijl

Architectonische vormgeving van een gebouw;

 

Bouwwerk

Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

 

Buitenplaats

Een historische buitenplaats is aangelegd. Hij kan deel uitmaken van een landgoed. Het geheel wordt met name gevormd door een, eventueel thans verdwenen, in oorsprong versterkt huis, kasteel, buitenhuis of landhuis, met bijgebouwen, omgeven door tuinen en/of park met één of meer van de volgende onderdelen: grachten, waterpartijen, lanen, boomgroepen, parkbossen, (sier) weiden, moestuinen, ornamenten;

 

Context

Omgeving, situatie, geheel van omringende ruimtelijke kenmerken;

 

Contrasteren

Een tegenstelling vormen;

 

Coulissenlandschap

Een coulisselandschap is een halfopen landschap dat door de beplanting en bebouwing het karakter van een toneel met coulissen heeft.

 

Dak

Overdekking van een gebouw of onderdeel daarvan, bestaande uit één of meer hellende vlakken (schilden) of uit een horizontaal vlak;

 

Dakhelling

De helling van het dakvlak;

 

Dakkapel

Een dakkapel is een uitspringend dakvenster, aangebracht op een hellend dakvlak en aan alle zijden omgeven door het desbetreffende dakvlak met een breedte van minimaal één dakpan. Met uitzondering van panden met een bestaande borstwering, hier is ook sprake van een dakkapel indien de onderdorpel van het dakkapelkozijn aansluit op het schuine dakvlak en de goot doorloopt;

 

Daklijst

Zie lijst;

 

Daknok

Hoogste lijn van een dak;

 

Dakoverstek

Buiten de gevels uitstekend deel van het dak;

 

Dakraam

Raam in een hellend dak;

 

Dakschild

Driehoekig dakvlak dat ondergeschikt is aan de grote dakvlakken van het gebouw. Meestal aan de achterzijde of zijkant van het dak;

 

Detaillering

Een klein toegevoegd onderdeel dat een bijzonderheid aangeeft;

 

Druiplijn

Onderste horizontale lijn van een dakvlak dat geen goot heeft. Bijvoorbeeld bij een rieten dak;

 

Dwarskap

Kapvorm die dwars op de weg is geplaatst;

 

Eng of Enk

Hooggelegen akker op een zandgrond.

 

Enkelvoudige hoofdvorm

Het gebouw bestaat uit één volume. De vorm is niet samengesteld;

 

Ensemble

Architectonisch en stedenbouwkundig compositorisch geheel;

 

Erf

Al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voorzover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;

 

Erfafscheiding

Visuele afscheiding tussen twee erven;

 

Erker

Ronde, vierkante of veelhoekige uitkragende uitbouw aan de gevel, die vaak uitsteekt langs één of meer bouwlagen: kan gezien worden als een uitgebouwd venster;

 

Exces

In dit geval bouwkundige buitensporigheid;

 

Gebouw

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

 

Gelede bouwvorm

Elementen van een gebouw die de indeling van wanden of gevels bepalen of accentueren zoals pilasters, lisenen en lijsten;

 

Gerende verkaveling

Verkaveling in regelmatige stroken die naar achteren toe steeds smaller worden en soms samenkomen in één punt;

 

Gevelindeling

Compositie van de gevel. De indeling van bijvoorbeeld raamopeningen over de gevel;

 

Gevelopening

Opening in de gevel, zoals een raam of een loggia;

 

Golfplaat

Bouwmateriaal bestaande uit golvende platen;

 

Hoofdgebouw

Een gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

 

Hoofdvorm (bouwvorm)

Belangrijkste volume van een gebouw of samenstelling van gebouwen;

 

Horizontale geleding

De gevel wordt ingedeeld in horizontale delen door kleurverschillen, lijsten, materiaalgebruik (zie gelede bouwvorm);

 

Houtwal

Groenstrook op een lage wal tussen twee weilanden of tussen het erf van de boerderij en de weilanden;

 

Houtsingel

Groenstrook tussen twee weilanden of tussen het erf van de boerderij en de weilanden;

 

Kap

Een gedeelte bovenop een bouwvolume dat bestaat uit meerdere schuine vlakken, dus geen plat dak.

 

Kopgevel

De gevel van een gebouw die haaks op de richting van de nok staat (in geval van zadeldak);

 

Kozijn

Omlijsting van steen, hout of ijzer, bestaande uit de onder- of bovendorpel en twee of meer stijlen, om een ingang of lichtopening te omlijsten en er een raam, deur of luik in te bevestigen;

 

Kunststof

Alle materialen die niet door natuurlijke processen, maar door scheikundige processen worden gemaakt;

 

Landgoed

Geheel of gedeeltelijk met bossen of andere houtopstanden bezette terreinen, daaronder begrepen die waarop een buitenplaats voorkomt, voorzover het blijven voortbestaan van die terreinen in de bestaande toestand voor het behoud van het natuurschoon wenselijk wordt geacht;

 

Landhuis

Royaal opgezet woonhuis in de regel vrijstaand of twee-onder-een kap gebouwd. Vertoont qua bouwstijl invloeden van stromingen;

 

Langskap

Kapvorm die evenwijdig aan de weg is geplaatst;

 

Latei

Draagbalk boven een gevelopening;

 

Leien

(Natuurstenen) dakbedekking, in de vorm van platte, rechthoekige stenen. Vaak gebruikt als dakbedekking van belangrijke gebouwen zoals kerken, kloosters en kastelen. Tegenwoordig ook wel gebruikt voor het bekleden van gevels;

 

Lessenaarsdak

Een dak dat bestaat uit een hellend dakschild of dakvlak volgens het model van de oude lessenaar (zie daktypen);

 

Lichtreclame

Onderverdeling in lichtgevend (lichtgevende doosletters, neonreclame) en bewegende lichtreclame (zoals lichtkranten, knipperende reclame);

 

Lijst

Een meestal versierde en geprofileerde rand als bekroning van de bovenzijde van een gevel, ook wel kroonlijst genoemd;

 

Lint(bebouwing)

Langgerekte lijn van (veelal vrijstaande) bebouwing langs een weg- of waterverbinding;

 

Maaiveld

Bovenzijde van het terrein dat een bouwwerk omgeeft, de grens tussen grond en lucht, de gemiddelde hoogte van het terrein, grenzend aan de gevels, op het tijdstip van de aanvraag van de vergunning;

 

Mansardedak

Een gebroken dakvorm die door de Fransman Mansard (circa 1660) is ontwikkeld ten behoeve van meer zolderruimte voor slaapvertrekken. In eenvoudige vorm veel toegepast bij kleine woningen vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw.

 

Massa

Volume van een gebouw of bouwdeel;

 

Meerzijdige oriëntatie

Gerichtheid van het gebouw naar meerdere zijden;

 

M.I.P.

Het Monumenten Inventarisatie Project is een landelijk Nederlands project dat tussen 1986 en 1995 werd uitgevoerd om per gemeente de waardevolle gebouwen en andere objecten in woord en beeld te beschrijven, zodat er meer zicht kwam op monumentenzorg en cultuurgeschiedenis. Hierbij werd aan ieder gebouw een waardering gegeven.

 

Natuurlijke materialen

Materiaal dat afkomstig is uit de natuur en niet door de mens is gemaakt, zoals hout of steen. Beton, metaal en dergelijke zijn geen natuurlijke materialen;

 

Nok

Horizontale snijlijn van twee dakvlakken, bovenste rand van een dak;

 

Nokrichting

De richting van de belangrijkste nok van een gebouw;

 

Onderdorpel

Horizontaal onderdeel onderaan een raam- of deurkozijn

 

Ondergeschikt

Voert niet de boventoon;

 

Onderste bouwlaag

De gevel van de begane grond, zie ook bouwlaag;

 

Ontginning

Het gebruiksklaar maken van woeste gronden voor agrarische productie en/of bewoning;

 

Ontwerpseries

Meerdere woningen die bij elkaar staan en welke gelijktijdig ontworpen zijn en dezelfde gebouw- kenmerken hebben (architectonische vormgeving, kleur- en materiaalgebruik en dergelijke);

 

Oorspronkelijk

Orgineel, aanvankelijke vorm, authentiek;

 

Oriëntatie

De richting van een gebouw (meestal gelijk aan de nokrichting); Ornamenten Versieringen, aangebracht op de buitenkant van een bouwwerk;

 

Overstek

Bouwdeel dat vooruitsteekt ten opzicht van het eronder gelegen deel;

 

Pan

Dakbedekking; kan gebakken zijn (keramische pan), van beton zijn of van een ander materiaal;

 

Parcellering

De mate van indeling van percelen. Deze indeling van breedtes en hoogtes van bouwwerken be- paalt het straatbeeld. Hieronder staan enkele voorbeelden ter illustratie. Het gaat in alle gevallen om nieuwbouw of verbouw in bestaande situaties. De onderstaande illustraties geven een voor- beeld van verkeerde en goede plaatsing binnen de karakteristiek van de parcellering.

 

Pastelkleuren

Een pastelkleur is een zachte kleur die wordt verkregen door een zuiver pigment met een lichte kleur te mengen, meestal met wit of lichtgeel;

 

Pilaster

Weinig uitspringende, band- of liseenachtige, van een basement, een schacht en een kapiteel voorziene muurpijler, dienende om een muraalboog ofwel een hoofdgestel te dragen;

 

Piramidedak

Dak gevormd door vier driehoekige dakvlakken die in één punt bijeenkomen;

 

Plint

Een duidelijk te onderscheiden horizontale lijn aan de onderzijde van een gebouw;

 

Pleisterwerk

Vlak en strak afgewerkte muren met behulp van een dunne laag mortel;

 

Portiek

Vaak ingebouwde, aan de straatzijde geheel open ruimte, waarin zich de ingang van een gebouw bevindt;

 

Profiel

Omtrek van een gebouw of bouwdeel (bijvoorbeeld een kozijn) of een doorsnede daarvan.

 

Profilering kozijnen

Het profiel van een kozijn heeft betrekking op de maatvoering van het kozijn en de (eventuele) onderverdeling ervan. Bij houten kozijnen is sprake van enige afstand tussen het glasoppervlak en de voorzijde van een kozijn, waardoor er reliëf in de gevel ontstaat.

 

Rationele verkaveling

Verkaveling met rechte lijnen die meestal haaks op elkaar staan;

 

Representatief

Zorgvuldig met meer aandacht voor de architectuur vormgegeven;

 

Representatieve zijde

de zijde van het gebouw met de meeste detaillering en/of ornamentiek, welke afwijkt van de overige zijden. Meestal is de hoofdentree in de representatieve zijde gevestigd. Deze zijde is niet vormgegeven als blinde gevel.

 

Rijksmonument

Aangewezen onroerend goed als bedoeld in artikel 3 van de Monumentenwet 1988, zoals deze luidt op het tijdstip van het in ontwerp ter inzage leggen van het ontwerp van dit plan;

 

Rooilijn

Lijn die aan de straatzijde de grens aangeeft waarachter gebouwd moet worden. Meestal in het bestemmingsplan aangegeven;

 

Samengesteld

Uit verschillende bestanddelen gevormd, bijvoorbeeld een groot venster gevormd door middel van een aantal kleine samengevoegde vensters;

 

Situering

Plaats van het bouwwerk in zijn omgeving;

 

Slagenverkaveling

Verkaveling in lange, rechte en smalle percelen gescheiden door een sloot;

 

Speklaag

Horizontale (meestal witte) strook tussen het metselwerk;

 

Stijlkenmerken

Stijlkenmerken zijn uiterlijke kenmerken van een gebouw die de stijl van een woning bepalen. De stijl kan bijvoorbeeld modern of historiserend zijn. De stijl komt tot uiting in hoogtebreedtever- houdingen, maatvoering van lijsten en overstekken, erkers en dakkappellen, profielen van ramen, kozijnen en neggen en kleurgebruik.

 

Stucwerk

In pleisterkalk uitgevoerd werk, zoals profielen, sierlijsten, rosetten en dergelijke;

 

Traditioneel

Zoals de gewoonte dat meebrengt, van oudsher.

 

Traditonele compositie

Gevels waarin de raamopeningen een verticale richting hebben en gezamenlijk een bescheiden, evenwichtige compositie vormen. Grote glasoppervlakken komen niet voor;

 

Traditionele kapvorm

Zadeldak, mansardekap of schilddak (geen piramidedak, koepeldak of lessenaarsdak);

 

Traditionele kleuren

Onder traditionele kleuren worden in de meeste gevallen donkere tinten verstaan, zoals (donker)

 

Transparantie

De mate van openheid van bijvoorbeeld een gevel;

 

Trasraam

Een trasraam of cementraam is het onderste gedeelte van een gemetselde muur onder en boven het maaiveld, uitgevoerd in harde steen en harde specie tegen het optrekken van vocht vanuit de bodem rondom een gebouw. Bij veel gebouwen te herkennen aan de afwijkende kleur ten opzichte van de rest van het metselwerk.

 

Uitbouw

Een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw onderscheiden kan worden van, maar een functionele eenheid vormt met het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

 

Verkaveling

De wijze waarop een gebied is ingedeeld in afzonderlijke kavels, erven en weilanden/akkers;

 

Verschijningsvorm

Uiterlijk van een gebouw;

 

Verticale geleding

De gevel wordt ingedeeld in verticale delen door kleurverschillen, lijsten, materiaalgebruik (zie gelede bouwvorm);

 

Voorgevel

De naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevels, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;

 

Wederopbouw

Periode in de bouw van direct na de Tweede Wereldoorlog tot ca. 1965. Kenmerk voor deze na- oorlogse jaren is de introductie van nieuwe materialen, nieuwe verkavelingspatronen, nieuwe wijkopbouw en een steeds belangrijkere rol van het verkeer.

 

Wetering

Een watergang, tocht, brede sloot enzovoort, waarlangs de afwatering van lage landen plaats- heeft;

 

Windveer

Plank bevestigd langs de kanten van een rietendak of pannendak ter afdekking van de voor- rand. De windveer is vaak decoratief uitgesneden;

 

Wolfseind

Ondergeschikt dakschild aan de voor- of achterzijde van een zadeldak, waarvan de goot dan wel druiplijn beduidend hoger ligt dan die van de andere gevels;

 

Woning

Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding;

 

Zadeldak

Dak, bestaande uit twee tegen elkaar geplaatste hellende dakvlakken (zie ook daktypen);

 

 

Naar boven