Beeldkwaliteitsplan ‘Beeldregieplan Kwadijkerpark Purmerend’

De raad van de gemeente Purmerend,

gelet op:

het bepaalde in artikel 12 en 12a van de Woningwet;

gelezen:

het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 mei 2022, reg.nr. 1568092;

overwegende dat:

voor de herontwikkeling van het Kwadijkerpark door de gemeenteraad op 11 november 2021 het bestemmingsplan ‘Kwadijkerpark 2021’ is vastgesteld;

de welstandsnota ‘Nota omgevingskwaliteit Purmerend 2021’ geen richtlijnen bevat voor grotere ontwikkelingsprojecten die de bestaande ruimtelijke structuur en karakteristiek doorbreken, zoals herontwikkelingslocaties;

in de ‘Nota omgevingskwaliteit Purmerend 2021’ staat aangegeven dat voor dergelijke grotere (her)ontwikkelingsprojecten nieuwe richtlijnen kunnen worden opgesteld, bijvoorbeeld in de vorm van een beeldkwaliteitsplan of een vergelijkbaar kader;

in dat kader het beeldkwaliteitsplan ‘Beeldregieplan Kwadijkerpark Purmerend’ is opgesteld;

met betrekking tot het beeldkwaliteitsplan Kwadijkerpark overeenkomstig het besluit van burgemeester en wethouders d.d. 29 maart 2022 (kenmerk 1556515) inspraak heeft plaatsgevonden;

het (ontwerp-)beeldkwaliteitsplan ‘Beeldregieplan Kwadijkerpark Purmerend’ met ingang van 11 april 2022 tot en met 2 mei 2022 ter inzage heeft gelegen;

naar aanleiding van de terinzagelgging geen inspraakreacties zijn ontvangen op het plan;

de Commissie voor welstandsadvies MOOI Noord-Holland het beeldkwaliteitsplan positief beoordeeld heeft;

het beeldkwaliteitsplan geacht wordt onderdeel uit te maken van de welstandsnota ‘Nota omgevingskwaliteit Purmerend 2021’;

de gemeenteraad zich met de inhoud van het bovengenoemde voorstel van burgemeester en wethouders kan verenigen;

B E S L U I T:

Het beeldkwaliteitsplan ‘Beeldregieplan Kwadijkerpark Purmerend’ ongewijzigd vast te stellen en te bepalen dat dit plan aangemerkt dient te worden als welstandsnota als bedoeld in artikel 12a van de Woningwet.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering d.d. 30 juni 2022

de griffier,

R.J.C. van der Laan

de voorzitter,

D. Bijl