Eerste wijziging van de Beleidsregels herziening, intrekking, terugvordering en invordering gemeente Deurne 2018

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DEURNE:

 

Kenmerk: 1282198/1134072

 

gelet op het bepaalde in artikel :

 

Gelet op de artikelen 17, 52, 54, 58, 59, 60, 60a, 60b en 60c Participatiewet, de artikelen 13, 17, 20a, 25, 26, 27, 28, 29 en 29a Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de artikelen 13, 17, 25, 26, 27, 28, 29 en 29a Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en titel 4.4 Algemene wet bestuursrecht (Awb) ;

 

en het bepaalde in artikel:

 

475c tot en met 475e Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;

 

b e s l u i t e n :

 

Vast te stellen de onderstaande “Eerste wijziging van de Beleidsregels herziening, intrekking, terugvordering en invordering gemeente Deurne 2018.”

 

I. De Beleidsregels Herziening, intrekking, terugvordering en invordering worden als volgt gewijzigd:

 

Artikel 12 wordt vervangen door het onderstaande artikel 12:

 

Artikel 12. Vaststelling van de hoogte van de maandelijkse aflossingscapaciteit bij belanghebbenden met een uitkering

 

  • 1.

    Indien belanghebbende een uitkering ontvangt op grond van de Participatiewet, de IOAW of de IOAZ, hanteert het college 5% van de uitkeringsnorm inclusief vakantietoeslag als maandelijkse aflossingscapaciteit.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt voor de belanghebbende die in een inrichting ter verpleging of verzorging verblijft een afwijkende beslagvrije voet, als bedoeld in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

  • 3.

    In afwijking van het eerste en tweede lid zal op verzoek van de belanghebbende het college overeenkomstig het bepaalde in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een berekening uitvoeren om de juiste beslagvrije voet en daarmee de juiste hoogte van verrekening te bepalen en past het college de hoogte van het verrekende bedrag aan vanaf de datum waarop het college de gegevens die nodig zijn voor de berekening heeft ontvangen tenzij het college al eerder van die gegevens op de hoogte was indien blijkt dat hantering van het eerste lid niet correct was.

Artikel 13. Wordt vervangen door het onderstaande artikel 13

 

“Artikel 13. Vaststelling van de duur en de hoogte van de maandelijkse aflossingscapaciteit bij uitstroom uit de Participatiewet, IOAW of IOAZ en bij debiteuren die geen recht hebben op algemene bijstand krachtens de Participatiewet, uitkering krachtens de IOAW en uitkering krachtens de IOAZ.”

 

  • 1.

    De hoogte van de maandelijkse aflossingscapaciteit bij beëindiging of intrekking van de uitkering wordt gedurende zes maanden na de verzenddatum van dit besluit, gesteld op het bedrag dat belanghebbende maandelijks reeds afloste tijdens de bijstandsperiode of periode waarin een uitkering op grond van de IOAW of IOAZ is ontvangen tenzij:

    • a.

      er aanwijzingen zijn dat belanghebbende over voldoende middelen beschikt om de vordering ineens terug te betalen; of

    • b.

      de beëindiging of intrekking van de uitkering plaatsvindt door schending van de inlichtingenplicht.

  • 2.

    Na afloop van de termijn als bedoeld in het eerste lid wordt bij alle vorderingen de hoogte van de maandelijkse aflossingscapaciteit vastgesteld met als uitgangspunt dat belanghebbende blijft beschikken over een inkomen ter hoogte van de beslagvrije voet als bedoeld in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en dat de vordering binnen een redelijke termijn wordt afgelost tenzij er aanwijzingen zijn dat belanghebbende over voldoende middelen beschikt om de vordering ineens terug te betalen:

  • < € 2.500,- aflossen binnen 36 maanden;

  • € 2.500,- - € 5000,- aflossen binnen 48 maanden/60 maanden;

  • € 5000,- aflossen binnen 60 maanden/120 maanden.”

II. Dit wijzigingsbesluit treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2021.

 

III. Voor deze wijziging geldt het onderstaande overgangsrecht:

 

Voor de uitkeringsgerechtigde die tot 1 januari 2021 geen afloscapaciteit had en waarbij de wijziging onder I tot gevolg heeft dat er vanaf 1 januari 2021 wel sprake is van afloscapaciteit, of waarbij de wijziging onder I tot gevolg heeft dat er sprake is van een hogere afloscapaciteit, geldt vanaf 1 januari 2021 een overgangstermijn van 6 maanden, tot 1 juli 2021.

Deurne, 6 april 2021

Burgemeester en wethouders voornoemd,

E.W.B.M. Jacobs

loco gemeentesecretaris

G.T. Buter

burgemeester

Naar boven