Gemeenteblad van Goirle
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Goirle | Gemeenteblad 2022, 30531 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Goirle | Gemeenteblad 2022, 30531 | beleidsregel |
Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Goirle 2022
Artikel 1 Omvang van de bijdragen
De gemeente Goirle vraagt voor alle maatwerkvoorzieningen, waarvoor dit op grond van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle is bepaald, een bijdrage in de kosten tot het maximum dat op grond van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 is toegestaan. De bijdragen voor maatwerkvoorzieningen worden vastgesteld en voor de gemeente geïnd door het Centraal Administratiekantoor conform artikel 2.1.4 lid 6 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. De gemeente voert de werkelijke kostprijs van de voorziening op in het systeem van het CAK.
Hoofdstuk 2 Resultaatgebieden zelfstandig voeren van een huishouden en een schoon en leefbaar huis; de financiën en administratie zijn op orde; er is psychische stabiliteit en de dagelijkse activiteiten kunnen uitgevoerd worden; sociale contacten en een zinvolle dagbesteding hebben; een actieve bijdrage leveren aan de maatschappij door vrijwilligerswerk of arbeidsmatige dagbesteding; thuis goed met elkaar omgaan en een gezoend opvoed- en opgroeiklimaat hebben; het netwerk is versterkt en ondersteund of ontlast; Producten: (rolstoel)vervoer naar dagbesteding, daginvulling en kortdurend verblijf; persoonlijke verzorging: Persoonsgebonden budget dienstverlening
Artikel 2.1 Vaststelling bedrag persoonsgebonden budget resultaat gestuurde ondersteuning Wmo 2015
Voor Wmo-beschikkingen die zijn afgegeven op of na 1 april 2019 geldt 100%, 75% of 50% van de kostprijs in natura per resultaatgebied en intensiteit per maand, afhankelijk van de aantoonbare kosten en de arbeidsrechtelijke positie van de zorgaanbieder, volgens de tarieven zoals genoemd in bijlage 6a.
Hoofdstuk 3 Wonen in een geschikt huis
Artikel 3.1 Maatwerkvoorziening voor verhuis- en herinrichtingskosten
Een persoonsgebonden budget voor verhuis- en herinrichtingskosten bedraagt € 2.843,00.
Artikel 3.3 Woonvoorzieningen van niet bouwkundige of technische aard
Voor voorzieningen in verband met woningsanering, die noodzakelijk zijn in verband met COPD en/of allergische aandoeningen, of de vervanging van tapijt dat niet geschikt is voor rolstoelgebruik, worden de maximale vergoedingsbedragen berekend op de wijze als aangegeven onder a en b.
In geval van huurbeëindiging van een aangepaste woonruimte, die voor meer dan € 6.961,00 is aangepast op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 of zijn voorgangers, kan het college een tegemoetkoming in de kosten verlenen aan de eigenaar van de woning in verband met derving van huurinkomsten voor de duur van maximaal 6 maanden, waarbij de eerste maand huurderving niet voor vergoeding in aanmerking komt.
Artikel 3.6 Onderhoud keuring en reparatie
De kosten van onderhoud, keuring en reparatie van op grond van de Wet voorzieningen gehandicapten en van de Wet maatschappelijke ondersteuning verstrekte voorzieningen worden vergoed zoals weergegeven in Bijlage 3 bij dit besluit: onderhoud, keuring en reparatie van woonvoorzieningen.
Artikel 3.7 Terugbetalen bij verkoop
De eigenaar-bewoner, die een woonvoorziening heeft ontvangen die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van 10 jaar na gereed melding van de voorziening, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden. De meerwaarde van de woning dient volgens het in lid 4 vastgelegde afschrijvingsschema te worden terugbetaald.
Hoofdstuk 4 Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel, zich verplaatsen in en om het huis, maatschappelijke participatie
Artikel 4.1 Collectief vraagafhankelijk vervoer (Wmo-Regiovervoer)
Met het collectief vraagafhankelijk vervoer wordt bedoeld het Wmo-vervoer van Regiovervoer Midden-Brabant, dat wordt uitgevoerd volgens de opzet zoals beschreven in bijlage 4 bij dit besluit.
Artikel 4.2 Persoonsgebonden budget autoaanpassing
Een vergoeding voor de kosten van autoaanpassing wordt maximaal 1x per 7 jaar toegekend,
de aan te passen auto mag niet ouder zijn dan 3 jaar en moet voldoende verzekerd zijn.
Artikel 4.3 Persoonsgebonden budget individueel vervoermiddel
Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst adequate voorziening in natura, indien nodig verhoogd met een bedrag voor de wettelijk verplichte aansprakelijkheidsverzekering en met een bedrag voor onderhoud en reparatie voor vergelijkbare voorzieningen, zoals dat door het college wordt bepaald op basis van informatie die verstrekt wordt door de hulpmiddelenleverancier van de gemeente. De bedragen en/of percentages zijn in bijlage 5 bij dit besluit opgenomen.
Artikel 4.4 Tegemoetkoming meerkosten gebruik eigen auto
In situaties waarin het voor de cliënt niet mogelijk is om gebruik te maken van het Regiovervoer, kan een tegemoetkoming voor meerkosten van het gebruik van de eigen auto verstrekt worden. De hoogte van de tegemoetkoming is vastgesteld op maximaal € 46,00 per maand.
Artikel 4.5 Persoonsgebonden budget rolstoel
Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld als tegenwaarde van de goedkoopst adequate voorziening, indien nodig verhoogd met een bedrag voor de wettelijk verplichte aansprakelijkheidsverzekering en met een bedrag voor onderhoud en reparatie voor vergelijkbare voorzieningen in natura, zoals dat door het college wordt bepaald op basis van informatie die verstrekt wordt door de hulpmiddelenleverancier van de gemeente. De bedragen en/of percentages van nieuwe voorzieningen zijn in bijlage 5 bij dit besluit opgenomen.
Artikel 4.7 Rolstoel- en scootmobieltraining
Indien dit naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk is, kunnen de noodzakelijke kosten van rolstoel- en scootmobieltraining voor vergoeding in aanmerking komen.
Artikel 4.8 Gehandicaptenparkeerkaart / -parkeerplaats
1. Bij aanvraag van een gehandicaptenparkeerkaart worden leges gevraagd, zoals vastgelegd in de Legestarieventabel, Titel I, Hoofdstuk 14 Verkeer & Vervoer. Het tarief voor 2022 is € 89,65.
2. Bij aanvraag van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken worden leges gevraagd, zoals vastgelegd in de Legestarieventabel, Titel I, Hoofdstuk 14 Verkeer & Vervoer. Het tarief voor 2022 is € 81,10.
De begripsbepalingen uit de Wet maatschappelijke ondersteuning, het Besluit maatschappelijke ondersteuning, de geldende Verordening maatschappelijke ondersteuning en de Verordening jeugdhulp zijn van toepassing op dit Besluit.
Hoofdstuk 2 Resultaatgebieden zelfstandig voeren van een huishouden en een schoon en leefbaar huis; de financiën en administratie zijn op orde; er is psychische stabiliteit en de dagelijkse activiteiten kunnen uitgevoerd worden; sociale contacten en een zinvolle dagbesteding hebben; een actieve bijdrage leveren aan de maatschappij door vrijwilligerswerk of arbeidsmatige dagbesteding; thuis goed met elkaar omgaan en een gezoend opvoed- en opgroeiklimaat hebben; het netwerk is versterkt en ondersteund of ontlast;
Producten: (rolstoel)vervoer naar dagbesteding, daginvulling en kortdurend verblijf; persoonlijke verzorging: Persoonsgebonden budget dienstverlening pag. 4
Hoofdstuk 3 Wonen in een geschikt huis pag.5
Hoofdstuk 4 Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel, zich verplaatsen in en om het huis, maatschappelijke participatie pag. 8
1. Subsidiabele kostenposten woningaanpassingen pag. 10
2. Extra bouw- en grondkosten pag. 11
3. Kosten van onderhoud, keuring en reparatie woonvoorzieningen pag. 13
4. Collectief vraagafhankelijk vervoer pag. 14
5. PGB-rekentool hulpmiddelen pag. 15
6a. PGB-tarieven resultaatgebieden begeleiding en hulp aan huis pag. 17-18
6b. PGB-tarieven regionale jeugdhulp vanaf 1 januari 2022 pag. 20
Bijlage 1 Overzicht subsidiabele kostenposten woningaanpassingen
Het architectenhonorarium, echter uitsluitend in de gevallen waarin het inschakelen van een architect naar het oordeel van het college noodzakelijk is (het betreft dan veelal een ingrijpende woningaanpassing, zoals een aanbouw). De vergoeding voor het honorarium wordt gesteld op 10 procent van de aanneemsom, overeenkomstig de Standaard Regeling 1997 (SR 1997) van de Bond van Nederlandse Architecten, tenzij het honorarium ingevolge artikel 51 lid 1 van De Nieuwe Regeling (DNR 2005) behorende bij SR 1997 schriftelijk is vastgesteld op een lager bedrag, en dat de vergoeding voor het honorarium in dit laatste geval gelijk is aan het (lagere) bedrag zoals dat ingevolge artikel 51 lid 1 DNR 2005 schriftelijk is vastgesteld.
Bijlage 2 bij het Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Goirle
Het is mogelijk om een vergoeding in natura of als pgb te verstrekken in de kosten voor het aanbouwen of uitbreiden van een vertrek bij een bestaande woning of de extra bouwkosten bij een nieuw te bouwen woning.
Voor de berekening van deze vergoeding wordt als basis genomen het extra aantal m2 dat volgens tabel 1a voor vergoeding in aanmerking komt, vermenigvuldigd met de verdiepingshoogte, met een maximum van 2,70 m.
Wanneer het woonoppervlak van de nieuw te bouwen woning groter is dan 75 m2 vermeerderd met het maximum aantal meters dat noodzakelijk is volgens het pro¬gramma van eisen (zie kolom 2 van tabel 1a), wordt geen vergoeding in de bouwkosten verstrekt.
Het is mogelijk om een vergoeding in natura of als pgb te verstrekken voor het verwerven van extra grond ten behoeve van een aanbouw of uitbreiding van een bepaald vertrek indien dit op grond van ergonomische beperkingen noodzakelijk is.
Een vergoeding voor de extra grondkosten wordt bij een bestaande woning alleen verstrekt, indien uitbreiding of aanbouw op eigen grond niet mogelijk is. Bij een nieuw te bouwen woning waarvoor de perceeloppervlakte groter is dan 250 m² behoeft geen extra grond te worden verworven en wordt geen vergoeding verstrekt.
Het aantal m2 dat voor vergoeding in aanmerking komt, is per vertrek aan een maximum gebonden, zoals in onderstaande tabel aangegeven.
Maximum aantal m2 waarvoor een vergoeding wordt verstrekt, aangegeven per vertrek in een zelfstandige woning:
Indien de aanleg van een verhard pad tussen de openbare weg en de hoofdingang tot een woonruimte, of tussen een tweede ingang en een berging en/of tuinpoort noodzakelijk is, kan in de kosten daarvan een vergoeding worden verstrekt. Dit geldt zowel bij de aanleg van een nieuw pad als bij de aanpassing van een bestaand pad. Voor de vergoeding geldt een maximumoppervlakte van 20 m2 en een maximumprijs van € 70,14 per m2.
Indien de aanleg van een verhard terras, direct aansluitend aan de woonruimte, of de aanpassing van een bestaand terras noodzakelijk is, kan in de kosten daarvan een vergoeding worden verstrekt. Voor de vergoeding geldt een maximumoppervlakte van 6 m2 en een maximumprijs van € 45,30 per m2.
Bijlage 3 Kosten van onderhoud, keuring en reparatie woonvoorzieningen
Bijlage 4 Het Collectief vraagafhankelijk vervoer (Regiovervoer Midden Brabant)
Het vervoer wordt naar afstand onderscheiden in regionaal vervoer d.w.z. vervoer binnen een gebied van maximaal 25 kilometer vanaf het woonadres, en bovenregionaal vervoer, d.w.z. vervoer over een afstand van meer dan 25 kilometer vanaf het opstapadres. Ritten langer dan 25 kilometer zijn vanuit de gemeente Goirle alleen mogelijk naar de algemene puntbestemming het ETZ-ziekenhuis in Waalwijk.
De Wmo-gerechtigde kan zich door één sociaal begeleider laten vergezellen. De begeleider betaalt dezelfde eigen bijdrage als de Wmo-pashouder. Deze eigen betaling dient per taxirit elektronisch te worden voldaan aan de chauffeur of op rekening. Als de begeleiding naar het oordeel van het college medisch noodzakelijk is, is de begeleider geen betaling verschuldigd. Een Wmo-gerechtigde voor wie naar het oordeel van het college medische begeleiding noodzakelijk is, kan alleen als hij vergezeld is van een medisch begeleider reizen tegen het Wmo-tarief. Om als begeleider te kunnen worden aangemerkt moet de begeleidende persoon 12 jaar of ouder zijn.
Voor vervoer dat niet valt binnen de reikwijdte van de Wmo, zoals vervoerskosten die gecompenseerd worden door de Zorgverzekeringswet, Leerlingenvervoer, vervoer naar dagbesteding en vervoer van en naar werk, kunnen Wmo-gerechtigden en (sociaal) begeleiders niet reizen tegen de hierboven genoemde tarieven, maar tegen het reguliere OV opstaptarief van € 3,64, vermeerderd met € 0,55 per kilometer.
Bijlage 5 Berekening die gebruikt kan worden voor bepalen PGB hulpmiddelen
Categorie huurprijs per maand x12x7 = PGB bedrag
Als voorbeeld een rolstoel categorie 1A huurprijs € 10,47x12x7= € 879,48 exclusief BTW
Voor kindervoorzieningen is het categorie huurprijs x12x5= PGB bedrag
De pgb-bedragen zijn inclusief de kosten voor verzekering (bij gemotoriseerde voertuigen), all-in onderhoud en reparaties. Er is geen aparte PGB lijst meer.
In geval van een beschikbare occasion worden de afschrijftermijnen als uitgangspunt genomen. De leeftijd van het hulpmiddel in maanden is bekend en de nog resterende maanden, uitgaande van de termijnen kunnen worden berekend. Na afloop van de afschrijftermijn heeft het hulpmiddel een restwaarde van 5% van de netto aanschafprijs excl. BTW
Als een hulpmiddel na de economische afschrijvingstermijn nog technisch bruikbaar is, wordt het pgb voor onderhoud en reparatie vastgesteld op basis van een offerte van de leverancier, zolang reparatie economisch rendabel is.
Bijlage 6a PGB-tarieven resultaatgebieden begeleiding en hulp aan huis
Kortdurend verblijf: Dit bestaat uit componenten verblijf per etmaal, in combinatie met een aantal componenten begeleiding, te kiezen volgens de benodigde intensiteit en is afgestemd op de percentages voor formele en informele hulp.
PGB-tarief voor vervoer bij kortdurende opvang en daginvulling : Vervoer geldt voor alle intensiteiten en is afgestemd op de percentages voor formele en informele hulp.NB: vervoer komt dus additioneel op het bedrag voor PGB en ZIN indien er sprake is van een vervoersnoodzaak en wordt berekend naar het aantal dagen per maand waarop vervoer noodzakelijk is. Dus bijv. 10 x € 8,27 = € 82,70 per maand voor een commerciële taxi voor 2x per week vervoer naar dagbesteding.
PGB-tarief Persoonlijke verzorging Wmo : Persoonlijke verzorging (PV) wordt indien nodig altijd samen met een ander resultaatgebied toegekend, met uitzondering van het resultaatgebied daginvulling (daar maakt PV al onderdeel van uit). Het totaalbedrag wordt per maand betaalbaar gesteld en is afgestemd op de percentages voor formele en informele hulp.
Bijlage 6b PGB-tarieven jeugdhulp vanaf 1-1-2022
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-30531.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.