Gemeenteblad van Arnhem
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Arnhem | Gemeenteblad 2022, 305309 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Arnhem | Gemeenteblad 2022, 305309 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Wijziging APV Hoofdstuk 5, Afdeling 7: evenementen
A. Hoofdstuk 5, Afdeling 7 (evenementen) van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Arnhem (APV) wordt als volgt gewijzigd en de bijbehorende toelichting wordt als volgt vastgesteld:
Artikel 5.7.2 Vergunningsplicht
Artikel 5.7.3 Evenementenvergunning
A-evenement vier weken voor aanvang van het evenement;
B-evenement acht weken voor aanvang van het evenement;
C-evenement twaalf weken voor aanvang van het evenement.
In bijzondere gevallen kan de burgemeester ten gunste van de aanvrager van deze bepaling afwijken.
Een evenementenvergunning wordt verleend aan een organisator en bevat een beschrijving van het gebied waarbinnen het evenement plaatsvindt (evenemententerrein), het tijdstip en de duur van het evenement, alsmede een beschrijving van de activiteiten en handelingen die in het kader van het evenement mogen plaatsvinden.
Tenzij de burgemeester anders bepaalt geldt het verbod in het vierde lid niet voor activiteiten waarvan aannemelijk is dat zij krachtens een voor onbepaalde tijd, dan wel voor een periode langer dan drie maanden verleende vergunning ook op het evenemententerrein zouden plaatsvinden als daar geen evenement zou worden gehouden.
Bij de indiening van de vergunningaanvraag worden de gegevens, bedoeld in artikel 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen, aangeleverd voor zover voor het evenement een gebruiksmelding zou moeten worden gedaan op grond van artikel 2.1, eerste lid, van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.
Artikel 5.7.4 Behoud privaatrechtelijke bevoegdheden (gebruiksovereenkomst)
De voorgaande artikelen laten onverlet de bevoegdheid van de gemeente om voorwaarden te stellen aan het gebruik van gemeentegrond of openbaar water als evenemententerrein. Het sluiten van een gebruiksovereenkomst kan als voorwaarde in de evenementenvergunning worden opgenomen. In deze gebruiksovereenkomst kunnen onder meer voorwaarden worden opgenomen die zien op de in art 5.7.3, achtste lid genoemde belangen.
Het is verboden bij een evenement de orde te verstoren.
Artikel 5.7.6 Onnodig opdringen, uitdagend gedrag e.d. bij een evenement
"Toelichting artikel 5.7.1 e.v. Evenementen
Tussen de wenselijkheid van het houden van bepaalde evenementen en de overlast die evenementen met zich meebrengen dient een evenwicht te bestaan. Een beleidsinstrument bij uitstek om een dergelijk evenwicht te realiseren is regelgeving. De vergunningplicht voor evenementen staat daarbij centraal.
Uit jurisprudentie (Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State, 11 maart 1999, Gst. 1999, 7098, nr. 3 m.nt. HH) blijkt dat het mogelijk is een "overall"-vergunning voor een evenement af te geven, in plaats van allerlei afzonderlijke vergunningen (voor bv. podia, muziek, standplaatsen). Hiermee is rekening gehouden bij het opstellen van de onderhavige bepalingen. Daarbij is aansluiting gezocht bij hetgeen in andere grote steden in de APV is geregeld.
Aangezien het begrip evenement algemeen wordt omschreven, vallen onder deze definitie alle soorten evenementen. Hieronder vallen onder meer straat- en buurtfeesten, optochten, kermissen, circussen, braderieën, fiets- en wandeltochten, vertoningen, voorstellingen, snuffelmarkten en herdenkingen.
Omdat niet elk evenement dezelfde impact heeft, is in de APV een onderscheid gemaakt naar de grootte van de evenementen, de risico's voor de openbare orde, openbare veiligheid, de volksgezondheid en het milieu en de impact die het evenement heeft op de directe omgeving.
Zodoende is er een indeling gemaakt van 0, A, B en C evenementen.
Het begrip evenement is ruim geredigeerd. In de praktijk kan het wenselijk blijken dat bepaalde (categorieën van) evenementen worden vrijgesteld van de vergunningplicht.
Zo is voor kleine (buurt) evenementen die aan een aantal voorwaarden voldoen geen vergunning noodzakelijk (tweede en derde lid), maar er moet wel acht dagen van te voren een melding bij de burgemeester worden gedaan. Als er aanleiding is om te vermoeden dat de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt kan de burgemeester het 0-evenement binnen vijf werkdagen verbieden. Indien er bij het evenement dieren worden gebruikt die geen onderdeel uitmaken van de dagelijkse bedrijfsvoering, is er geen sprake van een 0-evenement. Er moet dan een vergunning worden aangevraagd zodat het welzijn van die dieren kan worden gemonitord en er extra voorwaarden kunnen worden opgenomen in de vergunning.
Niet in alle gevallen is acht dagen van tevoren duidelijk dat er kleinere evenementen, zoals bijvoorbeeld straatbarbecues of picknicks plaats zullen gaan vinden. Dit kan immers afhangen van de weersverwachting. Ook acties zoals een stille tocht of herdenking kennen door de actualiteit vaak een urgentie om eerder dan na acht dagen plaats te kunnen vinden. De aanvraagtermijn van acht dagen is in zulke gevallen onevenredig lang. Om deze initiatieven niet onmogelijk te maken is het van belang dat de burgemeester de mogelijkheid krijgt om een kortere meldingstijd te accepteren.
In het aangepaste artikel 5.7.1 worden evenementen breed gedefinieerd. Ook feesten of barbecues in de buurt worden gedefinieerd als evenement. Indien deze evenementen als 0 evenement worden gezien (minder dan 249 bezoekers), dan geldt met voorwaarden alleen de plicht om het evenement minimaal 8 werkdagen van tevoren bij de burgemeester te melden. Dit zal feitelijk ook gelden als bijvoorbeeld een klein groepje buurtbewoners samen gaat barbecueën in het hofje waaraan ze wonen.
De indieners zijn van mening dat voor kleine evenementen in de wijk überhaupt geen vergunnings- of meldingsplicht moet gelden. Door de kleine schaal van deze evenementen is de mogelijke overlast relatief beperkt. De indieners zijn van mening dat een meldingsplicht voor zeer kleinschalige evenementen nauwelijks een bijdrage levert aan het reguleren van evenementen in de stad en de regeldruk voor bewoners onnodig vergroot.
Met dit wijzigingsvoorstel wordt de vergunnings- en meldingsplicht voor 0-evenementen tot maximaal 20 gelijktijdige deelnemers geschrapt.
Voor vechtsportwedstrijden of -gala's geldt dat er in de door de burgemeester aangewezen categorie altijd een vergunning moet worden aangevraagd.
Verder valt te denken aan bijvoorbeeld theatervoorstellingen, of muziekoptredens in gebouwen. Voorwaarde hierbij is uiteraard dat de in artikel 5.7.3, achtste lid van de APV genoemde omstandigheden zich niet voordoen. In deze gevallen is het niet zinvol voor elke voorstelling een aparte vergunning aan te vragen. In het zesde lid is daarom voor de burgemeester de mogelijkheid geopend om voor bepaalde (categorieën van) evenementen vrijstelling te verlenen van de vergunningplicht. Deze vrijstelling van de vergunningsplicht is beperkt tot evenementen in gebouwen. Voor evenementen in de openbare lucht geldt, gelet bv. op mogelijke (geluids)overlast, dat per definitie een vergunning nodig is.
In het achtste lid wordt gesteld dat de burgemeester kan besluiten de categorie van het evenement aan te passen indien de feiten en omstandigheden hiertoe nopen. Hoewel een risicoanalyse een goede indicatie geeft over de risico's van het betreffende evenement, kan het zijn dat feiten en/of omstandigheden ertoe leiden dat de categorie indeling opgeschaald moet worden of afgeschaald kan worden.
Nieuw in de APV is dat organisatoren bij de inzet van dieren bij evenementen altijd een vergunning moeten aanvragen. Dit geldt zowel voor de A, B en C-evenementen als ook voor de 0- evenementen die normaal gesproken alleen meldingsplichtig zijn. Er moet dan een vergunning worden aangevraagd zodat het welzijn van die dieren kan worden gemonitord.
Om evenementen veilig te laten verlopen is het noodzakelijk dat medewerkers van de gemeente, politie, ODRA en brandweer de burgemeester kunnen adviseren. Zodoende is het noodzakelijk dat aanvragen niet pas enkele dagen voor het evenement compleet kunnen worden aangeleverd. Ook de rechtsbescherming van de omwonenden van een potentieel evenement is gediend met een tijdige aanlevering van aanvragen. Hierdoor is het mogelijk de aanvragen tijdig te publiceren zodat omwonende zienswijze kunnen indienen.
Omdat er zich altijd zeer bijzondere onverwachte situaties kunnen voordoen, een bijzondere (sport)prestatie ofzo, kan de burgemeester ten gunste van de aanvrager van deze regel afwijken.
In het vergunningstelsel wordt aan één organisator een vergunning voor het houden van een evenement verleend. Hiermee vervalt de verplichting om voor de verschillende deelactiviteiten, die tijdens een evenement plaatsvinden, aan diverse personen afzonderlijke vergunningen te verlenen.
Onder een evenement wordt volstaan alle activiteiten die als hoofd- of deelzaak/zaken bijdragen aan het geheel van het evenement. Dit geldt bv. zowel voor het afsteken van vuurwerk tijdens een evenement, als het verkopen van waren (innemen standplaats).
De uitbesteding van onderdelen van het evenement aan derden is niet van belang voor de vergunningverlening. Het gevolg hiervan is dat de organisator en ondernemers of bedrijven privaatrechtelijk aan elkaar zijn gebonden zonder gemeentelijke bemoeienis. Het is verder niet mogelijk om als ondernemer bepaalde activiteiten tijdens een evenement zelf te ontplooien zonder dat een overeenkomst is gesloten met de organisator.
Indien een derde al een vergunning heeft voor het innemen van de weg (bv. een standplaats of een terras) voor een periode langer dan drie maanden en dit betreft ook de locatie en de tijd van het evenement, dan worden de bestaande rechten van deze derde beschermd op de dagen dat er een evenement wordt gehouden. In dit geval doet de evenementenvergunning geen afbreuk aan het recht van deze derde om ten tijde van het evenement op zijn gebruikelijke plaats van zijn vergunning gebruik te maken volgens de daarbij gestelde voorschriften. De burgemeester is bevoegd om in voorkomende gevallen toch te bepalen dat van de betreffende vergunning geen gebruik mag worden gemaakt. Te denken valt bv. aan situaties zoals bij Koningsdag, waarbij op de diverse pleinen geen gebruik mag worden gemaakt van de verleende terrasvergunningen.
In de praktijk kan er sprake zijn van samenloop van regelgeving ten behoeve van het voorkomen van overlast bij evenementen. Hiervan is bijvoorbeeld sprake indien een evenement met versterkte muziek zowel op de openbare weg als in of nabij horecagelegenheden (terras) plaatsvindt. Immers, in dit geval is zowel een evenementenvergunning op grond van de APV als een buitenwerkingstelling van de geluidsnormen als genoemd in het Activiteitenbesluit nodig. Er zou een situatie kunnen ontstaan waarbij er wel een evenementenvergunning wordt verleend, maar het evenement toch niet (legaal) kan plaatsvinden omdat de geluidsniveaus vrijwel zeker zullen worden overtreden. Daarom wordt een aanhoudingsplicht in de APV opgenomen. Zolang niet wordt voldaan aan de vereisten van de milieuwetgeving zal de burgemeester omtrent de aanvraag voor een evenement niet beslissen.
Door het opnemen van deze weigeringsgronden wordt aangegeven dat evenementen van groot belang zijn voor de stad, mits er voldaan is aan bepaalde randvoorwaarden. Deze waarborgen een goed en evenwichtig samengaan van het belang bij evenementen met de andere belangen van de stad en haar inwoners. De criteria, die in samenhang dienen te worden bezien, maken deel uit van een integrale afweging van de positieve en negatieve aspecten van een evenement en leiden tot een belangrijke bijdrage aan een evenwichtig besluitvormingsproces.
Bijvoorbeeld wordt het mogelijk een op zichzelf aantrekkelijk evenement op een bepaalde plaats niet toe te staan, als op die plaats gedurende het jaar al een groot aantal evenementen plaatsvindt. Het toestaan van weer een evenement kan leiden tot een onaanvaardbare belasting voor de omgeving of de omwonenden. Hiermee kan derhalve ongewenste cumulatie van evenementen op één plaats worden voorkomen.
Het begrip verkeersbelemmeringen onder sub e is ruim bedoeld, d.w.z. dat ook fietsers en voetgangers hieronder vallen.
Nieuw is de grond onder sub l om te weigeren in geval er één of meer aanvragen voor samenlopende concurrerende evenementen zijn ingediend. Het kan immers gebeuren dat meerdere aanvragen voor het houden van een evenement worden ingediend voor dezelfde locatie, datum en tijd. We spreken dan over samenlopende aanvragen. Dat wil nog niet direct zeggen dat deze evenementen niet gelijktijdig door kunnen gaan. Dat is pas het geval als deze evenementen elkaar negatief beïnvloeden. Denk bijvoorbeeld aan evenementen die op dezelfde plaats gepland zijn, evenementen die thematisch niet bij elkaar passen of waarvan de geluidsniveaus of muziekstijlen elkaar beïnvloeden. In dat geval spreken we over concurrerende aanvragen.
5.7.4 Behoud privaatrechtelijke bevoegdheden
Evenementen vinden binnen de gemeente ook vaak plaats in de gemeentelijke parken, op gemeentegrond of openbaar water. Naast het verlenen van de vergunning en de (algemene) belangen die daarbij worden gewogen, is in het recente verleden een noodzaak gebleken om hiernaast ook een aantal afspraken te kunnen maken als eigenaar van deze openbare ruimte. Deze afspraken worden tussen de gemeente en de organisator gemaakt in een gebruiksovereenkomst.
5.7.6 Onnodig opdringen, uitdagend gedrag e.d. bij een evenement
Deze bepaling heeft ten doel de openbare orde of veiligheid bij een evenement te waarborgen. De bepaling is voornamelijk preventief van aard, in die zin dat hiermee voorkomen kan worden dat (dreigende) situaties uit de hand lopen. Hiertoe is in het eerste lid onder andere opgenomen, dat het verboden is door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot wanordelijkheden. Hierbij moet worden gedacht aan de situatie waarin één of meerdere bezoekers anderen met bijvoorbeeld opruiende taal of gebaren uitlokken tot ordeverstorend gedrag.
Ingevolge het tweede lid kan onder andere worden opgetreden tegen personen die bij een evenement bijvoorbeeld een “aardappelschilmesje” in de binnenzak van hun jas meevoeren. Dit meevoeren dient op een zodanige wijze plaats te vinden, dat hiermee de openbare orde of veiligheid in gevaar komt of kan komen. Hiervan zal sprake zijn indien betrokkene het mesje aan anderen toont, met de bedoeling hiermee bij hen een schrikreactie teweeg te brengen."
B. De artikelen in de Algemene plaatselijke verordening, met uitzondering van hoofdstuk 5, afdeling 7, als volgt te wijzigen dat daar waar in artikelen wordt verwezen naar "artikel 5.7.1", deze wordt vervangen door "artikel 5.7.2".
II Inwerkingtreding en citeertitel
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-305309.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.