Wijziging APV Hoofdstuk 5, Afdeling 7: evenementen

DE RAAD VAN DE GEMEENTE ARNHEM:

 

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2 november 2021

 

Gelet op artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

 

BESLUIT

 

vast te stellen de

 

VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING VOOR ARNHEM

 

I Wijzigingen

A. Hoofdstuk 5, Afdeling 7 (evenementen) van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Arnhem (APV) wordt als volgt gewijzigd en de bijbehorende toelichting wordt als volgt vastgesteld:

 

"Afdeling 7. Evenementen

 

Artikel 5.7.1 Definities

  • 1.

    In deze afdeling wordt onder evenement verstaan elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:

    • a.

      bioscoop- en theatervoorstellingen;

    • b.

      markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet;

    • c.

      kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;

    • d.

      betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

    • e.

      activiteiten als bedoeld in de artikelen 2.1.4.2, 2.2.1 en 2.3.3.1.

    • f.

      sportwedstrijden, niet zijnde vechtsportevenementen als bedoeld in het tweede lid, onder f.

  • 2.

    Onder evenement wordt mede verstaan:

    • a.

      een herdenkingsplechtigheid;

    • b.

      een braderie;

    • c.

      een optocht op de weg, niet zijnde een betoging als be doeld in artikel 2.1.2.1;

    • d.

      een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg;

    • e.

      een straatfeest of buurtbarbecue;

    • f.

      een door de burgemeester aangewezen categorie vechtsportwedstrijden of -gala’s.

  • 3.

    In deze afdeling worden de volgende evenementen onderscheiden:

    • a.

      0- evenement: evenement met een laag risicoprofiel, waarvoor geen vergunning hoeft te worden aangevraagd. Het bezoekersaantal bedraagt maximaal 250 mensen;

    • b.

      A- evenement: laag risico-evenement, waarbij sprake is van een beperkte impact op de omgeving en het verkeer;

    • c.

      B- evenement: gemiddeld risico-evenement, waarbij sprake is van een grote impact op de directe omgeving en/of gevolgen voor het verkeer;

    • d.

      C- evenement: hoog risico-evenement, waarbij sprake is van een grote impact op de stad en/of regionale gevolgen voor het verkeer.

  • 4.

    Onder evenementenkalender wordt in deze afdeling verstaan een door de burgemeester vast te stellen lijst met A-, B- en C- evenementen die in en kalenderjaar plaatsvinden.

 

Artikel 5.7.2 Vergunningsplicht

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren(evenementenvergunning).

  • 2.

    Geen vergunning als bedoeld in artikel 5.7.2, eerste lid is vereist voor een 0-evenement, als de organisator tenminste acht werkdagen voorafgaand aan het evenement daarvan melding heeft gedaan aan de burgemeester en het evenement voldoet aan de volgende vereisten:

    • het gedurende het evenement verwachte gelijktijdig aantal aanwezigen bedraagt niet meer dan 249 personen;

    • er wordt voldaan aan de eisen gesteld aan het geluidsniveau zoals neergelegd in nadere regels van het college;

    • het evenement vindt plaats tussen 07.00 en 24.00 uur;

    • het is een eendaags evenement;

    • het evenement vindt niet plaats op de rijbaan, (brom)fietspad, het voetgangersgebied in de binnenstad, in een bos, tijdens het broedseizoen van 1 maart tot 15 augustus in een park of vormt anderszins geen belemmering voor het verkeer en de hulpdiensten;

    • er is een organisator;

    • het voornemen tot het houden van een evenement wordt voorafgaand aan het evenement schriftelijk of via een speciale sectie van de gemeentelijke website aan de burgemeester gemeld;

    • de organisator ontvangt via e-mail een ontvangstbevestiging;

    • de melding bevat de naam van de organisator, het verwachte maximum aantal bezoekers op enig moment en gedurende het gehele evenement, de locatie, de tijdstippen van begin en einde en de aard van het evenement;

    • er worden bij het evenement geen dieren gebruikt los van de dieren die onderdeel uitmaken van de dagelijkse bedrijfsvoering;

    • er is geen eerdere melding ontvangen voor het houden van een 0-evenement voor dezelfde datum, tijd en locatie;

    • er is ten behoeve van het evenement geen artikel 35 ontheffing van de Alcoholwet nodig voor het verstrekken van zwak-alcoholische dranken.

  • 2.

    In bijzondere gevallen kan de burgemeester ten gunste van de melder van meldingstermijn afwijken.

  • 3.

    De burgemeester kan binnen vijf werkdagen na ontvangst van de melding als bedoeld in het tweede lid van dit artikel besluiten een 0-evenement te verbieden, als er aanleiding is te vermoeden dat daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.

  • 4.

    Geen vergunning als bedoeld in artikel 5.7.2, eerste lid, en geen melding als bedoeld in artikel 5.7.2, tweede lid, is vereist voor een 0-evenement waarbij gelijktijdig maximaal 20 personen aanwezig zijn, mits voldaan wordt aan de overige vereisten genoemd in artikel 5.7.2, tweede lid.

  • 5.

    Het tweede lid is niet van toepassing op een krachtens artikel 5.7.1, tweede lid, onder f, aangewezen categorie vechtsportwedstrijden of -gala’s.

  • 6.

    Het verbod als bedoeld in het eerste lid is niet van toepassing op een wedstrijd op of aan de weg, in situaties waarin voorzien wordt door artikel 10 juncto 148 van de Wegenverkeerswet 1994.

  • 7.

    De burgemeester kan bij openbare kennisgeving bepalen dat één of meer (categorieën van) evenementen zijn vrijgesteld van de vergunningplicht zoals bedoeld in het eerste lid.

  • 8.

    De burgemeester kan bij openbare kennisgeving gebouwen, locaties en gebieden aanwijzen waar het houden van één of meer (categorieën van) evenementen voor een periode van maximaal twee jaar is vrijgesteld van de vergunningplicht zoals bedoeld in het eerste lid.

  • 9.

    De burgemeester kan besluiten de categorie van het evenement aan te passen indien de feiten en omstandigheden hiertoe nopen.

     

Artikel 5.7.3 Evenementenvergunning

  • 1.

    Een aanvraag voor een evenementenvergunning wordt minimaal voor de onderstaande termijn ingediend bij de burgemeester:

A-evenement vier weken voor aanvang van het evenement;

B-evenement acht weken voor aanvang van het evenement;

C-evenement twaalf weken voor aanvang van het evenement.

In bijzondere gevallen kan de burgemeester ten gunste van de aanvrager van deze bepaling afwijken.

  • 2.

    Een evenementenvergunning wordt verleend aan een organisator en bevat een beschrijving van het gebied waarbinnen het evenement plaatsvindt (evenemententerrein), het tijdstip en de duur van het evenement, alsmede een beschrijving van de activiteiten en handelingen die in het kader van het evenement mogen plaatsvinden.

  • 3.

    Activiteiten, die deel uitmaken van een evenementenvergunning, zijn niet afzonderlijk vergunningsplichtig uit hoofde van andere gemeentelijke publiekrechtelijke regelingen.

  • 4.

    Op het evenemententerrein mogen geen activiteiten plaatsvinden die op grond van deze of een andere gemeentelijke verordening vergunningsplichtig zijn, tenzij die activiteiten zijn vermeld in de evenementenvergunning.

  • 5.

    Tenzij de burgemeester anders bepaalt geldt het verbod in het vierde lid niet voor activiteiten waarvan aannemelijk is dat zij krachtens een voor onbepaalde tijd, dan wel voor een periode langer dan drie maanden verleende vergunning ook op het evenemententerrein zouden plaatsvinden als daar geen evenement zou worden gehouden.

  • 6.

    Bij de indiening van de vergunningaanvraag worden de gegevens, bedoeld in artikel 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen, aangeleverd voor zover voor het evenement een gebruiksmelding zou moeten worden gedaan op grond van artikel 2.1, eerste lid, van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.

  • 7.

    Een beslissing op een aanvraag voor een evenement wordt opgeschort, indien de milieuwetgeving eisen stelt aan het betreffende evenement en zolang de organisator niet heeft voldaan aan die eisen.

  • 8.

    De burgemeester kan een vergunning weigeren, indien:

    • a.

      er, gelet op de aard van het evenement, onevenredig veel beslag wordt gelegd op de openbare ruimte, gemeentelijke diensten of hulpdiensten;

    • b.

      het aantal bezoekers dat wordt verwacht onevenredig veel beslag legt op de ruimte, gemeentelijke diensten of hulpdiensten;

    • c.

      de aard van het evenement zich niet verdraagt met het karakter of de bestemming van de gevraagde locatie;

    • d.

      er gevaar bestaat voor de openbare orde, zedelijkheid, gezondheid of veiligheid, waaronder de brandveiligheid en het belang van het voorkomen van wanordelijkheden;

    • e.

      er gevaar bestaat voor ernstige verkeersbelemmeringen;

    • f.

      er gevaar bestaat voor een onaanvaardbare belasting voor de omgeving als gevolg van het evenement;

    • g.

      de organisator onvoldoende waarborgen biedt voor een goed verloop van het evenement;

    • h.

      de organisator onvoldoende waarborgen biedt om schade aan het milieu te voorkomen dan wel zoveel mogelijk te beperken;

    • i.

      er gevaar bestaat voor verontreiniging;

    • j.

      er gevaar bestaat voor de beschadiging van gemeentelijke dan wel particuliere eigendommen;

    • k.

      de organisator niet aantoont dat hij voldoet aan de eisen van de milieuwetgeving, indien van toepassing;

    • l.

      er één of meer aanvragen voor samenlopende concurrerende evenementen zijn ingediend;

    • m.

      de weigering in het belang van een krachtens de Gemeentewet ingestelde markt is;

    • o.

      onvoldoende aannemelijk is dat voldaan wordt aan de eisen die het college in nadere regels stelt aan het geluidsniveau van het programma tijdens het evenement indien het Activiteitenbesluit niet van toepassing is.

  • 9.

    De burgemeester kan ter verzekering van de nakoming van de voorschriften in de vergunning bepalen dat een waarborgsom moet worden voldaan voordat het evenement wordt gehouden.

  • 10.

    De burgemeester is bevoegd tot het vaststellen van de evenementenkalender.

  • 11.

    De burgemeester kan ter regulering van het evenement aan de vergunning voorschriften verbinden die betrekking hebben op het geluidsniveau van het programma tijdens het evenement, voor zover het Activiteitenbesluit niet van toepassing is. Hiervoor stelt het college nadere regels vast.

  • 12.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

     

Artikel 5.7.4 Behoud privaatrechtelijke bevoegdheden (gebruiksovereenkomst)

De voorgaande artikelen laten onverlet de bevoegdheid van de gemeente om voorwaarden te stellen aan het gebruik van gemeentegrond of openbaar water als evenemententerrein. Het sluiten van een gebruiksovereenkomst kan als voorwaarde in de evenementenvergunning worden opgenomen. In deze gebruiksovereenkomst kunnen onder meer voorwaarden worden opgenomen die zien op de in art 5.7.3, achtste lid genoemde belangen.

 

Artikel 5.7.5 Ordeverstoring

Het is verboden bij een evenement de orde te verstoren.

 

Artikel 5.7.6 Onnodig opdringen, uitdagend gedrag e.d. bij een evenement

  • 1.

    Het is verboden bij een evenement onnodig op te dringen, door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot wanordelijkheden of wanordelijkheden te veroorzaken.

  • 2.

    Het is verboden bij een evenement messen, knuppels, slagwapens of andere voorwerpen die als wapen kunnen worden gebruikt, op een zodanige wijze mee te voeren dat de openbare orde of veiligheid in gevaar kan komen.

  • 3.

    Een ieder is verplicht bij een evenement alle aanwijzingen van ambtenaren van politie en brandweer in het belang van de openbare orde of veiligheid terstond en stipt op te volgen.

  • 4.

    Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor wapens behorende tot de categorieën I, II, III en IV Wet wapens en munitie en voor zover door het bij zich dragen van deze voorwerpen de openbare orde of veiligheid niet in gevaar komt of kan komen."

 

Toelichting

"Toelichting artikel 5.7.1 e.v. Evenementen

 

Algemeen

 

Tussen de wenselijkheid van het houden van bepaalde evenementen en de overlast die evenementen met zich meebrengen dient een evenwicht te bestaan. Een beleidsinstrument bij uitstek om een dergelijk evenwicht te realiseren is regelgeving. De vergunningplicht voor evenementen staat daarbij centraal.

 

Uit jurisprudentie (Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State, 11 maart 1999, Gst. 1999, 7098, nr. 3 m.nt. HH) blijkt dat het mogelijk is een "overall"-vergunning voor een evenement af te geven, in plaats van allerlei afzonderlijke vergunningen (voor bv. podia, muziek, standplaatsen). Hiermee is rekening gehouden bij het opstellen van de onderhavige bepalingen. Daarbij is aansluiting gezocht bij hetgeen in andere grote steden in de APV is geregeld.

 

5.7.1. Definities

 

Aangezien het begrip evenement algemeen wordt omschreven, vallen onder deze definitie alle soorten evenementen. Hieronder vallen onder meer straat- en buurtfeesten, optochten, kermissen, circussen, braderieën, fiets- en wandeltochten, vertoningen, voorstellingen, snuffelmarkten en herdenkingen.

 

Omdat niet elk evenement dezelfde impact heeft, is in de APV een onderscheid gemaakt naar de grootte van de evenementen, de risico's voor de openbare orde, openbare veiligheid, de volksgezondheid en het milieu en de impact die het evenement heeft op de directe omgeving.

Zodoende is er een indeling gemaakt van 0, A, B en C evenementen.

 

5.7.2 Vergunningsplicht

 

Het begrip evenement is ruim geredigeerd. In de praktijk kan het wenselijk blijken dat bepaalde (categorieën van) evenementen worden vrijgesteld van de vergunningplicht.

 

Zo is voor kleine (buurt) evenementen die aan een aantal voorwaarden voldoen geen vergunning noodzakelijk (tweede en derde lid), maar er moet wel acht dagen van te voren een melding bij de burgemeester worden gedaan. Als er aanleiding is om te vermoeden dat de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt kan de burgemeester het 0-evenement binnen vijf werkdagen verbieden. Indien er bij het evenement dieren worden gebruikt die geen onderdeel uitmaken van de dagelijkse bedrijfsvoering, is er geen sprake van een 0-evenement. Er moet dan een vergunning worden aangevraagd zodat het welzijn van die dieren kan worden gemonitord en er extra voorwaarden kunnen worden opgenomen in de vergunning.

 

Niet in alle gevallen is acht dagen van tevoren duidelijk dat er kleinere evenementen, zoals bijvoorbeeld straatbarbecues of picknicks plaats zullen gaan vinden. Dit kan immers afhangen van de weersverwachting. Ook acties zoals een stille tocht of herdenking kennen door de actualiteit vaak een urgentie om eerder dan na acht dagen plaats te kunnen vinden. De aanvraagtermijn van acht dagen is in zulke gevallen onevenredig lang. Om deze initiatieven niet onmogelijk te maken is het van belang dat de burgemeester de mogelijkheid krijgt om een kortere meldingstijd te accepteren.

 

In het aangepaste artikel 5.7.1 worden evenementen breed gedefinieerd. Ook feesten of barbecues in de buurt worden gedefinieerd als evenement. Indien deze evenementen als 0 evenement worden gezien (minder dan 249 bezoekers), dan geldt met voorwaarden alleen de plicht om het evenement minimaal 8 werkdagen van tevoren bij de burgemeester te melden. Dit zal feitelijk ook gelden als bijvoorbeeld een klein groepje buurtbewoners samen gaat barbecueën in het hofje waaraan ze wonen.

De indieners zijn van mening dat voor kleine evenementen in de wijk überhaupt geen vergunnings- of meldingsplicht moet gelden. Door de kleine schaal van deze evenementen is de mogelijke overlast relatief beperkt. De indieners zijn van mening dat een meldingsplicht voor zeer kleinschalige evenementen nauwelijks een bijdrage levert aan het reguleren van evenementen in de stad en de regeldruk voor bewoners onnodig vergroot.

Met dit wijzigingsvoorstel wordt de vergunnings- en meldingsplicht voor 0-evenementen tot maximaal 20 gelijktijdige deelnemers geschrapt.

 

Voor vechtsportwedstrijden of -gala's geldt dat er in de door de burgemeester aangewezen categorie altijd een vergunning moet worden aangevraagd.

 

Verder valt te denken aan bijvoorbeeld theatervoorstellingen, of muziekoptredens in gebouwen. Voorwaarde hierbij is uiteraard dat de in artikel 5.7.3, achtste lid van de APV genoemde omstandigheden zich niet voordoen. In deze gevallen is het niet zinvol voor elke voorstelling een aparte vergunning aan te vragen. In het zesde lid is daarom voor de burgemeester de mogelijkheid geopend om voor bepaalde (categorieën van) evenementen vrijstelling te verlenen van de vergunningplicht. Deze vrijstelling van de vergunningsplicht is beperkt tot evenementen in gebouwen. Voor evenementen in de openbare lucht geldt, gelet bv. op mogelijke (geluids)overlast, dat per definitie een vergunning nodig is.

 

In het achtste lid wordt gesteld dat de burgemeester kan besluiten de categorie van het evenement aan te passen indien de feiten en omstandigheden hiertoe nopen. Hoewel een risicoanalyse een goede indicatie geeft over de risico's van het betreffende evenement, kan het zijn dat feiten en/of omstandigheden ertoe leiden dat de categorie indeling opgeschaald moet worden of afgeschaald kan worden.

 

Nieuw in de APV is dat organisatoren bij de inzet van dieren bij evenementen altijd een vergunning moeten aanvragen. Dit geldt zowel voor de A, B en C-evenementen als ook voor de 0- evenementen die normaal gesproken alleen meldingsplichtig zijn. Er moet dan een vergunning worden aangevraagd zodat het welzijn van die dieren kan worden gemonitord.

 

5.7.3 Evenementenvergunning

 

Om evenementen veilig te laten verlopen is het noodzakelijk dat medewerkers van de gemeente, politie, ODRA en brandweer de burgemeester kunnen adviseren. Zodoende is het noodzakelijk dat aanvragen niet pas enkele dagen voor het evenement compleet kunnen worden aangeleverd. Ook de rechtsbescherming van de omwonenden van een potentieel evenement is gediend met een tijdige aanlevering van aanvragen. Hierdoor is het mogelijk de aanvragen tijdig te publiceren zodat omwonende zienswijze kunnen indienen.

Omdat er zich altijd zeer bijzondere onverwachte situaties kunnen voordoen, een bijzondere (sport)prestatie ofzo, kan de burgemeester ten gunste van de aanvrager van deze regel afwijken.

 

Lid 2

In het vergunningstelsel wordt aan één organisator een vergunning voor het houden van een evenement verleend. Hiermee vervalt de verplichting om voor de verschillende deelactiviteiten, die tijdens een evenement plaatsvinden, aan diverse personen afzonderlijke vergunningen te verlenen.

 

Lid 3 en 4

Onder een evenement wordt volstaan alle activiteiten die als hoofd- of deelzaak/zaken bijdragen aan het geheel van het evenement. Dit geldt bv. zowel voor het afsteken van vuurwerk tijdens een evenement, als het verkopen van waren (innemen standplaats).

 

De uitbesteding van onderdelen van het evenement aan derden is niet van belang voor de vergunningverlening. Het gevolg hiervan is dat de organisator en ondernemers of bedrijven privaatrechtelijk aan elkaar zijn gebonden zonder gemeentelijke bemoeienis. Het is verder niet mogelijk om als ondernemer bepaalde activiteiten tijdens een evenement zelf te ontplooien zonder dat een overeenkomst is gesloten met de organisator.

 

Lid 5

Indien een derde al een vergunning heeft voor het innemen van de weg (bv. een standplaats of een terras) voor een periode langer dan drie maanden en dit betreft ook de locatie en de tijd van het evenement, dan worden de bestaande rechten van deze derde beschermd op de dagen dat er een evenement wordt gehouden. In dit geval doet de evenementenvergunning geen afbreuk aan het recht van deze derde om ten tijde van het evenement op zijn gebruikelijke plaats van zijn vergunning gebruik te maken volgens de daarbij gestelde voorschriften. De burgemeester is bevoegd om in voorkomende gevallen toch te bepalen dat van de betreffende vergunning geen gebruik mag worden gemaakt. Te denken valt bv. aan situaties zoals bij Koningsdag, waarbij op de diverse pleinen geen gebruik mag worden gemaakt van de verleende terrasvergunningen.

 

Lid 7

 

In de praktijk kan er sprake zijn van samenloop van regelgeving ten behoeve van het voorkomen van overlast bij evenementen. Hiervan is bijvoorbeeld sprake indien een evenement met versterkte muziek zowel op de openbare weg als in of nabij horecagelegenheden (terras) plaatsvindt. Immers, in dit geval is zowel een evenementenvergunning op grond van de APV als een buitenwerkingstelling van de geluidsnormen als genoemd in het Activiteitenbesluit nodig. Er zou een situatie kunnen ontstaan waarbij er wel een evenementenvergunning wordt verleend, maar het evenement toch niet (legaal) kan plaatsvinden omdat de geluidsniveaus vrijwel zeker zullen worden overtreden. Daarom wordt een aanhoudingsplicht in de APV opgenomen. Zolang niet wordt voldaan aan de vereisten van de milieuwetgeving zal de burgemeester omtrent de aanvraag voor een evenement niet beslissen.

 

Lid 8

 

Door het opnemen van deze weigeringsgronden wordt aangegeven dat evenementen van groot belang zijn voor de stad, mits er voldaan is aan bepaalde randvoorwaarden. Deze waarborgen een goed en evenwichtig samengaan van het belang bij evenementen met de andere belangen van de stad en haar inwoners. De criteria, die in samenhang dienen te worden bezien, maken deel uit van een integrale afweging van de positieve en negatieve aspecten van een evenement en leiden tot een belangrijke bijdrage aan een evenwichtig besluitvormingsproces.

 

Bijvoorbeeld wordt het mogelijk een op zichzelf aantrekkelijk evenement op een bepaalde plaats niet toe te staan, als op die plaats gedurende het jaar al een groot aantal evenementen plaatsvindt. Het toestaan van weer een evenement kan leiden tot een onaanvaardbare belasting voor de omgeving of de omwonenden. Hiermee kan derhalve ongewenste cumulatie van evenementen op één plaats worden voorkomen.

 

Het begrip verkeersbelemmeringen onder sub e is ruim bedoeld, d.w.z. dat ook fietsers en voetgangers hieronder vallen.

 

Nieuw is de grond onder sub l om te weigeren in geval er één of meer aanvragen voor samenlopende concurrerende evenementen zijn ingediend. Het kan immers gebeuren dat meerdere aanvragen voor het houden van een evenement worden ingediend voor dezelfde locatie, datum en tijd. We spreken dan over samenlopende aanvragen. Dat wil nog niet direct zeggen dat deze evenementen niet gelijktijdig door kunnen gaan. Dat is pas het geval als deze evenementen elkaar negatief beïnvloeden. Denk bijvoorbeeld aan evenementen die op dezelfde plaats gepland zijn, evenementen die thematisch niet bij elkaar passen of waarvan de geluidsniveaus of muziekstijlen elkaar beïnvloeden. In dat geval spreken we over concurrerende aanvragen.

 

5.7.4 Behoud privaatrechtelijke bevoegdheden

Evenementen vinden binnen de gemeente ook vaak plaats in de gemeentelijke parken, op gemeentegrond of openbaar water. Naast het verlenen van de vergunning en de (algemene) belangen die daarbij worden gewogen, is in het recente verleden een noodzaak gebleken om hiernaast ook een aantal afspraken te kunnen maken als eigenaar van deze openbare ruimte. Deze afspraken worden tussen de gemeente en de organisator gemaakt in een gebruiksovereenkomst.

 

 

5.7.6 Onnodig opdringen, uitdagend gedrag e.d. bij een evenement

 

Deze bepaling heeft ten doel de openbare orde of veiligheid bij een evenement te waarborgen. De bepaling is voornamelijk preventief van aard, in die zin dat hiermee voorkomen kan worden dat (dreigende) situaties uit de hand lopen. Hiertoe is in het eerste lid onder andere opgenomen, dat het verboden is door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot wanordelijkheden. Hierbij moet worden gedacht aan de situatie waarin één of meerdere bezoekers anderen met bijvoorbeeld opruiende taal of gebaren uitlokken tot ordeverstorend gedrag.

 

Ingevolge het tweede lid kan onder andere worden opgetreden tegen personen die bij een evenement bijvoorbeeld een “aardappelschilmesje” in de binnenzak van hun jas meevoeren. Dit meevoeren dient op een zodanige wijze plaats te vinden, dat hiermee de openbare orde of veiligheid in gevaar komt of kan komen. Hiervan zal sprake zijn indien betrokkene het mesje aan anderen toont, met de bedoeling hiermee bij hen een schrikreactie teweeg te brengen."

 

B. De artikelen in de Algemene plaatselijke verordening, met uitzondering van hoofdstuk 5, afdeling 7, als volgt te wijzigen dat daar waar in artikelen wordt verwezen naar "artikel 5.7.1", deze wordt vervangen door "artikel 5.7.2".

 

II Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: "Wijziging van de APV Hoofdstuk 5, Afdeling 7: evenementen"

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 29 juni 2022.

De griffier, De voorzitter,

Naar boven