Handreiking Geluidbeleid Goede Ruimtelijke Ordening Gemeenten Hoeksche Waard

[Op 6 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders deze regeling opnieuw geldend verklaard voor het grondgebied gemeenten Hoeksche Waard. Dit besluit is bekendgemaakt op 4 december 2020 in Gemeenteblad 2020, 319684.]

 

1 Inleiding

 

Deze handreiking is bedoeld om de milieu- en RO-medewerkers van de gemeente te ondersteunen bij het geven van een invulling aan een goede ruimtelijke ordening van de Gemeenten Hoeksche Waard. In deze handreiking worden eerst de belangrijkste geluidbronnen in de Gemeenten Hoeksche Waard weergegeven. Daarna wordt een verdere uitwerking van het begrip cumulatieve geluidbelasting gegeven en is een aantal cases uitgewerkt waarbij het Geluidbeleid goede ruimtelijke ordening van de gemeenten in de Hoeksche Waard is toegepast. Ten slotte wordt de gewenste ligging van de geluidluwe zijde van een woning geïllustreerd.

2 Geluidbronnen in de gemeenten van de Hoeksche Waard

2.1 Geluidbronnen in de gemeente Binnenmaas

Onderstaande geluidbronnen zijn van invloed op het woon- en leefklimaat in de gemeente Binnenmaas.

 

Industrielawaai

Voor de gemeente Binnenmaas zijn vier gezoneerde industrieterreinen relevant.

Dit betreffen het industrieterrein “Puttershoek” (Suikerunie) en het industrieterrein “CMC-Melkunie”.

Beide industrieterreinen zijn gelegen op het grondgebied van de gemeente Binnenmaas.

Daarnaast is de geluidzone van het industrieterrein “Skelterbaan”, gelegen in de gemeente Strijen, voor de gemeente Binnenmaas van belang. Dit zelfde geldt voor de geluidzone van het,

in Dordrecht en Zwijndrecht gelegen, industrieterrein “Groote Lindt / Dordt-West”. De zone hiervan overlapt het uiterste noordoostelijke gedeelte van de gemeente Binnenmaas.

 

Wegverkeerslawaai

Binnen of nabij de gemeente liggen gezoneerde en niet-gezoneerde gemeentelijke wegen, waterschapswegen, provinciale wegen en rijkswegen:

De wegen met de hoogste verkeersintensiteit zijn:

  • Rijksweg A29

  • Provinciale wegen N217, N489, N490 en N491

  • Waterschapsweg Stougjesdijk

  • Gemeentelijke wegen Sportlaan, Wilhelminastraat en Maasdamseweg

Railverkeerslawaai

Binnen of nabij de gemeente ligt zowel de Hogesnelheidslijn HSL (traject 635) als de spoorlijn Dordrecht - Breda (traject 620).

2.2 Geluidbronnen in de gemeente Cromstrijen

Onderstaande geluidbronnen zijn van invloed op het woon- en leefklimaat in de gemeente Cromstrijen.

 

Industrielawaai

Binnen het grondgebied van de gemeente Cromstrijen is geen gezoneerd industrieterrein gelegen. Wel is de geluidzone van in ieder geval het industrieterrein Moerdijk binnen de gemeentegrenzen

van Cromstrijen gelegen. Dit betreft een klein gedeelte in het zuidoosten van de gemeente.

 

Wegverkeerslawaai

Binnen of nabij de gemeente liggen gezoneerde en niet-gezoneerde gemeentelijke wegen, waterschapswegen, provinciale wegen en rijkswegen.

De wegen met de hoogste verkeersintensiteit zijn:

  • Rijksweg A29

  • Provinciale wegen N487 en N488

  • Waterschapswegen Oud-Cromstrijensedijk en stuk Provinciale weg/Korteweg

  • Gemeentelijke wegen Burgemeester de Zeeuwstraat (Numansdorp) en Molendijk (Klaaswaal).

2.3 Geluidbronnen in de gemeente Korendijk

Onderstaande geluidbronnen zijn van invloed op het woon- en leefklimaat in de gemeente Korendijk.

 

Industrielawaai

Binnen het grondgebied van de gemeente Korendijk is geen gezoneerd industrieterrein gelegen. Ook is er geen geluidzone van een buiten deze gemeente gelegen industrieterrein binnen

de gemeente Korendijk gelegen.

 

Wegverkeerslawaai

Binnen of nabij de gemeente liggen gezoneerde en niet-gezoneerde gemeentelijke wegen, waterschapswegen en provinciale wegen. Binnen het grondgebied van de gemeente Korendijk liggen geen rijkswegen.

De wegen met de hoogste verkeersintensiteit zijn.

  • Provincialeweg N217 (Spuidijk)

  • Waterschapsweg Noord Achterweg / Ronduitweg / Hoge Weg

  • Gemeentelijke wegen Spuidijk (stuk), Buitenom, Zwart Sluisje en Sluitjesdijk.

2.4 Geluidbronnen in de gemeente Oud-Beijerland

Onderstaande geluidbronnen zijn van invloed op het woon- en leefklimaat in de gemeente Oud-Beijerland.

 

Industrielawaai

Binnen het grondgebied van de gemeente Oud-Beijerland is geen gezoneerd industrieterrein gelegen. Ook is er geen geluidzone van een buiten deze gemeente gelegen industrieterrein binnen

de gemeente Oud-Beijerland gelegen.

 

Wegverkeerslawaai

Binnen of nabij de gemeente liggen gezoneerde en niet-gezoneerde gemeentelijke wegen, waterschapswegen, provinciale wegen en rijkswegen.

De wegen met de hoogste verkeersintensiteit zijn:

  • Provincialeweg N217, inclusief Kwakscheweg, Groeneweg en Ruisscheweg;

  • Waterschapsweg Oud-Beijerlandsedijk, Langeweg;

  • Gemeentelijke wegen gedeelte Stougjesdijk, Beneden Oostdijk, Koninginneweg, Julianastraat, Randweg, Burg. Diepenhorstsingel en Jan van der Heijdenstraat.

2.5 Geluidbronnen in de gemeente Strijen

Onderstaande geluidbronnen zijn van invloed op het woon- en leefklimaat in de gemeente Strijen.

 

Industrielawaai

Voor de gemeente Strijen zijn twee gezoneerde industrieterreinen van belang. Dit betreft

de geluidzone rond het industrieterrein “Skelterbaan” gelegen in de gemeente Strijen en

de geluidzone van het industrieterrein Moerdijk, gelegen ten zuiden van het Hollands Diep.

 

Wegverkeerslawaai

Binnen of nabij de gemeente liggen gezoneerde en niet-gezoneerde gemeentelijke wegen, waterschapswegen en provinciale wegen. In Strijen liggen geen rijkswegen.

De wegen met de hoogste verkeersintensiteit zijn.

  • Provincialeweg N491 (Trambaan)

  • Gemeentelijke wegen Trambaan (deel), Oud Bonaventurasedijk en deel van

  • de Oranjestraat/Molenstraat.

Railverkeerslawaai

Binnen of nabij de gemeente ligt de Hogesnelheidslijn (HSL) (traject 635)

3 Cumulatieve geluidbelasting

 

In het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2012 is in de bijlage de berekeningsmethode opgenomen voor de cumulatieve geluidbelasting: LCUM.

 

Van cumulatie is sprake als een geluidgevoelige bestemming door meerdere geluidbronnen wordt belast, bijvoorbeeld door meerdere wegen en / of zowel door weg-, rail-, scheepsvaart als door industrielawaai.

 

Een geluidbronsoort wordt alleen meegenomen in de berekening van de cumulatieve geluidbelasting indien de geluidbelasting door deze bronsoort boven de voorkeursgrenswaarde voor deze bronsoort is gelegen. Voor wegverkeer geldt onderhavig beleid vanaf een gecumuleerde geluidbelasting van 53 dB (zonder aftrek conform artikel 110g Wet geluidhinder ).

 

Voor railverkeerslawaai, scheepvaartlawaai en industrielawaai is geen sprake van een correctie zoals bij wegverkeer. Voor deze geluidbronnen geldt dus het beleid vanaf de voorkeursgrenswaarde.

 

NB: Bij de berekening van de cumulatieve geluidbelasting wordt de geluidbelasting ten gevolge

van de relevante wegen waar een snelheidsregime van 30 kilometer per uur heerst ook meegenomen.

4 Geluidluwe gevel en geluidluwe buitenruimte

 

Als aanvullende eis in het geluidbeleid goede ruimtelijke ordening van de Gemeenten Hoeksche Waard geldt dat woningen met een tuin moeten kunnen beschikken over een geluidluwe (of een deel daarvan) achter- of zijtuin, hebben van minimaal 20 m2, omdat in de achter- of zijtuin weg-, rail-, scheepsvaart en/of industrielawaai tot grote hinder kan leiden.

 

Hieronder wordt de gewenste ligging van de geluidluwe zijde van woningen geïllustreerd.

5 Voorbeelden toepassing geluidbeleid goede ruimtelijke ordening

 

Case I: Ontwikkellocatie langs een doorgaande weg

Figuur 1: bovenaanzicht doorgaande weg met woonbebouwing

 

Beschrijving:

Geluidbelasting van één geluidbron (doorgaande weg) Lden 57 dB (exclusief aftrek).

De cumulatieve geluidbelasting bedraagt LCUM = 57 dB.

De achtergevel van de bestaande woningen is geluidluw.

Er zijn 4 nieuwe woningen gepland op de ontwikkellocatie.

 

Figuur 1a: Verloop stroomschema bij deze case

 

In deze situatie is sprake van een kleinschalige ontwikkeling. In het akoestisch onderzoek is dus niet gekeken naar de effecten van geluidreducerende maatregelen, overeenkomstig het beleid van de gemeente. Ook een motivatie van de gekozen inrichting van het plangebied is gezien het kleine aantal woningen (<10 voor nieuwe bouw) niet noodzakelijk.

De nieuw geplande woningen liggen niet in de zone van een andere geluidbron. De cumulatieve geluidbelasting (LCUM) is gelijk aan de geluidbelasting ten gevolge van het wegverkeer.

 

De nieuw te ontwikkelen woningen hebben één geluidluwe zijde en indien aan deze zijde de buitenruimte wordt gepland, ook een geluidluwe buitenruimte. Daarmee wordt voldaan aan de randvoorwaarden die B&W stelt aan een acceptabel woon- en leefklimaat.

 

B&W stelt hogere waarden vast

van 52 dB (inclusief aftrek) ten gevolge van de stedelijke doorgaande weg voor de nieuw te ontwikkelen woningen.

Bij toetsing aan het Bouwbesluit aangaande het binnenniveau is het uitgangspunt LCUM van 57 dB.

 

De hogere waarde van 52 dB wordt geregistreerd bij het Kadaster.

 

Case II: Ontwikkelingslocatie in de buurt van een kruising en een industrieterrein

Figuur 2: Ontwikkelingslocatie nabij een kruising en industrieterrein

 

Beschrijving:

Geluidbelasting ten gevolge van de doorgaande 50 kilometer per uur weg bedraagt Lden 58 dB (exclusief aftrek).

Geluidbelasting van 30 kilometer weg bedraagt Lden 55 dB (exclusief aftrek).

Geluidbelasting ten gevolge van het gezoneerde industrieterrein bedraagt Letm 52 dB(A).

De cumulatieve geluidbelasting bedraagt maximaal LCUM 59 dB (exclusief aftrek).

Er zijn 20 nieuwe woningen gepland op de ontwikkellocatie.

De nieuwe woningen zijn tevens gelegen in de invloedssfeer van een 30 kilometer per uur weg.

 

De ontwikkelingslocatie kan op verschillende wijze worden ingevuld. In totaal kunnen deze 20 te ontwikkelen woningen als laagbouw of hoogbouw ontwikkeld worden. Invulling van het plangebied is van invloed op de geluidbelasting op de gevels maar ook op de mogelijkheden tot het creëren van geluidluwe gevels.

 

Een voorbeeld van een mogelijke invulling van de locatie is weergegeven in de volgende figuur.

Figuur 2a: Bovenaanzicht mogelijke invulling ontwikkelingslocaties

 

Het appartementencomplex bestaat uit meerdere woonlagen met in totaal 20 woningen. Er kunnen appartementen worden gerealiseerd met buitenruimtes aan de zijde van de binnentuin als aan de doorgaande weg. Door de wijze waarop het appartementencomplex wordt gebouwd ten opzichte van de geluidbronnen is het noodzakelijk om de cumulatieve geluidbelasting op de verschillende meetpunten vast te stellen. In de onderstaande tabel is aangegeven wat het verschil is tussen de meetpunten:

 

Meetpunt

30 km/u weg

Lden in dB (exclusief aftrek)

Doorgaande weg Lden in dB (exclusief aftrek)

Industrieterrein

Letm in dB(A)

LCUM  in dB

A

-

58

52

59

B

55

-

-

55

C

55

55

52

59

 

Toelichting:

In de tabel zijn alleen de waarden boven de voorkeursgrenswaarde opgenomen.

De geluidbelastingen van de wegen is weergegeven exclusief aftrek ex artikel 110g Wgh.

 

Figuur 2b: Verloop stroomschema bij case II

Er is sprake van een kleinschalige ontwikkeling. Gevolg hiervan is dat in het akoestisch onderzoek de geluidbelasting van de verschillende geluidbronnen is berekend en het cumulatieve geluidniveau, LCUM. Aangezien het om meer dan

10 woningen gaat is onderzoek naar bron- en overdrachtsmaatregelen uitgevoerd. Ook is een motivatie opgesteld waarom het plangebied op de gekozen manier wordt ingericht.

 

In de bovenstaande tabel is voor de verschillende meetpunten de (cumulatieve) geluidbelasting weergegeven, inclusief de bijdrage van de 30 kilometer weg.

 

Bij deze indeling van de ontwikkellocatie is er een geluidluwe binnentuin. Aandachtspunt zijn de hoekappartementen: het bouwplan dient zodanig te worden ontworpen dat ook de hoekappartementen een buitenruimte aan de geluidluwe binnentuin hebben.

 

In dat geval stelt B&W de volgende hogere waarde vast:

 

Appartement 1 (meetpunt C)

53 dB (inclusief aftrek) ten gevolge van de doorgaande weg (dit is de hoogste geluidbelasting op de gevel van dit appartement ten gevolge van de doorgaande weg) en 52 dB(A) ten gevolge van het industrieterrein.

 

Appartementen 2 (meetpunt B)

53 dB (inclusief aftrek) ten gevolge van de doorgaande weg en 52 dB(A) ten gevolge van het industrieterrein.

 

Appartementen 3 (meetpunt A)

Voor deze woningen worden géén hogere waarden vastgesteld omdat deze woningen alleen geluidbelasting van de 30 kilometer per uur weg ondervinden. Wel moet voor de geluidbelasting van 55 dB ten gevolge van de 30 kilometer per uur weg de mate van gevelwering worden beoordeeld.

 

Case III: Aanleg van een nieuwe woonwijk langs een drukke hoofdontsluitingsweg, wijkontsluitingsweg en een spoorlijn

Figuur 3: Ontwikkelingslocatie nabij een kruising en industrieterrein (bovenaanzicht)

 

Beschrijving:

Geluidbelasting ten gevolge van de hoofdontsluitingsweg bedraagt Lden 65 dB (exclusief aftrek).

Geluidbelasting ten gevolge van de spoorlijn bedraagt Lden 59 dB.

Geluidbelasting ten gevolge van de wijkontsluitingsweg bedraagt Lden 55 dB (exclusief aftrek).

De cumulatieve geluidbelasting bedraagt LCUM 66 dB.

Er zijn 250 nieuwe woningen gepland op de ontwikkellocatie.

De nieuwe woningen liggen in de invloedssfeer van een 30 kilometer per uur weg.

 

Figuur 3a: Verloop stroomschema bij case III

Er is sprake van een grootschalige ontwikkeling. Bij dit ontwikkelingsinitiatief moet onderzocht worden wat de mogelijkheden zijn om de geluidbelasting te reduceren. In deze situatie valt te denken aan afschermende maatregelen langs het spoor en de weg of bronmaatregelen aan de weg.

 

Tevens moet gemotiveerd worden waarom het plangebied niet op een andere manier ingericht kan worden om daarmee een akoestisch gunstigere situatie te creëren.

 

In het akoestisch onderzoek moeten de verschillende mogelijkheden zijn onderzocht. Uit dit onderzoek moet tevens duidelijk worden welk geluidreducerend effect de (combinatie van) maatregelen heeft op de cumulatieve geluidbelasting.

 

Uit dit onderzoek kan bepaald worden of het nog noodzakelijk is om hogere waarden vast te stellen na uitvoering van (een deel van) de maatregelen of dat geen maatregelen worden uitgevoerd omdat deze ondoeltreffend zijn of op ernstige bezwaren stuiten. Dit laatste is ter beoordeling van

B&W. Zij beoordelen hierbij tevens of het woon- en leefklimaat acceptabel is, indien geen of slechts een deel van de maatregelen worden getroffen.

 

 

De mogelijke maatregelen hebben alle voor- en nadelen voor wat betreft de mate van geluidreductie op de cumulatieve geluidbelasting, kosten en uitvoerbaarheid van de maatregelen. In de ontwikkelingscase III kunnen de volgende maatregelen worden onderzocht:

Afschermende maatregelen spoorlijn: deze maatregelen heeft slechts een marginaal effect op het verlagen van de cumulatieve geluidbelasting en is daarom financieel niet doelmatig.

 

Afschermende maatregelen doorgaande weg: langs de weg kunnen verschillende afschermende voorzieningen worden gebouwd welke alle voordelen of nadelen hebben, zoals:

  • Wal: neemt veel ruimte in beslag welke potentieel bebouwd had kunnen worden, de kosten zijn echter beperkt,

  • Geluidscherm: vergroot het te bebouwen oppervlak van de ontwikkelingslocatie, de kosten kunnen aanzienlijk zijn,

  • Aaneengesloten bebouwing van garages of tuinhuizen: zorgt voor een geluidluw gebied, maar beperkt ook de invulmogelijkheden van het gebied.

Bronmaatregelen doorgaande weg: deze maatregel heeft een behoorlijk reducerend effect op de cumulatieve geluidbelasting, er is sprake van initiële kosten bij de aanleg maar ook van beheer en onderhoudskosten.

 

Afhankelijk van de uit te voeren maatregelen en de afstand van de geplande bebouwing tot de doorgaande weg en de spoorweg kunnen hogere waarden worden vastgesteld met randvoorwaarden betreffende de geluidluwe gevel en/of buitenruimte. In dit geval is gekozen voor het onderstaande maatregelenpakket en indeling van het plangebied.

Figuur 3b: Maatregelenpakket voor de ontwikkellocatie

 

De keuze van de ontwikkelaar voor de afschermende aaneengesloten rij tuinhuisjes zorgt voor een geluidluwe buitenruimte, op de verdieping van de woningen kan niet aan de voorkeursgrenswaarden worden voldaan. De aardenwal in combinatie met de afstand gecreëerd door de speelweide zorgt

ervoor dat aan de voorkeursgrenswaarden wordt voldaan.

 

In dit geval stelt B&W een hogere waarde vast ten gevolge van het wegverkeer en railverkeer voor de eerstelijns twee-onder-eenkap woningen. De gemeente registreert deze hogere waarden bij het Kadaster.

Naar boven