Verordening tot technische wijziging en actualisatie van de Algemene plaatselijke verordening in het kader van het aanpassen aan de Omgevingswet, de Alcoholwet, de uitspraak van de Hoge Raad over het hesjesverbod en de actualisatie van het lachgasartikel

[Dit wijzigingsbesluit zal vanwege de verschillende data van inwerkingtreding in twee verschillende publicaties verwerkt worden. In dit Gemeenteblad zullen de wijzigingen van artikel I, onderdelen C, F, H, I, L, N, O, P, Q en R, subonderdelen 1, 3 en 4 verwerkt worden.]

 

De raad van de gemeente Alkmaar;

 

 

gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 mei 2022;

 

 

gelet op het advies van de commissie bestuur en middelen van 14 juni 2022;

 

 

gelet op de artikelen 108 en 149 van de Gemeentewet en artikel de 4, 25a, 25b, 25c en 25d van de Alcoholwet;

 

 

b e s l u i t

 

 

Vast te stellen de navolgende Verordening tot technische wijziging en actualisatie van de Algemene plaatselijke verordening in het kader van het aanpassen aan de Omgevingswet, de Alcoholwet, de uitspraak van de Hoge Raad over het hesjesverbod en de actualisatie van het lachgasartikel

Artikel I Wijziging verordening

De Algemene plaatselijke verordening wordt als volgt gewijzigd:

 

A

Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Onderdeel b komt te luiden:

     

    • b.

      bouwwerk: constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren, met inbegrip van de daarvan deel uitmakende bouwwerkgebonden installaties anders dan een schip dat wordt gebruikt voor verblijf van personen en dat is bestemd en wordt gebruikt voor de vaart;.

  • 2.

    Onderdeel d komt te luiden:

     

    • d.

      gebouw: bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;.

B

Het tweede lid van artikel 2:5 komt te luiden:

 

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Binnenvaartpolitiereglement, de provinciale omgevingsverordening of het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet.

C

Na Paragraaf 4 Veiligheid op of in het openbaar water wordt een artikel ingevoegd, dat luidt:

 

Artikel 2:5a Oogmerkbepaling

 

De bepalingen in deze paragraaf zijn gesteld met het oog op de openbare orde en veiligheid.

 

D

In artikel 2:6, vierde lid, wordt «door de Wet milieubeheer» vervangen door: bij of krachtens de Omgevingswet.

 

E

In artikel 2:8, tweede lid, wordt «Waterverordening provincie Noord-Holland» vervangen door: provinciale omgevingsverordening.

 

F

In artikel 2:10, eerste lid, onderdeel c, wordt «Drank- en Horecawet (Alcoholwet)» vervangen door: Alcoholwet.

 

G

In artikel 2:11, vijfde lid, onderdeel d, wordt «een geldend bestemmingsplan, een ontwerpbestemmingsplan dat ter inzage is gelegd, een beheersverordening, een exploitatieplan of een voorbereidingsbesluit» vervangen door: het omgevingsplan of een bekendgemaakte ontwerpwijziging daarvan.

 

H

Artikel 2:18 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het derde en vierde lid vervallen.

  • 2.

    Het vijfde lid wordt vernummerd tot derde lid.

I

In artikel 2:19, tweede lid, wordt «Drank- en Horecawet (Alcoholwet)» vervangen door: Alcoholwet.

 

J

Artikel 2:20 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het tweede lid, onderdeel a, wordt «een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit» vervangen door: het omgevingsplan.

  • 2.

    Het zevende lid komt te luiden:

     

    • 7.

      Het bepaalde in het vijfde en zesde lid is niet van toepassing op activiteiten binnen een bij of krachtens de Omgevingswet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening aangewezen gebied waar vanwege de aanwezigheid van een weg of waterstaatswerk regels gelden over activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor die weg of dat waterstaatswerk.

K

In artikel 2:21, zesde lid, wordt «Wet milieubeheer» vervangen door: Omgevingswet.

 

L

In artikel 2:29, eerste lid, onderdeel d, wordt «Drank- en Horecawet (Alcoholwet)» vervangen door: Alcoholwet.

 

M

In artikel 2:31, derde lid, onderdeel b, wordt «een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit» vervangen door: het omgevingsplan.

 

N

In artikel 2:35, eerste lid, wordt na «diefstal» ingevoegd: door.

 

O

In artikel 2:37, vijfde lid, wordt «Drank- en Horecawet (Alcoholwet)» vervangen door: Alcoholwet.

 

P

Artikel 2:38 komt als volgt te luiden:

 

Artikel 2:38 Verboden gebruik van lachgas

 

  • 1.

    Het is verboden op een openbare plaats lachgas recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of voorwerpen of stoffen bestemd voor dat gebruik bij zich te hebben, als dit gepaard gaat met overlast of andere gedragingen die de openbare orde verstoren, het woon- of leefklimaat nadelig beïnvloeden of op een andere manier hinder veroorzaken.

  • 2.

    Het is verboden op een openbare plaats die deel uitmaakt van een door het college ter bescherming van de openbare orde of het woon- en leefklimaat aangewezen gebied lachgas recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of voorwerpen of stoffen bestemd voor dat gebruik bij zich te hebben.

Q

Artikel 2:42 vervalt.

 

R

Artikel 3:6 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid, onderdeel h en onder 1°, wordt «Drank- en Horecawet (Alcoholwet)» vervangen door: Alcoholwet.

  • 2.

    In het eerste lid, onderdeel j, wordt «een geldend bestemmingsplan, een bestemmingsplan dat ter inzage is gelegd, beheersverordening, een exploitatieplan of een voorbereidingsbesluit» vervangen door: het omgevingsplan of een bekendgemaakte ontwerpwijziging daarvan.

  • 3.

    In de aanhef van het tweede lid wordt na «onder g» ingevoegd: en h.

  • 4.

    In het tweede lid, onderdeel b, vervalt «vrijwillige» en wordt «artikel 76, derde lid en onder a» vervangen door: artikel 76, tweede lid.

S

In artikel 4:3, vijfde lid, wordt «een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit» vervangen door: het omgevingsplan.

Artikel II Overgangsrecht

Als vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing is ingediend of bezwaar is gemaakt dan wordt daarop beslist met toepassing van de verordening zoals die van kracht was ten tijde van het indienen van de aanvraag of het bezwaar.

Artikel III Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op het tijdstip dat de Omgevingswet in werking treedt, met uitzondering van artikel I, onderdelen C, F, H, I, L, N, O, P, Q en R, onder 1, 3 en 4 die in werking treden op de dag na bekendmaking van deze verordening.

Alkmaar, 23 juni 2022.

De raad van Alkmaar,

Mw. Drs. A.M.C.G. Schouten,

burgemeester

mw. Mr. V.H. Hornstra,

griffier

Toelichting verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening

Algemeen

 

De Algemene plaatselijke verordening (Apv) bevat regels die gaan over openbare orde en veiligheid. De regels zijn aangepast vanwege de inwerkingtreding van de Omgevingswet (Ow). De wettelijke grondslagen en formele verwijzingen zijn geactualiseerd, zodat vanaf januari 2023 doorgewerkt kan worden met de Apv onder de Ow. Het betreft een juridisch-technische omzetting. Dit geldt ook voor de verwijzingen naar de Alcoholwet.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel I, onderdelen A, B, D, E, G, J, K, M, N, O, R en S

 

In de onderdelen A, B, D, E, G, J, K, M, N, O, R en S worden grondslagen en formele verwijzingen geactualiseerd als gevolg van de Ow. Dit heeft geen verdere toelichting nodig. Een aantal onderdelen wordt vanwege het bijzondere karakter hieronder toegelicht.

 

In de onderdelen F, I, L, O en R zijn de formele verwijzingen geactualiseerd als gevolg van de Alcoholwet. Dit heeft ook geen verdere toelichting nodig.

 

A (artikel 1:1)

 

De definities van «bouwwerk» en «gebouw» zoals die zijn opgenomen in onderdeel d en onderdeel f zijn ontleed aan de bijlage (onderdeel A) die hoort bij artikel 1.1 van de Ow respectievelijk aan bijlage I die hoort bij artikel 1.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving.

 

C (artikel 2:5a)

 

Deze opmerkbepaling («met het oog op») is opgenomen om te nadrukken dat de regels die zijn gesteld in de artikelen 2:5 tot en met 2:9 gaan over openbare orde en veiligheid. Deze regels horen daarom thuis in de Apv.

 

H (artikel 2:18) en Q (artikel 2:42)

 

Bij arrest van 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1946, heeft de Hoge Raad het in de Apv van de gemeente Haarlem opgenomen verbod om in het openbaar zichtbaar kleding te dragen van een door de rechter verboden organisatie, onverbindend verklaard. Dit verbod is in strijd is met het in artikel 7, derde lid, van de Grondwet neergelegde recht op vrijheid van meningsuiting. Dit recht op vrijheid van meningsuiting mag alleen bij formele wet worden beperkt. Dat is de Apv niet. Daarom worden vervallen artikel 2:18, derde en vierde lid, en artikel 2:42.

 

P (artikel 2:38)

Lachgas is de gangbare naam voor distikstofmonoxide (N2O). Het inhaleren van lachgas zorgt voor een korte en (soms) sterke roes. Vaak gaat de gebruiker de omgeving anders zien en klinken geluiden anders. Iemand kan lacherig worden, vandaar de naam ‘lach’ gas. Lachgas is een kleurloos gas met een lichtzoete smaak. Lachgas is in winkels en webshops te koop. Het wordt verkocht in kleine metalen patronen (als drijfgas om slagroom mee te spuiten). Voor medische doeleinden en in de autosport is het te koop in grotere metalen cilinders. Op feesten, festivals of feestdagen zoals Koningsdag wordt het per ballon verkocht. Het gas wordt vanuit patronen of cilinder in een ballon gespoten. Het is een feit van algemene bekendheid dat als in en uit een ballon wordt geademd lachgas wordt ingenomen.

 

De afgelopen jaren heeft het gebruik van lachgas een ware vlucht genomen, met name onder jongeren en jongvolwassen, ook in de gemeente Alkmaar.

 

Het gebruik van lachgas leidt tot ongewenst en onberekenbaar gedrag: omvallen, bewusteloosheid, slechte concentratie en onoplettendheid, hallucineren. Doordat lachgas vooral in groepsverband in de openbare ruimte wordt gebruikt, gaat hiervan een dreigende houding uit waardoor omstanders zich onveilig voelen. Het gebruik van lachgas wordt dan als overlastgevend ervaren. Omvallen, duwen en afwijkend gedrag vormt in een menigte of op openbare plaatsen waar publiek aanwezig is een risico voor de openbare orde.

 

Ook kunnen door gebruik ongelukken gebeuren (men raakt onder invloed). Bijvoorbeeld roekeloosheid, vallen of zelfs tijdelijk bewustzijnsverlies. In het verkeer en op straat kan dit tot gevaar leiden.

 

Ter bescherming van de openbare orde en veiligheid en om overlast en hinder tegen te gaan, is het noodzakelijk om het gebruik van lachgas op openbare plaatsen te verbieden.

 

Een algemeen, voor de gehele gemeente geldend gebruiksverbod stuit op juridische bezwaren en is vanuit een oogpunt van proportionaliteit niet te verdedigen. Er zou geen evenredigheid meer zijn tussen middel en doel, wat in strijd is met artikel 3:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Daarom beperkt het verbod in het eerste lid zich tot concrete situaties van oneigenlijk lachgasgebruik, voorbereidingen of het bij zich hebben van hulpmiddelen voor dat gebruik, die gepaard gaan met verstoring van de openbare orde, nadelige beïnvloeding van het woon- of leefklimaat of op een andere manier hinder tot gevolg hebben. Bij handhaving moet kunnen worden aangetoond dat genoemde situaties de oorzaak zijn van de overlast en dergelijke.

 

Op grond van het tweede lid kan het college openbare plaatsen aanwijzen waar het oneigenlijk lachgasgebruik, voorbereidingen of het bij zich hebben van hulpmiddelen voor dat gebruik op voorhand verboden is, los van de vraag of dat in concrete situaties tot ordeverstoringen en dergelijke leidt. In het aanwijzingsbesluit moet het college motiveren waarom het verbod in dat specifieke gebied geldt (het belang van de openbare orde of bescherming van het woon- of leefklimaat). Uit rapportages van de politie kan bijvoorbeeld blijken dat op bepaalde openbare plaatsen sprake is van aantoonbare en structurele overlast door lachgas.

 

R (artikel 3:6)

Tweede lid

In het tweede lid, aanhef en onder b, wordt een schikking met een veroordeling gelijkgesteld. Hiervoor is in het verleden aansluiting gezocht bij het Besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet. De verwijzing naar de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWIR) is geactualiseerd. De schikking is in die wet vervangen door een bestuurlijke strafbeschikking, waarin een geldboete kan worden opgelegd (artikel 76, tweede lid, van de AWIR). Ook in het Alcoholbesluit dat het Besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet vervangt, is deze wijziging doorgevoerd. In verband hiermee is ook het woord «vrijwillige» voor «betaling» geschrapt. Voor de schikking op grond van artikel 74, tweede lid en onder a, van het Wetboek van Strafrecht volgt de vrijwilligheid uit het accepteren van de schikkingsvoorwaarden.

 

Naar boven