Grondstoffenbeleidsplan 2021-2024

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

Gemeente Katwijk staat voor de opgave om de hoeveelheid restafval terug te brengen. Hier zijn twee redenen voor:

  • 1.

    Kostenstijgingen voor de bewoners van gemeente Katwijk in de toekomst beperken;

  • 2.

    Door meer afvalscheiding de waarde van grondstoffen behouden (milieu en duurzaamheid)

 

Gemeente Katwijk heeft te maken met een toename in de kosten om restafval te verbranden. Aangezien de helft van al het afval dat wordt ingezameld, als restafval worden aangeboden, drukt dit zwaar op de kosten. De verbrandingsbelasting die de landelijke overheid heft, zal komende jaren naar verwachting toenemen1, maar ook de verwerking van het restafval is onderhevig aan prijsstijgingen2. Het is dus belangrijk om zo min mogelijk restafval aan te bieden voor verbranding, aangezien een toename in kosten direct terug te zien is in de hoogte van de afvalstoffenheffing.

 

 

Bron: masterclass NVRD, Van Afval naar Grondstof

 

1.2 Doelstelling

Het streven is om 80% afvalscheiding te realiseren eind 2023. Deze ambitie sluit aan op de ambitie van het rijk. In tussenstappen van 75% afvalscheiding in 2020 en 90% afvalscheiding in 2025, is het ultieme doel om in 2050 afvalloos te zijn. Een hoger afvalscheidingspercentage betekent ook minder restafval. In gemeente Katwijk lag het afvalscheidingspercentage in 2019 op 49% en belandde per inwoner gemiddeld 202 kg restafval (grof en fijn) in de grijze container.

De samenstelling van het restafval laat zien dat er nog veel grondstoffen aanwezig zijn en dat het realiseren van een hoger afvalscheidingspercentage haalbaar is. Dit kan alleen door een nieuwe manier van inzamelen.

 

1.3 Kaders en richtingen

Een eerste stap richting een nieuw afvalinzamelsysteem is gezet in januari 2020 door het opstellen van een richtingennotitie. Deze notitie beschrijft de kaders die het realiseren van een hoger afvalscheidingspercentage mogelijk moeten maken:

  • 1.

    Invoering van variabel tariefsysteem: financiële prikkel op het aanbieden van restafval;

  • 2.

    Huidige afvalinzamelsysteem als uitgangspunt nemen, maar de inzameling van grondstoffen aan huis mogelijk maken;

  • 3.

    Keuzemogelijkheid per dorpskern voor de wijze waarop het afval wordt ingezameld;

  • 4.

    Inzetten op het beter sorteren van groente- fruit- en tuinafval (GFT) en plastic en metalen verpakkingen en drinkpakken (PMD).

Variabel tariefsysteem

Om het invoeren van een variabel tarief mogelijk te maken en de service op het inzamelen van grondstoffen te vergroten, moet het huidige netwerk van inzamelmiddelen (rolcontainers, bovengrondse en ondergrondse containers) worden aangepast. Daarnaast zijn de huidige rolcontainers aan huis toe aan vervanging. In de nieuwe inzamelmethodiek wordt een combinatie gezocht tussen de vervangings- en het optimalisatievraagstuk. Naast de aanpassingen aan de inzamelmiddelen moeten er ook aanpassingen worden gedaan aan het wagenpark om registratie voor tariefstelling per huishouden mogelijk te maken.

 

Betrokkenheid inwoners

Het bieden van een keuzemogelijkheid per dorpskern komt voort uit het coalitieakkoord, waar dit expliciet als randvoorwaarde staat vermeld. De afgelopen jaren is veel inbreng vanuit de bewoners gevraagd rond het vraagstuk: wat helpt u om uw afval beter te sorteren? Ook hebben er gesprekken plaats gevonden met de wijkraden tijdens de totstandkoming van de richtingennotitie en dit beleidsplan. Deze feedback, in aanvulling met wat eerder al is opgehaald uit de wijken, is uitgewerkt tot een keuzemenu per wijk/bebouwingstype. In dit grondstoffenbeleidsplan werken we de verschillende opties uit zodat aansluitend een aantal keuzes kan worden voorgelegd aan de inwoners van Katwijk.

Door het voorleggen van de keuzemogelijkheden is er een mogelijkheid dat de inzameling een lappendeken van verschillende methodes wordt. Tevens is er een kans dat de keuzes gemaakt door de bewoners niet overeenkomt met de inzamelmethode, waarvan in het algemeen bekend is dat deze het beste resultaat levert.

De besluiten die naar aanleiding van deze notitie worden genomen vormen de basis en de kaders voor de keuzes die worden voorgelegd aan de bewoners van gemeente Katwijk.

Na het respecteren en implementeren van de keuzes van de bewoners van gemeente Katwijk, worden de resultaten gemonitord. Wanneer uit de evaluatie van deze resultaten blijkt dat het afvalscheidingspercentage onvoldoende verbetert, bestaat er de mogelijkheid tot bijsturen.

 

Bronscheiding vs nascheiding

In Nederland is de laatste jaren veel discussie over de vraag wat nu beter is: afval door inwoners aan de bron laten scheiden of achteraf via techniek uit het restafval halen (nascheiden).

 

Zowel op het gebied van kwantiteit (tonnages) als kwaliteit (schoon, hoogwaardig hergebruik) is op dit moment het beste resultaat te behalen met bronscheiding. Dit houdt in dat afvalstromen als PMD, papier, glas, etc. gescheiden van elkaar worden ingezameld. Gemeente Katwijk zet hier momenteel op in. Dit neemt niet weg dat de mogelijkheden voor nascheiding zich snel ontwikkelen. Dit gaat dan specifiek en alleen over het nascheiden van PMD. Voor de overige afvalstromen is bronscheiding nodig om de afvalscheidingsdoelstelling te behalen én om hoogwaardig hergebruik mogelijk te maken.

 

Via een tarief op restafval willen we de inwoners stimuleren om het afval beter te scheiden, zodat men zo min mogelijk gebruik hoeft te maken van de restafvalcontainer. Als de inwoners hun PMD bij het restafval moeten aanbieden, hebben ze nog steeds veel restafval (in volume) en moeten ze relatief vaak restafval aanbieden, waarvoor ze per keer moeten betalen. In de huidige situatie is ruim de helft van de grijze container gevuld met PMD (volumepercentage). In combinatie met een tarief op restafval is nascheiding van PMD dan ook niet logisch. En zonder invoering van een tarief op restafval kunnen we het doel van 80% afvalscheiding niet halen, als we naar de ervaringen van andere gemeenten in Nederland kijken. Het sorteren van PMD maakt zichtbaar hoe weinig restafval er over blijft en heeft daarmee ook een positief effect op het sorteren van andere stromen zoals groenafval en papier.

 

Uiteindelijk blijkt dat ook voor PMD geldt dat bronscheiding de meest schone stromen oplevert en beter gerecycled kan worden, omdat er in de afzetmarkt meer vraag naar is. Nascheiding wordt vooral toegepast als aanvulling op bronscheiding en op locaties waar bronscheiding moeilijk is, zoals bij hoogbouw of in sterk verstedelijkte gebieden.

 

Gezien het belang van het terugdringen van de hoeveelheid restafval (kosten) én het zo hoogwaardig mogelijk kunnen hergebruiken van onze afvalstromen, is bronscheiding voor gemeente Katwijk de beste optie. Daarom blijven we de komende jaren inzetten op bronscheiding van PMD en andere grondstoffen. Een financiële prikkel in combinatie met zoveel mogelijk bronscheiding aan huis geeft het beste resultaat.

 

Kwaliteit ingezamelde grondstoffen

Zowel vanuit kosten- als milieuoogpunt is het van belang dat grondstoffen zoals GFT en PMD zo schoon mogelijk, dus zonder vervuiling met andere afvalstoffen, worden aangeboden voor recycling. Wanneer een grondstof teveel is vervuild, wordt deze afgekeurd door de verwerker en vindt alsnog verbranding plaats met de bijbehorende kosten. Om hoogwaardige recycling mogelijk te maken zijn strenge kwaliteitscriteria van toepassing. Een enkele zak met restafval tussen een lading PMD, kan al tot afkeur leiden. Inzetten op het inzamelen van hoge kwaliteit grondstoffen vormt dan ook een belangrijk aandachtspunt.

 

1.4 Anders Inzamelen

Het project “Anders Inzamelen” moet er toe leiden dat in 2023 80% van al het afval van huishoudens (grof en fijn) gescheiden wordt ingezameld ten behoeve van recycling. Dit betekent dat de kwaliteit van de gescheiden ingezamelde grondstoffen ook zodanig moet zijn dat de verwerkers dit kunnen recyclen.

De realisatie van dit project is opgenomen in dit Grondstoffenbeleidsplan. Doel van dit plan is om de gemeenteraad inzicht te geven in de inhoudelijke en procesmatige invulling van het nieuwe inzamelsysteem:

  • Hoe ziet het nieuwe tariefsysteem er uit?

  • Hoe zijn de wensen vanuit de bewoners vertaald in keuzemenu’s?

  • Wat zijn de consequenties van deze keuzemenu’s?

  • Welke maatregelen zijn er verder nog nodig om “Afval Anders Inzamelen” vorm te geven?

  • Hoe wordt de eindspraak vormgegeven?

  • Hoe ziet het vervolg van het besluitvormingsproces er uit?

2. Aanpassingen inzamelvoorzieningen – meer service op grondstoffen

2.1 Wijken en bebouwingstypen

Ondanks dat de 5 dorpskernen een verschillende geschiedenis met betrekking tot de huisvuil inzameling hebben, kennen ze ook een aantal overeenkomsten. Die zijn vooral te vinden in het type bebouwing.

 

Hoogbouw

In iedere dorpskern heeft hoogbouw. Afvalinzameling van restafval geschiedt door middel van ondergrondse containers, of door inpandige inzameling. GFT wordt of ondergronds of middels GFT zuilen ingezameld.

De inpandige inzameling leent zich niet voor het invoeren van een variabel tariefsysteem, omdat met deze containers geen identificatie van het aanbod restafval per huishouden gemaakt kan worden.

 

Afschaffen van de inpandige inzameling van huishoudelijk afval. Afvalinzameling van restafval faciliteren middels ondergrondse containers en GFT middels bovengrondse/ondergrondse verzamelcontainers.(eventueel aangevuld met extra containers voor glas/papier/PMD ondergronds en/of bovengronds).

 

Laagbouw

Deze bebouwingsoort is op te delen in:

  • Laagbouw met een rolcontainers voor restafval en GFT aan huis

  • Laagbouw aangesloten op ondergrondse containers (bijv. Rijnsburg en nieuwbouwwijken)

 

Dit type bebouwing krijgt er minimaal 1 rolcontainer bij. De keuze voor PMD en/of papier wordt geboden. Woningen met een tuin, die in de huidige situatie op een ondergrondse container hun GFT aanbieden, wordt de keuze geboden om dit aan huis middels een rolcontainer in te zamelen. Daarnaast is er een keuzemogelijkheid met betrekking tot het volume van de rolcontainer.

 

2.2 Afval- en grondstofstromen

Restafval

De inzamelmethode voor het restafval verandert minimaal. De huidige systemen blijven grotendeels gehandhaafd. Wel is het mogelijk om bijvoorbeeld een ondergrondse restafvalcontainer her te bestemmen voor een andere fractie (zie paragraaf Uitbreiding netwerk inzamellocaties waarde fracties in de openbare ruimte).

De bestaande rolcontainers aan huis worden vervangen. Naast het feit dat deze aan vervanging toe zijn, zijn de huidige containers niet te identificeren door het ledigingsvoertuig en daarmee niet geschikt voor het invoeren van een variabel tariefsysteem.

Voor zowel laagbouw met tuin die gebruik maken van ondergrondse containers voor restafval als hoogbouw, vindt er in het aanbiedsysteem geen verandering plaats (uitgangspunt richtingennotitie). De aanbiedlocatie kan in een enkel geval wel veranderen als gevolg van herbestemming van een restafvalcontainer (zie paragraaf Uitbreiding netwerk inzamellocaties waarde fracties in de openbare ruimte). Maatwerk blijft, indien dit nodig blijkt tijdens de voorbereiding van de implementatie, mogelijk.

 

Papier/kartoninzameling

Tijdens de voorbereidende gesprekken met de wijkraden is er aangegeven de wens te hebben om weer terug te gaan naar het huis aan huis inzamelen van papier. Dit kan door papier in bundels aan de weg te zetten of, indien mogelijk, via een rolcontainer aan huis in te zamelen.

Bundels hebben niet de voorkeur in verband met het verwaaien van het papier. In de praktijk zal er dan achter het inzamelvoertuig een extra veegploeg aan moeten rijden om vervuiling te voorkomen. Deze extra inzet is tevens kostenverhogend.

 

Het aanbieden van papier/karton in bundels is, vanwege het verwaaien, niet wenselijk en wordt niet als keuze aangeboden aan de bewoners 3 .

 

Kratjes voor papier

Naast het aanbieden in bundels is er ook een mogelijkheid voor het aanbieden in door de gemeente Katwijk gefaciliteerde kratjes. Het inzamelen van papier in kratjes wordt echter niet aangeboden als keuze mogelijkheid voor de bewoners om de volgende redenen:

  • Belasting milieuparken: papier wordt ingezameld via ondergrondse containers of via verenigingen. Door het invoeren van diftar komt er extra papier/karton vrij. Indien er door de bewoners gekozen zou worden om papier/karton via kratjes huis aan huis in te zamelen, komen er geen extra voorzieningen (voor de laagbouw) in de openbare ruimte. Indien bewoners er dan voor kiezen om niet te wachten tot de inzameldag (kratje vol) voor papier dan zal de druk op de huidige milieu- eilanden vergroot worden.

  • Arbo: inzameling van papier/karton met kratjes wordt door de inzameldienst gezien als een achteruitgang voor de medewerkers. Met de inzameling van minicontainers hoeft er niet gebukt te worden en zorgen de wielen ervoor dat er een zo minimaal mogelijk inspanning geleverd wordt. Kratjes moeten getild worden en de medewerker moet vaak bukken.

 

Kratjes voor Papier/karton worden niet aangeboden als keuze mogelijkheid

 

Inzameling Papier/Karton door verenigingen/scholen

Aan huis inzamelen:

In het verleden is de huis aan huis inzameling uitgevoerd door verenigingen. In 2015 is deze manier van inzameling beëindigd.

Vanuit het werkproces bezien is het beëindigen van het inzamelen door de verenigingen een goede keuze geweest. Het maakt de inzameling onafhankelijk van een derde partij, voornamelijk gestuurd op vrijwilligheid, wat de continuïteit negatief kan beïnvloeden.

We handhaven de huidige situatie wat betreft de Inzameling(logistiek) van papier en karton: Papier/ Karton inzameling wordt, in alle gevallen (bij inzameling huis aan huisinzameling of in inzamelmiddelen in de openbare ruimte), uitgevoerd door de gemeente Katwijk of door aangewezen inzamelaars. Dit is conform het huidige uitvoeringsbesluit.

 

Inzamellocaties bij de verenigingen/scholen.

In gemeente Katwijk wordt er door 55 verenigingen/scholen papier/karton ingezameld door een brengsysteem . Dat belang wordt erkend en gemeente Katwijk wenst dit in stand te houden.

Bewoners kunnen er altijd voor kiezen om hun papier/karton aan te bieden bij een vereniging naar keuze of aan te bieden aan de gemeente in een daarvoor aangewezen inzamelmiddel. Dit zal daarom ook specifiek worden toegelicht in de enquête.

 

Groente-, fruit- en tuinafval (GFT)

Laagbouw

Tijdens de voorbereidende gesprekken met de wijkraden is de wens naar voren gekomen om de GFT- containers in het zomerseizoen wekelijks te legen i.p.v. 2 wekelijks. De wens vanuit de wijkraden is voornamelijk gestoeld op het voorkomen van eventuele stankoverlast in de zomermaanden. Wekelijks legen kan een trigger zijn voor laagbouw zonder container aan huis om voor een GFT-container te kiezen. Ook kan het een motivator zijn om ook keukenafval beter te scheiden. Ondanks dat gemeente Katwijk GFT-containers heeft, is het aandeel GFT nog steeds heel hoog (ongeveer 35%). In het realiseren van de afvalscheidingsdoelstelling levert het sorteren van GFT en dan met name het keukenafval de grootste (financiële) winst.

Het invoeren van de financiële prikkel op het aanbieden van restafval en door de service op het aanbieden van GFT te verhogen, maakt het extra interessant om GFT niet langer bij het restafval aan te bieden.

 

GFT wordt in de maanden juli tot en met september wekelijks opgehaald.

 

Hoogbouw:

Voor hoogbouw vindt er geen verandering plaats in de aanbiedmethode. Dat blijft in een inzamelmiddel in de openbare ruimte. Daar waar inzameling geschiedt via GFT cocons worden deze vervangen voor GFT cocons met toegangscontrole. Op de ondergrondse containers is al toegangscontrole aanwezig.

 

Groenafval in de keuken (GF)

Katwijk breed geldt dat de hoeveelheid GF afval aangeboden in het restafval hoog is (35%). Ondanks dat het mogelijk is om GFT afval gescheiden aan te bieden, blijft dit percentage hoog. Het gaat dan over schillen, brood, etensresten, etc.

Ter vergelijking in steden waar (nagenoeg) geen GFT wordt ingezameld ligt het percentage bijna net zo hoog.

Het vermoeden is dat het aangeboden GFT afval voornamelijk de T (Tuinafval) betreft. In het nieuwe beleid krijgt het stimuleren van het sorteren van keukenafval extra aandacht.

Het is van belang dat het percentage GFT in het restafval naar beneden wordt gebracht. Enerzijds voor het beperken van de verbrandingskosten, omdat GFT een zware fractie is, en anderzijds naar de toekomst toe. Restafval ontdaan van GFT levert bij eventuele toekomstige nascheiding kwalitatief betere grondstoffen op.

 

Een inzamelmiddel in de keuken, in de vorm van een kleine container, wordt bij keuze gefaciliteerd.

 

Plastic en metalen verpakkingen en drinkpakken (PMD)

PMD is de meest volumineuze fractie in het restafval en voor de bewoner de fractie die het meest invloed heeft op het aantal aanbiedingen van het restafval.

Vanuit de huidige ervaring in gemeente Katwijk met de inzet van een brengvoorziening voor PMD (omgebouwde restafvalcontainer zonder tarief), bleken tijdens een proef alle containers teveel vervuild om te kunnen recyclen. Er komt een extra rolcontainer (voor PMD of Papier) aan huis bij. Indien de keuze van de bewoners op laagbouw niet uitgaat naar PMD maar voor Papier is het uitbreiden van aanbiedlocaties voor PMD een feit. Het gebruik van brengvoorzieningen voor het aanbieden van PMD brengt een vervuilingsrisico met zich mee. Dit betekent ook een risico op extra kosten, indien de inhoud van de container als restafval verbrand moet worden.

 

Textiel / Glas

Textiel en glas worden voornamelijk ingezameld middels ondergrondse en bovengrondse containers. Het huidige netwerk blijft behouden. Met name bij hoogbouw wordt wel gekeken of de inzamelvoorzieningen voldoende op orde zijn of dat uitbreiding nodig is.

Beide fracties worden wel meegenomen in de communicatie rondom het tariefsysteem en de aanpassingen in de afvalinzameling.

 

Luiers/Incontinentiemateriaal

Luiers en incontinentiemateriaal vormen een groot aandeel in het restafval, wanneer de andere grondstoffen goed worden gescheiden. Zeker in combinatie met een variabel tariefsysteem is het wenselijk wanneer huishoudens ook deze stroom apart kunnen aanbieden. De ontwikkelingen rond het recyclen van luiers bevinden zich in een ver gevorderd stadium. Verwachting is dat binnen circa 2 jaar de verwerkingscapaciteit voldoende is opgeschaald om luiers aan te kunnen bieden. De ontwikkelingen volgen wij op de voet en zodra de recyclingsmogelijkheden er zijn, zal de inzameling onderdeel uit gaan maken van het afvalinzamelsysteem in gemeente Katwijk en verder worden ingericht. Op dit moment kunnen luiers alleen worden aangeboden op de milieustraat.

 

Inzamelmethodiek uitbreidingsgebieden / nieuwbouw.

Bij nieuwbouw/uitbreidingsgebieden is het advies om bij laagbouwwoningen met tuin de waardevolle afvalfracties zoveel mogelijk aan huis in te zamelen en de inzameling van restafval via ondergrondse containers uit te voeren. Deze methode levert het beste scheidingsresultaat op.

 

Besluit: Uitbreidingsgebieden/nieuwbouw met laagbouw woningen met tuin wordt het inzamelen van restafval gefaciliteerd door ondergrondse containers.

 

Besluit: Uitbreidingsgebieden/nieuwbouw met laagbouw woningen met tuin worden voorzien van minicontainers voor de fractie GFT, Papier en PMD

 

2.3 Keuzemogelijkheden

Afvalstoffen inzamelen aan huis

Uitgangspunt binnen de richtingen notitie is het mogelijk maken van het inzamelen van grondstoffen aan huis. Dat uitgangspunt hebben we als volgt verwerkt in de keuzes die worden voorgelegd aan de bewoners.

 

Voor te leggen mogelijke keuze

  • Laagbouw (huidig: rest/gft rolcontainers en ondergronds) –

    U krijgt 1 rolcontainer voorwaardestromen aan huis erbij, wilt u een rolcontainer voor PMD of Papier?

  • U kunt kiezen voor nog een extra rolcontainer voor de waardestromen. Wilt u een extra rolcontainer erbij? Ja/Nee, PMD of Papier (afhankelijk van de eerdere keuze)

  • Laagbouw (huidig: GFT ondergronds) –

    Wilt u een rolcontainer voor GFT aan huis? Ja/nee

     

  • Hoogbouw – geen keuze, Inzamelvoorziening in de openbare ruimte

  • Voor de bewoners van hoogbouw geldt dat er zakken ter beschikking worden gesteld voor het verzamelen van PMD.

 

Inhoudsmaten

Rolcontainers komen in verschillende volumes4. De meest gangbare volumes zijn 140 liter en 240 liter. De fractie GFT leent zich niet voor een 240 liter rolcontainer. Het gewicht van de rolcontainer zal bij een volledig gevulde container te hoog zijn. Indien er in de huidige situatie wordt ingezameld met rolcontainers of er wordt door de bewoners gekozen voor inzameling van afvalstromen via rolcontainers dan geldt:

Voor de afvalstroom restafval wordt standaard een 140 liter container aangeboden met de keuze voor een 240 liter rolcontainer.

 

Voor de afvalstroom PMD wordt standaard een 240 liter aangeboden met de keuze voor een 140 liter rolcontainer.

 

Voor de afvalstroom Papier wordt standaard een 140 liter aangeboden met de keuze voor een 240 liter rolcontainer.

 

Deze keuze wordt in de implementatieperiode voorgelegd.

 

2.4 Uitbreiding netwerk inzamellocaties grondstoffen

Het invoeren van een variabel tariefsysteem heeft als gevolg dat het aanbod van gescheiden afvalstromen zal toenemen. Indien de keuze van de bewoners is om een bepaalde stroom niet aan huis te willen in zamelen, moeten er extra faciliteiten komen in de wijken om de toename van het aanbod op te vangen.

 

Uitbreiden netwerk aanbiedlocaties/inzamelmiddelen in de openbare ruimte voor grondstoffen en herbestemming ondergrondse restcontainers.

De samenstelling van het huidige netwerk inzamelmiddelen in de openbare ruimte (ondergronds, bovengronds, milieuparken) beschikt niet over voldoende capaciteit om de vrijgekomen grondstoffen, die als gevolg van invoeren van een tariefsysteem vrijkomen, aan te bieden voor inzameling.

Er komt een rolcontainer aan huis bij voor PMD of Papier. Voor de afvalstroom, die niet aan huis wordt ingezameld, komt er een uitbreiding van de inzamelmiddelen in de openbare ruimte

 

Ook in gebieden waar ondergrondse containers staan en er niet wordt gekozen om een bepaalde afvalstroom aan huis in te zamelen, of waar geen huis aan huis inzameling mogelijk is, is het toepassen van ondergrondse en/of bovengrondse containers noodzakelijk. Om de druk in de openbare ruimte zoveel mogelijk te beperken kan er gekozen worden om bijvoorbeeld restcontainers om te bouwen naar Papier/Karton of PMD.

 

Herbestemmen van Ondergrondse restafvalcontainers voor een andere fractie is mogelijk

 

Een mogelijk negatief effect voor het moeten kiezen van het uitbreiden van onder/bovengrondse containers is dat de vervuilingsgraad van de aangeboden afvalstroom toeneemt. Het toepassen van een toegangscontrole op bijvoorbeeld PMD-containers kan hier een positief effect op hebben.

Specifiek voor papier kan een bovengrondse container minder leiden tot verstoppingen. Het inzetten van bovengrondse containers in plaats van ondergrondse containers kan om die reden wenselijk zijn. Bovengrondse containers kunnen worden uitgerust met reclameframes. Je kan ervoor kiezen om deze frames te gebruiken voor communicatie rondom afval of deze ter beschikking te stellen aan de wijkraden voor buurtcommunicatie.

 

Het is mogelijk om papier/karton/PMD-bovengronds in te zamelen.

 

2.5 Samenvatting verwachte effecten wensen wijkraden

In de uitgangspunten staat beschreven dat het mogelijk wordt gemaakt om grondstoffen aan huis in te zamelen . We starten met het feit dat er minimaal 1 rolcontainer bijkomt bij de laagbouw met tuin en geven de keuze om dit uit te breiden.

Vanuit gegevens uit het land komt naar voren dat de beste scheidingsresultaten worden behaald bij gemeentes die afval aan de bron scheiden (waarbij rolcontainers aan huis beter presteren dan wegbrengen naar een ondergrondse container) aangevuld met een financiële prikkel.

Naast het feit dat Katwijk te maken heeft met een gemengd systeem (rolcontainers, aan huis inzamelen ondergrondse containers, wegbrengen) zal de mate waarin de bewoners kiezen om zoveel mogelijk waardestromen aan huis in te zamelen aangevuld met het laten zien van het gewenste scheidingsgedrag bepalend zijn voor de kans van het halen van het gewenste scheidingspercentage.

 

2.6 Eindspraak over keuzemenu’s

In het participatietraject is aangegeven dat alle huishoudens betrokken zijn bij de eindspraak over keuzemenu’s; zij mogen aangeven waar hun voorkeur naar uit gaat.

De vorm van deze eindspraak hangt voor een belangrijk deel af van de keuzemenu’s die de raad op basis van de uitwerking in dit plan van aanpak wil voorleggen aan de huishoudens in de verschillende wijken. Deze vorm wordt dan ook in een later stadium uitgewerkt maar er kan gedacht worden aan een enquête. De keuzemogelijkheden zijn toegelicht in paragraaf 2.3.

 

3. Nieuw tariefsysteem – minder restafval, lagere heffing

3.1 Doelstelling

Een variabel tariefsysteem houdt in dat bewoners zelf grip hebben op de hoogte van de afvalstoffenheffing, bepaald door de mate waarin het afval wordt gescheiden of wordt voorkomen dat afval ontstaat. Ieder huishouden betaalt een vastrecht voor de vaste kosten van de inzameling. Daarnaast is er een variabel deel, dat lager uitvalt naarmate een huishouden minder restafval aanbiedt (en het afval dus beter sorteert).

 

Doel

Het doel van de invoering van een variabel tariefsysteem is het stimuleren van het beter scheiden van het afval en het voorkomen van ontstaan van afval (preventie).

Ervaringen in het land laten zien dat gemeenten die de afvalscheidingsdoelstelling van het Rijk hebben behaald, allemaal een vorm van een variabel tariefsysteem op het aanbieden van restafval toepassen. Uiteindelijk is meer nodig om 80% afvalscheiding te realiseren (communicatie en service op grondstoffen), maar de invoering van dit systeem zet de benodigde trendbreuk in gang (zie onderstaande figuur).

 

 

bron: masterclass NVRD, van Afval naar Grondstof

 

Diftar /variabel tariefsysteem wordt ingevoerd als financiële prikkel als middel voor het behalen van de gewenste scheidingsdoelstelling.

 

3.2 Juridische uitgangspunten

Op grond van art. 15.33 Wet milieubeheer (hierna: Wm) kunnen gemeenten een afvalstoffenheffing instellen ter bestrijding van de kosten van het verwijderen van huishoudelijke afvalstoffen. Er is sprake van een bestemmingsheffing. Belastingplichtig voor deze heffing zijn diegenen die gebruikmaken van een perceel waarvoor de gemeente op grond van art. 10.21 en 10.22 Wm de verplichting heeft tot inzameling van (grove) huishoudelijke afvalstoffen. De inzamelverplichting geldt voor percelen waar huishoudelijke afvalstoffen geregeld kunnen ontstaan. Kort gezegd is dus belastingplichtig de gebruiker van een perceel waar huishoudelijke afvalstoffen geregeld kunnen ontstaan.

 

Huishoudens, die geen afvalstoffen aan de inzameldienst aanbieden, moeten ook bijdragen in de algemene kosten van de gemeentelijke reinigingsdienst. Dit vaste bedrag kan worden gedifferentieerd, bijvoorbeeld naar het aantal personen in het huishouden. Naast dit vaste bedrag kan de gemeente een hoger bedrag in rekening brengen al naar gelang er meer afvalstoffen worden aangeboden (Diftar).

Uitgangspunt is dat de afvalstoffenheffing niet meer dan kostendekkend is. Op de gemeente rust de taak om de baten en de lasten inzichtelijk te maken. Het is lastig op voorhand, voordat principiële keuzes (bijvoorbeeld over de inzameling) gemaakt zijn, iets te zeggen over de hoogte van de tarieven. Wel worden bij de onderstaande varianten de financiële aandachtspunten benoemd.

Daarnaast moet ook boekhoudkundig een aantal zaken worden onderzocht, zoals de toerekening van de veegkosten aan de afvalstoffenheffing, de kosten van zwerfafval (voor zover toe te rekenen aan huishoudelijk afval), van BTW en de hoogte en typering van de aanwezige voorzieningen. Andere zaken die een rol spelen zijn de toe te rekenen rente en overhead.

 

3.3 Varianten

Voor alle varianten geldt dat deze vooraf met de belastinginnende organisatie (BSGR) moeten worden gecommuniceerd, omdat dit kan een aanpassing in de software met zich mee kan brengen. De uiteindelijke voorkeursvariant moet dus vooraf op de uitvoerbaarheid worden getoetst.

 

Vast deel (verplicht)

Omdat ook huishoudens die geen (rest)afval aanbieden moeten meebetalen, is het onvermijdelijk dat de gemeente zowel een vast deel en een variabel deel heft.

Het vaste deel kan voor ieder huishouden een gelijk bedrag zijn. Ook kan een extra bedrag vast worden geheven per extra container. Dit ontmoedigt het aanvragen van extra containers voor restafval.

 

Er wordt geen extra bedrag geheven in het vaste deel van de Afvalstoffenheffing per extra container voor waardestromen

 

Het vaste deel van de afvalstoffenheffing kan echter ook worden gedifferentieerd, bijvoorbeeld naar het aantal personen in het huishouden (één- of meerpersoonshuishouden), of naar de methode van inzameling (via containers of ondergronds).

Voordeel van differentiatie:

  • Huishoudens die (naar verwachting) minder afval aanbieden, worden ook in het vaste deel van de aanslag tegemoetgekomen.

 

Nadeel van differentiatie:

  • Administratief leidt dit tot extra kosten, omdat het toepasselijke tarief in de belastingapplicatie moet worden bijgehouden.

In de uitwerking van de tarieven wordt onderzocht of een vast tarief per huishouden wordt gehanteerd, of dat een uitsplitsing op huishoudgrootte wordt gemaakt. Hierin worden ervaringen van andere gemeenten meegenomen. Uitgangspunt is om een zo transparant en eerlijk mogelijke verdeling te maken al naar gelang de grootte van het huishouden van invloed is op de afvalbeheerkosten.

 

Financieel:

  • De gemeente is vrij om te kiezen welk deel van de kosten door het vaste deel wordt gedekt, en welk door het variabele deel. Dit moet op grond van art. 10 van de wettelijke regels begroting (BBV) inzichtelijk worden gemaakt in de paragraaf lokale heffingen.

  • Indien het vaste deel wordt gedifferentieerd, bijvoorbeeld tussen een één- en een meerpersoonshuishouden, dan moet ook inzichtelijk worden gemaakt in hoeverre er kruissubsidiering plaatsvindt in die zin, dat een éénpersoonshuishouden meer betaalt dan zijn eigen vaste kosten en het meerpersoonshuishouden dus minder of andersom.

Variabel deel ( Diftar )

Voor wat betreft het variabele deel van de heffing zijn verschillende varianten bekeken. De volgende twee varianten zijn nader onderzocht. Uiteraard zijn vele tussenvormen mogelijk, doch deze varianten zijn het gemakkelijkst uitvoerbaar.

 

  • 1.

    Een variabel deel afhankelijk van het aantal keer dat afval wordt aangeboden (bedrag per aanbieding).

  • 2.

    Een vast bedrag in het kalenderjaar, mogelijke teruggave achteraf bij minder aanbiedingen dan gemiddeld (de Woerdense variant).

Onderstaand overzicht geeft een vergelijking tussen beide systemen:

 

 

Kiezen voor een tarief per keer is administratief gunstig, transparant en lijkt een positiever effect te hebben op het afvalscheidingsgedrag.

Een uitgebreide uiteenzetting en vergelijking tussen beide tariefsystemen is opgenomen in bijlage 3 en 4 van het raadsvoorstel.

 

Voor het variabele deel wordt er gekozen voor variant 1 – betalen per aanbieding van een afvalzak/rolcontainer restafval.

 

3.4 Voorwaarden

Het invoeren van een variabel tariefsysteem is pas mogelijk als er aan een aantal voorwaarden wordt voldaan:

  • 1.

    Het netwerk inzamelmiddelen en wagenpark is aangepast en voorbereid op een variabel tariefsysteem.

  • 2.

    Het ICT / dataproces van aanbieding tot belasting aanslag is robuust geïmplementeerd.

Het realiseren van beide punten wordt beschreven in het nog aan te bieden implementatieplan.

Er is er een afhankelijkheid met het financiële proces binnen de gemeente Katwijk met betrekking tot het vaststellen van de hoogte van de belastingheffing. Dat is een jaarlijks proces en daarmee is er maar 1 moment waarop je met het heffen van Diftar kan starten.

Indien het netwerk in het eerste kwartaal van een jaar gereed is, zal Diftar in principe pas begin het volgende fiscale jaar ingevoerd kunnen worden.

Dat lijkt een onwenselijke situatie maar de “aanloop periode” is goed te gebruiken om het aanbiedgedrag te monitoren en wellicht tot een betere verdeling van het vaste en het variabele tarief te komen. Tevens is het mogelijk om de kinderziektes uit het proces te elimineren en het inzamelproces te optimaliseren.

Om deze reden is het aan te bevelen om een “aanloopperiode” in de implementatiefase in te bouwen.

 

Diftar wordt niet ingevoerd lopende het fiscale jaar.

4. Overige benodigde aanpassingen en voorbereidende maatregelen

4.1 ICT

ICT Proces

Het proces van een variabel tariefsysteem heeft tevens een digitale component welke op een robuuste manier moet worden georganiseerd.

 

 

Op hoofdlijnen bestaat het proces uit de volgende stappen:

  • 1.

    De bewoner biedt zijn afval aan in de ondergrondse container of in een rolcontainer.

  • 2.

    De aanbieding wordt door de ondergrondse container of door het ledigingsvoertuig geïdentificeerd. De ondergronds containers zijn voorbereid op het tariefsysteem. De voertuigen moeten nog worden voorzien van een identificatie tool. Rolcontainers zijn niet voorzien van een identificatie chip, rolcontainers met identificatiechips moeten worden ingekocht.

  • 3.

    De ondergrondse container of het ledigingsvoertuig stuurt de informatie door aan het achterliggende systeem. Voor de ondergrondse containers betreft dit AWRS. Voor de rolcontainers moet dit worden ingekocht.

  • 4.

    Maandelijkse informatieoverdracht tussen gemeente Katwijk en de BSGR.

  • 5.

    De BSGR verwerkt de informatie.

  • 6.

    De BSGR produceert de Aanslag Afvalstoffenheffing en verstuurt deze aan de bewoners.

  • 7.

    De bewoners betalen de Afvalstoffenheffing.

Per processtap wordt er een inventarisatie gemaakt op de risico’s en wordt er gekeken hoe dit het best georganiseerd binnen de ICT omgeving van Katwijk kan worden om “falen” te voorkomen.

 

4.2 Handhaving

In de huidige situatie wordt 4 keer teambreed (met 12 BOA`s) een thematische aanpak georganiseerd op het scheiden van afval. In samenwerking met collega`s van de afvalinzameling, wordt er in een overleg besproken waar gezien de meldingen en ervaringen van de beladers, de indruk bestaat dat het afvalscheidinggedrag onder niveau is.

Naar aanleiding van deze bevindingen wordt een plan van aanpak gemaakt en worden diverse volle containers uitgezocht door de BOA`s en bij een overtreding (met gegevens) wordt de verdachte gehoord en een proces verbaal opgemaakt.

Daarnaast wordt er inzet gepleegd op planning, uitvoering, afhandeling, administratie en meldingen openbare ruimte (dumpingen (grof)afval). In de huidige situatie is dat ongeveer 1 fte.

Op dit moment is er nog geen sprake van continue inzet van handhaving op het onderwerp afval. Naast de thematische aanpak gaan we capaciteit opnemen (huidige inzet aangevuld tot een totaal van 2fte) in het vaste deel van de afvalstoffenheffing. Deze inzet zal naar verwachting structureel zijn en ook zal zodanig in de begroting worden meegenomen.

 

Naast de thematische aanpak gaan we capaciteit opnemen (2fte) in het vaste deel van de afvalstoffenheffing.

 

4.3 Operationeel

Wagenpark

Het huidige wagenpark, welke gebruikt wordt voor de inzameling van restafval via rolcontainers, dient te worden aangepast om een tariefsysteem mogelijk te maken. In de huidige situatie worden rolcontainers ingezameld zonder dat er een koppeling wordt gemaakt met de bewoner die de rolcontainer aanbiedt.

Om een variabel tariefsysteem te kunnen invoeren moet er een identificatie plaatsvinden en een registratie (zie processtap 2 en 3 van het ICT proces) van de aangeboden rolcontainer.

De rolcontainer wordt, na vervanging van de oude rolcontainers, uitgerust met een identificatie chip die wordt gekoppeld aan een adres. Na lediging wordt de aanbieding in het registratiesysteem verwerkt en dient het inzamelvoertuig dus ook over een identificatiesysteem te beschikken.

Het gaat om een investering van 20.000 euro per voertuig. Er moeten 3 voertuigen worden aangepast.

De keuzes van de bewoners hebben invloed op de manier van inzamelen en toekomstige keuzes op de manier van inzamelen.

 

Het netwerk van inzamelmiddelen dat ontstaat, nadat de keuzes door de bewoners zijn gemaakt is een andere dan de huidige situatie. Dat heeft een effect op het huidige wagenpark en de inzet ervan.

Naast dat voertuigen moeten worden voorbereid op het geregistreerd inzamelen van bijvoorbeeld rolcontainers gaat ook de omvang van het aantal rolcontainers/ondergrondse containers in combinatie met het veranderende afval aanbod invloed hebben op het benodigde wagenpark.

In de investeringsbegroting is rekening gehouden met uitbreiding van het huidige wagenpark (2 voertuigen). Of dat daadwerkelijk noodzakelijk gaat zijn, wordt uitgewerkt in het implementatieplan.

 

Vulgraadsystemen

Vulgraadsystemen zijn systemen die meten of containers vol of bijna vol zijn. Achterliggende gedachte is dat containers “just in time” worden geleegd zodat er niet te veel “lucht” wordt geleegd.

Vulgraadsystemen moeten worden aangeschaft wat als investering gezien kan worden maar ze hebben ook een effect op de operationele kosten. Dit komt tot uiting in een maandbedrag per vulgraadmeter.

De huidige restcontainers registreren de klepbeweging. In de huidige situatie weten we niet of iemand een halve zak of een volle zak aanbiedt. In de situatie met een tariefsysteem is de kans groter dat dit om goedgevulde vuilniszakken gaat. Hiermee is er ook een berekening te maken met betrekking tot de vullingsgraad een vulgraadmeter zou dan wellicht niet nodig zijn.

Papiercontainers zijn als gevolg van de toename van het aanbieden van grote stukken karton lastiger uit te voeren met een vulgraadmeter. Indien er een stuk karton voor de vulgraad meter komt kan deze de container als “vol” identificeren terwijl dat niet zo is.

 

Er wordt bekeken of de huidige systemen voldoende informatie kunnen verschaffen over de vullingsgraad van de containers. Indien dat niet het geval is worden in eerste instantie alle ondergrondse containers voor Rest, PMD en GFT uitgevoerd met een vulgraadmeter. Papier wordt alleen met een vulgraad uitgevoerd, indien dat operationeel noodzakelijk wordt geacht.

 

4.4 Juridische aspecten

De invoering van een tarief op restafval moet juridisch goed worden ingebed. In het voorbereidingstraject moeten de volgende juridische documenten worden aangepast.

 

Afvalstoffenverordening / uitvoeringsbesluit

De verordening zelf kan ongewijzigd blijven, omdat deze alleen op hoofdlijnen de kaders schept. De uitvoering van de inzameling, die betrekking heeft op onderliggend beleidsplan, staat beschreven in het uitvoeringsbesluit van de afvalstoffenverordening. Op basis van de gemaakte keuzes door bewoners (op basis van enquete keuzemenu’s) zal het uitvoeringsbesluit worden aangepast en als bijlage bij het implementatieplan worden gevoegd.

 

Belastingverordening/afvalstoffenheffing

In de belastingverordening wordt de tariefstelling voor diftar opgenomen. Voorafgaand aan de start van 2023 en de invoering van diftar zal deze verordening inclusief de tarieven bestuurlijk worden voorgelegd en vastgesteld.

 

Werkprotocollen

Het kan zijn dat het huidige plaatsingsbeleid rond ondergrondse containers moet worden aangepast.

Indien dat het geval is dan wordt er een nieuw document aangeboden om te worden vastgesteld.

 

Privacy (Algemene Verordening Gegevensbescherming)

Om tijdens het inrichten het ICT proces de privacy regels goed te borgen wordt er, vanuit het oogpunt van een zorgvuldige omgang met (bijzondere) persoonsgegevens een Data Protection Impact Assesment (DPIA) uitgevoerd. Je voert een DPIA uit als er sprake is van een verhoogd risico op een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer.

Uiteindelijk wordt er een privacyprotocol opgesteld en voorgelegd ter goedkeuring aan de verantwoordelijke functionaris binnen de Gemeente Katwijk. In dit protocol wordt helder omschreven met wie, welke informatie wordt gedeeld en met welk doel.

 

4.5 Nulmeting en monitoring

Om de gewenste effecten en de eventuele neveneffecten van de invoering van een tarief op restafval te kunnen bepalen, moet vóór de daadwerkelijke invoering een nulmeting worden uitgevoerd. Deze meting richt zich in ieder geval op de volgende aspecten:

  • ingezamelde hoeveelheid afval (restafval en grondstoffen);

  • kwaliteit van de gescheiden ingezamelde grondstoffen (afkeur vrachten, fysiek onderzoek);

  • samenstelling van het restafval (fysiek onderzoek naar de herbruikbare grondstoffen die bewoners nog bij het restafval gooien?);

  • meldingen over de openbare ruimte (zwerfafval, bijplaatsing, dumping);

Na de invoering van een tarief op restafval worden deze metingen herhaald, bijvoorbeeld na een half jaar, zodat er goed zicht blijft op de verbetering van de afvalscheiding en bijgestuurd kan worden.

5. Flankerend beleid

5.1 Beleid specifieke doelgroepen

Minima

Huishoudens die de onder de gestelde inkomensgrens komen, kunnen kwijtschelding aanvragen voor gemeentelijke belastingen. Ook bij de invoering van een tarief op restafval kan een deel van de kosten voor afval of kunnen alle kosten voor afval worden kwijtgescholden.

Volledige kwijtschelding van de afvalstoffenheffing houdt in het kwijtschelden van zowel het vaste als het variabele tarief. Dit betekent dat de ontdoener van afval geen enkele prikkel meer voelt om grondstoffen gescheiden aan te bieden. Om ook de minima enigszins te prikkelen tot het scheiden van hun afval, wordt gedacht aan gehele kwijtschelding van het vastrecht in combinatie met kwijtschelding van een beperkt aantal inworpen.

 

Huishoudens (met kwijtschelding) die vaker restafval aanbieden, betalen dan alleen het variabel tarief over het extra aantal inworpen.

 

Huishoudens met medisch afval

Op dit moment is er geen aparte regeling voor huishoudens met medisch afval. Het gaat om huishoudens die – zonder dat zij daar zelf invloed op hebben - geconfronteerd worden met veel restafval (bijvoorbeeld als gevolg van incontinentie, nierdialyse, stoma). Er is geen inzicht om hoeveel huishoudens het gaat.

Om te voorkomen dat deze doelgroep door de invoering van een tarief op restafval relatief veel geld kwijt is, is een aanvullende beleidsmaatregel nodig. Gedacht wordt aan een regeling waarbij een aantal inworpen/aanbiedingen wordt kwijtgescholden. De huishoudens betalen wel gewoon vastrecht en ook het aantal keren dat zij vaker restafval hebben aangeboden.

De betreffende huishoudens moeten aan de gemeente aantonen dat zij voor deze maatwerkregeling in aanmerking komen. De wijze waarop moet nog worden uitgewerkt, binnen de kaders van de privacywetgeving.

 

Grote en jonge gezinnen

Voor grote en jonge gezinnen met babyluiers worden geen uitzonderingen gemaakt in het nieuwe tariefsysteem. Er wordt gezocht naar een aantal extra locaties waar luiers kunnen worden aangeboden. Gezinnen kunnen zich aanmelden voor gebruik van deze locatie (via de milieupas). Jonge gezinnen met baby’s kunnen luierafval voorkomen door gebruik te maken van wasbare luiers. De verwachting is dat recycling van luiers en daarmee ook het opstarten van een inzamelmethodiek over circa 2 jaar mogelijk is. Dit is echter een inschatting, aangezien verwerkingsfabrieken zich nog in de opstartfase bevinden.

In het nieuwe tariefsysteem geldt ook geen uitzondering voor grote gezinnen. Op dit moment is daar ook geen maatwerk voor. De hoeveelheid restafval die een huishouden heeft, hangt met name af van het inkoop- en scheidingsgedrag. Dit betekent dat de kosten na invoering van een tariefsysteem op restafval ook door grote gezinnen goed in de hand gehouden kunnen worden, mits zij hun afval goed (blijven) scheiden. Voor de grondstoffen zijn er in de hele gemeente voldoende voorzieningen om deze gescheiden aan te bieden, waardoor er maar weinig restafval over hoeft te blijven.

 

Gebruik inzamelmiddelen door ouderen en minder validen

De mogelijkheden hierin zijn beperkt. Naast het feit dat het afvalinzamelsysteem redelijk ongemoeid blijft, brengen zowel ondergrondse containers als rolcontainers verschillende problemen met zich mee. Voor de toegankelijkheid van de nieuwe ondergrondse containers wordt er rekening gehouden met de mogelijkheden die er zijn, zoals bijvoorbeeld het aanleggen van op- en afritjes en geleidelijnen. Daarnaast zal worden onderzocht of sociale werkvoorzieningen/dagbestedingen een rol kunnen spelen. Op dit moment vinden er al initiatieven plaats waarbij oud papier bij ouderen wordt opgehaald en naar de ondergrondse container wordt gebracht. Hierin kan maatwerk worden geleverd en een win-win situatie opleveren.

 

5.3 Duurzaamheid en circulariteit

Duurzaamheid en circulariteit heeft een belangrijke link met de afvalinzameling. Het vormt immers één van de schakels in het sluiten van de grondstofkringlopen.

Binnen de Strategische duurzaamheidsagenda van gemeente Katwijk heeft afval/grondstoffen dan ook een prominente rol in het hoofdstuk circulariteit. Dit thema zal binnen de uitwerking van een nieuwe afvalinzamelmethodiek op meerdere fronten een plek krijgen:

  • Inkoopproces (bv in de aanschaf van rolcontainers die van gerecycled kunststof zijn gemaakt)

  • Inzetten op afvalpreventie, immers afval dat niet vrijkomt, hoeft ook niet te worden ingezameld. Onderwerpen zijn bijvoorbeeld voedselverspilling, zelf composteren, wasbare luiers, kringloop, hergebruik bouwmaterialen, repair café’s, etc.

  • Andere beleidsvelden zoals inzameling afval in de openbare ruimte (afvalbakken) en bedrijfsafval

  • Educatie en bewustwording

6. Communicatie en participatie

6.1 Participatie

Het vormgeven van een nieuwe manier van afval inzamelen leent zich voor burgerparticipatie. De kaders zijn al vastgesteld in de richtingennotitie. De ruimte voor participatie bevindt zich in de uitvoering: keuzemenu’s per wijk over hoe de afvalinzameling het beste ingericht kan worden.

 

Doel participatie

Het doel van de participatie is het vergroten van draagvlak voor een nieuwe vorm van afval inzamelen. Dit staat zo ook letterlijk benoemd in het coalitieakkoord en is dan ook één van de redenen waarom het uitgangspunt is om de huidige inzamelvoorzieningen te blijven benutten (overwegend tevredenheid over huidige systeem, met name ondergrondse containers). De ideeën vanuit bewoners om het sorteren van afval makkelijker te maken zijn verzameld en waar mogelijk meegenomen in het nieuwe systeem en de keuzemenu’s.

Uiteindelijk levert het traject een keuze op per wijk hoe het afval wordt ingezameld in combinatie met een tariefsysteem (diftar).

 

Participatieniveau

Voor besluitvorming: adviseur begininspraak

Begin 2019 is de vormgeving van nieuw afvalbeleid begonnen door bewoners in de wijk te vragen wat hen zou helpen om afval beter te sorteren. Dit leidde tot een aantal ideeën, die in de zomer van 2019 zijn getest tijdens een pilotperiode. De volgende ideeën zijn getest:

  • Wekelijks inzamelen van GFT

  • Aan huis ophalen van tuinafval, wegbrengen van keukenafval

  • Aan huis ophalen van PMD

  • PMD dichterbij huis wegbrengen door ondergrondse restafvalcontainers om te bouwen tot PMD containers.

De resultaten van de pilots zijn eind 2019 geëvalueerd en zijn in januari 2020 vertaald tot de richtingennotitie ‘Anders Inzamelen’.

Vanaf dat moment is een participatietraject ‘adviseur beginspraak’ gestart samen met leden van de vijf wijkraden. Gedurende meerdere bijeenkomsten zijn de wijkraden meegenomen in de ontwikkelingen in de afvalmarkt en hebben zij meegedacht over hoe de keuzemenu’s per wijk vormgegeven konden worden. De wijkraden traden hierin op als adviseur, waarbij uiteindelijk de gemeenteraad uiteindelijk vastlegt welke keuzemenu’s aan de wijken worden voorgelegd.

Vanwege de coronapandemie hebben de bijeenkomsten deels digitaal en deels live plaatsgevonden. Een samenvatting van dit traject evenals de gespreksverslagen zijn als bijlage gevoegd in dit plan.

 

Bestuursstijl:

De bestuursstijl is participatief. Met het vaststellen van dit beleidsplan worden het proces, maar ook de keuzemenu’s vastgesteld evenals de investeringsruimte. Door bewust te kiezen voor keuzemenu’s, betekent dit, dat de uiteindelijke beslissing bij de bewoners zelf ligt en zij dus uiteindelijk bepalen welke vorm van inzameling per wijk wordt ingevoerd.

Wel is het zo dat de resultaten worden gemonitord en worden meegenomen in de evaluatie. Indien nodig kan worden bijgestuurd, wanneer de afvalscheidingsdoelstelling niet wordt behaald.

 

Na besluitvorming: adviseur eindspraak/medebeslisser

Nadat de gemeenteraad de keuzemenu’s heeft vastgesteld en de investeringsruimte heeft bepaald, zullen de keuzemenu’s aan de vijf wijken van gemeente Katwijk worden voorgelegd. Het keuzemenu dat iedere bewoner krijgt voorgelegd is afhankelijk van het bebouwingstype. Welk systeem uiteindelijk wordt gekozen, wordt door de meerderheid van de wijk (per bebouwingstype) bepaald (51% of meer). Het gaat dan om de keuze voor een type inzamelmiddel. De volumekeuze van een inzamelmiddel is een keuze die per huishouden gemaakt kan worden.

De keuze ligt bij de bewoners, waardoor na het vaststellen van dit beleidsplan en daarmee ook de keuzemenu’s, geen individueel besluit meer nodig is over de gekozen systemen. De uiteindelijke keuze van de wijken wordt dan ook rechtstreeks doorvertaald in het implementatieplan.

Ieder huishouden krijgt een uitnodiging voor het invullen van een vragenlijst/keuzemenu. Digitaal invullen wordt gestimuleerd, maar schriftelijk reageren blijft mogelijk om eenieder de gelegenheid te geven een voorkeur door te geven. Uiteindelijk ligt de verantwoordelijkheid bij de bewoners zelf of zij wel of niet hun voorkeur doorgeven. De knoop wordt doorgehakt op basis van de ingediende voorkeuren (met uitzondering van de volumekeuze).

Bij de keuze van de wijk geldt dat minimaal 25 procent van het aantal huishoudens de enquête geldig ingevuld moet hebben en dat de meeste stemmen (51 procent) gelden. Indien de opkomst lager ligt dan 25 procent wordt de keuze gemaakt voor de afvalstroom PMD voor de extra rolcontainer bij laagbouwwoningen met een tuin.

 

6.2 Communicatie

De communicatie wordt gericht op de centrale doelstellingen die er liggen. Enerzijds de milieu- doelstellingen maar ook zeker de doelstelling die betrekking heeft op het in de hand houden van de kostenstijging krijgt een prominente rol.

De communicatie kan worden opgedeeld in verschillende fases. Deze fases lopen gelijk aan de in hoofdstuk 8 benoemde fasering.

 

Q4 2020 + Q1 2021: Vaststellen Plan van Aanpak Anders Inzamelen + Voorleggen keuzemogelijkheden aan de bewoners van Katwijk.

In deze fase worden de door de raad vastgestelde keuzemogelijkheden voorgelegd aan de bewoners van Katwijk.

Er wordt een centrale boodschap opgesteld met daarin wat de huidige situatie is, wat het doel is en een toelichting wat de gevolgen kunnen zijn voor de bewoners. Dit wordt vanuit het perspectief van de bewoners benaderd

 

Q2 2021 + 2022: uitvoering implementatie plan, netwerk gereed voor nieuw tariefsysteem

Dit is de periode die zich enerzijds richt op projectcommunicatie, waar is de keuze op gevallen en hoe gaan we dit bij u in de buurt implementeren, daarin staan de veranderingen aan het netwerk inzamelmiddelen centraal.

Anderzijds worden hier de eerste zichtbare stappen richting Diftar gezet. We gaan in deze fase de mensen meenemen in de “weg naar Diftar”. Wat gaat er gebeuren en wanneer, wat moeten we als gemeente allemaal regelen om Diftar mogelijk te maken etc.

Daarnaast blijven we in deze fase de basisboodschap en de boodschap per afvalstroom communiceren. Binnen deze communicatie blijft de vraag, wat is het voordeel voor de bewoners van Katwijk, centraal staan.

We moeten komen tot een gedragsverandering.

 

Tot 2023 – Proefdraaien nieuwe situatie

Dit is het staartje naar het invoeren van Diftar, de tarieven worden vastgesteld. We communiceren op de voortgang. We gaan ook proefdraaien om een zo klein mogelijk financieel risico te lopen.

 

Algemeen

Parallel aan bovengenoemde communicatie traject blijven we in algemeen zin communiceren over afval en de problematiek die dit soms met zich meebrengt. Bijvoorbeeld:

  • Verstoppingen in containers

  • Welk afval hoort waarin thuis?

  • Ambassadeurs milieuparken

  • Kwaliteit van de grondstoffen

  • Afvalpreventie/voedselverspilling

  • Meeliften op landelijke campagnes

  • Benutten natuurlijke momenten om gesprek aan te gaan met bewoners tijdens bv duurzaamheidsmarkten, grondstoftour, open dag milieustraat, toeristenmarkt, etc.

Bovenstaand is een beknopte weergave van het onderwerp communicatie. In het implementatieplan zal een uitgewerkt communicatieplan worden opgenomen met een bijbehorende communicatieagenda.

7. Middelen

Voor het gereedmaken van het netwerk aan inzamelmiddelen en de inzamelvoertuigen op diftar zijn er investeringen nodig. Deze zijn grotendeel afhankelijk van de uiteindelijke keuze van de bewoners. Er zijn 4 scenario’s:

  • 1.

    Er komt een rolcontainer PMD of papier aan huis.

  • 2.

    Er komt een rolcontainer voor PMD of papier aan huis en de huishoudens die in de huidige situatie GFT op een ondergrondse container aanbieden kiezen voor een GFT rolcontainer aan huis.

  • 3.

    Er komt een rolcontainer voor PMD of papier aan huis en er wordt gekozen voor een rolcontainer voor een extra afvalstroom (PMD of papier) aan huis. De huishoudens die in de huidige situatie GFT op een ondergrondse container aanbieden, kiezen voor een GFT rolcontainer aan huis.

  • 4.

    Er komt een rolcontainer papier of PMD aan huis bij en er wordt gekozen voor een rolcontainer voor een extra afvalstroom (PMD of Papier) aan huis.

7.1 Investering Inzamelmiddelen

Dit betreft de investeringen voor rolcontainers, onder/bovengrondse containers

 

Scenario

Investering Katwijk aan Zee

Investering Katwijk aan de Rijn

Investeringen Katwijk Noord

Investeringen Rijnsburg

Investeringen Valkenburg

totaal

1

€ 1.121.730,00

€ 701.660,00

€ 811.410,00

€ 415.260,00

€ 326.660,00

€ 3.376.720,00

2

€ 1.131.250,00

€ 703.060,00

€ 815.890,00

€ 595.100,00

€ 353.180,00

€ 3.598.480,00

3

€ 1.247.010,00

€ 772.780,00

€ 874.490,00

€ 756.860,00

€ 398.620,00

€ 4.049.760,00

4

€ 1.237.490,00

€ 771.380,00

€ 870.010,00

€ 577.020,00

€ 372.100,00

€ 3.828.000,00

 

7.2 Investering materieel

Dit betreft investeringen voor:

  • Technische aanpassingen aan het huidige wagenpark om aangeboden rolcontainers te kunnen identificeren en registreren.

  • Aanschaf nieuwe voertuigen (aanname 2 )

  • Aanschaf vulgraadmeters voor in de onder en bovengrondse containers

  • Deze investering is begroot op 1 miljoen euro.

7.3 Operationele kosten

De operationele kosten gaan toenemen als gevolg van het plegen van meer inzet op de inzameling van de waardestromen. Daar tegenover staat een afname van de kosten voor het verbranden van restafval.

De operationele kosten komen tot uiting in zowel het vaste als het variabele gedeelte van de afvalstoffenheffing waarbij de het uitgangspunt is dat het totaal van beide factoren kostendekkend moet zijn.

 

De ontwikkeling van de operationele kosten is afhankelijk van:

  • De keuzes die door bewoners worden gemaakt. (afschrijvingskosten inzamelmiddelen/materieel)

  • Aanbestedingsresultaten (afschrijvingskosten op inzamelmiddelen/materieel)

  • Optimalisatie kansen binnen de eigen organisatie (operationeel) (bijv. wel of geen gft rolcontainers in Rijnsburg, uitfasering externe inhuur voertuigen)

  • Tussentijdse marktontwikkelingen verwerking (verbrandings- en of verwerkingskosten)

  • Scheidings- en vervuilingsgraad afval

  • Administratieve druk belastinginning

  • Uitbreiding van het areaal door nieuwbouwwijken.

 

Investeringen

 

Per jaar/per aansluiting

Investering Inzamelmiddelen

€ 3.607.280,00

€ 11,46

Aanpassingen Materieel

€ 987.425,00

€ 3,76

Totaal Investeringen

€ 4.594.705,00

€ 15,22

 

 

 

Operationele kosten

 

 

Rente / Afschrijving op Invest.

€ 323.960,33

€ 12,35

Inzamelkosten

€ 63.481,60

€ 2,42

Extra Handhaving

€ 65.000,00

€ 2,48

Zomer GFT

€ 67.500,00

€ 2,57

Totaal Operationeel

€ 519.941,93

€ 19,81

 

 

 

Verwerkingskosten afval

€ -361.424,73

€ -13,77

 

 

 

Optioneel (Operationele kosten)

 

 

GFT (huidig ondergronds / keuze rolcontainer)

€ 53.800,00

€ 2,05

GFT (Zomer Inzameling (huidig ondergronds / keuze rolcontainer)

€ 26.900,00

€ 1,03

Totaal optioneel

€ 80.700,00

€ 3,08

 

N.B.

  • Voor de berekening van de kosten zijn we uitgegaan van een gemiddelde investering van de voorliggende keuzes. De uitkomst daarvan is nagenoeg gelijk aan scenario 2 (alle laagbouw 2 of 3 rolcontainers aan huis). Dat is de verwachte maximale keuze.

  • De Investeringen zijn inclusief de reeds in de begroting opgenomen van 840.000 euro ten behoeve van de geplande vervanging van de huidige rolcontainers.

  • De stelpost voor het behalen van de VANG doelstellingen van 350.000 euro wordt, lopende de implementatieperiode, gebruikt voor projectkosten. Deze stelpost komt na de invoering van Diftar vrij te vallen voor het dekken van operationele kosten voorvloeiend uit het invoeren van Diftar.

  • Handhavingskosten zijn een vermeerdering op de huidige inzet.

  • De getoonde bedragen in de laatste kolom (kosten per jaar per aansluiting) zijn bedoeld ter visualisatie.

In bijlage 7 van het raadsvoorstel is een verdere financiële aanvulling opgenomen die een toelichting geeft op de benodigde investeringen en de te verwachten effecten op de afvalstoffenheffing en de invoering van een variabel tarief.

8. Fasering en activiteiten

 

Onderstaand overzicht toont de activiteiten die in de komende maanden moeten worden uitgevoerd. Op basis van deze fasering kan een tarief op restafval per 1-1-2023 ingaan.

 

Q4 2020/begin Q1 2021

  • Vaststellen Grondstoffenbeleidsplan 2021-2024 ‘Anders Inzamelen’.

    Hierin worden de keuzemogelijkheden voorgesteld die de bewoners van Katwijk hebben.

    Tevens dient dit plan als uitgangspunt voor het Implementatieplan.

Q1 2021

 

  • Voorleggen keuzemogelijkheden aan de bewoners van Katwijk en opstellen Implementatieplan aan de hand van de gemaakte keuze door de inwoners.

  • Opstellen Implementatie plan. Op hoofdlijnen betreft het de volgende werkzaamheden:

    • o

      Inkoopprocessen rond de inkoop van inzamelmiddelen (ondergronds, bovengronds en rolcontainers)

    • o

      Inkoopprocessen rond de aanpassingen/aanschaf van de voertuigen

    • o

      Inkoopprocessen rond de aanpassing van het ICT Systeem

    • o

      Communicatietraject

    • o

      Werkvoorbereidingsprocessen (per dorpskern) die betrekking hebben op de verandering van de inzamelmiddelen.

2021 / 2022

 

  • Uitvoeringwerkzaamheden om het netwerk aan inzamelmiddelen gereed te maken voor Diftar.

  • Aanpassingen Inzamelvoertuigen + leverantie nieuwe voertuigen

  • Werkprocessen die voortvloeien uit het implementatieplan borgen in de eigen organisatie.

  • Vaststellen nieuw belasting tarieven

  • Netwerk gereed voor Diftar. De aanpassingen in het inzamelsysteem (inzamelmiddelen + inzamelvoertuigen) zijn voltooid.

  • Proefdraaien van nieuwe afvalinzamelsysteem. Indien de kansen er liggen, wordt de inzameling verder geoptimaliseerd. Daarnaast wordt het proces verbeterd en worden de tarieven voor de afvalstoffenheffing vastgesteld.

2023

 

  • De invoering van diftar gaat van start. De invoering van een nieuw afvalinzamelsysteem is daarmee voltooid.

Q1 2024

  • Evaluatie behaalde resultaten.

9. Beheersaspecten en risico’s

9.1 Organisatie

De voorbereiding van de invoering van “Anders Inzamelen” vraagt om inzet van verschillende gemeentelijke disciplines. Gezien de omvang van de operatie wordt een externe projectleider ingehuurd om de voorbereidende maatregelen te coördineren en deels inhoudelijk ook uit te werken. Daarnaast leveren de huidige medewerkers een inhoudelijke en procesmatige bijdrage aan het project (inzameling, communicatie, handhaving, reiniging, inkoop, juridische aspecten, ICT, facturatie en inning belasting).

In de zomer van 2020 is gestart met het optuigen van de projectorganisatie.

 

9.2 Risico’s

In onderstaande tabel is een overzicht weergegeven van de top 3 risico’s

 

Naar boven