Gemeente Zoetermeer – publicatie van voornemen tot het aangaan van een overeenkomst tot verkoop van grond gelegen aan de Willem Dreeslaan te Zoetermeer

De gemeente Zoetermeer geeft hierbij kennis van haar voornemen tot verkoop van een perceel gelegen aan de Willem Dreeslaan te Zoetermeer (ongenummerd) met een perceelgrootte van circa 1.044 m ² aan de heer M. de Groot ten behoeve van de realisatie van een bouwontwikkeling passend binnen het geldende bestemmingsplan en beeldkwaliteitsplan. Het perceel wordt geleverd in de staat waarin het zich bevindt.

 

De gemeente Zoetermeer meent dat de heer M. de Groot de enige serieuze gegadigde is die in aanmerking komt voor de (beoogde) verkoop van de voormelde grond. De gemeente Zoetermeer heeft daarbij in overweging genomen dat reeds voor de uitspraak in het ‘Didam arrest’ op hoofdlijnen overeenstemming is bereikt over de verkoop van het perceel en de voorwaarden waaronder. Daarnaast heeft de heer M. de Groot reeds een integraal bouwplan voor de ontwikkeling van het kavel opgesteld en een uitgebreid traject van stedenbouw en welstand doorlopen en is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend. Aangezien de heer M. de Groot mede gezien het voorgaande met het besproken en overeengekomen plan reeds in het vierde kwartaal van 2022 kan aanvangen, kan hij het gemeentelijk belang bij een snelle en efficiënte afronding van de ontwikkelingen aan de Willem Dreeslaan tegemoet komen.

 

Vervaltermijn

Indien u zich niet kunt verenigen met dit voornemen tot verkoop, dan dient u dit uiterlijk binnen 20 kalenderdagen na publicatie van dit voornemen kenbaar te maken door middel van een gemotiveerd bericht aan L.J.van.der.Klein@Zoetermeer.nl onder vermelding van ‘Willem Dreeslaan/De Groot’. Bij gebreke van een tijdig en gemotiveerd bericht vervalt het recht tegen al het voornoemde in rechte op te komen en/of daarop enige vordering tot schadevergoeding of welke andere aanspraak dan ook te baseren, althans heeft u uw rechten daarop verwerkt.

 

Met deze publicatie geeft de gemeente uitvoering aan het arrest van de Hoge Raad van 26 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1778).

Naar boven