De raad van de gemeente Vlissingen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op de artikelen 10.23, eerste lid, 10.24, tweede lid, 10.25 en 10.26, eerste lid, van de Wet milieubeheer en artikel 3.5, eerste lid, van de Wet dieren en artikel 2, eerste lid, van het Besluit gescheiden inzameling huishoudelijke afvalstoffen;
rekening houdend met het Grondstoffenbeleid 2020-2024
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Afvalstoffenverordening Vlissingen 2022.
Artikel 1. Definities
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- •
inzamelmiddel: voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, ten behoeve van een huishouden;
- •
inzamelplaats: een daartoe op grond van artikel 5 aangewezen plaats;
- •
inzamelvoorziening: voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of -plaats ten behoeve van meerdere huishoudens;
- •
perceel: perceel waar geregeld huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan.
Artikel 2. Doelstelling
De toepassing van deze verordening is gericht op de bescherming van het milieu, met inbegrip van een doelmatig beheer van afvalstoffen.
§ 2. Huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 3. Aanwijzing van de inzameldienst
- 1.
De gemeentelijke inzameldienst is als inzameldienst belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen over de wijze waarop de inzameldienst huishoudelijke afvalstoffen inzamelt.
Artikel 4. Regulering van andere inzamelaars
- 1.
Het is voor anderen dan de inzameldienst verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen, tenzij de inzamelaar:
- a.
daartoe is aangewezen door burgemeester en wethouders;
- b.
bij nadere regels van burgemeester en wethouders van het verbod is vrijgesteld; of
- c.
verplicht is tot inname, bedoeld in artikel 9.5.2, derde lid, aanhef en onderdeel b, of vierde lid, van de Wet milieubeheer.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen aan een aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, onder a, voorschriften verbinden en beperkingen stellen. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.
Artikel 5. Aanwijzing van inzamelplaats
Burgemeester en wethouders dragen zorg voor ten minste één daartoe ter beschikking gestelde plaats binnen de gemeenten waarmee wordt samengewerkt, waar in voldoende mate gelegenheid wordt geboden om huishoudelijke afvalstoffen, met inbegrip van grof huishoudelijk afval, achter te laten.
Artikel 6. Algemene verboden
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen:
- a.
ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de gemeentelijke inzameldienst of een inzamelaar als bedoeld in artikel 4, eerste lid;
- b.
over te dragen aan een ander dan een inzamelaar als bedoeld in artikel 4, eerste lid; of
- c.
achter te laten op een andere plaats dan een inzamelplaats als bedoeld in artikel 5.
Artikel 7. Gescheiden afvalinzameling
- 1.
Burgemeester en wethouders stellen regels over de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk door de inzameldienst worden ingezameld, over de frequentie van de inzameling van elk van deze bestanddelen en over de locaties van deze inzameling bij of nabij elk perceel.
- 2.
De volgende bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen worden in ieder geval afzonderlijk ingezameld:
- a.
bioafval (groente-, fruit- en tuinafval- gft-afval);
- b.
- c.
PMD (Plastic verpakkingen, Metalen verpakkingen en Drankkartons);
- d.
- e.
- f.
elektrische en elektronische apparatuur;
- g.
luier- en incontinentiemateriaal
- h.
- i.
- j.
- k.
- l.
grof huishoudelijk restafval;
- m.
fijn huishoudelijk restafval;
- 3.
In het belang van een doelmatig afvalstoffenbeheer kunnen burgemeester en wethouders de aanwijzing van afzonderlijk in te zamelen bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen, bedoeld in het tweede lid, of fracties daarvan, achterwege laten en toevoegen.
Artikel 8. Gescheiden aanbieding
- 1.
Het is verboden de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen, bedoeld in artikel 7, anders dan afzonderlijk:
- a.
ter inzameling aan te bieden;
- b.
achter te laten op een inzamelplaats als bedoeld in artikel 5.
- 2.
In afwijking van het eerste lid is het verboden de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen waarvoor geen gescheiden inzameling geldt als bedoeld in artikel 7 anders aan te bieden dan afzonderlijk of gezamenlijk met de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen, genoemd in artikel 7, tweede lid.
- 3.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen. Deze regels kunnen voor categorieën van gevallen of personen een vrijstelling inhouden van het verbod, bedoeld in het eerste lid.
Artikel 9. Tijdstip van aanbieding
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan op de door burgemeester en wethouders daartoe bepaalde dag en tijden. Deze kunnen voor verschillende bestanddelen verschillend worden vastgesteld.
Artikel 10. Wijze en plaats van aanbieding
- 1.
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan in overeenstemming met de door burgemeester en wethouders te stellen regels over het gebruik van:
- a.
inzamelmiddelen voor het aanbieden ter inzameling bij een perceel;
- b.
inzamelvoorzieningen voor het aanbieden ter inzameling nabij een perceel.
- 2.
Het is verboden om een inzamelmiddel na afloop van de bepaalde dag en tijden, bedoeld in artikel 9, buiten een perceel te laten staan.
- 3.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen voor categorieën van percelen. Deze regels kunnen een vrijstelling van het verbod inhouden.
- 4.
Ten behoeve van de uitwerking van pilots kan, uit oogpunt van doelmatig beheer, door burgemeester en wethouders worden afgeweken van het bepaalde in lid 1, 2 en 3.
§ 3. Bedrijfsafvalstoffen
Artikel 11. Inzameling bedrijfsafvalstoffen door inzameldienst
Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.
Artikel 12. Aanbieding ter inzameling van bedrijfsafvalstoffen
Het is verboden anders dan in overeenstemming met artikel 11 bedrijfsafvalstoffen ter inzameling door de inzameldienst aan te bieden of over te dragen, of bij een inzamelplaats als bedoeld in artikel 5, achter te laten.
Artikel 13. Regeling van inzameling van bedrijfsafvalstoffen
- 1.
Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan in overeenstemming met de door burgemeester en wethouders te stellen regels over de dagen, tijden, wijzen en plaatsen van inzameling van de krachtens artikel 11 aangewezen bestanddelen van bedrijfsafvalstoffen.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen voor het aanbieden, overdragen of achterlaten van bedrijfsafvalstoffen. Deze regels kunnen mede worden vastgesteld voor anderen dan de inzameldienst. Deze regels kunnen een vrijstelling van het verbod inhouden.
§ 4. Zwerfafval en overige
Artikel 14. Dumpingsverbod
- 1.
Het is verboden zonder ontheffing van burgemeester en wethouders, buiten een inrichting, hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu te veroorzaken, door een afvalstof, een stof of een voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins daar te plaatsen.
- 2.
Het eerste lid is niet van toepassing op:
- a.
het aanbieden, overdragen of achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen in overeenstemming met deze verordening;
- b.
het composteren van huishoudelijk groente-, fruit- of tuinafval op het perceel waar dit is ontstaan;
- c.
het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen, met inbegrip van daarbij niet te vermijden plaatsing van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen op de weg, bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994;
- d.
handelingen die zijn verboden bij of krachtens de Wet bodembescherming, de Waterwet of het Besluit bodemkwaliteit.
- 3.
Indien de overtreder van dit artikel onbekend is, wordt de persoon tot wie de aangetroffen afvalstof, stof of voorwerp kan worden herleid, geacht te hebben gehandeld in strijd met dit artikel.
Artikel 15. Zwerfafval in de openbare ruimte
- 1.
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen van beperkte omvang en gewicht, die zijn ontstaan buiten een perceel, achter te laten in de openbare ruimte anders dan in daartoe bestemde afvalbakken of andere middelen ter inzameling van deze afvalstoffen.
- 2.
Reclamedrukwerk, ander promotiemateriaal en de verpakking daarvan, dat in weerwil van het eerste lid in de openbare ruimte wordt weggeworpen of achtergelaten, wordt terstond opgeruimd door degene die het in de betreffende omgeving onder het publiek verspreidde.
- 3.
Het is verboden ter inzameling gereedstaande afvalstoffen of inzamelmiddelen te doorzoeken, te verspreiden, te stoten, te schoppen, omver te werpen of deze anderszins te behandelen.
Artikel 16. Zwerfafval rondom inrichtingen
- 1.
Degene die een inrichting drijft waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, draagt zorg voor de aanwezigheid in of nabij de inrichting van een steeds voor gebruik door het publiek beschikbare en tijdig geleegde afvalbak of soortgelijk middel voor het houden van afval.
- 2.
Degene die de inrichting drijft verwijdert zo vaak als nodig etenswaren, verpakkingen, afval of andere materialen, die kennelijk uit de inrichting afkomstig zijn of voor de inrichting zijn bestemd, binnen een straal van ten minste 25 meter van de inrichting.
- 3.
De vorige leden gelden niet voor situaties waarin wordt voorzien door het Activiteitenbesluit milieubeheer.
Artikel 17. Afval en verontreiniging op de weg
- 1.
Het is verboden een weg, bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994, te verontreinigen of het milieu nadelig te beïnvloeden door afvalstoffen, stoffen of voorwerpen te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten.
- 2.
Degene die in strijd met het eerste lid de weg verontreinigt of het milieu nadelig beïnvloedt, of diens opdrachtgever, zorgt terstond na de beëindiging van de werkzaamheden van die dag voor het reinigen van de weg, of zoveel eerder als nodig is, om de veiligheid van het verkeer of de bescherming van het wegdek te verzekeren.
Artikel 18. Geen opslag van afval in de open lucht
Het is verboden afvalstoffen op een voor het publiek waarneembare plaats in de open lucht en buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben, anders dan door het in overeenstemming met paragraaf 2 van deze verordening aanbieden, achterlaten of overdragen van huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 19. Ontdoen van autowrakken
Het is verboden zich te ontdoen van een autowrak dat afkomstig is van een perceel, anders dan door afgifte aan een inrichting als bedoeld in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken.
§ 4a. Kadavers van gezelschapsdieren
Artikel 19a. Kadavers van gezelschapsdieren
- 1.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder gezelschapsdier verstaan: een dier dat de mens in of rond het huis houdt en verzorgt, niet zijnde een hobby- of landbouwhuisdier.
- 2.
Burgemeester en wethouders wijzen een of meer verzamelplaatsen aan waar kadavers van gezelschapsdieren worden ingezameld.
- 3.
Van ingezamelde kadavers wordt aangifte gedaan bij Rendac Son B.V. De kadavers worden bewaard en overgedragen aan Rendac Son B.V. in overeenstemming met het bepaalde bij of krachtens artikel 3.5 van de Wet dieren.
- 4.
Uiterlijk op de eerste werkdag die volgt op de dag waarop het gezelschapsdier dood is aangetroffen, geeft de houder van het kadaver dit af op een aangewezen verzamelplaats.
- 5.
Tot het tijdstip van afgifte bewaart de houder het kadaver zodanig dat er geen vermenging is met ander materiaal.
- 6.
Het vierde lid is niet van toepassing op het kadaver dat wordt begraven op een terrein dat ter beschikking staat van de houder van het kadaver of dat uiterlijk de eerste werkdag na overlijden wordt afgegeven aan een ondernemer die is erkend op grond van artikel 24, eerste lid, onder b, c of d, van de Verordening 1069/2009/EG.
§ 5. Handhaving en toezicht
Artikel 20. Strafbare feiten
Overtreding van het bij of krachtens de artikelen 4, 6, 8 tot en met 10 en 12 tot en met 19a bepaalde en de daarbij gegeven voorschriften en beperkingen, is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onderdeel 3, van de Wet op de economische delicten.
Artikel 21. Toezichthouders
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.
§ 6. Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 22. Wijzigingen als gevolg van de Omgevingswet en overgangsrecht
Op het tijdstip waarop de Omgevingswet in werking treedt, wordt deze verordening gewijzigd als volgt:
- a.
in artikel 14, tweede lid, onder d, wordt “Waterwet” vervangen door “Omgevingswet”;
- b.
in artikel 16 vervallen de aanduiding “1.” voor het eerste lid, en het tweede en derde lid;
- c.
in artikel 18 vervalt “en buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer” en na het slot van het artikel wordt toegevoegd “Het verbod geldt niet als voor de opslag van afvalstoffen een omgevingsvergunning is afgegeven.”;
- d.
in artikel 19 wordt “anders dan door afgifte aan een inrichting als bedoeld in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken” vervangen door “anders dan door afgifte aan de houder van een omgevingsvergunning voor het demonteren van autowrakken of wrakken van tweewielige motorvoertuigen”;
- e.
in artikel 21 wordt na “Wet algemene bepalingen omgevingsrecht” ingevoegd “of artikel 18.6 van de Omgevingswet”.
Artikel 23. Intrekking oude verordening
De Afvalstoffenverordening Vlissingen 2005 wordt ingetrokken.
Artikel 24. Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de bekendmaking.
- 2.
Deze verordening wordt aangehaald als: Afvalstoffenverordening Vlissingen 2022.