Artikel 2:25 Begripsomschrijvingen
1. In de volgende Afdelingen wordt verstaan onder:
a. wet: de Drank- en Horecawet;
b. besluit: het Besluit inrichtingseisen Drank- en Horecawet;
c. inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid van de wet;
d. horecabedrijf:
1. een inrichting waaronder in ieder geval wordt verstaan: een hotel, motel, restaurant, pension, café, croissanterie, crêperie, bistro, cafetaria, snackbar, bar, automatiek, afhaal- en bezorgcentra, coffeeshop, ijssalon, sociëteit, discotheek, alsmede aanverwante inrichtingen waar tegen vergoeding dranken worden geschonken en/of spijzen voor directe consumptie worden bereid en/of verstrekt;
2. een bij een horecabedrijf behorend terras en de andere aanhorigheden.
e. lokaliteit:
1. hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder b, van het Besluit inrichtingseisen Drank- en Horecawet;
2. elke lokaliteit waarin uitsluitend of in hoofdzaak spijzen en/ of alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse worden bereid of verstrekt.
f. alcoholvrije drank: drank die bij een temperatuur van 20 graden Celsius voor minder dan 0,5 volumeprocent uit alcohol bestaat;
g. terras: een buiten de besloten ruimte van de inrichting liggend deel van het horecabedrijf waar zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken worden geschonken en/of spijzen voor directe consumptie worden bereid en/of verstrekt;
h. vergunninghouder: degene of de rechtspersoon aan wie de vergunning als bedoeld in artikel 2:27 is verleend;
i. veiligheidsplan: een plan inhoudende de organisatie van beveiligingstaken binnen de inrichting alsmede de interne instructies ter voorkoming en bestrijding van geweldsincidenten, ordeverstoringen en/of strafbare feiten binnen of buiten de inrichting;
j. Semihoreca(bedrijf): een winkel waarin als ondergeschikte nevenactiviteit alcoholvrije consumpties (etenswaren en alcoholvrije drank e.d.) voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en waarbij in het bedrijfspand sta- of zitgelegenheid wordt geboden om de consumpties te nuttigen;
k. winkel: zoals bedoeld in artikel 1 Winkeltijdenwet;
2. In deze paragraaf wordt onder bezoekers niet verstaan:
a. de gezinsleden van de leidinggevende, alsmede diens elders wonende bloed- en aanverwanten, in de rechte lijn onbeperkt, in de zijlijn tot en met de derde graad;
b. de personen die voorkomen in het register als bedoeld in artikel 438 van het Wetboek van Strafrecht, alsmede personen bedoeld in artikel 438, derde lid van het Wetboek van Strafrecht;
c. de personen wier aanwezigheid in de inrichting wegens dringende redenen noodzakelijk is.
3. In deze paragraaf wordt onder horecabedrijven niet verstaan:
a. Bedrijven waarbij de verstrekking van alcoholvrije dranken voor gebruik ter plaatse gezien kan worden als dienstverlening van bijkomende aard, voorbeelden zijn bedrijfs- en schoolkantines c.a.;
b. middelen van vervoer tijdens hun gebruik als zodanig.
4. De natuurlijke persoon die optreedt als vergunninghouder van een horecabedrijf dat niet Drank- en horecavergunningplichtig is dient ten minste 21 of ouder te zijn. Indien een rechtspersoon optreedt als vergunninghouder dient/dienen de uitvoerend directeur(en) de leeftijd van 21 jaar of ouder te hebben bereikt.
5. De burgemeester kan ontheffing verlenen van de leeftijdseis in het vorige lid met dien verstande dat de leeftijd van betrokkene niet lager mag zijn dan 18 jaar.
|
Artikel 2:25 Begripsomschrijvingen
1. In de volgende Afdelingen wordt verstaan onder:
a. wet: de Alcoholwet;
b. inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, van de wet;
c. horecabedrijf:
1. een inrichting waaronder in ieder geval wordt verstaan: een hotel, motel, restaurant, pension, café, croissanterie, crêperie, bistro, cafetaria, snackbar, bar, automatiek, afhaal- en bezorgcentra, coffeeshop, ijssalon, sociëteit, discotheek, alsmede aanverwante inrichtingen waar tegen vergoeding dranken worden geschonken en/of spijzen voor directe consumptie worden bereid en/of verstrekt;
2. een bij een horecabedrijf behorend terras en de andere aanhorigheden.
d. lokaliteit:
1. hetgeen daaronder verstaan wordt in artikel 1, eerste lid, van de wet met dien verstande dat de scheidingsconstructie van een besloten ruimte minimaal 1,25 meter hoog is en is voorzien van een afsluitbare toegang;
2. elke lokaliteit waarin uitsluitend of in hoofdzaak spijzen en/of alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse worden bereid of verstrekt.
e. alcoholvrije drank: drank die bij een temperatuur van 20 graden Celsius voor minder dan 0,5 volumeprocent uit alcohol bestaat;
f. terras: een buiten de besloten ruimte van de inrichting liggend deel van het horecabedrijf waar zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken worden geschonken en/of spijzen voor directe consumptie worden bereid en/of verstrekt;
g. vergunninghouder: degene of de rechtspersoon aan wie de vergunning als bedoeld in artikel 2:27 is verleend;
h. veiligheidsplan: een plan inhoudende de organisatie van beveiligingstaken binnen de inrichting alsmede de interne instructies ter voorkoming en bestrijding van geweldsincidenten, ordeverstoringen en/of strafbare feiten binnen of buiten de inrichting;
i. semihoreca(bedrijf): een winkel waarin als ondergeschikte nevenactiviteit alcoholvrije consumpties (etenswaren en alcoholvrije drank e.d.) voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en waarbij in het bedrijfspand sta- of zitgelegenheid wordt geboden om de consumpties te nuttigen;
j. winkel: zoals bedoeld in artikel 1 Winkeltijdenwet.
2. in deze paragraaf wordt onder bezoekers niet verstaan:
a. de gezinsleden van de leidinggevende, alsmede diens elders wonende bloed- en aanverwanten, in de rechte lijn onbeperkt, in de zijlijn tot en met de derde graad;
b. de personen die voorkomen in het register als bedoeld in artikel 438 van het Wetboek van Strafrecht, alsmede personen bedoeld in artikel 438, derde lid van het Wetboek van Strafrecht;
c. de personen wier aanwezigheid in de inrichting wegens dringende redenen noodzakelijk is.
3. in deze paragraaf wordt onder horecabedrijven niet verstaan:
a. bedrijven waarbij de verstrekking van alcoholvrije dranken voor gebruik ter plaatse gezien kan worden als dienstverlening van bijkomende aard (bijvoorbeeld bedrijfs- en schoolkantines);
b. middelen van vervoer tijdens hun gebruik als zodanig.
4. De natuurlijke persoon die optreedt als vergunninghouder van een horecabedrijf dat niet Alcoholwetvergunningplichtig is dient ten minste 21 jaar of ouder te zijn. Indien een rechtspersoon optreedt als vergunninghouder dient/dienen de uitvoerend directeur(en) de leeftijd van 21 jaar of ouder te hebben bereikt.
5. De burgemeester kan ontheffing verlenen van de leeftijdseis in het vorige lid met dien verstande dat de leeftijd van betrokkene niet lager mag zijn dan 18 jaar.
|
Artikel 2:36 Begripsbepalingen
In deze afdeling wordt verstaan onder:
- alcoholhoudende drank,
- horecabedrijf,
- horecalokaliteit,
- inrichting,
- paracommerciële rechtspersoon,
- sterke drank,
- slijtersbedrijf en,
- zwak-alcoholhoudende drank,
dat wat daaronder wordt verstaan in de Drank- en Horecawet.
|
Artikel 2:36 Begripsbepalingen
In deze afdeling wordt verstaan onder:
- alcoholhoudende drank,
- horecabedrijf,
- horecalokaliteit,
- inrichting,
- paracommerciële rechtspersoon,
- sterke drank,
- slijtersbedrijf en,
- zwak-alcoholhoudende drank,
dat wat daaronder wordt verstaan in de Alcoholwet.
|
Artikel 2:39 Beperkingen voor andere detailhandel dan slijtersbedrijven
Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet zwak-alcoholhoudende drank in glas en blik te verstrekken vanuit de winkels, warenhuizen en andere locaties en ruimten als bedoeld in artikel 18, tweede lid, en/of artikel 19, tweede lid, onder a, van de Drank- en Horecawet, gelegen binnen de diepenring van de stad Groningen, gedurende de volgende tijdsruimten:
a. de dag vóór Koningsdag vanaf 19.00 uur tot 06.00 uur op de dag na Koningsdag;
b. tijdens grote evenementen, zoals bedoeld in artikel 2:15, derde lid, zolang als deze evenementen duren.
|
Artikel 2:39 Beperkingen voor andere detailhandel dan slijtersbedrijven
Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet zwak-alcoholhoudende drank in glas en blik te verstrekken vanuit de winkels, warenhuizen en andere locaties en ruimten als bedoeld in artikel 18, tweede lid, en/of artikel 19, tweede lid, onder a, van de Alcoholwet, gelegen binnen de diepenring van de stad Groningen, gedurende de volgende tijdsruimten:
a. de dag vóór Koningsdag vanaf 19.00 uur tot 06.00 uur op de dag na Koningsdag;
b. tijdens grote evenementen, zoals bedoeld in artikel 2:15, derde lid, zolang als deze evenementen duren.
|
Artikel 3:6 Weigeringsgronden
1. Een vergunning wordt geweigerd als:
a. de exploitant of de beheerder onder curatele staat;
b. de exploitant of de beheerder is ontzet uit het ouderlijk gezag of de voogdij;
c. de exploitant of de beheerder onherroepelijk is veroordeeld voor een gewelds- of zedendelict of voor mensenhandel, of in enig ander opzicht van slecht levensgedrag is;
d. de exploitant of de beheerder de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt;
e. redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de feitelijke toestand niet met het in de aanvraag vermelde in overeenstemming zal zijn;
f. redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de aanvrager in strijd zal handelen met aan de vergunning verbonden beperkingen of voorschriften;
g. er aanwijzingen zijn dat voor of bij het seksbedrijf personen tewerkgesteld zijn of zullen zijn die, als het prostituees betreft, nog niet de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt, als het overige personen betreft, nog niet de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, slachtoffer zijn van mensenhandel of verblijven of werken in strijd met het bepaalde bij of krachtens de Vreemdelingenwet 2000;
h. de exploitant of beheerder minder dan vijf jaar geleden voor de dag dat de vergunning wordt aangevraagd, wegens een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van meer dan zes maanden;
i. de exploitant of beheerder minder dan vijf jaar geleden voor de dag dat de vergunning wordt aangevraagd, bij meer dan één rechterlijke uitspraak of strafbeschikking onherroepelijk veroordeeld is tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500,- euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a, van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:
1°. bepalingen, gesteld bij of krachtens de Drank- en Horecawet, de Opiumwet, de Vreemdelingenwet 2000, de Wet arbeid vreemdelingen en hoofdstuk 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009;
2°. de artikelen 137c tot en met 137g, 140, 416, 417, 417bis, 420bis tot en met 420quinquies, 426 en 429quater van het Wetboek van Strafrecht;
3°. artikel 69 van de Algemene wet rijksbelastingen;
4°. de artikelen 8 en 162, derde lid, alsmede artikel 6 juncto artikel 8 of juncto artikel 163 van de Wegenverkeerswet 1994;
5°. de artikelen 2 en 3 van de Wet op de weerkorpsen;
6°. de artikelen 54 en 55 van de Wet wapens en munitie.
j. de voorgenomen uitoefening van het seksbedrijf strijd op zal leveren met een geldend bestemmingsplan, een bestemmingsplan in ontwerp dat ter inzage is gelegd of een beheersverordening.
2. ......
3. ......
4. ......
5. ......
|
Artikel 3:6 Weigeringsgronden
1. Een vergunning wordt geweigerd als:
a. de exploitant of de beheerder onder curatele staat;
b. de exploitant of de beheerder is ontzet uit het ouderlijk gezag of de voogdij;
c. de exploitant of de beheerder onherroepelijk is veroordeeld voor een gewelds- of zedendelict of voor mensenhandel, of in enig ander opzicht van slecht levensgedrag is;
d. de exploitant of de beheerder de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt;
e. redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de feitelijke toestand niet met het in de aanvraag vermelde in overeenstemming zal zijn;
f. redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de aanvrager in strijd zal handelen met aan de vergunning verbonden beperkingen of voorschriften;
g. er aanwijzingen zijn dat voor of bij het seksbedrijf personen tewerkgesteld zijn of zullen zijn die, als het prostituees betreft, nog niet de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt, als het overige personen betreft, nog niet de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, slachtoffer zijn van mensenhandel of verblijven of werken in strijd met het bepaalde bij of krachtens de Vreemdelingenwet 2000;
h. de exploitant of beheerder minder dan vijf jaar geleden voor de dag dat de vergunning wordt aangevraagd, wegens een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van meer dan zes maanden;
i. de exploitant of beheerder minder dan vijf jaar geleden voor de dag dat de vergunning wordt aangevraagd, bij meer dan één rechterlijke uitspraak of strafbeschikking onherroepelijk veroordeeld is tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500,- euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a, van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:
1°. bepalingen, gesteld bij of krachtens de Alcoholwet, de Opiumwet, de Vreemdelingenwet 2000, de Wet arbeid vreemdelingen en hoofdstuk 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009;
2°. de artikelen 137c tot en met 137g, 140, 416, 417, 417bis, 420bis tot en met 420quinquies, 426 en 429quater van het Wetboek van Strafrecht;
3°. artikel 69 van de Algemene wet rijksbelastingen;
4°. de artikelen 8 en 162, derde lid, alsmede artikel 6 juncto artikel 8 of juncto artikel 163 van de Wegenverkeerswet 1994;
5°. de artikelen 2 en 3 van de Wet op de weerkorpsen;
6°. de artikelen 54 en 55 van de Wet wapens en munitie.
j. de voorgenomen uitoefening van het seksbedrijf strijd op zal leveren met een geldend bestemmingsplan, een bestemmingsplan in ontwerp dat ter inzage is gelegd of een beheersverordening.
2. ......
3. ......
4. ......
5. ......
|
Artikel 5:35 Exploitatie kamerverhuurbedrijf
1. ......
2. ......
3. De burgemeester weigert de vergunning, indien:
a. de aanvrager of de natuurlijke persoon die optreedt als directeur of feitelijke leidinggevende van de rechtspersoon niet voldoet aan de eisen van zedelijk gedrag als bedoeld in het Besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet of in enig ander opzicht van slecht levensgedrag is.
b. voor de onzelfstandige woonruimte waarop de aanvraag betrekking heeft geen onttrekkingsvergunning is verleend, terwijl ter zake wel een onttrekkingsvergunningplicht bestaat;
c. het gebruikmaken van de vergunning strijdig is met het vigerend planologische regime, of met het komende planologische regime voor zover ter zake voorbereidingsbescherming geldt, tenzij die strijdigheid met een planologische besluit is opgeheven.
4. ......
|
Artikel 5:35 Exploitatie kamerverhuurbedrijf
1. ......
2. ......
3. De burgemeester weigert de vergunning, indien:
a. de aanvrager of de natuurlijke persoon die optreedt als directeur of feitelijke leidinggevende van de rechtspersoon niet voldoet aan de eisen van zedelijk gedrag als bedoeld in het Alcoholbesluit of in enig ander opzicht van slecht levensgedrag is.
b. voor de onzelfstandige woonruimte waarop de aanvraag betrekking heeft geen onttrekkingsvergunning is verleend, terwijl ter zake wel een onttrekkingsvergunningplicht bestaat;
c. het gebruikmaken van de vergunning strijdig is met het vigerend planologische regime, of met het komende planologische regime voor zover ter zake voorbereidingsbescherming geldt, tenzij die strijdigheid met een planologische besluit is opgeheven.
4. ......
|