Beleidsregels zendmasten voor antenne-installaties op Texel

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Op dit moment is er geen zendmastenbeleid voor Texel.

Op Texel bestaat voor het huidige 4G netwerk een capaciteitsprobleem in Den Burg en dekkingsproblemen in het gebied van de duinen/strand. Dat betekent voor Texel dat er in ieder geval extra zendmasten bij moeten komen. Daarmee wordt ook het bellen van het 112 alarmnummer met een mobiele telefoon in die gebieden verzekerd. Met deze beleidsregels wordt meteen voorgesorteerd op de aanloop naar de 5e generatie mobiele communicatie (5G). Bij de veiling van de frequenties (700 MHz vergunningen ) voor 5G is namelijk een dekkingseis opgenomen. Binnen 2 jaar na vergunningverlening moeten de providers aan de dekkingseis van minimaal 98% van het grondgebied te voldoen. Dit betreft dus een verplichting vanuit de Rijksoverheid. Verwacht wordt dat hiervoor 10% extra zendmasten nodig zijn. Deze aanvragen worden dan ook getoetst aan deze beleidsregels. De gemeente heeft het belang om een zendmast vanuit ruimtelijke kwaliteit en stedenbouwkundig oogpunt zo goed mogelijk in de omgeving te integreren, zodat er geen wildgroei en horizonvervuiling ontstaat. Daarnaast heeft de gemeente ook een belang om bij te dragen aan goede communicatie mogelijkheden en breedbandinternet voor de bewoners, ondernemers en de toeristen.

1.2 Wanneer gebruiken we dit instrument?

Deze beleidsregels gelden voor zendmasten tot een hoogte van 40 meter. Zodat (vaak) vrijstaande masten, die gebruikt kunnen worden door meerdere antenne-eigenaren en waarin meerdere antenne-installaties geplaatst kunnen worden. In de geldende bestemmingsplannen voor Texel zijn voor nieuwe zendmasten geen locaties opgenomen. Er is dus altijd een planoogische procedure nodig. Daarom is behoefte aan beleidsregels voor de nieuw te plaatsen zendmasten voor mobiele telecommunicatie.

Dit als toetsingsinstrument bij het afwijken van het bestemmingsplan:

  • 1.

    door toepassing van artikel 4 Bijlage 2 Besluit omgevingsrecht (Bor) voor omgevingsvergunningsplichtige opstelpunten. Voor het plaatsen van nieuwe zendmasten voor antenne-installaties (tot 40 meter hoog) kan dan een omgevingsvergunning binnen 8 weken worden verleend.

In principe vallen de zendmasten onder deze (korte) procedure. In het geval de nieuwe locatie voor de zendmast gevoelig ligt – ter beoordeling door de gemeente- wordt op verzoek van de gemeente door de initiatiefnemer vroegtijdig gecommuniceerd met de belanghebbenden. De aanvraag omgevingsvergunning wordt - naast de gebruikelijk toetsing over bijvoorbeeld de sterkte-eisen van de zendmast aan het Bouwbesluit - getoetst aan deze beleidsregels.

Vanuit Monet, het samenwerkingsverband van de providers, wordt jaarlijks een plaatsingsplan overlegd met de gemeente. Op dit plaatsingsplan staan ook zoekgebieden naar mogelijke nieuwe locaties. De beoordeling hiervan gebeurt aan de hand van deze beleidsregels.

Deze nota gaat niet over C2000 masten (vergunningsvrij) en vergunningsvrije antenne-installaties – antennes tot 5 meter zijn vergunningvrij - (is geregeld in het Convenant in het kader van het nationaal Antennebeleid inzake plaatsing van vergunningvrije antenne-installaties voor mobiele communicatie, 2010).

1.3 Gezondheid en Locaties voor zendmasten

Aan de ene kant zijn zendmasten voor antenne-installaties nodig en aan de andere kant kunnen zij een enorme impact hebben op het landschap, maar ook voor het welbevinden (gezondheid en veiligheid) van burgers in een woonwijk.

Alle zendmasten moeten voldoen aan de wettelijke blootstellingslimieten voor elektromagnetische velden, om gezondheidseffecten bij mensen te voorkomen. In deze blootstellingslimieten zit een veiligheidsmarge. Er is bij wetenschappelijk onderzoek geen bewijs gevonden voor mogelijke gezondheidseffecten bij blootstelling aan de elektromagnetische velden die lager zijn dan de blootstellingslimieten.

Aspecten waar aanvragen omgevingsvergunning op getoetst worden zijn:

1. Ruimtelijke/landschappelijke inpassing

2. Maximale site-sharing

3. Kleur en materialisatiekeuze van de zendmast en bijbehorende technische installaties

4. Verkeersveiligheid

5. Passend bij een functie

6. Voorkeur voor plaatsing op gemeentegrond

7. Voorkeur voor plaatsing op andere bestaande bouwwerken

Deze aspecten worden in hoofdstuk 2 ‘Beleidsregels’ verder uitgewerkt.

1.4 Privaatrechtelijke grondregeling

Bij plaatsing van een zendmast op gemeentegrond wordt een passende huurregeling aangegaan en een huurafhankelijk opstalrecht gevestigd. Op basis van de paragraaf Grondbeleid is er bij elke grondregeling sprake van een marktconforme prijs.

2 Beleidsregels zendmasten voor antenne-installaties op Texel

2.1 Toetsingscriteria

Uitgangspunten voor toetsing van aanvragen omgevingsvergunningen voor zendmasten, waarvoor de ‘kruimelgevallenregeling’ artikel 4 Bijlage 2 Besluit omgevingsrecht wordt toegepast.

 

1. Ruimtelijke/landschappelijke inpassing

  • Het is van groot belang dat de zendmast zo goed mogelijk landschappelijk/stedenbouwkundig wordt ingepast. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij bestaande gebouwen of elementen, zoals bijvoorbeeld een bedrijfsgebouw, hoge boomsingel, bos of een al bestaande mast. Hierover wordt advies ingewonnen bij de stedenbouwkundige van de gemeente, de commissie Ruimtelijke Kwaliteit of een andere deskundige.

  • De plaatsing moet zoveel mogelijk aan het zicht worden onttrokken, dan wel opgaan in het landschap.

  • De zendmast mag geen onevenredige afbreuk doen aan de visuele kwaliteit van een gebouw of de omgeving.

  • Specifieke landschappelijke, cultuurhistorische of architectonische kenmerken mogen niet aangetast worden. Een nieuwe zendmast in het gebied dat in de Welstandsnota is aangewezen als Hoge Berg of waarbij het aanzicht op een beschermd dorpsgezicht (Oosterend of Den Hoorn) dan wel een monument (bijvoorbeeld het kerkje in Den Hoorn) wordt aangetast, is uitgesloten.

2. Maximale site-sharing

Het delen van de zendmast met meerdere providers is uitgangspunt. De zendmast heeft bij de oprichting voldoende ruimte en draagkracht voor minimaal 3 providers.

3. Kleur en materialisatiekeuze

Zendmasten en de daarbij behorende technische installaties en de bedrading moeten door middel en zorgvuldige materiaal- en kleurkeuze in de omgeving passen.

4. Verkeersveiligheid

De situering van de zendmast mag de (lucht)verkeersveiligheid op geen enkele wijze belemmeren. Dus bijvoorbeeld niet in de berm naast een weg/bij een bocht, maar ook niet nabij het Texel International Airport in verband met de vliegveiligheid. Voor het vliegveld wordt de zonering van de luchtvaartverkeerszones uit het bestemmingsplan Buitengebied gevolgd.

5. Passend bij een functie

Het oprichten van een zendmast op een bedrijventerrein zal minder weerstand oproepen dan middenin een woonwijk.

De voorkeur van locaties gaat uit naar:

1. Bedrijventerreinen

2. Recreatieve functies (sportaccommodaties, recreatieterreinen en groensingels)

3. Natuurfunctie (parkeerplaatsen bij het strand, bos en duinen)

4. Overige (aan de dorpsrand, in openbaar groen, parkeerplaatsen)

5. Bij voorkeur worden geen zendmasten geplaatst in woonwijken en nabij scholen.

6. Voorkeur voor plaatsing op gemeentegrond

Om in de toekomst ook de gemeentelijke belangen te kunnen borgen, gaat de voorkeur uit naar plaatsing op gemeentegrond. Bij plaatsing op gemeentegrond wordt een passende grondregeling aangegaan tegen een marktconforme prijs en wordt bij de notaris een huurafhankelijk opstalrecht gevestigd.

7. Voorkeur voor plaatsing op bestaande bouwwerken

Plaatsing van antenne-installaties op bestaande bouwwerken zoals bijvoorbeeld lichtmasten of gebouwen.

Afwijken van deze beleidsregels is mogelijk als dat noodzakelijk is in het algemeen belang.

2.2 WAS-palen (WaarschuwingAlarmeringSysteem)

De alarmpalen voor het luchtalarmsysteem (WAS-Palen) die kunnen worden ingezet bij grote rampen zullen de komende jaren verdwijnen. Het alarm bij rampen wordt dan vervangen door alarmering via social media, NL-alert, radio, websites en sms-jes van de overheid.

In 2015 is door een aantal exploitanten/onafhankelijke aanbieders (zgn. towercompanies) verzocht om deze 18 meter hoge palen dan te transformeren naar zendmasten voor mobiele communicatie. Aangezien deze WAS-palen op diverse locaties, verspreid over het eiland staan (in de openbare ruimte en op grond van particulieren) en het transformeren van een 18 meter hoge paal naar een 40 meter hoge zendmast een andere impact heeft op de omgeving, wordt hieraan geen medewerking verleend.

Samenvattend:

Aanvragen omgevingsvergunninng voor een nieuwe zendmast wordt getoetst aan:

  • 1.

    goede ruimtelijke/landschappelijke/stedenbouwkundige inpassing;

  • 2.

    stabiele zendmast zodat maximale site-sharing mogelijk is;

  • 3.

    passende kleur- en materialisatie keuze;

  • 4.

    de locatie mag de (lucht)verkeersveiligheid niet belemmeren;

  • 5.

    locatievoorkeuren: niet in woonwijken en bij scholen, wel op bedrijventerreinen, recreatieve functies, groensingels, sportvelden en bos/duinen;

  • 6.

    plaatsing bij voorkeur op gemeentegrond en het aangaan van een huurafhankelijk opstalrecht.

  • 7.

    en verder verleent de gemeente;

  • 8.

    plaatsing op bestaande bouwwerken;

  • 9.

    geen medewerking aan transformatie van WAS-Palen naar zendmasten.

 

In het geval de huidige dekkingscapaciteit van het duin- of strandgebied aanmerkelijk wordt verbeterd, en hiermee het algemeen belang (veiligheid en bereikbaarheid van hulpdiensten) wordt vergroot, kan hiervan worden afgeweken.

Naar boven