Gemeenteblad van Hulst
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hulst | Gemeenteblad 2022, 269774 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hulst | Gemeenteblad 2022, 269774 | beleidsregel |
Klimaatadaptatiestrategie & uitvoeringsagenda Zeeuws Vlaanderen 2021-2025
De klimaatadaptatiestrategie Zeeuws Vlaanderen 2021-2025 en bijbehorende uitvoeringsagenda vast te stellen.
De uitgangspunten van de strategie en het streven naar label B voor alle thema’s te implementeren in de omgevingsvisie en omgevingsplan.
De klimaatadaptatiestrategie Zeeuws Vlaanderen 2021-2025 te integreren in de gemeentelijke organisatie en werkwijze.
In 2018 is het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) verschenen. Het DPRA is een gezamenlijk plan van gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk om Nederland klimaatbestendig en waterrobuust in te richten. De eerste stap was de kwetsbaarheid voor hemelwateroverlast, grondwateroverlast en -onderlast (verdroging), hittestress en risico op overstroming in beeld te brengen, de zogenaamde ‘stresstest’. De resultaten van deze stresstest zijn opgenomen in het bijbehorende I-report.
De tweede stap betreft ‘het gesprek aangaan over de resultaten van deze stresstest’, de zogenaamde ‘risicodialoog’. Een risicodialoog is geen moment opname, maar een continu proces en in die zin nooit ‘klaar’. Het doel van de risicodialoog is:
In Zeeuws Vlaanderen zijn al veel stappen gezet als onderdeel van de risicodialoog. Denk aan de enquête onder de inwoners. Bij concrete (her)inrichtingsprojecten van de openbare ruimte gaat de projectleider van de gemeente altijd in overleg met ‘de buurt’. Als onderdeel van dit overleg worden de resultaten uit de klimaatstresstest meegenomen. Ook bij nieuwe ontwikkelingen neemt klimaatadaptatie een nadrukkelijke plek in. Op die manier geven de gemeenten in Zeeuws Vlaanderen een structurele en continue invulling van de risicodialoog met inwoners en ondernemers.
Het I-report is de basis om een gesprek aan te gaan tijdens de voorbereiding van ruimtelijke (her)inrichtingsprojecten van de openbare ruimte en nieuwe ontwikkelingen.
Om deze gesprekken eenduidig te kunnen voeren, zijn een aantal gedeelde randvoorwaarden, uitgangspunten en wensen noodzakelijk: de klimaatadaptatiestrategie. De klimaatadaptatiestrategie geeft het handelingsperspectief om de kennis uit de stresstest, de risicodialoog en de informatie uit het I-report in onderling overleg en afstemming met collega’s door te vertalen in de relevante beleidsstukken van de verschillende beleidsvelden en ontwerpen voor (her)inrichtingen van de openbare ruimte. Op deze wijze willen de gemeenten in Zeeuws Vlaanderen vorm geven aan het toekomstbestendig ontwerpen en het toetsen van plannen (watertoets verbreed naar klimaattoets). De klimaatadaptatiestrategie en uitvoeringsagenda van Zeeuws Vlaanderen geven invulling aan de stappen uit het DPRA.
2 Klimaatadaptatiestrategie Zeeuws Vlaanderen 2021-2025
Het DPRA heeft bewust niet vastgelegd wat een klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting van de openbare ruimte precies inhoudt. De haalbaarheid hiervan binnen de verschillende geografische regio’s in Nederland is namelijk heel verschillend. Elke regio moet daarom zelf bepalen wat voldoende klimaatbestendig en waterrobuust inhoudt. De concrete vraag is dan ook: wat is het streven in Zeeuws Vlaanderen uit oogpunt van de klimaatthema’s (hemel)wateroverlast, droogte en hitte om een gezonde en leefbare openbare ruimte te behouden en/of te realiseren, zodat het ook in de toekomst een gebied is waar het fijn wonen, werken, ontmoeten en recreëren is?
Om dit concreet te maken, wordt gebruik gemaakt van een label systematiek (zie tabel). Op basis van de uitkomsten van de stresstest is aan elke straat in het bebouwde gebied van Zeeuws Vlaanderen per thema een label gekoppeld aan de huidige situatie (kaart “labels huidige situatie” in het I-report).
Gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) in openbaar terrein |
|||||||
(vanwege voorkeur GHG meer dan 70 cm - mv, mag vanuit GLG ook minder zijn) |
|||||||
DPRA heeft aangegeven dat Nederland in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust ingericht moet zijn. Heel bewust is voor dit jaartal gekozen, omdat de openbare ruimte gemiddeld 1x in de 25 tot 30 jaar ‘op de schop gaat’. Dit betekent dat als vanaf nu bij elke ruimtelijke herinrichting van de openbare ruimte deze volledig klimaatbestendig en waterrobuust ingericht wordt, Zeeuws Vlaanderen in 2050 hieraan voldoet.
Vooralsnog streven naar voldoen aan label B.
In Zeeuws Vlaanderen streven we vooralsnog naar label B voor de thema’s (hemel)wateroverlast, droogte en hitte. Als alle openbare ruimte in Zeeuws Vlaanderen voor de thema’s (hemel)wateroverlast, droogte en hitte voldoet aan label B, is de openbare ruimte klimaatbestendig en waterrobuust.
Na elke herinrichting van de bestaande openbare ruimte moet het label voor elk thema minimaal één stapje omhoog tot label B voor dat thema is bereikt.
In de kaart “labels huidige situatie 2021” is te zien dat in meerdere straten voor verschillende thema’s op dit moment een label D of E geldt. Het streven is vooralsnog ook voor deze straten (op termijn) voor elk thema label B te bereiken. Doelmatigheid en werk met werk maken staan echter voorop. Bovendien is de beschikbare ruimte binnen de bestaande openbare ruimte vaak beperkt en moeten veel relevante ruimtelijke functies hier een plek krijgen. Tenslotte spelen er meerdere ruimtelijke transities (denk aan energietransitie, mobiliteit transitie, woningbouwopgave, etc.) die kansen en aandachtspunten (zowel in de tijd als in de ruimte) met zich meebrengen voor klimaat adaptatie maatregelen.
Daarom is het streven bij een herinrichting van de bestaande openbare ruimte voor alle thema’s label B te realiseren. Als dat niet haalbaar is, is de minimaal te realiseren verbetering dat elk thema bij elke herinrichting van de bestaande openbare ruimte minimaal 1 label omhoog gaat (tot label B is bereikt).
Aangezien de bestaande openbare ruimte gemiddeld 1x in de 25 tot 30 jaar ‘op de schop gaat’, zal de realisatie van een klimaatbestendige en waterrobuuste openbare ruimte in dat geval niet in 2050 volledig gerealiseerd zijn.
Bij straten waar voor een bepaald thema al een label A of B aanwezig is in de bestaande openbare ruimte, mag na (her)inrichting de situatie nooit verslechteren. Bij geen enkele (her)inrichting is het toegestaan een label ‘achteruit’ te gaan.
De komende jaren ervaring opdoen met de labels en de labels daarna (mogelijk) aanpassen en gebied specifiek maken.
Het overal streven naar label B voor alle thema’s ‘klinkt mooi’, maar nu al is duidelijk dat label B niet voor alle thema’s overal haalbaar is. Daarom gaan we de komende jaren ervaring opdoen met de labels en de haalbaarheid daarvan. Bij de herziening van deze strategie in 2025 zullen niet alleen de labels zelf ge-update worden, maar ook per thema een gebiedsdekkende kaart gemaakt worden waarop staat aangegeven welk label per thema op elke locatie wordt nagestreefd in 2050. Vanuit die optiek heeft de huidige kaart “labels huidige situatie 2021” waarde als ‘signaalfunctie’.
Een voorbeeld is het thema wateroverlast-GHG. Op verschillende locaties is de gemiddelde hoogste grondwaterstand zodanig hoog dat label B op een doelmatige wijze niet is te realiseren.
Op die locaties wordt gekeken wat binnen de scope van (her)inrichtingsprojecten in de openbare ruimte mogelijk is aan verbeteringen en kan het zo zijn dat hier het doel op label C, D of zelfs E wordt gesteld. Het uitgangspunt is ook voor deze locaties dat na een (her)inrichtingsproject de situatie nooit slechter mag zijn dan bij aanvang van het project.
Bij nieuwe ontwikkelingen gelden zowel voor (toekomstig) particulier als nieuw openbaar terrein dat de ontwikkeling minimaal volgens label B gerealiseerd wordt.
Bij nieuwe ontwikkelingen hebben we de kans ‘om het in één keer goed te doen’. Om dit te bereiken, vertalen we de uitgangspunten van label B, inclusief de ontwerpeisen en inrichtingsprincipes, door naar alle relevante beleidsstukken (omgevingsvisieplan, rioleringsplan, groenbeleid, verkeersbeleid, ruimtelijke visies – paraplu bestemmingsplan, etc.) en gaan hier ook op handhaven.
De labels worden vertaald naar ontwerpeisen en inrichtingsprincipes, zodat de ontwerpteams van de openbare ruimte hier concreet mee aan de slag kunnen.
We hebben er bewust voor gekozen om de labels getalsmatig in te vullen. Hierdoor hebben de ontwerpteams bij een (her)inrichting van de openbare ruimte nu al een gevoel bij de labels. De labels moeten wel door vertaald worden in ontwerpeisen en inrichtingsprincipes (van watertoets naar klimaattoets).
Een eerste versie van deze doorvertaling naar ontwerpeisen en inrichtingsprincipes vindt in Zeeuws verband plaats in 2022, zodat vanaf dat moment ervaring opgedaan kan worden met deze (concept) ontwerpeisen en inrichtingsprincipes. Bij de concrete uitwerking van deze ontwerpeisen en inrichtingsprincipes betrekken we deelnemers uit ‘de ontwerpteams’ binnen Zeeuws Vlaanderen, zodat de ontwerpeisen en inrichtingsprincipes kunnen rekenen op draagvlak. Bij de herziening van deze strategie in 2025 worden de ontwerpeisen en inrichtingsprincipes definitief.
2.2 Verankeren van de klimaatadaptatie strategie in alle lagen van onze organisaties
De komende jaren zorgen we er, als onderdeel van de risicodialoog, voor dat we het gedachtengoed uit deze klimaatadaptatie strategie verankeren in alle lagen van onze organisatie. Denk hierbij vooral aan de doorvertaling in de omgevingsvisie en het omgevingsplan. Maar het gaat verder dan dat. Bij de herziening van deze klimaatadaptatie strategie in 2025 is het de bedoeling dat klimaatadaptatie bij alle collega’s in zowel het ruimtelijke als het sociale domein onderdeel is van het dagelijkse denken en handelen en daarmee als een volwaardig onderdeel wordt meegenomen als mede ordenend principe bij ruimtelijke (her)inrichtingsprojecten. Dit betekent dat we de komende jaren ook een organisatorische opgave hebben. Hiervoor is het noodzakelijk dat bij elke gemeente een ‘bruggenbouwer klimaatadaptatie’ benoemd wordt en deze persoon hiervoor voldoende tijd krijgt.
2.3 Maken van een overzicht van ‘effectieve klimaatregelen’ met bijbehorende ‘rekentool’
In 2022 maken we in Zeeuws verband een overzicht van effectieve klimaatregelen. Dit maken we voor alle drie de thema’s: wateroverlast, verdroging en hittestress. Deze maatregelen geven niet enkel onze eigen ontwerpteams handelingsperspectief bij (her)inrichtingsprojecten, maar ook initiatiefnemers / ontwikkelaars. Deze effectieve klimaatregelen zullen we in Zeeuws verband in 2023 ondersteunen met een ‘rekentool’ waarmee initiatiefnemers / ontwikkelaars kunnen berekenen of hun ontwikkeling klimaat robuust genoeg is. Bijkomend voordeel van deze rekentool is dat de initiatiefnemer / ontwikkelaar met de uitkomst hiervan direct een vergunningaanvraag kan doen bij de plantoetsers van de gemeenten in Zeeuws Vlaanderen.
Daarnaast werken we in 2024 op niveau van de provincie Zeeland ook een toegankelijk overzicht van effectieve klimaatregelen uit welke onze inwoners kunnen toepassen op hun eigen perceel. In bestaand bebouwd gebied is vaak 2/3 tot 3/4 deel van de ruimte in handen van particulieren. Voor een echt klimaatrobuuste inrichting en een prettige en gezonde leefomgeving is het dus ook belangrijk dat onze inwoners hun eigen percelen klimaatrobuust gaan inrichten. Het is de bedoeling dat we tijdens de tweede DPRA cyclus actief ‘het gesprek aangaan’ met onze inwoners en ze daarbij onder meer wijzen op deze mogelijk klimaatregelen op eigen perceel.
2.4 We werken een klimaatrobuust beheer en onderhoud uit
Het functioneren van klimaatrobuuste maatregelen en inrichtingen hangt sterk af van het beheer en onderhoud daarvan. Daarom gaan we de komende jaren in overleg met onze beheerders om te kijken wat de mogelijkheden zijn en werken een eerste concept hiervan in Zeeuws verband in 2023 uit. Denk daarbij aan het meer geschikt maken van de bodem voor infiltratie, maar tegelijkertijd ook het voorkomen van plaagsoorten en het bevorderen van de biodiversiteit. Bij de herziening van deze klimaatadaptatie strategie in 2025 werken we een ‘paragraaf beheer en onderhoud’ uit.
2.5 We zijn een lerende organisatie
Het DPRA werkt met cycli van 6 jaar. Momenteel zitten we in de eerste cyclus van 2020 - 2025. Wij gebruiken deze eerste cyclus om onze werkwijze (en klimaatadaptatiestrategie) te optimaliseren. Ook gebruiken we deze periode om onze basisgegevens te verbeteren.
Jaarlijks doen we een tussentijdse evaluatie van het I-report (welke kaarten worden er veel gebruikt? Welke ontbrekende kaarten zijn wenselijk? Welke kaarten worden minder gebruikt en waarom? etc.), de manier waarop we als gemeenten binnen Zeeuws Vlaanderen samenwerken op het vlak van klimaatadaptatie en deze klimaatadaptatiestrategie.
De basisgegevens welke in het I-report gebruikt zijn om de kaarten van de stresstest te vervaardigen, kunnen op elk gewenst moment ge-update worden. Ook kunnen op elk gewenst moment kaarten toegevoegd worden met informatie welke verkregen wordt uit bijvoorbeeld een (mogelijk op termijn) nog te realiseren grondwatermeetnet in (delen van) Zeeuws Vlaanderen en de resultaten van 2D water-op-straat berekeningen.
Eind 2024 starten we met een herziening van de stresstest resultaten, nieuwe ronde risicodialogen, optimalisatie van het I-report en uitwerken van een klimaatadaptatiestrategie en uitvoeringsagenda voor 2026 - 2031, zodat deze eind 2025 gereed zijn en bestuurlijk vastgesteld kunnen worden.
Gedurende deze eerste cyclus blijft het I-report intern (binnen de gemeenten, mogelijk wel delen met waterschap en provincie). Het is de bedoeling dat het I-report bij de start van de tweede cyclus begin 2026 wordt gedeeld met externe stakeholders, ondernemers en inwoners. Het werken met labels maakt monitoring ‘eenvoudig’.
De kaart “labels huidige situatie 2021” geeft, zoals de naam al aangeeft, de huidige situatie weer. De komende jaren vinden allerlei (her)inrichtingsprojecten en andere (ruimtelijke) ontwikkelingen plaats. Als deze ontwikkelingen klimaatrobuust uitgevoerd worden, zijn de effecten hiervan in 2025 te zien in de kaart “labels huidige situatie 2025”. In 2025 kunnen we dan tevens een “verschilkaart 2021 - 2025” maken, zodat duidelijk is in hoeverre de gemeenten in Zeeuws Vlaanderen de afgelopen jaren klimaat robuust hebben gehandeld en of de gemeenten op schema liggen voor een klimaatrobuuste inrichting in 2050. Deze kaarten kunnen als verantwoording naar de gemeentebesturen gebruikt worden voor elke cyclus van het DPRA.
2.6 Bestuurlijk vaststellen klimaatadaptatiestrategie 2021 - 2025 (inclusief het I-report) en de bijbehorende uitvoeringsagenda 2021 - 2025
Om de in deze klimaatadaptatiestrategie opgenomen doelstellingen te kunnen waarmaken, hebben we voldoende budget en capaciteit nodig. Bovendien moeten we weten of er draagvlak voor deze klimaatadaptatiestrategie en uitvoeringsagenda 2021 - 2025 is binnen onze gemeenten. Daarom laten alle drie de gemeenten in Zeeuws Vlaanderen deze klimaatadaptatiestrategie (inclusief het I-report) en bijbehorende uitvoeringsagenda 2021 - 2025 bestuurlijk vaststellen in 2022.
3 Uitvoeringsagenda klimaatadaptatie Zeeuws Vlaanderen 2021 - 2025
3.1 Impulsregeling klimaatadaptatie
Vanaf 1 januari 2021 kunnen gemeenten, provincies en waterschappen gebruik maken van de Impulsregeling klimaatadaptatie. Via die regeling kunnen ze een bijdrage van het Rijk krijgen voor klimaatadaptatie maatregelen. De subsidie kan gebruikt worden om klimaatadaptatie maatregelen versneld uit te voeren, om al geplande ruimtelijke projecten uit te breiden met klimaatadaptatie maatregelen, of om nieuwe klimaatadaptatie maatregelen op te pakken.
De subsidie kunnen de gemeenten in Zeeuws Vlaanderen aanvragen via de werkregio van het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie waar ze deel van uitmaken. Dit betekent dat de gemeenten in Zeeuws Vlaanderen samen met andere partijen in de werkregio een maatregelpakket opstellen voor de periode tot en met 2027, en ze samen een investeringsvoorstel indienen bij het Rijk.
Een van de voorwaarden om een bijdrage via de Impulsregeling Klimaatadaptatie te kunnen aanvragen, is een bestuurlijk vastgestelde klimaatadaptatiestrategie (gebaseerd op de stresstesten en risicodialogen) en uitvoeringsagenda.
De tabel met maatregelen en projecten in deze ‘Uitvoeringsagenda klimaatadaptatie Zeeuws Vlaanderen 2021 - 2025’ is gebaseerd op de doelstellingen uit de ‘Klimaatadaptatiestrategie Zeeuws Vlaanderen 2021 - 2025’. De klimaatadaptatie maatregelen die de gemeenten willen indienen voor de Impulsregeling klimaatadaptatie van het Rijk zijn hieraan toegevoegd. Dit is een proces wat de gemeenten in Zeeuws Vlaanderen onder regie van de provincie Zeeland gezamenlijk oppakken met de andere gemeenten en het waterschap in Zeeland.
3.2 Invulling geven aan de te doorlopen stappen voor het DPRA
De tabel met maatregelen en projecten, zoals opgenomen in deze uitvoeringsagenda klimaatadaptatie 2021 - 2025, geeft een overzicht van de activiteiten die de gemeenten in Zeeuws Vlaanderen gedurende deze eerste planperiode van het DPRA (gezamenlijk) nog moeten doorlopen.
De tabel is bewust zo smart mogelijk uitgewerkt: “Wie doet wat, waarom, hoe, waar, wanneer en wat kost het?” Op deze wijze zijn de gemeenten in Zeeuws Vlaanderen er zeker van dat ze alle noodzakelijke en wenselijke stappen in het DPRA proces gedurende de eerste plancyclus doorlopen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-269774.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.