Besluit tot wijziging van Nadere Regel Subsidie Onderwijs

Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht,

• Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 juni 2022

Gelet op artikel 3 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Gemeente Utrecht;

Overwegende dat er wijzigingen nodig zijn voor heldere en effectieve subsidieverstrekking in de sociale basis;

Besluiten de nadere regel subsidie onderwijs als volgt te wijzigen:

Artikel I

De nadere regel subsidie onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

• A. Artikel 3.1.2 krijgt de toevoeging:

• “U-GO! & HTU 1”

• En komt te luiden:

• ‘Transformatie Brede School Academie-U-GO! & HTU 1’

• B. Artikel 3.1.2 de eerste zin komt te vervallen, die luidt:

• ‘De Brede School Academie maken onderdeel uit van het onderwijsachterstandenbeleid in Utrecht.’

• C. Artikel 3.1.2 eerste lid, komt te luiden:

• ‘De subsidie heeft als doel het borgen van activiteiten voor hogere taalprestaties en bredere maatschappelijke ontwikkeling in het onderwijsaanbod.’

• D. Artikel 3.1.2, derde lid, komt te luiden:

• ‘Subsidiabele activiteiten

• het uitvoeren van activiteiten U-GO! in primair onderwijs en HTU 1 in de overgang naar het voortgezet onderwijs;

• algemene coördinatie;’

• E. Artikel 3.1.3 komt te luiden:

• Beoogd effect

• Nieuwkomers (leerlingen in het PO) leren de Nederlandse taal bij voorkeur via de Taalschool zodat zij na ca. 1½ jaar Taalschool bij uitstroom naar het reguliere onderwijs, of na een periode van ambulante begeleiding in het reguliere onderwijs, Nederlands spreken, lezen en schrijven – passend bij het vastgestelde uitstroomniveau. Na deze periode kunnen nieuwkomers - met eventueel doorlopende ondersteuning vanuit de taalschool aan leerkrachten - succesvol aan het reguliere onderwijs deelnemen.

• 2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager

• Deze subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door één schoolbestuur Primair Onderwijs dat namens de andere schoolbesturen de voorziening Taalschool in Utrecht (plus aanvullende ambulante inzet in het reguliere basisonderwijs) in stand houdt.

• 3. Subsidiabele activiteiten

• Het aanbieden van (taal)onderwijs en adequate begeleiding aan nieuwkomers gericht op het leren van de Nederlandse taal, met als doel Nederlands kunnen spreken, lezen en schrijven – passend bij het vastgestelde uitstroomniveau en het aanbieden van doorlopende ondersteuning en ambulante begeleiding vanuit de taalschool aan leerkrachten en leerlingen op een reguliere school waar nieuwkomers naar doorgeplaatst worden

• F. Artikel 3.1.6, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

• In de laatste zin wordt de ‘/’ vervangen door “en”.

• G. In artikel 3.1.6, derde lid, wordt na ‘…sport, kunst, cultuur; de volgende zinsnede toegevoegd ‘burgerschap…’

• H. In artikel 3.1.6, vierde lid, wordt de zinsnede toegevoegd dat luidt:

• ‘De brede scholen werken met een gezamenlijk jaarplan, voor eventuele losse scholen worden individuele plannen of een plan per bestuur gemaakt.’

• I. In de kop van artikel 3.1.7 wordt ‘Talent’ vervangen door ‘Brede’.

• J. Artikel 3.1.7, eerste lid komt te luiden:

• ‘1. Beoogd effect

• Leerlingen maken kennis met een breed palet aan activiteiten met als doel persoonsvorming en sociale ontwikkeling.’

• K. Artikel 3.1.7, derde lid, wordt de volgende zinsnede toegevoegd:

• ‘Tenminste 70% van de middelen wordt door het schoolbestuur ingezet op activiteiten. Maximaal 30% kan worden ingezet voor het inzetten van uren voor coördinatie en samenhang van het activiteitenaanbod.’

• L. Artikel 3.1.7 derde lid, 1e alinea komt te luiden:

• ‘Minimaal 50% van de leerlingen van het VMBO maakt kennis met activiteiten voor persoonsvorming en sociale ontwikkeling die aanvullend zijn op het verplichte curriculum. Uitbreiding naar andere groepen leerlingen is toegestaan maar mag niet ten koste gaan van het bereik onder vmbo-leerlingen. Het kan gaan om activiteiten op het gebied van talentontwikkeling, maar ook om sociale vaardigheden, De school stimuleert actief de deelname van leerlingen die daarmee een meer gelijke kans krijgen om zich breed te ontwikkelen.

• De school werkt hierin samen met externe partners vanuit een gedeelde pedagogische werkwijze.

• De school maakt hiervoor per jaar een activiteitenplan waarin de activiteiten, beoogde doelen, verwachte resultaten en bereik zijn opgenomen.

• Het beschikbare bedrag per schoolbestuur is gebaseerd op het aantal leerlingen op de deelnemende scholen dat afkomstig is uit een postcode-cumulatiegebied. Het schoolbestuur kan de beschikbare middelen naar eigen inzicht verdelen over de deelnemende scholen.

• Tenminste 70% van de middelen wordt door het schoolbestuur ingezet op activiteiten. Maximaal 30% kan worden ingezet voor het inzetten van uren voor coördinatie en samenhang van het activiteitenaanbod.’

• M. In artikel 3.1.8, derde lid, wordt na ‘Deze subsidie kan worden aangevraagd voor activiteiten die bijdragen aan het cultuuronderwijs of aan cultuureducatie op de school, in samenhang met de in het schoolplan vastgestelde visie op cultuureducatie’

• de volgende zinsnede ingevoegd

• ‘en bondig activiteitenplan per school of een gebundeld samengevat cultuureducatieplan van alle scholen die onder het schoolbestuur vallen.’

• N. In artikel 3.1.8, vierde lid wordt na ‘een beschrijving van de activiteiten’

• de volgende zinsnede toegevoegd

• ‘op hoofdlijnen per school of een samenvatting van alle scholen die onder het schoolbestuur vallen’.

• O. Artikel 3.1.9 vervalt.

• P. Artikel 3.2.1, eerste lid, wordt de zinssnede toegevoegd dat luidt:

• ‘Het betreft hier kinderen in de leeftijd van 0-6 jaar met specifieke ontwikkelings- en/of gedragsproblemen en/of een verhoogd risico op leerproblemen en/of achterstanden in de schoolvaardigheden’.

• Q. In Artikel 3.2.1, eerste lid, wordt de zinssnede verwijderd dat luidt:

• ‘Het betreft hier kinderen in de leeftijd van 0-6 jaar met specifieke ontwikkelings- en/of gedragsproblemen en/of een verhoogd risico op leerproblemen en/of achterstanden in de schoolvaardigheden. Het vergroten van de handelingsbekwaamheid van pedagogisch medewerkers en leerkrachten en ouders van deze kinderen.’

• R. Artikel 3.2.1 eerste lid, komt te luiden:

• ‘Het betreft hier kinderen in de leeftijd van 0-6 jaar met specifieke ontwikkelings- en/of gedragsproblemen en/of een verhoogd risico op leerproblemen en/of achterstanden in de schoolvaardigheden.

• We willen dat kinderen veilig en gezond opgroeien en de mogelijkheid krijgen zich maximaal te ontwikkelen. Daartoe zetten we in op duurzame verbetering van het welzijn van jonge kinderen, ouders en hun omgeving. Dat doen we door preventie, vroeg signalering, een doorgaande lijn (van voorschoolse voorziening naar het primair (speciaal) onderwijs) en duurzame oplossingen. Hierbij staat de vraag van ouders. Ondersteuning vindt plaats in de leefomgeving van het kind/gezin.

• De notitie Kernpartneraanpak Voorschoolse Educatie vormt het kader voor de gezamenlijke opdracht van de kernpartners (Jeugdgezondheidszorg, Buurtteam Jeugd & Gezin, aanbieders Voorschoolse Educatie, Samenwerkingsverband Utrecht PO) om goede en passende ondersteuning te bieden aan jonge kinderen en hun ouders in de stad Utrecht, ieder vanuit zijn eigen expertise en rol.’

• S. Artikel 3.2.1, derde lid, komt te luiden:

• 3. Subsidiabele activiteiten

• Ontwikkeling en uitvoering van de kernpartneraanpak Voorschoolse Educatie op wijk en stedelijk niveau).

• (Door)ontwikkeling van en uitvoering geven aan het expertiseteam Het Jonge Kind.

• Het vergroten van de handelingsbekwaamheid van pedagogisch medewerkers en leerkrachten en ouders van deze kinderen

• Inzet van het samenwerkingsverband Utrecht PO zoals besloten wordt met betrokken partners (schoolbesturen, aanbieders VE, samenwerkingsverband Utrecht PO en gemeente Utrecht).

• T. In artikel 3.4.3, derde lid wordt na ‘Kosten van’ toegevoegd de zinsnede ‘ruimtes’.

• U. In artikel 4.2 wordt de zinsnede verwijderd die luidt: ‘Door voor alle leerlingen de mogelijkheid te creëren om een goede start te maken en een goede schoolloopbaan te doorlopen.’

• V. In artikel 4.2 worden de volgende alinea’s toegevoegd:

• ‘Effect: Het effect dat de aanvrager bereikt op de doelstellingen. De evaluatie van effectiviteit heeft geen gevolgen voor de verleende subsidie. De evaluatie kan wel van invloed zijn op nog te maken beleidskeuzes met als doel het effect van de subsidie te verhogen.

• Impact: de gemeente en de ontvangers van subsidie spreken met elkaar over de maatschappelijke impact van de subsidie. Impact op de (middel)lange termijn is daarbij belangrijker dan effect op de korte termijn.’

Artikel II

De wijzigingen hebben geen gevolgen voor bestaande situaties of lopende aanvragen.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, in de vergadering van 7 juni 2022.

De burgemeester

Sharon A.M. Dijksma

De secretaris,

Gabrielle G.H.M. Haanen