Artikel I
De Verordening interferentiegebieden bodemenergiesystemen 2014 als volgt te wijzigen:
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
Na “opnieuw vast te stellen”, wordt ingevoegd: “ en nieuwe interferentiegebieden aan te wijzen door de in bijlage 1 opgenomen kaart gewijzigd vast te stellen”;
Het zinsdeel “en opnieuw vast te stellen” vervalt
Artikel II
Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking
Artikel III
Deze verordening wordt aangehaald als Wijzigingsverordening interferentiegebieden bodemenergiesystemen 2014
Toelichting op de verordening
Toelichting
Algemeen deel
Deze verordening wijzigt de Verordening interferentiegebieden bodemenergiesystemen 2014.
Met dit wijzigingsbesluit wordt voorzien in een redactionele wijziging die de bevoegdheid van het college burgemeester en wethouders gegeven in het tweede artikel van de Verordening interferentiegebieden bodemenergiesystemen 2014, verduidelijkt.
Procedure en inspraak
Met de voorgestelde wijziging wordt een algemeen verbindend voorschrift vastgesteld. Volgens de Algemene Inspraakverordening van de gemeente Amsterdam (Inspraakverordening) is in beginsel de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. In artikel 2, derde lid, onder c, van de Inspraakverordening is geregeld dat besloten kan worden van inspraak af te zien als het beleidsvoornemen van ondergeschikte betekenis is dan wel uitsluitend of hoofdzakelijk om juridisch-technische dan wel redactionele redenen plaatsvindt. Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten van inspraak af te zien omdat de wijziging uitsluitend om redactionele redenen plaatsvindt.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel I wijzigt de Verordening interferentiegebieden bodemenergiesystemen 2014 als volgt:
Onderdeel A
Artikel I
De redactionele wijziging maakt duidelijk dat het college van burgemeester en wethouders bevoegd is bijlage 1, de kaart, bij de verordening te wijzigen en vast te stellen. Dit betekent dat het college nieuwe gebieden kan aanwijzen of de begrenzing van bestaande gebieden kan wijzigen.
Artikel II
Het besluit treedt op de dag na bekendmaking in werking en behoeft geen verdere toelichting.
Artikel III
Behoeft geen verdere toelichting