Wijziging van de Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Coevorden 2015 (2de wijziging)

De raad van de gemeente Coevorden;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Coevorden, bijlagenr. 1755;

 

overwegende, dat de Participatiewet is gewijzigd in verband met de inwerkingtreding van de Wet inburgering 2021 per 1 januari 2022 en dat het gelet op artikel 56a van de Participatiewet noodzakelijk is om de afstemmingsverordening te wijzigen.

 

besluit:

 

vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Coevorden 2015 (2de wijziging)

Artikel I

  • A.

    Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 6. Gedragingen Participatiewet

 

Gedragingen van een belanghebbende waardoor een verplichting op grond van de artikelen 9, 9a en 55 van de Participatiewet niet of onvoldoende wordt nagekomen, worden onderscheiden in de volgende categorieën:

  • a.

    eerste categorie:

    het zich niet tijdig laten registreren als werkzoekende bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen of het niet tijdig laten verlengen van de registratie;

Artikel 6. Gedragingen Participatiewet

 

Gedragingen van een belanghebbende waardoor een verplichting op grond van de artikelen 9, 9a, 55 en 56a van de Participatiewet niet of onvoldoende wordt nagekomen, worden onderscheiden in de volgende categorieën:

  • a.

    eerste categorie:

    • 1°.

      het zich niet tijdig laten registreren als werkzoekende bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen of het niet tijdig laten verlengen van de registratie;

    • 2°.

      het niet nakomen van de in artikel 56a, tweede lid, van de Participatiewet neergelegde verplichting om gedurende een periode van zes maanden, gerekend vanaf de dag waarop het recht op bijstand ontstaat, mee te werken aan het door het college in naam van de belanghebbende verrichten van betalingen uit de toegekende bijstand van huur, gas, water en stroom en de verplichte zorgverzekering;

Artikel II

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld inde openbare vergadering van

de raad van 24 mei 2022.

Voorzitter,

R. Bergsma

Griffier,

M. Lucassen

Toelichting op artikel I

De Wet inburgering 2021 streeft ernaar alle inburgeraars snel en volwaardig mee te laten doen in de Nederlandse maatschappij. Eén van de taken voor de gemeente is het financieel ontzorgen van bijstandsgerechtigde asielstatushouders, zodat het inburgeringstraject zo effectief mogelijk verloopt. Financieel ontzorgen betekent dat de gemeente het beheer van inkomsten en uitgaven geheel of gedeeltelijk uit handen neemt.

 

De verplichte ontzorging is geregeld in de Participatiewet (artikel 56a) en geldt alleen voor de groep bijstandsgerechtigde asielstatushouders. Als de inburgeringsplichtige niet meewerkt aan het verplichte ontzorgen dan moet het college de bijstandsuitkering verlagen met toepassing van de Afstemmingsverordening (artikel 18 lid 2 Participatiewet). Op grond van artikel 6 onder a onder 2 van de Afstemmingsverordening wordt het niet nakomen aan het ontzorgen geschaard onder een gedraging van de eerste categorie. Dit betekent dat de uitkering met 10% wordt verlaagd, gedurende een maand (artikel 8 van de Afstemmingsverordening).

Naar boven