Gemeenteblad van Roerdalen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Roerdalen | Gemeenteblad 2022, 261966 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Roerdalen | Gemeenteblad 2022, 261966 | beleidsregel |
Beleidsregel vrijlating giften Participatiewet gemeente Roerdalen 2022
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roerdalen;
gelet op artikel 31, tweede lid, onderdeel m van de Participatiewet;
gezien de aangenomen motie van Jasper van Dijk c.s., van 25 februari 2021;
vast te stellen de navolgende beleidsregel vrijlating giften Participatiewet gemeente Roerdalen 2022
In deze beleidsregel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Alle andere begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en die hierboven niet nader zijn omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet, de Algemene wet bestuursrecht, alsmede andere wet- en regelgeving.
Zodra het ontvangen van een gift ertoe leidt dat het drempelbedrag zoals bedoeld in artikel 1 onderdeel c in een kalenderjaar wordt overschreden, moet dit direct door de bijstandsgerechtigde aan de afdeling Werk en Inkomen van de gemeente Roerdalen worden gemeld.
Artikel 4. Overschrijding drempelbedrag
Wanneer het drempelbedrag zoals bedoeld in artikel 1, onderdeel c in een kalenderjaar wordt overschreven, beoordelen wij of het bedrag boven € 1.200,- wordt aangemerkt als inkomen of vermogen. Dit heeft te maken met de noodzaak en de bestemming van de gift.
Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van gemeente Roerdalen op 31 mei 2022.
Sint Odiliënberg, 31 mei 2022,
Burgemeester en wethouders van Roerdalen,
De secretaris,
J.J.W.M. LʼOrtije
De burgemeester,
mr. M.D. de Boer-Beerta
De definitie van een gift kan worden omschreven als ‘een betaling uit vrijgevigheid door een natuurlijk persoon of een instelling, waarvoor niets wordt terugverlangd’. Deze beleidsregel geeft aan hoe er met het ontvangen van giften door bijstandsgerechtigden moet worden omgegaan.
Door giften niet volledig tot de middelen te rekenen, wordt voorkomen dat de Participatiewet een ontmoediging vormt voor de vrijgevigheid van instellingen of personen. Het uitgangspunt hierbij is dat kerkelijke, particuliere en maatschappelijke initiatieven zoveel mogelijk worden gerespecteerd. Wanneer deze giften niet leiden tot een duidelijke besparing op de kosten van levensonderhoud, zal vrijlating in beginsel mogelijk moeten zijn. Het ontvangen van giften mag niet leiden tot een bestedingsniveau dat onverenigbaar is met wat op bijstandsniveau gebruikelijk is. Gezien het minimumbehoeftenkarakter van de bijstand kan de vrijlating daarom niet onbeperkt zijn.
Bij het vaststellen van deze beleidsregel is geen onderscheid gemaakt tussen uitkeringsgerechtigden van 18 tot 21 jaar die in vergelijking met personen van 21 jaar en ouder een lagere bijstandsnorm ontvangen. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de landelijke zienswijze met betrekking tot kwetsbare jongeren (zie ook Gemeentenieuws SZW 2018 3). Kwetsbare jongeren vallen vaak tussen wal en schip wat betreft (schuld)hulpverlenende instanties. Het is wenselijk om (verdere) schuldproblematiek te voorkomen bij deze groep. Er is daarom gekozen om geen aparte (beleids-) regel op te nemen voor jongeren van 18 tot 21 jaar.
Uit deze beleidsregel volgt wanneer giften in de bijstand tot de middelen moeten worden gerekend. Het omgekeerde is niet per definitie het geval. Wanneer er sprake is van giften die buiten deze beleidskaders vallen, betekent het niet automatisch dat mag worden aangenomen dat deze niet tot de middelen gerekend hoeven worden. Ten aanzien van deze giften zal altijd nog een specifieke afweging moeten worden gemaakt of de gift uit het oogpunt van bijstandsverlening verantwoord is.
Eerste lid: een gift kan zowel eenmalig verstrekt zijn of een zeker periodiciteit kennen. Daarnaast kunnen giften in verschillende vormen aan de belanghebbende worden geschonken: per bankoverschrijving, contant of in natura. Voor het vaststellen van de economische waarde van giften in natura wordt gebruik gemaakt van de NIBUD-prijzengids.
Een gift kent voorts een onverplicht karakter. Bijdragen die zijn gebaseerd op wederkerige overeenkomsten (zoals leningen) kunnen om die reden dan ook niet aangemerkt worden als giften. Ook mag er geen wederdienst voor de gift zijn uitgevoerd of worden verlangd.
Het bedrag van € 1.200,- is gekozen op drie gronden:
Ten eerste is dit het bedrag zoals dit ook in een motie is vastgelegd welke inmiddels is aangenomen door de Tweede Kamer. Hiermee wordt dus al geanticipeerd op toekomstige wetgeving in lijn van de motie.
Ten tweede kunnen giften fiscale gevolgen hebben voor de ontvangers, de eventuele fiscale gevolgen van ontvangen giften worden bepaald door de belastingdienst. Daarop heeft de gemeente geen invloed. In principe valt dit bedrag beneden de grens van giften die belastingvrij ontvangen kunnen worden;
Tot slot zorgt een vast bedrag voor gelijkheid onder alle belanghebbenden, ook wanneer men gedurende het jaar meerdere uitkeringsnormen ontvangt. Voor de uitvoering van deze beleidsregel geldt de vrijlating per uitkering, niet per persoon. Dit houdt in dat voor een alleenstaande ouder en gehuwden (en daarmee gelijkgestelden) dezelfde vrijlating van toepassing is als voor een alleenstaande.
Het drempelbedrag ter hoogte van € 1.200,- wordt toegerekend aan een kalenderjaar (1 januari tot en met 31 december). Wanneer iemand minder dan het drempelbedrag aan giften heeft ontvangen, mag het restant niet mee worden genomen naar het volgend jaar. Voor mensen die gedurende het jaar een uitkering toegekend hebben gekregen, geldt dat de drempel van € 1.200,- geldt voor de periode van de aanvraag van de bijstandsuitkering tot en met 31 december van dat jaar.
Giften die worden verstrekt vanuit charitatieve instellingen, zoals de Voedselbank, Kledingbank, Fonds Bijzondere Noden, Stichting Leergeld etc. zoals bedoeld in artikel 2, onderdeel 2 worden sowieso buiten beschouwing gelaten en dus niet tot de middelen gerekend. Ze tellen bovendien niet mee voor het bepalen van het drempelbedrag.
Wanneer de gift als bedoeld in artikel 2, onderdeel 1 het drempelbedrag van € 1.200,- in het betreffende kalenderjaar overstijgt moet dit direct bij de afdeling Werk en Inkomen van de gemeente Roerdalen worden gemeld. In de toelichting van artikel 4 wordt de beoordeling uitgelegd.
Artikel 4. Overschrijding drempelbedrag
Wanneer de gift het drempelbedrag als bedoeld in artikel 1, onderdeel c overschrijdt, wordt aan de hand van de persoonlijke situatie van de bijstandsgerechtigde beoordeeld of het bedrag van de overschrijding tot het inkomen of het vermogen wordt geregeld. De klantmanager kijkt dan bijvoorbeeld naar de schuldpositie, medische situatie en gezinssituatie en weegt dan ook (geheel in lijn met de geldende jurisprudentie) mee of het ontvangen van de gift niet leidt tot een bestedingsniveau dat onverenigbaar is met wat op bijstandsniveau gebruikelijk is. Daarbij geldt de volgende afweging:
Krijgt een bijstandsgerechtigde een eenmalige gift groter dan € 1.200,- per jaar en heeft die gift:
Voorbeeld 1: Wanneer een gift wordt ontvangen van € 2.000 en de maanduitkering bedraagt bijvoorbeeld € 1.100:
Voorbeeld 2: Wanneer een gift wordt ontvangen van € 3.000 en de maanduitkering bedraagt bijvoorbeeld € 1.100:
Krijgt een bijstandsgerechtigde structurele giften waarbij het drempelbedrag van € 1.200 wordt overschreven en hebben die giften:
Omdat voor toepassing van het drempelbedrag het kalenderjaar van belang is, is ervoor gekozen de beleidsregel met terugwerkende kracht te laten ingaan op 1 januari 2022.
Indien strikte toepassing van deze beleidsregels leidt tot onbillijkheid van overwegende aard, kan in individuele gevallen worden afgeweken van de beleidsregels.
Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Beleidsregel vrijlating giften Participatiewet gemeente Roerdalen 2022”.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-261966.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.