Artikel I
Het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam als volgt te wijzigen:
A
Artikel 11, tweede lid, komt te luiden:
- ‘2.
De aan de directeur en de stadsdeelsecretaris krachtens dit besluit gemandateerde bevoegdheden die zijn opgenomen in bijlage 5 worden ondergemandateerd aan:
- a.
de afdelingshoofden of de teamleiders binnen het eigen organisatieonderdeel;
- b.
de teammanagers van de afdelingen Jeugdgezondheidszorg en Infectieziekten van de directie GGD.’
B.
In bijlage 5 wordt ‘B Arbeidsrecht’ gewijzigd als volgt.
- 1.
Het eerste lid komt te luiden:
- ‘1 a.
De directeuren en stadsdeelsecretarissen mandateren de arbeidsrechtelijke bevoegdheden, die niet aan het college, de gemeentesecretaris of de directeuren zijn voorbehouden aan de afdelingshoofden van hun organisatieonderdeel.
- b.
De directeur van de directie GGD mandateert de bij a. genoemde bevoegdheden tevens aan de teammanagers van de afdelingen Jeugdgezondheidszorg en Infectieziekten van de directie GGD.’
- 2.
In het tweede lid wordt na ‘Aan afdelingshoofden’ toegevoegd: ‘en de in het eerste lid, onder b, genoemde teammanagers’
- 3.
Het vijfde lid komt te luiden:
- ‘5.
Afdelingshoofden en de in het eerste lid, onder b, genoemde teammanagers wijzen een ander afdelingshoofd respectievelijk een andere teammanager binnen het organisatieonderdeel aan als plaatsvervanger en stellen de rve Personeel en Organisatieadvies daarvan in kennis.’
C.
De Toelichting wordt als volgt gewijzigd.
Onder ‘Artikel 11 Ondermandaat aan afdelingshoofden en andere functionarissen’ komt de toelichting op het tweede lid als volgt te luiden.
Tweede lid
Bepaald is dat bij ondermandaat nadere kaders en beperkingen kunnen worden vastgesteld. Dit dus naast de kaders die al op grond van dit besluit gelden.
In bijlage 5 zijn de bevoegdheden opgenomen die de directeuren en de stadsdeelsecretarissen (voor zover aan hen gemandateerd) direct ondermandateren aan afdelingshoofden en/of teamleiders. Het betreft hier bijvoorbeeld besluiten tot het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen. Afdelingshoofden en teamleiders hebben op grond van bijlage 5 de bevoegdheid om te besluiten privaatrechtelijke rechtshandelingen aan te gaan. Deze functionarissen zijn conform het organisatiemodel aangesteld als afdelingshoofd of teamleider. Op grond van de Budgethoudersregeling zijn afdelingshoofden en teamleiders aangewezen als deelbudgethouder en kunnen zij in die hoedanigheid verplichtingen aangaan namens het college. In het proces tot het aanwijzen van Budgethouders (vindplaats intranetpagina DMC) wordt uiteengezet hoe controle op deze aanwijzing plaatsvindt.
Tevens zijn in bijlage 5 de bevoegdheden opgenomen die de directeur GGD ondermandateert aan de teammanagers bij de afdelingen Jeugdgezondheidszorg en Infectieziekten van de GGD, onder wie een aantal teamleiders ressorteert. In het personeelssysteem zijn afdelingshoofden en genoemde teammanagers bij de GGD geautoriseerd een aantal besluiten te nemen op grond van de arbeidsrechtelijke regelgeving. Op grond van artikel 11, tweede lid, juncto bijlage 5 van het Bevoegdhedenbesluit beschikken afdelingshoofden en genoemde teammanagers over een toereikend ondermandaat de besluiten te nemen die niet zijn voorbehouden aan het college, de gemeentesecretaris of de rve-directeuren. Afdelingshoofden en genoemde teammanagers hebben niet de bevoegdheid deze besluitvorming aan teamleiders te ondermandateren. Zij wijzen een ander afdelingshoofd respectievelijk een andere teammanager, werkzaam binnen hetzelfde organisatieonderdeel, aan als plaatsvervanger om de besluiten te nemen in het geval van afwezigheid.
Op grond van artikel 11, derde lid, juncto bijlage 5 van het Bevoegdhedenbesluit beschikken teamleiders over een ondermandaat voor een aantal veel voorkomende arbeidsrechtelijke rechtshandelingen, zoals het accorderen van declaraties. Teamleiders hebben niet de bevoegdheid deze besluitvorming aan medewerkers te ondermandateren.’