Beleidsregels Individuele Studietoeslag Sittard-Geleen 2022

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen,

  • gelet op artikel 36b van de Participatiewet;

  • titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het gewenst is binnen het kader van artikel 36b van de Participatiewet regels op te stellen met betrekking tot nadere invulling van de gestelde criteria;

 

Besluit vast te stellen de Beleidsregels Individuele Studietoeslag Sittard-Geleen 2022

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet.

  • 2.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      aanvraag: een verzoek om studietoeslag als bedoeld in artikel 36b lid 1 Pw.

    • b.

      Awb: Algemene wet bestuursrecht

    • c.

      Pw: Participatiewet

    • d.

      Jongere: een belanghebbende als bedoeld in artikel 36b lid 1 Pw

    • e.

      Wajong: Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten

    • f.

      WSF: Wet studiefinanciering 2000

    • g.

      WTOS: Hoofdstuk 4 Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

Artikel 2 Aanvraag

Een aanvraag voor studietoeslag wordt ingediend door middel van een door het college vastgesteld formulier.

Artikel 3 Voorwaarden Individuele Studietoeslag

Om in aanmerking te kunnen komen voor de individuele studietoeslag moet de aanvrager voldoen aan de gestelde voorwaarden zoals omschreven in artikel 36b Pw.

Artikel 4 Medische advisering

  • 1.

    De jongere kan bij de aanvraag zelf een deskundigenverklaring verstrekken waaruit blijkt dat belanghebbende niet kan werken naast de studie. Dit kan ook door het geven van inzage in medische gegevens zoals een vastgestelde diagnose door specialist of behandelaar, een behandelplan of medisch attest. Dit kan ook door een onderbouwing van een maatwerkprogramma van het onderwijs, advies van (ambulant) begeleider en dergelijke.

  • 2.

    Wanneer het college, middels de onder lid 1 gevraagde gegevens, niet kan vaststellen of de aanvrager voldoet aan de voorwaarden, dan dient er een onafhankelijk medisch advies opgevraagd te worden bij de door de gemeente gecontracteerde partij. Uit het medisch advies moet blijken dat de aanvrager als rechtstreeks gevolg van ziekte of gebrek structureel niet in staat is om naast de studie inkomsten te verwerven.

  • 3.

    Indien in het medisch advies wordt aangegeven, dat binnen een bepaalde periode een nieuwe beoordeling nodig is of belanghebbende nog steeds niet in staat is om naast de studie te werken, dan zal na afloop van de periode een nieuw medisch advies worden gevraagd.

Artikel 5 Toekenning en verstrekking

  • 1.

    De Individuele studietoeslag wordt toegekend voor de duur van de studie tenzij het medisch advies anders uitwijst.

  • 2.

    Eens in de twaalf maanden wordt een controle uitgevoerd waarin wordt beoordeeld of aanvrager nog aan de gestelde voorwaarden voldoet.

  • 3.

    De Individuele studietoeslag wordt op zijn vroegst toegekend vanaf datum aanvraag tenzij na datum aanvraag het recht is ontstaan, dan wordt de eerste dag waarop het recht bestaat aangehouden.

  • 4.

    De Individuele studietoeslag wordt maandelijks uitbetaald.

  • 5.

    De Individuele studietoeslag eindigt vanaf de dag dat:

    • a.

      de aanvrager niet meer aan de voorwaarden voldoet, of;

    • b.

      de toekenningsperiode is verlopen.

Artikel 6 Hoogte Individuele Studietoeslag

  • a.

    Een individuele studietoeslag bedraagt per maand 18,75% van het voor de aanvrager van toepassing zijnde bruto minimum(jeugd)loon op moment van indiening aanvraag.

  • b.

    Op het moment dat de leeftijd recht geeft op een ander minimumjeugdloon, wordt het bedrag van de studietoeslag hierop aangepast. Deze wijziging gaat in met ingang van de maand na de verjaardag.

  • c.

    De hoogte van de individuele studietoeslag wordt periodiek geïndexeerd aan de hand van het wettelijk minimum(jeugd)loon, dat wordt vastgesteld door de rijksoverheid.

Artikel 7 Marginale inkomsten uit arbeid

  • a.

    Er bestaat geen recht op een individuele studietoeslag indien een belanghebbende in staat is om te werken om daarmee eigen inkomsten uit arbeid te genereren.

    In de volgende uitzonderingssituaties bestaat wel recht op een individuele inkomenstoeslag:

    • -

      een bijbaan is essentieel voor de ontwikkeling van de belanghebbende; én

    • -

      het betreft weinig uren; én

    • -

      de inkomsten uit arbeid zijn lager dan 30 % van de norm studietoeslag, of

    • -

      de bijbaan wordt uitgevoerd ten tijde van de reguliere schoolvakanties waardoor er geen sprake is van een studiebelasting en belanghebbende daardoor in staat is om te werken c.q. om meer uren dan daarvoor te gaan werken.

  • b.

    De onder sub. a. bedoelde inkomsten worden vrijgelaten voor de berekening van de individuele studietoeslag.

Artikel 8 Inwerkingtreding en citeertitel

  • a.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 april 2022.

  • b.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Individuele Studietoeslag Sittard-Geleen 2022.

Aldus besloten door het college van de gemeente Sittard-Geleen in zijn vergadering van 24 mei 2022

De Burgemeester

Mr. J.Th.C.M. Verheijen

De Secretaris

J.A.M. Heesen

Algemene toelichting

Doel van de regeling

Doel is om jongeren met een structurele medische beperking die niet kunnen bijverdienen naast en tijdens hun studie, een extra (financiële) steun in de rug te geven. Het kabinet wil daarmee jongeren stimuleren om door te gaan met hun studie.

 

Geen bijstand meer maar toeslag

De studietoeslag is geen bijstand meer. Daarom is er geen vermogenstoets. Ook de gegevens over de woon/leef situatie (gezinssamenstelling) zijn niet van invloed op het recht. Er geldt geen leeftijdsgrens. Het recht is gekoppeld aan het recht op studiefinanciering op grond van de WSF of een tegemoetkoming op grond van de WTOS.

 

Ontvangst of recht op studiefinanciering WSF of een tegemoetkoming op grond van de WTOS

In de wettekst van artikel 36b Participatiewet staat dat een aanvraag kan worden gedaan als iemand studiefinanciering of WTOS ontvangt. Dit moet zo worden gelezen: er bestaat recht op studietoeslag als er recht bestaat op studiefinanciering op grond van de WSF 2000 of een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 WTOS. Of er recht bestaat blijkt uit een beschikking van DUO. Voor het moment waarop is voldaan aan de voorwaarden voor studietoeslag is niet de datum van ontvangst van studiefinanciering of WTOS van belang, maar de datum vanaf wanneer het recht bestaat. voorbeeld: Iemand begint op 1 september 2022 met een opleiding, heeft recht op studiefinanciering met ingang van 1 december 2022 en ontvangt deze voor het eerst op 22 december 2022. Dan bestaat er recht op studietoeslag met ingang van 1 december 2022.

 

Structurele medische beperking

Een belanghebbende moet als rechtstreeks gevolg van een ziekte of gebrek structureel niet in staat zijn naast de studie inkomsten te verdienen. Zie ook de toelichting hieronder bij artikel 4. Het vereiste dat de medische beperking een structureel karakter heeft, betekent dat bij de beoordeling in ieder geval van belang is dat de medische beperking langdurig is en er geen verbetering te verwachten valt binnen een afzienbare termijn.

 

Stagevergoeding

In de beleidsregels is geen bepaling opgenomen over stagevergoedingen, omdat dit reeds landelijk in de wet is geregeld. In geval van inkomsten uit stagevergoeding bestaat wel recht op studietoeslag (artikel 36b lid 5 Participatiewet). Inkomsten ontvangen uit een stage tot een maximumbedrag van € 180 worden vrijgelaten (norm 1 april 2022). Dit bedrag is vastgelegd bij AMvB. Wanneer een stagevergoeding hoger is dan € 180 wordt het meerdere in mindering gebracht op de studietoeslag.

 

Stage is vaak een verplicht onderdeel van de opleiding en ook al is het niet verplicht, het draagt wel bij aan het vergroten van de toekomstige kansen op de arbeidsmarkt. Onverplichte stages of niet formeel door de onderwijsinstelling erkende stages vallen dus ook onder de vrijlating. Vereist is alleen dat de stage wel plaatsvindt in het kader van de studie.

 

Inlichtingenplicht en terugvordering Pw

Artikel 17 Participatiewet is niet van toepassing, omdat de studietoeslag geen bijstand betreft. Op grond van artikel 36b lid 4 Participatiewet geldt een aparte inlichtingenplicht voor de studietoeslag. Als de inlichtingenplicht wordt geschonden en achteraf blijkt dat op basis van onjuiste informatie ten onrechte of tot een te hoog bedrag studietoeslag is verstrekt, dan mag het college overgaan tot terugvordering op grond van artikel 58 lid 2 en artikel 36b lid 4 Participatiewet. Dit is een bevoegdheid, geen verplichting. Of we gebruik maken van deze bevoegdheid zal in voorkomende gevallen individueel worden afgewogen.

 

Artikelsgewijze toelichting

Alleen de artikelen die toelichting nodig hebben, zijn hieronder uitgewerkt.

 

Artikel 4 Medische advisering

De aanvrager kan een deskundigenverklaring verstrekken. Dit hoeft niet. Maar het kan wel helpen om de medische situatie van belanghebbende inzichtelijk te maken. Het inleveren van een deskundigenverklaring betekent niet automatisch dat een medisch advies voor de beoordeling of recht op studietoeslag bestaat niet meer nodig is. Maar soms kan uit de door aanvrager ingeleverde stukken wel al duidelijk zijn dat er sprake is van een structurele medische beperking. Dan kan een medisch advies door een onafhankelijke deskundige achterwege blijven. De studietoeslag kan dan worden toegekend mits aan de overige voorwaarden is voldaan.

 

Belanghebbende hoeft niet te laten weten welke medische beperking hij heeft. Onder bewijs van de structurele medische beperking wordt verstaan een verklaring van een arts of het UWV waaruit dit blijkt. De deskundigenverklaring hoeft nadrukkelijk geen medische gegevens van de belanghebbende te bevatten. Dit zijn bijzondere persoonsgegevens die alleen aan een medische deskundige voor de uitvoering van het medisch advies hoeven te worden gegeven. De verklaring hoeft zich slechts te richten op de vraag of de belanghebbende in staat is een eigen inkomen te verwerven naast een voltijd studie, zonder dat dit ten koste gaat van de tijd die benodigd is om de studie met succes af te ronden.

 

Wanneer belanghebbende geen gegevens overlegt is het college verplicht om een medisch advies te vragen aan een onafhankelijke deskundige voor de beoordeling of er sprake is van een structurele medische beperking.

 

Wanneer het medisch advies daartoe aanleiding geeft, bepaalt het college dat binnen een bepaalde periode een nieuw medisch advies zal worden gevraagd om te beoordelen of belanghebbende nog steeds niet in staat is om naast de studie te werken.

 

Artikel 5 lid 3 Toekenning

Het recht op studietoeslag is gekoppeld aan de WSF of WTOS en begint vanaf de maand wanneer het recht daarop bestaat. In dit artikel is echter bepaald, dat het recht op zijn vroegst kan worden toegekend vanaf datum aanvraag van een studietoeslag.

 

Artikel 7 Marginale inkomsten

De strekking is dat belanghebbenden (om medische redenen) geen inkomsten naast de studie kunnen verwerven. Voor de rest is er geen inkomenstoets. Dit impliceert dat inkomsten op zichzelf niet relevant zijn voor het recht op studietoeslag. Denk aan alimentatie, giften en inkomsten uit vermogen. Bepalend is of iemand door zijn medische beperking niet in staat is naast de studie inkomen te verwerven. In die gevallen bestaat er recht op studietoeslag. Daarnaast is in deze beleidsregels vastgelegd, dat ook marginale inkomsten uit arbeid buiten beschouwing kunnen blijven voor het bepalen van het recht op studietoeslag. In artikel 7 worden deze uitzonderingen limitatief opgesomd.

Naar boven