Burgemeester en wethouders van de gemeente Beekdaelen;
Overwegingen ten aanzien van het besluit
Wettelijke grondslag
Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.
Doelstelling en motivering
Doelstelling
Uit oogpunt van het verzekeren van de veiligheid op de weg, het beschermen van weggebruikers en passagiers en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan (artikel 2 Wegenverkeerswet 1994 lid 1), is het gewenst om in Puth motorvoertuigen op de Koolweg (tussen de Kempkensweg en de Panoramaweg), Kempkensweg (ten noorden van de Koolweg) en Knitgensgats toe te staan voor bestemmingsverkeer.
Motivering
Hierbij is het volgende overwogen:
- dat de Koolweg en de Kempkensweg in de huidige situatie is vastgesteld op 80km/uur buiten de bebouwde kom;
- dat dit smalle landbouwwegen betreft;
- dat deze wegen geen doorgaande wegen zijn;
- dat deze wegen voornamelijk toegang bieden tot aangrenzende percelen;
- dat deze wegen enkel toegankelijk zijn voor landbouwvoertuigen gezien de huidige bebording en verkeersregels;
- dat naast landbouwvoertuigen ook andere motorvoertuigen gebruik willen maken van deze wegen;
- dat dit in de huidige situatie niet is toegestaan;
- dat het gewenst is om de huidige bebording de wijzigingen van ‘uitgezonderd landbouwvoertuigen’ naar ‘uitgezonderd bestemmingsverkeer’;
- dat met deze uitzondering de functie van de weg onveranderd blijft;
- dat de weg waarop deze verkeersmaatregelen worden getroffen in beheer zijn bij de gemeente Beekdaelen.
Overleg
Onderhavige verkeersmaatregel is voorgelegd aan de Taakaccenthouder Verkeer Brunssum/Landgraaf van de Politie Limburg. Hiermee is voldaan aan het bepaalde in artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer.
Belangenafweging
Niet is gebleken dat belanghebbenden onevenredig zullen worden benadeeld door de genoemde verkeersmaatregel, dan wel dat door de te treffen verkeersmaatregel een onduidelijke verkeerssituatie zal ontstaan.