Beleidsregels studietoeslag 2022 gemeente Zwartewaterland

Burgemeester en wethouders van de gemeente Zwartewaterland;

 

gelezen het voorstel aan het college van burgemeester en wethouders van 10 mei 2022;

 

gelet op titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 36b van de Participatiewet;

 

gelet op de toelichting op de Nota van wijziging uitvoeren breed offensief (Kamerstuk 353940) ten aanzien van het doel van de studietoeslag om personen met een structurele medische beperking die als gevolg van die beperking structureel niet kunnen bijverdienen naast de voltijd studie aan te moedigen (toch) te gaan en blijven studeren en een diploma te behalen voor een betere toekomst;

 

overwegende dat het gewenst is regels te stellen voor de gebonden bevoegdheid van het college een studietoeslag, ten aanzien waarvan de verordeningsplicht is vervallen door herziening van de regeling studietoeslag, te verstrekken aan een voltijd student als compensatie voor het feit dat hij als gevolg van een vastgestelde structurele medische beperking structureel niet in staat is, in tegenstelling tot een niet medisch beperkte student, inkomsten te verwerven naast zijn voltijd studie, zodat hij in financieel opzicht in min of meer gelijke positie gebracht wordt als een niet medisch beperkte student en hij daardoor zijn (beperkte) energie kan richten op het studeren, waardoor hij aangemoedigd wordt (toch) te gaan en blijven studeren en een diploma te behalen, hetgeen zijn perspectief op volwaardige participatie in de samenleving ten goede komt;

 

besluit:

 

de navolgende “Beleidsregels studietoeslag 2022 gemeente Zwartewaterland” vast te stellen.

 

Beleidsregels studietoeslag 2022 gemeente Zwartewaterland

 

PARAGRAAF I ALGEMEEN

Artikel 1. Begrippen

  • 1.

    Alle in deze beleidsregels genoemde begrippen hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet.

  • 2.

    In dit besluit wordt verstaan onder:

    • -

      belanghebbende: de aanvrager in kwestie van de studietoeslag;

    • -

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwartewaterland;

    • -

      inwoner: de persoon die is ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP) en zijn feitelijke woonplaats in de gemeente Zwartewaterland heeft in de zin van artikel 10 Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en behoort tot de kring van rechthebbenden als bedoeld in paragraaf 2.2 van de Participatiewet;

    • -

      medische beperking: een fysieke en/of psychische (meervoudige) beperking;

    • -

      student: een persoon die studiefinanciering ontvangt op grond van de Wet studiefinanciering 2000 (WSF 2000), niet zijnde het levenslanglerenkrediet, of een tegemoetkoming krijgt op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS) en een voltijd studie volgt;

    • -

      structureel: betreffende een periode van naar verwachting langer dan 12 maanden na de maand waarin de aanvraag plaatsvindt niet in staat zijn naast de studie inkomsten te verwerven;

    • -

      structurele medische beperking: structureel aanwezig(e) ziekte of gebrek als gevolg waarvan de student structureel geenszins inkomsten kan verwerven naast zijn voltijd studie;

    • -

      studie: een voltijd studie die door een student gevolgd wordt;

    • -

      studietoeslag: een eigensoortige uitkering niet zijnde bijstand die als doel heeft een persoon met een structurele medische beperking aan te moedigen te gaan en blijven studeren en die aan een student als compensatie verstrekt wordt voor het feit dat hij als gevolg van een vastgestelde structurele medische beperking structureel niet in staat is zoals een niet medisch beperkte student dat wel kan inkomsten te verwerven naast de voltijd studie waardoor hij zijn (beperkte) energie kan richten op het studeren en behalen van een diploma voor een betere toekomst;

    • -

      verzoek: een verzoek om studietoeslag als bedoeld in artikel 36b, eerste lid, van de Participatiewet betreft een aanvraag als bedoeld in afdeling 4.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

    • -

      Wajong: Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.

PARAGRAAF II STUDIETOESLAG

Artikel 2. Studietoeslag

  • 1.

    De studietoeslag betreft een toeslag per maand.

  • 2.

    De hoogte van de studietoeslag is overeenkomstig de minimale hoogte zoals die bij algemene maatregel van bestuur is vastgesteld en die voor naar leeftijd te onderscheiden categorieën belanghebbenden verschillend kan zijn.

  • 3.

    Indien de studietoeslag naar leeftijdscategorieën belanghebbenden is onderscheiden, is de maand waarin betreffende belanghebbende jarig is bepalend voor de leeftijdscategorie waartoe hij behoort.

Artikel 3. Doelgroep

Op een daartoe strekkend verzoek van een persoon die als rechtstreeks gevolg van een structurele medische beperking structureel geenszins in staat is naast zijn voltijd studie inkomsten te verwerven, verstrekt het college een studietoeslag indien hij op de datum van aanvraag:

  • a.

    inwoner is;

  • b.

    student is; en

  • c.

    geen recht heeft op een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.

Artikel 4. Verstrekking

  • 1.

    Het college verstrekt studietoeslag vanaf de datum waarop het recht op die toeslag is vastgesteld voor zover die datum niet ligt voor de datum van aanvraag.

  • 2.

    De duur van de verstrekking van studietoeslag is gelijk aan de duur van de studie voor zover de duur niet langer is dan de verwachte duur van de structurele medische beperking.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid, kan het college op een daartoe strekkend verzoek van belanghebbende de studietoeslag met terugwerkende kracht van ten hoogste 3 maanden voorafgaand aan de maand waarin de aanvraag plaatsvindt verstrekken, indien en voor zover de belanghebbende over die periode voldoet aan de voorwaarden voor het recht op studietoeslag.

  • 4.

    De studietoeslag die met terugwerkende kracht wordt verstrekt, wordt als een bedrag ineens verstrekt.

  • 5.

    De datum van terugwerkende kracht als bedoeld in het tweede lid, ligt niet voor 1 april 2022.

Artikel 5. Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor de studietoeslag geschiedt op een door het college aangegeven wijze.

  • 2.

    Belanghebbende verstrekt bij de aanvraag in ieder geval de volgende stukken:

    • a.

      bewijs van het ontvangen van studiefinanciering op grond van de WSF 2000 of een tegemoetkoming op grond van de WTOS;

    • b.

      bij stage: een kopie van de stageovereenkomst waaruit de hoogte van de stagevergoeding blijkt.

  • 3.

    Belanghebbende kan bij de aanvraag een deskundigenverklaring verstrekken waarin staat waarom hij als gevolg van zijn structurele medische beperking geenszins inkomsten kan verwerven naast zijn voltijd studie.

     

PARAGRAAF III VASTSTELLING STRUCTURELE MEDISCHE BEPERKING

Artikel 6. Beoordeling structurele medische beperking

  • 1.

    Het college beoordeelt of belanghebbende als gevolg van een structurele medische beperking geenszins in staat is om naast de voltijd studie inkomsten te verwerven.

  • 2.

    Bij de beoordeling als bedoeld in het eerste lid, kan het college gebruik maken van bij hem bekende gegevens, bij derden op te vragen gegevens of van gegevens verstrekt door belanghebbende.

  • 3.

    In ieder geval bestaat er geen recht op studietoeslag indien belanghebbende:

    • a.

      duidelijk geen structurele medische beperking als bedoeld in artikel 1 heeft, bijvoorbeeld als hij:

      • i.

        naast de voltijd studie inkomsten verwerft waaronder begrepen inkomsten uit beleggen op de beleggingsmarkt waaronder in cryptocurrencies;

      • ii.

        mantelzorg verricht;

      • iii.

        een gebroken been heeft;

      • iv.

        structurele medische beperkingen heeft die onvoldoende ernstig zijn dat hij daardoor geenszins naast zijn voltijd studie inkomsten kan verwerven.

    • b.

      geen student is als bedoeld in artikel 1;

    • c.

      geen voltijd studie volgt; of

    • d.

      recht heeft op een Wajong uitkering.

  • 4.

    Indien naar het oordeel van het college het recht op de studietoeslag niet kan worden vastgesteld op de wijze als bedoeld in het tweede lid, vraagt het college een geneeskundig advies.

     

PARAGRAAF III RECHTMATIGHEID

Artikel 7. Rechtmatigheidscontrole en terugvordering

  • 1.

    Het college controleert 1 keer per kalenderjaar de rechtmatige verstrekking van de studietoeslag.

  • 2.

    Op grond van een gegronde reden waaronder een geneeskundig advies, kan het college afwijken van het eerste lid.

  • 3.

    Bij de controle als bedoeld in het eerste lid wordt gebruik gemaakt van een Rechtmatigheidsonderzoeksformulier (ROF).

  • 4.

    Ten onrechte verstrekte studietoeslag wordt teruggevorderd.

Artikel 8. (Nieuw) geneeskundig advies

De rechtmatigheidscontrole als bedoeld in artikel 7, tweede lid, kan plaatsvinden in de vorm van een (nieuw) geneeskundig advies.

 

PARAGRAAF III SLOTBEPALINGEN

Artikel 9. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen in het voordeel van belanghebbende afwijken van het bepaalde in deze beleidsregels.

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 april 2022.

  • 2.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als: “Beleidsregels studietoeslag 2022 gemeente Zwartewaterland”.

Aldus vastgesteld in de vergadering d.d. 24 mei 2022 van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwartewaterland.

Burgemeester en wethouder van Zwartewaterland,

De secretaris,

drs. D.S. Ruddijs

de burgemeester,

ing. E.J. Bilder

Toelichting Beleidsregels studietoeslag Verzamelwet SZW 2022 gemeente Zwartewaterland

Algemeen

Het doel van de regeling studietoeslag is personen met een structurele medische beperking die als gevolg van die beperking structureel niet kunnen bijverdienen naast de voltijd studie aan te moedigen (toch) te gaan en blijven studeren en het behalen van een diploma voor een betere toekomst. Door de studietoeslag worden studenten gecompenseerd voor het feit dat zij structureel niet kunnen bijverdienen, zoals niet medisch beperkte studenten dat wel kunnen, naast de voltijd studie. Hierdoor worden zij in financieel opzicht in een min of meer gelijke positie gebracht als niet medisch beperkte studenten en kunnen zij hun (beperkte) energie richten op het studeren en behalen van een diploma.

 

Eigensoortige uitkering: financiële compensatie

De studietoeslag is geen bijzondere bijstand (voor het dekken van kosten), maar een eigensoortige uitkering binnen de Participatiewet die studenten compenseert voor het feit dat zij als gevolg van een structurele medische beperking structureel niet kunnen bijverdienen naast de voltijd studie.

 

Doordat de toeslag geen bijstand is, is er geen vermogenstoets. Ook de gegevens over de woon/leef situatie (gezinssamenstelling) zijn niet van invloed op het recht. Doordat het recht gekoppeld is aan het ontvangen van studiefinanciering op grond van de WSF 2000 of een tegemoetkoming op grond van de WTOS, geldt er geen (directe) leeftijdsgrens.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 1. Begrippen

Dit artikel bepaalt de voor de beleidsregels van belang zijnde begrippen.

 

Artikel 2. Studietoeslag

Dit artikel regelt de hoogte van de studietoeslag. De studietoeslag betreft een toeslag per maand als bepaald in artikel 7a van het Besluit loonkostensubsidie Participatiewet 2021.

 

Artikel 3. Doelgroep

Dit artikel bepaalt de doelgroep van de regeling studietoeslag op grond van artikel 36b van de Participatiewet en de toelichting op de Nota van wijziging uitvoeren breed offensief (Kamerstuk 353940) aangaande de herziening van de regeling studietoeslag.

De doelgroep betreft voltijd studerende inwoners die als gevolg van een vastgestelde structurele medische (zowel fysiek als psychologisch) beperking niet in staat zijn eigen inkomsten te verwerven naast de voltijd studie.

 

Artikel 3. Beoordeling structurele medische beperking

Dit artikel bepaalt de wijze waarop het college de ernst van de structurele medische beperking beoordeelt als uitwerking van artikel 36b, tweede lid, van de Participatiewet ter beoordeling van het recht op studietoeslag.

 

Artikel 4. Verstrekking

Dit artikel regelt de verstrekking van de studietoeslag. In navolging van de bijstandsystematiek van de Participatiewet en in lijn met de wetsgeschiedenis en doelstelling van de studietoeslag, is ondersteuning enkel mogelijk vanaf de datum van aanvraag.

 

De studietoeslag wordt aan personen met een structurele medische beperking verstrekt als aanmoediging (toch) te gaan en blijven studeren en het behalen van een diploma voor een betere toekomst. Door de studietoeslag wordt de student gecompenseerd voor het feit dat hij structureel niet kan bijverdienen, zoals niet medisch beperkte studenten dat wel kunnen, naast de voltijd studie. Hierdoor wordt hij in financieel opzicht in een min of meer gelijke positie gebracht als een niet medisch beperkte student en kan hij zijn (beperkte) energie richten op het studeren en behalen van een diploma.

 

In afwijking van ondersteuning vanaf de datum van aanvraag en in lijn met artikel 2.6 van de Beleidsregels bijzondere bijstand en armoede- en minimabeleid 2013, kan het college op een daartoe strekkend verzoek van een belanghebbende de studietoeslag met terugwerkende kracht van ten hoogste 3 maanden voorafgaand aan de maand waarin de aanvraag plaatsvindt verstrekken voor zover die periode niet ligt voor 1 april 2022, zijnde de datum van inwerkingtreding van de herziene studietoeslag.

 

Duur toekenning studietoeslag

De duur van de toekenning van studietoeslag is in principe gelijk aan de duur van de studie. Als de verwachte duur van de structurele medische beperking korter is dan de duur van de studie, wordt de duur van de toekenning van studietoeslag afgestemd op de verwachte duur van de structurele medische beperking. Zo kan geneeskundig advies aanleiding zijn voor het college om de duur van de studietoeslag niet af te stemmen op de duur van de opleiding in geval van een medische ingreep waarbij zicht is op verbetering van de medische situatie van betrokkene.

 

Artikel 5. Aanvraag

Dit artikel regelt de aanvraag.

 

Stage en stagevergoeding

De student kan in het kader van zijn studie inkomsten uit een stage ontvangen (artikel 36b, onderdeel 5, van de Participatiewet). In het kader van zijn studie betekent dat de stage al dan niet (formeel) verplicht onderdeel uitmaakt van de studie. Indien de stage niet verplicht is, dient de stage gezien het onderwerp of werkzaamheden redelijkerwijs in verband met de studie te kunnen worden gebracht. De maximale hoogte van de stagevergoeding die vrijgelaten wordt, is bij algemene maatregel van bestuur bepaald. Het bedrag aan stagevergoeding dat het maximale bedrag te boven gaat wordt in mindering gebracht op de studietoeslag.

 

Artikel 6. Vaststellen structurele medische beperking

Het uitgangspunt is dat het college op basis van bij hem bekende gegevens, gegevens verstrekt door belanghebbende of door derden beoordeelt of belanghebbende als gevolg van een structurele medische beperking geenszins eigen inkomsten kan verwerven naast de voltijd studie. Indien dat niet mogelijk blijkt, vraagt het college een geneeskundig advies om de beoordeling (mede) op te baseren.

 

Bij de beoordeling worden zowel de fysieke als psychische beperkingen betrokken alsmede het structurele aspect van de beperkingen. Er is sprake van een structurele beperking indien naar verwachting de beperking langer aanhoudt dan 12 maanden na de maand van aanvraag.

 

Maatwerk

Het vaststellen van het kunnen bijverdienen naast de studie is maatwerk. De volgende formule bepaalt op hoofdlijnen de mogelijkheid om naast de voltijd studie inkomsten te verwerven.

 

totale capaciteit uren – benodigde capaciteit studie uren = aantal uren voor bijbaantje

 

Recht

Indien de uitkomst hoger is dan 0 uur, kan er, gelet op maatwerk, sprake zijn van voldoende mogelijkheid om naast de studie eigen inkomsten te verwerven waardoor er geen recht op studietoeslag bestaat.

 

Totale capaciteit

De totale capaciteit waarover belanghebbende met een structurele medische beperking beschikt voor werk en/of studie gelet op diens krachten en bekwaamheden.

Uit onderzoek blijkt dat een bijbaantje van gemiddeld 8 uur per week niet ten koste hoeft te gaan van de studievoortgang (Universiteit Utrecht). Dat betekent dat voor een reguliere student MBO/HBO/WO een totale capaciteit van circa 40 uur per week (31/32 uur + 8 uur) per 52 weken mogelijk is.

 

Benodigde capaciteit studie

De capaciteit die belanghebbende voor een bepaalde studie nodig heeft gelet op diens krachten en bekwaamheden om de studielast te kunnen dragen die nodig is om de studie met succes te kunnen volgen. Die benodigde capaciteit kan als gevolg van een medische beperking afwijken van de berekende gemiddelde studielast voor reguliere studenten.

 

Studielast

De studielast is uitgedrukt in (klok)uren per voltijd studiejaar en betreft de gemiddelde studielast voor reguliere studenten. Voor studenten met studiefinanciering op grond van de WSF 2000 is dat voor een MBO studie tenminste 1600 klokuren (artikel 7.2.7, tweede lid, WEB). Voor een HBO/WO studie 1680 uren studie (artikel 7.4, eerste lid, WHW). Voor studenten met een tegemoetkoming op grond van de WTOS die voortgezet onderwijs havo/vwo volgen is de studielast 1600 uren (artikel 12, vijfde lid, Wet op het voortgezet onderwijs). Dat betekent een studielast van circa 31 tot 32 uur per week per 52 weken. Aangezien het criterium betreft “geenszins inkomsten kunnen verwerven naast de voltijd studie,” betreft “naast de voltijd studie” alle (52) weken van het studiejaar.

 

Artikel 7. Rechtmatigheidscontrole en terugvordering

Dit artikel regelt de (periodieke) controle op het recht op studietoeslag. Deze controle is als aanvulling op de inlichtingenplicht van de belanghebbende als bedoeld in artikel 36b, vierde lid, van de Participatiewet.

Ten aanzien van de studietoeslag is op grond van artikel 36b, zesde lid, van de Participatiewet paragraaf 6.4 van de participatiewet betreffende terugvordering van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 8. (Nieuw) geneeskundig advies

Een (nieuw) geneeskundig advies kan onderdeel uitmaken van de rechtmatigheidscontrole, bijvoorbeeld naar aanleiding van een eerder geneeskundig advies waaruit zicht op verbetering blijkt.

 

Artikel 9. Hardheidsclausule

Op grond van artikel 4:84 Awb handelt het college overeenkomstig de beleidsregels, tenzij dat voor de belanghebbende gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen.

 

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

De datum 1 april 2022 is de datum van inwerkingtreding van de herziene regeling studietoeslag.

Naar boven