Wijzigingsbesluit Beleidsregels Participatie minimakinderen

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 160 eerste lid onder a van de Gemeentewet en artikel 35 Participatiewet.

 

besluit

Artikel I

De Beleidsregels participatie minimakinderen worden als volgt gewijzigd

 

  • a.

    In artikel 1 lid a) wordt ‘Aanvraagperiode: een periode die jaarlijks door het college wordt vastgesteld’ gewijzigd in ‘Aanvraagperiode: de periode die loopt van 1 juni voorafgaand aan het schooljaar tot en met 31 mei van het huidige schooljaar’.

  • b.

    Artikel 3 lid 3.3b) ‘een eenmalige vergoeding als tegemoetkoming voor een eenjarig internetabonnement’ wordt in zijn geheel verwijderd.

  • c.

    In artikel 3 lid 3.3c) wordt ‘een cursus voor een PC-vaardigheidsbewijs bij een door het College aangewezen organisatie. De PC-voorziening wordt toegekend als de Scholier de cursus heeft gevolgd. Deze cursus moet de Scholier volgen in de aanvraagperiode.’ gewijzigd in ‘een cursus voor een PC-vaardigheidsbewijs bij een door het College aangewezen organisatie. De PC-voorziening wordt toegekend als de Scholier de cursus heeft gevolgd. Deze cursus moet de Scholier volgen tot uiterlijk 3 maanden na het verstrijken van de aanvraagperiode.’

  • d.

    In artikel 3 lid 3.3f wordt ‘een cursus voor een PC-vaardigheidsbewijs bij een door het college aangewezen organisatie. De PC-voorziening wordt toegekend als de Scholier de cursus heeft gevolgd. Deze cursus moet de Scholier volgen in de aanvraagperiode.’ gewijzigd in ‘een cursus voor een PC-vaardigheidsbewijs bij een door het College aangewezen organisatie. De PC-voorziening wordt toegekend als de Scholier de cursus heeft gevolgd. Deze cursus moet de Scholier volgen tot uiterlijk 3 maanden na het verstrijken van de aanvraagperiode.’

  • e.

    In artikel 4 lid c) wordt ‘op de Peildatum, of op de datum van aanvraag in geval van een minnelijke schuldregeling, een schuldregeling van een door de gemeente aangewezen of gemandateerde instantie, een opgelegde schuldregeling op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen niet over een vermogen te hebben beschikt dat hoger was dan het op de peildatum geldende bedrag ingevolge artikel 34 lid 3 Participatiewet’ gewijzigd in ‘op de Peildatum niet over een vermogen te hebben beschikt dat hoger was dan het op de peildatum geldende bedrag ingevolge artikel 34 lid 3 Participatiewet, of op de datum van aanvraag in geval van een minnelijke schuldregeling, een opgelegde schuldregeling op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, een schuldregeling van een door de gemeente aangewezen of gemandateerde instantie of een inkomen dat heeft geleid tot de verstrekking van voedselpakketten door Voedselbank Amsterdam of Voedselbank Gooi en Omstreken op basis van de daarvoor geldende toekenningscriteria van Voedselbank Nederland’.

  • f.

    In artikel 6 lid 2) wordt ‘over het refertejaar over een minimuminkomen te beschikken genoemd in artikel 6 van deze beleidsregels, of op de datum van aanvraag schuldenaar te zijn met een minnelijke schuldregeling of een opgelegde schuldregeling op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, of een schuldregeling van een door de gemeente aangewezen of gemandateerde instantie.’ gewijzigd in ‘over het Refertejaar over een minimuminkomen te beschikken genoemd in artikel 5 van deze beleidsregels, of op de datum van aanvraag in geval van een minnelijke schuldregeling, een opgelegde schuldregeling op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, een schuldregeling van een door de gemeente aangewezen of gemandateerde instantie of een inkomen dat heeft geleid tot de verstrekking van voedselpakketten door Voedselbank Amsterdam of Voedselbank Gooi en Omstreken op basis van de daarvoor geldende toekenningscriteria van Voedselbank Nederland.’

  • g.

    In artikel 6 lid 2 d) wordt ‘een fiscaal gezinsinkomen dat hoger is dan 120% van die normen, maar waarvan dat meerdere is aangewend ter aflossing van een schuldenlast in het kader van een minnelijke schuldregeling bij de Gemeentelijke Kredietbank, een opgelegde schuldregeling op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen of een schuldregeling van een door de gemeente aangewezen of gemandateerde instantie’ gewijzigd in ‘een fiscaal gezinsinkomen dat hoger is dan 120% van die normen, maar waarvan dat meerdere is aangewend ter aflossing van een schuldenlast in het kader van een minnelijke schuldregeling bij de Gemeentelijke Kredietbank, een opgelegde schuldregeling op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen of een schuldregeling bij een door de gemeente aangewezen of gemandateerde instantie, of een inkomen op grond waarvan op basis van de daarvoor geldende toekenningscriteria van Voedselbank Nederland voedselpakketten worden verstrekt door Voedselbank Amsterdam of Voedselbank Gooi en Omstreken aan het betreffende huishouden.’

  • h.

    In artikel 8 lid 1) wordt ‘De aanvraag van een vergoeding wordt uitsluitend in de aanvraagperiode gedaan door indiening van een door het college voorgeschreven formulier. Het formulier wordt ambtshalve of op aanvraag toegestuurd of kan worden gedownload van de website van de gemeente Amsterdam.’ gewijzigd in ‘De aanvraag van een vergoeding wordt uitsluitend in de aanvraagperiode gedaan door indiening van een door het college voorgeschreven formulier. Het formulier wordt ambtshalve of op aanvraag toegestuurd of kan worden gedownload van de website van de gemeente Amsterdam. Tevens kan een aanvraag digitaal worden ingediend. Voor aanvragers met een inkomen op grond waarvan op basis van de daarvoor geldende toekenningscriteria van Voedselbank Nederland voedselpakketten worden verstrekt door Voedselbank Amsterdam of Voedselbank Gooi en Omstreken bestaat een speciaal aanvraagformulier.’

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt voor de onderdelen e) tot en met h) van Artikel I terug tot en met 1 november 2021.

Artikel III

Dit besluit wordt aangehaald als Wijzigingsbesluit beleidsregels Participatie minimakinderen Amsterdam.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 31 mei 2022.

De burgemeester

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Naar boven