Subsidieregeling Meedoen en maatschappelijke participatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat het in zijn vergadering van 24 mei 2022 heeft besloten

 

gelet op het bepaalde in de Algemene subsidieverordening gemeente Eindhoven en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht

 

vast te stellen:

 

 

 

Subsidieregeling Meedoen en maatschappelijke participatie

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV: Algemene subsidieverordening gemeente Eindhoven;

  • b.

    sociale cohesie: samenleving waarin men zich met elkaar identificeert en/of verbonden voelt;

  • c.

    vrijwilliger: persoon die vrijwillige inzet verricht ten behoeve van anderen of de samenleving als geheel;

  • d.

    vrijwilligersorganisatie: rechtspersoon of rechtspersoon in oprichting die functioneert op basis van vrijwillige inzet;

  • e.

    vrijwillige inzet: inspanning waar geen geldelijke waardering tegenover staat, uitgezonderd een eventuele vrijwilligersvergoeding en die de volgende kenmerken heeft:

  • geeft vorm en invulling aan zelfontplooiing en sociale contacten;

  • versterkt de maatschappelijke betrokkenheid;

  • bevordert de sociale cohesie;

  • is geen vervanging van noodzakelijke professionele inzet;

  • is ongeacht de vorm toegankelijk voor alle Eindhovenaren.

  • f.

    maatschappelijke participatie: deelname, meedoen aan de Eindhovense samenleving, waaronder verrichten van vrijwilligerswerk en betrokken zijn bij leefbaarheid van de eigen omgeving;

  • g.

    vrijwilligersvergoeding: een vergoeding voor de werkelijke gemaakte onkosten aantoonbaar verbonden aan de vrijwillige inzet ten behoeve van de te subsidiëren activiteit(en);

  • h.

    deskundigheidsbevordering: alle activiteiten die de deskundigheid en/of bekwaamheid van vrijwilligers met betrekking tot de uitoefening van vrijwilligers werk of informele zorg verbeteren;

  • i.

    diversiteit: alle mogelijke verschillen die kunnen bestaan tussen mensen die in onze maatschappij samenleven op het vlak van gender, huiskleur, sociale achtergrond, seksuele geaardheid, lichamelijke en verstandelijke mogelijkheden, religie, levensbeschouwing, leeftijd, etniciteit, opleiding, etc;

  • j.

    taalaanbod: alle initiatieven in de stad, verzorg middels vrijwillige inzet, waarbij de activiteiten zijn gericht op het laagdrempelig verzorgen van taallessen, op individueel of groepsniveau.

 

Artikel 2 Doel(groepen)

Met deze subsidieregeling wordt beoogd dat inwoners, ongeacht geslacht, leeftijd, beperking, etnische afkomst of seksuele geaardheid, voldoende zijn toegerust om als volwaardig inwoner deel te nemen aan de samenleving en prettig samen wonen. Zij voelen zich betrokken in hun omgeving en zetten zich voor in de kwaliteit van de samenleving, waarbij zij zich erkend en gewaardeerd voelen. Specifiek wordt met deze subsidieregeling beoogd dat ouderen, mensen met een functiebeperking en personen met een migratieachtergrond voldoende worden toegerust voor participatie aan de samenleving.

 

Artikel 3 Subsidieaanvrager

Voor subsidie komen slechts in aanmerking vrijwilligersorganisaties, zoals bedoeld in artikel 1, onderdeel d van de subsidieregeling. In aanvulling op de ASV is de aanvrager een rechtspersoon of rechtspersoon in oprichting zonder winstoogmerk, die functioneert op basis van vrijwillige inzet. De aanvrager werkt vraaggericht, heeft aandacht voor integraliteit en werkt zoveel mogelijk samen met andere organisaties die dezelfde of vergelijkbare activiteiten organiseren.

 

Artikel 4 De te subsidiëren activiteiten

  • 1.

    Subsidie kan worden verleend voor:

  • a.

    de exploitatie van activiteiten die bijdragen aan de onder artikel 2 genoemde doelstelling;

  • b.

    de activiteiten die bijdragen aan de deskundigheidsbevordering van vrijwilligers die zich inzetten ten behoeve van activiteiten die bijdragen aan de in artikel 2 genoemde doelstelling;

  • c.

    de kosten van oprichting van een vrijwilligersorganisatie;

  • d.

    taalaanbod, welke bijdraagt aan de onder artikel 2 genoemde doelstelling.

  • 2.

    Een waarderingssubsidie kan worden verstrekt aan vrijwilligersorganisaties die activiteiten ontplooien die bijdragen aan de in artikel 2 genoemde doelstelling.

  • 3.

    De subsidie, zoals bedoeld in het eerste lid, onderdeel a wordt als een jaarlijkse of eenmalige subsidie verleend.

  • 4.

    De subsidie, zoals bedoeld in het eerste lid, onderdelen b, c, d wordt als een eenmalige subsidie verleend.

 

Artikel 5 Subsidievereisten

  • 1.

    Om in aanmerking te komen voor een subsidie als bedoeld in artikel 4, eerste lid onderdeel a wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de activiteiten zijn gericht op:

  • ontmoeting en dialoog; of

  • ontplooiing; of

  • ontspanning; of

  • advies, ondersteuning en informatie.

  • b.

    Onderstaande activiteiten zijn uitgezonderd van subsidie:

  • verteer, verteerjubilea, feesten etc;

  • excursies, uitstapjes, etc;

  • bezoek aan theater, bioscoop etc.

  • c.

    Voor deelname aan de activiteiten dient een deelnemersbijdrage te worden gevraagd;

  • d.

    De activiteiten vinden plaats in Eindhoven ten behoeve van inwoners uit Eindhoven.

  • 2.

    Om in aanmerking te komen voor een subsidie zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de vrijwilligers zetten zich in voor Eindhovenaren;

  • b.

    de bekwaamheden en deskundigheid worden ingezet binnen een vrijwilligersorganisatie, gevestigd in Eindhoven;

  • c.

    de activiteiten worden daar waar mogelijk ingekocht bij gemeentelijke (gesubsidieerde) instellingen die een aanbod hebben voor deskundigheidsbevordering van vrijwilligers.

  • 3.

    Een subsidie als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel c, wordt verleend aan een vrijwilligersorganisatie in oprichting, die zich inzet voor de onder artikel 2 genoemde doelstelling.

  • 4.

    Om in aanmerking te komen voor een subsidie zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel d, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de taalactiviteiten zijn gericht op: verhoging van de Nederlandse taal en integratie in de maatschappij;

  • b.

    onderstaande activiteiten zijn uitgezonderd van subsidie:

  • c.

    verteer, verteerjubilea, feesten etc;

  • d.

    excursies, uitstapjes, etc;

  • e.

    bezoek aan theater, bioscoop etc.

  • f.

    voor deelname aan de activiteiten wordt een deelnemersbijdrage gevraagd, die in een geldelijke bijdrage wordt uitgedrukt of in een andere vorm tot uiting komt, zoals maatschappelijke inzet van de cursist in de wijk of stad;

  • g.

    deelname aan het taalaanbod is per cursist maximaal 18 maanden, waarna de vrijwilligersorganisatie de cursist laat doorstromen naar een hoger/cognitiever taalaanbod, of zoekt naar een alternatief wanneer vooral ontmoeting en participatie centraal staat.

  • h.

    de activiteiten vinden plaats in Eindhoven ten behoeve van inwoners uit Eindhoven.

  • 5.

    Om in aanmerking te komen voor een eenmalige subsidie zoals bedoeld in artikel 4, tweede lid, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    slechts vrijwilligersorganisaties die in aanmerking komen voor jaarlijkse subsidie als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a komen in aanmerking voor deze subsidie voor waarderingsubsidie;

  • b.

    de subsidie is ter waardering van vrijwilligers die zich inzetten voor de in artikel 2 genoemde doelstelling;

  • c.

    de subsidie mag niet worden benut voor reeds gesubsidieerde activiteiten;

  • d.

    de subsidie wordt rechtstreeks ten behoeve van de vrijwilligers ingezet en wordt niet direct dan wel indirect ten behoeve van de organisatie gebruikt.

 

Artikel 6 Subsidieplafond/verdeling van de subsidie

  • 1.

    Het subsidieplafond voor het subsidiëren van activiteiten zoals bedoeld in deze subsidieregeling, wordt jaarlijks vastgesteld met dien verstande dat zeven deelplafonds worden vastgesteld voor:

  • Jaarlijkse subsidies ouderen;

  • Eenmalige subsidies ouderen;

  • Jaarlijkse subsidies migranten;

  • Eenmalige subsidies migranten;

  • Jaarlijkse subsidies mensen met een beperking;

  • Eenmalige subsidies mensen met een beperking;

  • Eenmalige subsidies voor taalaanbod.

  • 2.

    Indien het bedrag, waarvoor op grond van deze nadere regels een jaarlijkse subsidie zou moeten worden verleend aan degenen die daartoe tijdig een aanvraag hebben ingediend die aan de vereisten voldoen, groter is dan het op grond van het eerste lid vastgestelde deelplafond voor jaarlijkse subsidies, worden de betrokken subsidies naar evenredigheid verminderd.

  • 3.

    Indien het bedrag, waarvoor op grond van deze subsidieregeling een eenmalige subsidie zou moeten worden verleend aan degenen die daartoe tijdig een aanvraag hebben ingediend, groter is dan het op grond van het eerste lid vastgestelde deelplafond voor eenmalige subsidies, wordt op de aanvragen beslist in de volgrode waarin de aanvragen zijn binnengekomen.

 

Artikel 7 Subsidiehoogte

Het subsidiebedrag wordt als volgt berekend:

  • a.

    als grondslag voor de berekening van subsidie als bedoeld in artikel 4 eerste lid onderdeel a, wordt gehanteerd het exploitatietekort zoals aangegeven in de in te dienen begroting, met een maximum van 75% van de totale subsidiabele kosten. Als subsidiabele kosten worden aangemerkt kosten die direct verband houden met de activiteiten en die in redelijke verhouding staan tot de aard en de omvang van de activiteiten.

  • b.

    als grondslag voor de berekening van subsidie als bedoeld in artikel 4, eerste lid onderdeel b wordt gehanteerd de kosten van deelname aan een cursus/training, die in redelijke verhouding staan tot de aard en de omvang van de activiteiten 100% van de kosten wordt gesubsidieerd;

  • c.

    als grondslag voor de berekening van subsidie als bedoeld in artikel 4, eerste lid onderdeel c, wordt gehanteerd 100% van de kosten van notariële akte en inschrijving bij de KvK.

  • d.

    als grondslag voor de berekening van subsidie als bedoeld in artikel 4, eerste lid onderdeel d, wordt gehanteerd 100% van de subsidiabele kosten. Als subsidiabele kosten worden aangemerkt de kosten die direct verband houden met de activiteiten en die in redelijke verhouding staan tot de aard en de omvang van de activiteiten.

  • e.

    als grondslag voor de berekening van subsidie als bedoeld in artikel 4, tweede lid wordt gehanteerd het aantal vrijwilligers dat verbonden is aan de activiteit(en) die gewaardeerd wordt. De subsidie bedraagt maximaal € 25,- per vrijwilliger met een maximum van € 2.500,- per organisatie. Een subsidie ter waardering wordt maximaal 1 maal per jaar per organisatie verleend.

 

Artikel 8 Bij aanvraag in te dienen gegevens

In aanvulling op de ASV wordt de aanvraag ingediend aan de hand van een vastgesteld aanvraagformulier.

 

Artikel 9 Beslistermijn

In afwijking van de ASV geldt dat bij een gelijktijdige aanvraag van zowel een jaarlijkse als een eenmalige subsidie op de aanvraag uiterlijk 31 december van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar wordt beslist.

 

Artikel 10 Betaling en bevoorschotting

  • 1.

    In aanvulling op het bepaalde in de ASV met betrekking tot de betaling en bevoorschotting worden op basis van deze subsidieregeling verleende subsidies bij elkaar opgeteld en is de bevoorschotting van meer dan € 5.000,- 95% bevoorschot in 4 kwartaaltermijnen.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan in de verlengingsbeschikking een afwijkend bevoorschottingsritme worden opgenomen.

 

Artikel 11 Verantwoording en vaststelling subsidie

  • 1.

    In afwijking van en in aanvulling op het bepaalde in de ASV met betrekking tot de vaststelling van subsidie worden op basis van deze subsidieregeling aan een subsidieontvanger verleende subsidies bij elkaar opgeteld en is de verantwoording en vaststelling als volgt:

  • a.

    subsidies tot en met € 5.000,- worden ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken na afloop van het kalenderjaar waarvoor subsidie is verleend.

  • b.

    voor subsidies van meer dan € 5.000,- dient de subsidie ontvanger een aanvraag tot vaststelling in uiterlijk vóór 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar waarvoor de subsidie is verleend. De aanvraag wordt ingediend aan de hand van een vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, kan het college de aanvrager verplichten om op door haar aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waardoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

 

Artikel 12 Inwerkingtreding en overgangsregeling

Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag volgend op haar bekendmaking in het gemeenteblad.

 

 

 

 

 

 

Eindhoven, 24 mei 2022

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

,burgemeester

,secretaris

Naar boven