Verordening van de raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, houdende wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Bodegraven-Reeuwijk (13e wijziging)

 

De raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 maart 2022;

 

gelet op de artikelen 149, 151a, en 154 van de Gemeentewet, artikel I, onder EE, van de Wet van 16 december 2020 tot wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met het Nationaal Preventieakkoord en evaluatie van de wet (Stb. 2021, 26) en artikel 3:3 van de Hondenverordening Groenalliantie Midden-Holland en omstreken 2021;

 

 

besluit:

 

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Bodegraven-Reeuwijk (13e wijziging)

 

Artikel I

 

De Algemene plaatselijke verordening gemeente Bodegraven-Reeuwijk wordt gewijzigd als volgt:

 

A

 

Artikel 2:10 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid, komt te luiden:

     

    • 1.

      Het is verboden:

      • a.

        een openbare plaats, de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, als dat gebruik:

        • 1°.

          schade toebrengt of kan toebrengen aan de weg, de bruikbaarheid van de weg belemmert of kan belemmeren, dan wel een belemmering vormt of kan vormen voor het beheer en onderhoud van de weg; of

        • 2°.

          niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;

      • b.

        kabels of snoeren ten behoeve van het laden van elektrische motorvoertuigen, dan wel daartoe bestemde kabelgoten, beschermmatten of overige toebehoren op, over of boven een openbare plaats, de weg of een weggedeelte te leggen of te houden, tenzij deze kabels of snoeren zich bevinden op of over het weggedeelte waarop het motorvoertuig staat geparkeerd en de verbinding leggen tussen dit voertuig en een bij dat weggedeelte behorende laadpaal.

  • 2.

    In het zevende lid wordt ‘het verbod’ vervangen door ‘de verboden’.

     

  • 3.

    In het negende lid, wordt ‘Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing’ vervangen door ‘De verboden, bedoeld in het eerste lid, zijn niet van toepassing’.

     

  • 4.

    In het tiende lid wordt ‘Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is voorts niet van toepassing’ vervangen door ‘De verboden, bedoeld in het eerste lid, zijn voorts niet van toepassing’.

 

B

 

In artikel 2:24, eerste lid, onder d, wordt ‘Drank- en Horecawet’ vervangen door ‘Alcoholwet’.

 

C

 

In artikel 2:26 vervalt de aanduiding ‘1’ van het eerste lid en vervallen het tweede, derde en vierde lid.

 

D

 

In artikel 2:31 wordt in onderdeel c de puntkomma aan het slot vervangen door een punt en vervalt onderdeel d.

 

E

 

In het opschrift van Hoofdstuk 2, Afdeling 5, wordt ‘Drank- en Horecawet’ vervangen door ‘Alcoholwet’.

 

F

 

In artikel 2:34A wordt ‘Drank- en Horecawet’ vervangen door ‘Alcoholwet’.

 

G

 

In artikel 2:34C wordt ‘Drank- en Horecawet’ vervangen door ‘Alcoholwet’.

 

H

 

In artikel 2:48, tweede lid, onder a en b, wordt ‘Drank- en Horecawet’ vervangen door ‘Alcoholwet’.

 

I

 

In artikel 2:48A, tweede lid, onder a en b, wordt ‘Drank- en Horecawet’ vervangen door ‘Alcoholwet’.

 

J

 

Artikel 2:48B komt te luiden:

 

Artikel 2:48B Verboden lachgasgebruik

  • 1.

    Het is verboden op een openbare plaats lachgas recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben, indien dit gepaard gaat met overlast of andere gedragingen die de openbare orde verstoren, het woon- of leefklimaat nadelig beïnvloeden of anderszins hinder veroorzaken.

  • 2.

    Het is verboden op een openbare plaats die deel uitmaakt van een door het college ter bescherming van de openbare orde of het woon- en leefklimaat aangewezen gebied lachgas recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben.

  • 3.

    Het college kan in het aanwijzingsbesluit het in het tweede lid bedoelde verbod beperken tot bepaalde tijden.

 

K

 

Artikel 2:50A vervalt.

 

L

 

Aan artikel 2:57 wordt een vierde lid toegevoegd, luidende:

 

  • 4.

    Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Hondenverordening Groenalliantie Midden-Holland en omstreken 2021.

 

M

 

Artikel 2:58, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Het eerste lid is niet van toepassing op openbare plaatsen buiten de bebouwde kom met uitzondering van het recreatiegebied het Bodegraafse Bos.

 

N

 

In artikel 2:74B, eerste lid, wordt ‘het openlijk gebruik van of de handel in harddrugs dan heling’ vervangen door ‘het openlijk gebruik van of de handel in harddrugs dan wel heling’.

 

O

 

Artikel 2:74C, eerste lid, onder e, komt te luiden:

 

  • e.

    de artikelen 2:48 (verboden drankgebruik) of 2:74A (openlijk drugsgebruik),

 

P

 

Artikel 2:80 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid, onder c, wordt ‘artikel 2:12’ vervangen door ‘artikel 2:28’.

  • 2.

    In de aanhef van het vierde lid wordt ‘artikel 1:7’ vervangen door ‘artikel 1:8’.

  • 3.

    In het vierde lid, onder e, wordt ‘lid vijf en zes’ vervangen door ‘lid zes en zeven’.

  • 4.

    In de aanhef van het achtste lid wordt ‘artikel 1:5’ vervangen door ‘artikel 1:6’.

  • 5.

    In het negende lid vervalt ‘, sub a tot en met i,’.

  • 6.

    In het zestiende lid wordt ‘Op de vergunning’ vervangen door ‘Op de aanvraag om een vergunning’.

 

Q

 

Het opschrift van artikel 2:81 komt te luiden:

 

Artikel 2:81 Definities

 

R

 

Artikel 3:7 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid, aanhef, komt te luiden:

     

    • 1.

      Een vergunning wordt geweigerd als:

  • 2.

    In het eerste lid, onder h, onderdeel 1°, wordt ‘Drank- en Horecawet’ vervangen door ‘Alcoholwet’.

     

  • 3.

    Het tweede lid komt te luiden:

     

    • 2.

      Met een veroordeling als bedoeld in het eerste lid, onder g en h, wordt gelijkgesteld:

      • a.

        een bevel tot tenuitvoerlegging van een zodanige voorwaardelijke straf;

      • b.

        betaling van een geldsom als bedoeld in artikel 74, tweede lid, onder a, van het

        Wetboek van Strafrecht of artikel 76, tweede lid, van de Algemene wet inzake

        Rijksbelastingen, tenzij de geldsom minder dan € 375,- bedraagt.

 

S

 

Artikel 5:10 vervalt.

 

T

 

Artikel 5:23, eerste lid, onder c, komt te luiden:

 

  • c.

    zonder voorafgaande melding.

 

 

U

 

Aan artikel 5:31C wordt een vijfde lid toegevoegd, luidende:

 

  • 5.

    Het verbod is voorts niet van toepassing voor de hulpdiensten van brandweer, politie en reddingsbrigade die reddings- of beveiligingswerkzaamheden verrichten in het ingevolge het eerste lid aangewezen gebied of gebieden bij dreigend gevaar voor mens of dier, of met het oog daarop oefenen.

 

V

 

In artikel 5:36, derde lid, wordt ‘Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2011’ vervangen door ‘Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2014’.

 

W

 

Artikel 6:1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid komt in de opsomming van artikelen het opschrift van artikel 2:48B te luiden:

     

    Artikel 2:48B Verboden lachgasgebruik

     

  • 2.

    In het eerste lid vervallen in de opsomming van artikelen de volgende artikelen:

     

    Artikel 2:50A Verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties

    Artikel 5:10 Parkeren of laten stilstaan van voertuigen anders dan op de rijbaan

 

 

Artikel II

 

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, gehouden op 20-04-2022.

 

De griffier,

J. Zwetsloot, loco-griffier

 

De voorzitter,

mr. F.D. van Heijningen

Naar boven