Gemeenteblad van Elburg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Elburg | Gemeenteblad 2022, 240181 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Elburg | Gemeenteblad 2022, 240181 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Nadere regels kindregelingen kinderopvang gemeente Elburg 2022
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Elburg;
wenst de regelingen omtrent de (vergoeding) van kinderopvang zoveel mogelijk in één regeling vast te leggen. Dit is helpend bij de uitvoeringspraktijk. De gemeente Elburg wil kinderen goed voorbereid naar school laten gaan. Ouders -ongeacht hun inkomenspositie- kunnen kiezen uit alle in Elburg LRK-geregistreerde kinderopvang locaties of gastouders. Voor ouders die geen of gedeeltelijk gebruik kunnen maken van kinderopvangtoeslag, is het mogelijk om een verzoek te doen om aanspraak te maken op een gesubsidieerde kindplek. In het geval er sprake is van achterstanden of bijzondere situaties is extra kinderopvang mogelijk, zodat opgelopen achterstanden zoveel als mogelijk worden aangepakt en zware vormen van jeugdhulp vroegtijdig kunnen worden voorkomen.
Deze nadere regels hebben het doel om:
Gelet op de bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht, hoofdstuk 4, Gemeentewet, artikel 160, Participatiewet, artikel 35, Wet Kinderopvang, Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie en Algemene Subsidieverordening van gemeente Elburg.
Besluit vast te stellen de volgende nadere regels: Nadere regels kindregelingen kinderopvang gemeente Elburg 2022.
Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen
In de nadere regels wordt verstaan onder:
Gecertificeerd volgsysteem: systeem waarmee de kinderopvang op een systematische wijze hun beeld van de ontwikkeling van een peuter vastleggen. De informatie uit dit volgsysteem wordt, voor de start van de peuter op de basisschool, besproken met ouders en overgedragen naar de toekomstige basisschool.
SMI: sociaal medische indicatie. Een sociaal medische indicatie wordt na advies van een bevoegde instantie door het college afgegeven als er sprake is van sociaal medische problematiek bij de ouder en/of het kind (in de leeftijd van 0 tot 13 jaar), waardoor een ernstige ontwikkelingsachterstand bij het kind of grotere sociaal medische problematiek bij de ouder dreigt te ontstaan.
VVE: Voor- en vroegschoolse educatie voor kinderen vanaf 2 jaar waarin via een VVE-programma op een kindcentrum of in het basisonderwijs op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden. Deze zijn gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.
Hoofdstuk 2: Tegemoetkoming re-integratie en studie
Deze nadere regel is ondersteunend aan de Elburgse ambitie om ouders te helpen bij de toetreding tot de arbeidsmarkt, door hen tegemoet te komen in de eigen bijdrage voor kinderopvang.
Om voor de tegemoetkoming voor de eigen bijdrage voor kinderopvang in aanmerking te komen moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden:
Artikel 2.5 Hoogte tegemoetkoming
De grondslag voor de tegemoetkoming is het verschil tussen de kinderopvangtoeslag en de kosten van de kinderopvang op basis van het landelijk maximum uurtarief.
Hoofdstuk 3: Tegemoetkoming SMI
Deze nadere regel is ondersteunend aan de Elburgse ambitie om kinderen op sociaal medische gronden tijdelijk kinderopvang te bieden als vaststaat dat, en in welke mate, het om sociaal medische redenen bij ouder en/of kind tot 13 jaar, noodzakelijk is dat gebruik wordt gemaakt van kinderopvang of buitenschoolse opvang.
Artikel 3.3 Aanvraag tegemoetkoming
Het college beoordeelt de noodzaak, omvang en duur van de kindregeling SMI en geeft hiervoor een indicatie af. Indien nodig schakelt het college van de gemeente Elburg de expertise van een onafhankelijke expert in. In een toekennings-/wijzigingsbeschikking wordt vastgelegd op welke termijn de SMI wordt geëvalueerd.
Artikel 3.4 Duur tegemoetkoming
Ouders ontvangen een tegemoetkoming voor maximaal 52 weken per kalenderjaar.
Artikel 3.5 Hoogte tegemoetkoming
De grondslag voor de tegemoetkoming is het aantal afgenomen uren kinderopvang maal het landelijk maximum uurtarief.
Hoofdstuk 4: Subsidie aan houders voor peuteropvang en Voorschoolse Educatie (VE)
Deze nadere regel is ondersteunend aan de Elburgse ambitie om alle kinderen in Elburg zonder taal/ ontwikkelingsachterstand aan groep 3 van de basisschool te laten beginnen. Houders bieden peuteropvang en voorschoolse educatie aan voor peuters tot groep 1. De onderwijsinstellingen verzorgen de vroegschoolse educatie in groep 1 en 2. Deze nadere regels richten zich alleen op de subsidie voor voorschoolse educatie.
Voor het toetsen of een peuter in aanmerking komt voor een gesubsidieerde peuter- of VE-plek dient de houder vast te stellen of ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag. Dit doet de houder aan de hand van de Verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag, in combinatie met een Inkomensverklaring van (bei)de ouder(s) over het voorgaande jaar.
Indien (één van de) ouders geen Inkomensverklaring(en) kan/kunnen overleggen, of het verwachte verzamelinkomen is gedaald ten opzichte van het verzamelinkomen dat is aangegeven op de Inkomensverklaring, dient deze verklaring aangevuld te worden met documenten waaruit de hoogte van het verwachte verzamelinkomen blijkt. Dit kunnen zijn: salarisstrook, uitkeringsspecificatie, werkgeversverklaring, verklaring van schuldsanering, etc. Uit de documenten dient te blijken dat de inkomenswijziging structureel is en in ieder geval geldt voor de maand voorafgaand aan plaatsing op een peuter- of VE-plek.
Artikel 4.5 Bevoorschotting houder
De subsidie voor peuteropvang en VE wordt bij wijze van voorschot betaald en bedraagt 100% van het te verlenen bedrag.
Artikel 4.6 Weigeringsgronden aanvraag houder
Het college kan de subsidie weigeren op grond van:
Artikel 4.7 Hoogte van de subsidie aan de houder
Een VE-jaarbedrag voor doelgroeppeuters vanaf 2,5 jaar tot het moment waarop zij naar de basisschool uitstromen. Deze subsidie wordt verstrekt voor doelgroeppeuters die een VE-plek bezetten, ongeacht of de ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag. Indien de doelgroeppeuter de VE-plek niet het gehele jaar bezet, wordt het jaarbedrag naar rato verstrekt. Voor het VE-jaarbedrag wordt per houder een minimumbedrag gehanteerd dat overeenkomt met het bedrag voor twee doelgroeppeuters voor een volledig jaar. De hoogte van het VE-jaarbedrag per doelgroeppeuter wordt eenmaal vastgesteld door het college en jaarlijks geïndexeerd. In principe wordt de jaarlijkse index van SZW gevolgd tenzij er gegronde redenen zijn voor afwijking hiervan.
Een aanvullende subsidie voor de inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker VE volgens de wettelijke voorwaarden uit het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. De inzet wordt gebaseerd op het aantal doelgroeppeuters op 1 januari van het betreffende jaar. Het tarief voor de inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker VE wordt eenmaal vastgesteld door het college en jaarlijks geïndexeerd. In principe wordt de jaarlijkse index van SZW gevolgd tenzij er gegronde redenen zijn voor afwijking hiervan.
Het is toegestaan de werkelijke invulling van de peuter- of VE-plekken ten opzichte van de aantallen genoemd in de subsidieaanvraag, gedurende de subsidieperiode, aan te passen aan de vraag van ouders. Het definitieve subsidiebedrag kan alleen hoger worden dan beschikt, na toestemming van het college.
Indien gedurende de periode waarop de subsidieverlening betrekking heeft tijdens controle door gemeente, GGD of Inspectie van het Onderwijs blijkt dat een betreffende locatie van de houder niet voldoet aan de landelijk en lokaal vastgestelde voorwaarden, wordt van de houder verwacht dat aantoonbare inspanningen worden gepleegd om in de subsidieperiode wel aan de voorwaarden te gaan voldoen. Indien deze inspanningen niet worden gepleegd, kan dat het herzien of intrekken van het besluit tot subsidieverlening tot gevolg hebben, en kan de subsidie geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd.
Houders zijn verplicht om uiterlijk op de datum van de start van de te subsidiëren activiteiten op hun website een overzicht van de geldende ouderbijdragen per inkomensgroep en per soort peuter- of VE-plek, die voor de betreffende voorschoolse locatie gelden, te publiceren. Indien houder niet aan deze verplichting voldoet, kan dat het herzien of intrekken van het besluit tot subsidieverlening tot gevolg hebben en kan de subsidie geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd.
Indien gedurende de periode waarop de subsidieverlening betrekking heeft blijkt dat het uurtarief voor reguliere peuters met kinderopvangtoeslag op de betreffende locatie lager is dan het uurtarief voor de door het college te subsidiëren peuter- en VE-plekken, en het aanbod in uren per week en weken per jaar voor deze ouders gelijk is, wordt de subsidie geheel of gedeeltelijk teruggevorderd.
Artikel 4.8 Verantwoording en vaststelling voor de houder
Het definitieve subsidiebedrag wordt na afloop van de subsidieperiode, op basis van de gegevens uit de inhoudelijke eindrapportage en het verantwoordingsformat, door het college vastgesteld. Deze vaststelling vindt plaats op basis van het werkelijke aantal bezette peuter- en VE-plekken, het gehanteerde uurtarief, het aantal doelgroeppeuters waarvoor (naar rato) het VE-jaarbedrag en inzet pedagogisch beleidsmedewerker VE wordt ontvangen en de totaal in rekening gebrachte ouderbijdragen. Indien de houder minder bezette peuter- en VE-plekken heeft gerealiseerd dan het aantal waarop de hoogte van de subsidieverlening was gebaseerd, leidt dat tot een terugvordering van (een deel van de) subsidie.
Hoofdstuk 5: Overige bepalingen
Artikel 5.1 Nieuwe feiten en omstandigheden
Ouders, doelgroepouders of de houder doen onverwijld uit eigen beweging, of op verzoek van het college, mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk is dat deze aanleiding kunnen geven tot heroverweging van de beslissing tot subsidiering of toekenning van (de tegemoetkoming van) de kindregelingen.
In gevallen waarin deze nadere regels niet voorzien beslist het college. Het college handelt overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met deze beleidsregel te dienen doelen.
Artikel 5.3 Intrekking oude beleidsregels
De ‘Beleidsregel kinderopvang 2015’ zoals vastgesteld op 23 december 2014 en de ‘Subsidieregeling Peuterspeelzaalwerk en Voorschoolse educatie Elburg 2018’ zoals vastgesteld op 5 september 2017 worden ingetrokken met ingang van de datum waarop deze nadere regels in werking treden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-240181.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.