Gemeenteblad van West Maas en Waal
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
West Maas en Waal | Gemeenteblad 2022, 236813 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
West Maas en Waal | Gemeenteblad 2022, 236813 | beleidsregel |
Preventie- en Handhavingsplan 2021-2024
Dit Preventie- en Handhavingsplan is gebaseerd op het meest actuele Model Preventie- en Handhavingsplan versie 4.0 (januari 2021) van het Trimbos Instituut. Middels het Preventie- en Handhavingsplan geeft de gemeente invulling aan een belangrijke wettelijke taak (artikel 43a) in de uitvoering van de Alcoholwet De Alcoholwet is een bijzondere wet die de verstrekking van alcoholhoudende dranken regelt en onze jeugd beschermt tegen de negatieve effecten van alcohol op de gezondheid en veiligheid. De gemeenteraad is verplicht dit plan iedere vier jaar vast te stellen en, zo nodig, bij te stellen of te wijzigen. Een tussentijdse aanpassing is ook mogelijk op het moment dat dit nodig blijkt te zijn. In het plan ligt de focus op het (voorkomen van) alcoholgebruik onder jongeren (tot 18 jaar).
1.1 Drank- en Horecawet wordt Alcoholwet
Het beperken van de beschikbaarheid van alcohol is één van de meest effectieve maatregelen om alcoholgebruik te verminderen en de daaraan gerelateerde schade te voorkomen (Babor e.a., 2010; Burton, e.a., 2017). De Drank- en Horecawet is een wet die de verstrekking van alcoholhoudende dranken en daarmee de beschikbaarheid van alcohol reguleert. De DHW heeft als doel om schadelijke gevolgen van alcoholgebruik tegen te gaan en alcohol gerelateerde overlast terug te dringen.
De Drank- en Horecawet is per 1 juli 2021 gewijzigd in de Alcoholwet. De belangrijkste veranderingen zijn: de verkoop van alcohol op afstand wordt aangescherpt voor minderjarigen, het stunten met prijzen wordt verder aan banden gelegd en wederverstrekking van alcohol wordt strafbaar gesteld.
1.2 Nationaal Preventieakkoord
In het Nationaal Preventieakkoord zijn specifieke doelstellingen opgenomen voor jongeren. Het drinken onder de 18 jaar moet afnemen van 45% naar 25% in 2040 en het uiteindelijke doel is om tot 0% alcoholgebruik te komen onder de 18 jaar (Nationaal Preventieakkoord, 2020). De doelstellingen in het Preventie- en Handhavingsplan sluiten zoveel mogelijk op deze doelstelling aan.
1.3 Totstandkoming Preventie- en Handhavingsplan 2021 t/m 2024
Voor de totstandkoming van het Preventie- en Handhavingsplan 2021 t/m 2024 is het Preventie- en Handhavingsplan 2017 t/m 2020 geëvalueerd. Hiervoor zijn o.a. de resultaten gebruik uit de vierjaarlijkse Gezondheidsmonitor Jeugd (GGD Gelderland-Zuid, 2019). Normaliter wordt in de evaluatie ook de resultaten van het Mysteryshoponderzoek meegenomen. Vanwege het Coronavirus en de daardoor (gedeeltelijke) sluiting van de horeca heeft dit onderzoek de afgelopen twee jaar niet plaatsgevonden en zijn deze resultaten dan ook niet in de evaluatie meegenomen.
Dit Preventie- en handhavingsplan is gebaseerd op de integrale beleidsvisie: er is sprake van preventie én handhaving. Meerdere afdelingen binnen de gemeenten en verschillende typen maatregelen worden ingezet bij de aanpak van alcoholproblematiek. Dit is terug te zien in het preventiemodel van Reynolds (2003). Het model kent drie pijlers: educatie, regelgeving en handhaving. De pijlers staan deels op zichzelf, maar overlappen elkaar ook (zie figuur 1). Zowel in de beleidsvorming als in de uitvoering wordt binnen de gemeente afstemming gezocht met onder meer: lokaal sportbeleid, horeca- en evenementenbeleid.
Alcoholpreventie kan nooit alleen op het individu gericht zijn. Alcoholgebruik is namelijk het resultaat van een combinatie van factoren: de persoon, sociale omgeving en het overheidsbeleid samen vormen een systeem dat uiteindelijk de keuze van de gebruiker bepaalt (Holder, 1998). De meest succesvolle strategieën beïnvloeden vooral de fysieke en sociale omgeving van de drinker. Locaties waar alcohol wordt verstrekt, ouders en scholen spelen een belangrijke rol in het alcoholgebruik van jongeren. Het beleid richt zich dan ook op deze omgevingsinvloeden. Om de doelstellingen te bereiken is een bijdrage van iedereen nodig: scholen, sportverenigingen, ouders en ondernemers. Daarom worden deze partijen bij de beleidsuitvoering betrokken.
2.1 De schadelijkheid van alcohol
Alcoholgebruik gaat gepaard met tal van fysieke, mentale en maatschappelijke problemen (Expertisecentrum Alcohol, 2020). Zowel licht, matig alcoholgebruik als zwaar drinken brengen risico’s met zich mee, zoals alcoholvergiftiging, verkeersongevallen en verhoogde kans op hersenschade. Alcoholgebruik heeft daarnaast invloed op het psychisch functioneren. Huiselijk geweld, agressie, uitgaansgeweld en vandalisme worden vaak onder invloed van alcohol gepleegd.
Voor jongeren en jongvolwassenen zijn de risico’s van alcoholgebruik groter dan voor volwassenen (Expertisecentrum Alcohol, 2020). Drinken op jonge leeftijd heeft zowel gevolgen voor de korte als de lange termijn. Denk hierbij aan het onder invloed over seksuele grenzen heen gaan of verstoring van de hersenontwikkeling. Daarnaast komt agressief, asociaal en delinquent gedrag vaker voor bij jongeren die drinken dan bij niet drinkende leeftijdgenoten.
Het alcoholgebruik onder 13- tot 16-jarigen is tussen 2003 en 2015 flink afgenomen: van 70% naar 25%. Vanaf 2015 is de afname gestagneerd. Ook binge drinken en dronkenschap zijn sinds 2015 niet verder afgenomen (Rombouts, e.a., 2020). Ongeveer een kwart (25%) van de 12- tot en met 16 jarige scholieren blijft maandelijks alcohol drinken.
Het alcoholgebruik onder jongeren in onze gemeente wordt gemeten aan de hand van de vierjaarlijkse GGD Gezondheidsmonitor Jeugd. De monitor geeft inzicht in onder meer leeftijd, schooltype, frequentie van gebruik, dronkenschap, wijze van verkrijgen van alcohol en de rol van ouders. Uit de laatste GGD Gezondheidsmonitor (GGD Gelderland-Zuid, 2019) blijkt: 47% van de jongeren (13-16 jarigen) heeft wel eens alcohol gedronken. Ten opzichte van 2015 (47%) is dit aantal niet gedaald. Vergeleken met het landelijke percentage (32%) jongeren onder de 18 dat ooit alcohol heeft gedronken, drinken in onze gemeente relatief meer jongeren alcohol.
Een kwart van de 12 tot 16-jarige scholieren die wel eens drinken krijgen alcohol van hun ouders (Rombouts e.a., 2020). Dat aantal is sinds 2016 niet gedaald. Ouders die zelf veel drinken zijn toleranter ten aanzien van alcoholgebruik bij hun kinderen. De invloed van leeftijdsgenoten neemt op het gedrag van jongeren toe met de leeftijd, maar ouders blijven desondanks invloed houden op het drinkgedrag van hun opgroeiende kind (Engels e.a., 2013).
In de gemeente West Maas en Waal vindt 34% van de ouders het goed als hun kind (13 t/m 16-jarigen) alcohol drinkt. In 2015 stemde nog maar 24% van de ouders hiermee in. In de tolerantie van ouders is op basis van de cijfers een stijging zichtbaar. In omliggende gemeenten is de tolerantiegraad aanzienlijk lager (GGD Gelderland-Zuid, 2019).
2.4 Naleving Drank- en Horecawet
Door middel van nalevingsonderzoek is onderzocht in hoeverre de leeftijdsgrens voor alcohol wordt nageleefd door de verschillende alcoholverstrekkers. Door het Coronavirus zijn horecagelegenheden en sportkantines (deels) gesloten geweest. Daarom is het mogelijk dat er een vertekening in de cijfers van het jaar 2019 en 2020 heeft plaatsgevonden. Uit het onderzoek blijkt dat minderjarigen in Nederland nog steeds gemakkelijk aan alcohol kunnen komen. Tussen 2018 en 2020 is de totale naleving van de leeftijdsgrens bij alcoholverkoop niet veranderd: van 37,7% naar 37,9% (Bureau Objectief, 2020b). Bij supermarkten en slijterijen is de naleving gedaald.
Daarnaast heeft het Mysteryshoponderzoek in de gemeente niet plaatsgevonden de afgelopen twee jaar vanwege de (gedeeltelijke) sluiting van de horeca in verband met de Coronamaatregelen.
2.5 Samenvatting probleemanalyse
Uit de onderzoeken blijkt dat er een stagnatie is in de daling van alcoholgebruik onder jongeren. Bovendien is er een grote groep jongeren en jongvolwassenen die binge drinkt en is er zowel voor verstrekkers als ouders ruimte voor versterking van hun verantwoordelijkheid en preventieve rol.
3.1 Ambitie en hoofddoelstellingen
De gemeente streeft ernaar dat haar jonge inwoners gezond, veilig en kansrijk kunnen opgroeien. Alcohol hoort daar niet bij, in elk geval niet tot het 18e jaar. Voor (jong)volwassenen adviseert de Gezondheidsraad (Gezondheidsraad, 2015) zowel voor mannen als vrouwen om geen alcohol te drinken of in ieder geval niet meer dan één standaardglas alcohol per dag. Een sociale en fysieke omgeving die stimuleert tot het gewenste gedrag is ondersteunend aan deze ambitie. De gemeente zet daarom in op een adequate naleving van de Alcoholwet, het versterken van de sociale omgeving rondom jongeren en het faciliteren van een fysieke omgeving die gezond gedrag stimuleert.
De hoofddoelstellingen van het Preventie- en Handhavingsplan luiden:
• Afname van alcoholgebruik en schadelijke gevolgen van alcoholgebruik onder de 18 jaar
• Afname van dronkenschap en schadelijke gevolgen van excessief alcoholgebruik (met name tijdens uitgaansavonden in het publieke domein)
3.2 Doelstellingen afname alcoholgebruik onder de 18 jaar 3.2.1 Evaluatie doelstellingen 2017-2020
Om de nieuwe doelstellingen vast te stellen, wordt eerst geëvalueerd in hoeverre de doelstellingen uit het oude plan behaald zijn. De doelstellingen uit het preventie- en handhavingsplan 2017-2020 luidden:
1. Eind 2020 is het percentage jongeren onder de 18 jaar dat recent alcohol heeft gedronken, gedaald van 43.7% (in 2015) naar 40%.
Deze doelstelling is niet behaald. Het daadwerkelijke percentage bedroeg eind 2020 43%. Er is een lichte daling te zien.
2. Eind 2020 is het percentage ouders dat het goed vindt dat hun kind onder de 18 jaar drinkt, gedaald van 45% (in 2015) naar 40%.
De cijfers in deze doelstelling zijn onjuist. Er is een stijging zichtbaar in de acceptatie van ouders in het alcoholgebruik van hun kind. In 2015 vond 24% van de ouders het goed dat hun kind alcohol drinkt. In 2020 is dit gestegen naar 34%.
3. Eind 2020 is het percentage jongeren dat aan binge drinken doet, gedaald van 36% (in 2015) naar 30%.
Deze doelstelling is niet behaald. Het percentage is gedaald naar 34% eind 2020.
3.2.2 Nieuwe doelstellingen 2021-2024
De doelstellingen voor het preventie- en handhavingsplan 2021-2024 luiden:
1. Eind 2024 is het percentage jongeren onder de 18 jaar dat ooit alcohol heeft gedronken gedaald van 67% (in 2019) naar 50%
2. Eind 2024 is het percentage jongeren onder de 18 jaar dat recent (in de afgelopen 4 weken) alcohol heeft gedronken gedaald van 43% (in 2019) naar 35%
3. Eind 2024 is het percentage ouders dat het goed vindt dat hun kind onder de 18 jaar alcohol drinkt, gedaald van 34% (in 2019) naar 25%
4. Eind 2024 is het percentage jongeren dat aan binge drinken doet, gedaald van 34% (in 2019) naar 25%
Met deze doelstellingen probeert de gemeente aan te sluiten bij de doelstellingen in het Nationaal Preventieakkoord voor 2040. Tabel 3 geeft dit weer.
Door de nieuwe doelstellingen vergelijkbaar te houden met de oude doelstellingen en enkel de percentages aan te passen, kan worden gemonitord en geëvalueerd hoe de trend zich in West Maas en Waal ontwikkelt.
De doelstellingen van de gemeente met betrekking tot de naleving van de leeftijdsgrens zijn afgeleid van de probleemanalyse, de evaluatie en de ambities van het Nationaal Preventieakkoord (NPA). De ambitie van het NPA is om in 2030 100% naleving van de leeftijdsgrens te bereiken. Dit betekent dat er geen alcohol meer verstrekt wordt aan jongeren onder de 18 jaar. De nieuwe Alcoholwet draagt hier aan bij door de wederverstrekking van alcohol strafbaar te stellen. Daarnaast wordt bij online bestellingen van alcohol beter gecontroleerd op leeftijd.
3.3.2 Naleving verbod op doorschenken bij dronkenschap
Voor de naleving van het verbod op doorschenken aan personen tussen de 18 en 25 jaar in kennelijke staat van dronkenschap zijn geen landelijke cijfers beschikbaar. Ook is er met betrekking tot het voorkomen van dronkenschap geen kwantitatieve ambitie geformuleerd in het Nationaal Preventieakkoord. Wel stellen de VNG en verstrekkers in het Preventieakkoord gezamenlijk vast dat er meer aandacht moet komen voor het tegengaan van dronkenschap.
Dit hoofdstuk bevat de aanpakken en interventies om de doelstellingen te realiseren op het gebied van regelgeving, toezicht, handhaving, educatie en bewustwording. In paragraaf 4.4 wordt beschreven hoe preventie en handhaving wordt ingezet om de doelstellingen te behalen.
De Alcoholwet is primair een volksgezondheidswet met als doel om, met name onder jongeren, gezondheidsschade door alcoholgebruik te voorkomen. Daarnaast stelt de wet ook als doel om alcohol gerelateerde verstoringen van de openbare orde terug te dringen. De wet geeft invulling aan beide doelstellingen door onder andere beperkingen te stellen aan de beschikbaarheid van alcohol. Er mag bijvoorbeeld geen alcohol worden verstrekt aan een jongere als niet is vastgesteld dat hij/zij 18 jaar of ouder is. Daarnaast sluit de wet ook bepaalde verkooppunten uit van het schenken en/of verstrekken van alcohol voor elders dan ter plaatste.
Aanvullend op deze bepalingen kent de Alcoholwet een aantal verordenende bevoegdheden en heeft de burgemeester aanvullende mogelijkheden om de beschikbaarheid van alcohol te beperken. De volgende aanvullende maatregelen hebben expliciete meerwaarde in het terugdringen van alcohol gerelateerde gezondheidsschade en verstoringen van de openbare orde:
• Het beperken van happy hours
• Stellen van voorwaarden aan alcoholverstrekking tijdens evenementen
4.1.1 Beperken van happy hours
Artikel 25D van de Alcoholwet geeft gemeenten de bevoegdheid om ter bescherming van de volksgezondheid of in het belang van de openbare orde happy hours te kunnen beperken. Met deze bevoegdheid kunnen de meest excessieve acties (meer dan 40% korting) worden verboden. Onderzoek (Meier e.a., 2008) toont aan dat de prijs van alcohol een belangrijke voorspeller is voor alcoholgebruik en dat het gebruik kan worden beïnvloed met prijsinterventies. Het beperken van mogelijkheden om met prijzen voor alcoholhoudende dranken te stunten is een geschikt instrument om stevige consumptie in het uitgaansleven te beperken en dronkenschap te voorkomen. De gemeente heeft de volgende bepaling vastgelegd in Artikel 2:34g van de APV:
Ter bescherming van de volksgezondheid en in het belang van de openbare orde is het verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die in de desbetreffende horecalokaliteit op of het desbetreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd.
4.1.2 Voorwaarden stellen aan evenementen
Artikel 35 lid 2 van de Alcoholwet biedt burgemeesters de mogelijkheid om voorwaarden te stellen aan het verlenen van een ontheffing ten tijde van bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard, zoals evenementen en buurtfeesten. Er kunnen voorwaarden worden gesteld aan de manier waarop de verantwoorde verstrekking wordt ingericht. Dit artikel betreft alleen de verstrekking van zwak-alcoholhoudende dranken voor gebruik ter plaatse.
Onderzoek laat zien dat de naleving van de leeftijdsgrens voor alcohol en het doorschenken in diverse sectoren voor verbetering vatbaar is (Bureau Objectief, 2020b; Bureau Obectief, 2017). Tijdens evenementen is de naleving van zowel de leeftijdsgrens als dronkenschap vaak ingewikkelder dan in de horeca. De gemeente probeert deze naleving te verbeteren door hier communicatie en educatie op in te zetten (zie paragraaf 4.3).
4.1.3 Beperken schenktijden paracommercie
Artikel 4 van de Alcoholwet bepaalt dat bij gemeentelijke verordening regels worden gesteld waaraan paracommerciële rechtspersonen zich moeten houden bij de verstrekking van alcoholhoudende drank. Dit ter voorkoming van oneerlijke mededinging. Het vastleggen van de schenktijden in de paracommercie is één van deze verplichte regels. Onderzoek toont aan dat het beperken van schenktijden de alcoholconsumptie vermindert (Babor e.a., 2010). Het is daarnaast niet wenselijk dat jeugd tijdens sportieve, culturele of andere activiteiten geconfronteerd wordt met (overmatig) alcoholgebruik van volwassenen. In Artikel 2:34a van de APV heeft de gemeente de volgende, beperkte schenktijden vastgelegd voor paracommerciële inrichtingen:
De Alcoholwet heeft zowel een gezondheids- als een openbare orde en veiligheidsperspectief. Het doel is om door middel van naleving van de wet bij te dragen aan het voorkomen van gezondheidsschade en verstoringen van de openbare orde. Onderzoek toont aan dat handhaving noodzakelijk is het gewenste effect te bereiken (Babor, e.a., 2010).
a. Artikel 20 lid 1 Alcoholwet. Het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. Eveneens wordt begrepen het verstrekken van alcoholhoudende drank aan een persoon van 18 jaar of ouder, welke kennelijk bestemd is voor een persoon van wie de leeftijd niet is vastgesteld.
b. Artikel 45 Alcoholwet. Het verbod op het aanwezig hebben van alcohol onder de 18 jaar op voor publiek toegankelijke plaatsen.
a. Artikel 20 lid 5 Alcoholwet. Het verbod om personen in kennelijke staat van dronkenschap toe te laten in een horecazaak, op het terras of in een slijterij.
b. Artikel 20 lid 6 Alcoholwet. Het verbod om in kennelijke staat dienst te doen in een horecazaak, op het terras of in een slijterij.
c. Artikel 252 Wetboek van Strafrecht. Het verbod om personen in kennelijke staat van dronkenschap alcohol te verkopen of toe te dienen.
d. Artikel 453 Wetboek van Strafrecht. Het verbod om zich in kennelijke staat van dronkenschap op de openbare weg te bevinden.
a. Art. 25 lid 1 Alcoholwet. Het verbod op het aanwezig hebben van alcoholhoudende drank in een voor het publiek (niet) toegankelijke ruimte, niet zijnde een slijtersbedrijf, horecabedrijf of een ruimte waarin rechtmatig alcohol aan particulieren wordt verstrekt voor gebruik elders dan ter plaatse.
b. Art. 25 lid 2 Alcoholwet. Toestaan dat alcoholhoudende drank wordt genuttigd in een voor het publiek toegankelijke ruimte, niet zijnde een horecabedrijf of het laten proeven in een slijtersbedrijf op verzoek van een klant.
Om de toezichtcapaciteit van de gemeente zo efficiënt mogelijk in te zetten wordt er risicogestuurd toezicht gehouden. Op basis van een risicoanalyse wordt voor elk verkooppunt van alcoholhoudende drank een risicoscore bepaald. Deze score is gebaseerd op het type bedrijf, risico’s voor de omgeving, aantal meldingen, naleving en gedrag van de ondernemer. Bedrijven met een hogere risicoscore worden vaker gecontroleerd.
Voordat de inspecties worden uitgevoerd moeten de hotspots (locaties met permanent een beperkt risico) in kaart worden gebracht. Door middel van een basiscontrole wordt jaarlijks vastgesteld of de vergunning nog op orde is. Basiscontroles worden uitgevoerd in uniform.
Controle op leeftijdsgrens en dronkenschap
Voor de hotspots met een hoge risicoscore wordt gestreeft naar een controlefrequentie van minimaal 5 keer per jaar. Voor de hotspots met een beperkt risico zijn 4 inspecties per jaar noodzakelijk om de naleving effectief te beïnvloeden (Wagenaar e.a., 2005). Voor de categorie met nagenoeg geen risico volstaat 1 controle per jaar. De controles worden uitgevoerd in burgerkleding.
Voor de controles op de leeftijdsgrens zet de gemeente de testkopermethode (Mysteryshoponderzoek) in. Bij de testkopermethode worden jongeren (minderjarig of meerderjarig) die niet onmiskenbaar 18 jaar of ouder zijn, ingezet om te constateren of de leeftijd goed wordt vastgesteld en of er al dan niet aan hen alcohol wordt verkocht of verstrekt. Het Mysterhyshoponderzoek wordt regionaal uitgevoerd. Dit is vastgelegd in het ‘Borgingsplan 2021-2024 - Regionale samenwerking alcohol matiging jeugd in de regio’. Door de coronacrisis en de (gedeeltelijke) sluiting van de horeca is dit onderzoek in 2020 niet uitgevoerd. Het plan is om in 2022 en 2024 het onderzoek te herhalen om de effecten van de maatregelen te meten, met een kanttekening dat het verloop van de coronacrisis niet voorspelbaar is.
Voor de dronkenschap inspecties wordt actief samengewerkt met de politie. De burgemeester kan op basis van bevindingen van de boa handhavend optreden op basis van artikel 20 lid 5 en 6. De politie handhaaft op het doorschenken aan dronken personen en dronkenschap in de openbare ruimte. Voor de veiligheid van de boa maakt de gemeente afspraken met de politie over gezamenlijke controles en ondersteuning op afroep bij risicovolle situaties.
Voor de opbouw van de sanctiestrategie is zowel het gezondheidsperspectief als het openbare orde en veiligheidsperspectief van de DHW leidend. Op basis hiervan zijn de bepalingen uit de DHW ingedeeld in drie risico-categorieën:
Categorie A Overtredingen van bepalingen in deze categorie zijn van minder ernstige aard. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om administratieve vereisten.
Categorie B Overtredingen van bepalingen in deze categorie zijn ernstige overtredingen, maar er is geen sprake van een acute (gevaar)situatie.
Categorie C Overtredingen van bepalingen in deze categorie zijn ernstige overtredingen, die direct van invloed zijn op de gezondheid (van jongeren) en/of openbare orde.
Bij iedere categorie hoort een sanctiestappenplan. Dat wil zeggen dat elke categorie een eigen sanctieopbouw (1e, 2e, 3e overtreding) heeft, waarbij de overtredingen van bepalingen in categorie C zwaarder bestraft worden dan de overtredingen in andere categorieën. Na het opleggen van een sanctie volgt op korte termijn een herinspectie.
In de omgeving van jongeren en jongvolwassenen staan drie doelgroepen centraal die invloed hebben op het alcoholgebruik:
Deze doelgroepen hebben niet altijd voldoende kennis van de risico’s van alcoholgebruik door jongeren of hoe zij kunnen bijdragen aan het voorkomen van (problemen door) alcoholgebruik. Bewustwording van de risico’s en het bieden van handelingsperspectief zijn belangrijke educatieve interventies.
Verstrekkers van alcohol zijn verantwoordelijk voor de naleving van de DHW en aanvullende lokale regelgeving. Van hen wordt verwacht dat ze de leeftijdsgrens voor de verstrekking van alcohol kennen en naleven, evenals het verbod op doorschenken bij dronkenschap en het toelaten van personen in kennelijke staat van dronkenschap in de onderneming, de vereniging of het evenement. Verschillende typen professionals zijn hierbij betrokken: bedrijfsleiders, filiaalmanagers, barpersoneel, barvrijwilligers, portiers, caissières, et cetera.
Belangrijk is vooral dat een alcoholverstrekker zich bewust is van zijn/haar verantwoordelijkheid en handelingsperspectief heeft, ook wanneer er weerstand is bij de klant. Om alcoholverstrekkers hierin te bekwamen zijn trainingsprogramma’s ontwikkeld voor medewerkers van horeca, slijterijen, studentenverenigingen en sportverenigingen zoals de e-learnings Voor Elkaar over verantwoord alcohol verkopen. De regionale instellingen voor verslavingszorg bieden daarnaast face to face trainingen over dit onderwerp.
Daarnaast bestaat de face to face IVA (Instructie Verantwoord Alcoholgebruik) training voor barvrijwilligers. Voor deze training wordt een regionale trainer van IrisZorg ingezet. Uit onderzoek is gebleken dat training van barpersoneel alleen effect heeft als deze is gekoppeld aan een adequate handhavingsstrategie (Babor e.a., 2010). Daarom is het van belang regelmatig de controles uit te voeren. De gemeente stimuleert en informeert barvrijwilligers over deze training, met name voor evenementen (zoals carnaval en de Dag van Leeuwen) en branches (zoals sport) waar veel barvrijwilligers actief zijn.
Nalevingscommunicatie omvat alle vormen van communicatie (media, persoonlijk, internet etc.) die gericht is op het stimuleren van naleving. Doel van nalevingscommunicatie is om een gedragsverandering te bewerkstelligen bij de doelgroep. Dit kan onder andere door met communicatie over toezichtresultaten de subjectieve pakkans te vergroten en het aansluiten op landelijke campagnes zoals NIXzonderID. De gemeente betrekt de afdeling communicatie hierbij.
Ouders onderschatten systematisch hoeveel hun kinderen drinken. Ze denken bovendien dat het gedrag van jongeren volledig wordt bepaald door vrienden en leeftijdsgenoten, terwijl ouders wel degelijk nog invloed hebben op het alcoholgebruik van hun kinderen (van der Vorst e.a., 2006). De beschikbaarheid van alcohol in huis beperken en het stellen van regels zijn geschikte instrumenten om alcoholgebruik tegen te gaan. Uit onderzoek blijkt dat kinderen van ouders die geen duidelijke regels hebben afgesproken en geen leeftijdsgrens hebben gesteld voor het drinken van alcohol al op jongere leeftijd beginnen met drinken. Ze drinken bovendien vaker dan jongeren waarvan de ouders wel een leeftijdsgrens hebben gesteld. IrisZorg organiseert voorlichtingen aan ouders over uitgaansopvoeding.
Draagvlak voor (handhaving van) alcoholbeleid is niet vanzelfsprekend onder burgers, ondernemers en andere professionals. Kennis over alcohol en over de gevolgen van alcoholmisbruik vergroot het draagvlak. Publiekscampagnes zoals NIX18, Ik Pas of Zien drinken doet drinken dragen hier aan bij. De gemeente gaat hierover in overleg met de samenwerkingspartner bureau Halt.
De school is een belangrijke pedagogische omgeving voor jongeren. Het programma Helder op School van IrisZorg wordt in het schooljaar 2021/2022 volledig geïmplementeerd op het PAX Christi College. Dit is een onderdeel van de aanpak Gezonde School. Door de schoolomgeving en alle schoolgerelateerde activiteiten alcoholvrij te houden, ondersteunt het onderwijs NIX18 en de norm dat alcoholgebruik niet vanzelfsprekend is. De gemeente bespreekt met het Pax Christi college of zij knelpunten ervaart bij de handhaving van de regels bij bijvoorbeeld bij schoolfeesten. Daarnaast is in onze gemeente een jongerenwerker actief, welke op straat en op school actief is en gesprekken houdt met de jongeren over o.a. alcoholgebruik.
Burton, R., Henn, C., Lavoie, D., O'Connor, R., Perkins, C., Sweeney, K., Greaves F., Ferguson B., Beynon C., Belloni A., Musto V, Marsden J. & Sheron, N. (2017). A rapid evidence review of the effectiveness and cost-effectiveness of alcohol control policies: an English perspective. The Lancet, 389(10078), 1558-1580.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-236813.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.