Beleidsregels studietoeslag gemeente Noordoostpolder

Het college van burgemeester en wethouders;

 

gelezen de Verzamelwet SZW 2022 (Staatsblad 2021, 627);

 

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 36b van de Participatiewet;

 

overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen voor de wijze waarop de gemeente Noordoostpolder omgaat met de mogelijkheden die de Participatiewet biedt voor het verstrekken van een studietoeslag;

 

Besluit tot vaststelling van de volgende beleidsregels: ‘Beleidsregels studietoeslag gemeente Noordoostpolder’.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze beleidsregels worden dezelfde begripsbepalingen gebruikt als in de Algemene wet bestuursrecht en Participatiewet, tenzij anders vermeld.

  • 2.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Participatiewet;

    • b.

      Besluit: Besluit loonkostensubsidie en normbedragen studietoeslag Participatiewet 2021;

    • c.

      medische beperking: een ziekte of gebrek waardoor de belanghebbende als rechtstreeks gevolg daarvan structureel niet in staat is om naast de studie inkomsten te verwerven;

    • d.

      studie: een onderwijssoort als bedoeld in paragrafen 2.2 tot en met 2.4 van de Wet studiefinanciering 2000 en paragraaf 2.3 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

    • e.

      studiejaar: het tijdvak van een studiejaar of een schooljaar als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Wet studiefinanciering 2000 en artikel 1.1, eerste lid van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.

Artikel 2 Aanvraag, ingangsdatum en toekenningsperiode

  • 1.

    Een aanvraag moet schriftelijk worden ingediend met een daartoe bestemd formulier.

  • 2.

    Een aanvraag voor een studiejaar dat nog moet starten kan niet eerder worden ingediend dan twee maanden voorafgaande de start van het betreffende studiejaar.

  • 3.

    Voor zover er aan de voorwaarden van artikel 36b, eerste en derde lid van de wet wordt voldaan, is de ingangsdatum van de studietoeslag de eerste dag van het studiejaar waarop de aanvraag betrekking heeft, tenzij belanghebbende op een later moment met de studie startte of medisch beperkt werd. In dat geval is de ingangsdatum van de studietoeslag de eerste dag van de kalendermaand waarin belanghebbende met de studie startte of medisch beperkt werd.

  • 4.

    De studietoeslag wordt toegekend tot en met de laatste dag van het studiejaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 3 Vaststellen medische beperking

  • 1.

    Een medische beperking heeft een structureel karakter als binnen een periode van 12 maanden, gerekend vanaf het moment van het onderzoek, geen verbetering te verwachten valt.

  • 2.

    Voor het vaststellen van de medische beperking wordt bij zowel de aanvraag als bij een tussentijds onderzoek een geneeskundig advies aangevraagd bij een door de gemeente Noordoostpolder aan te wijzen instantie.

  • 3.

    Het aanvragen van een geneeskundig advies kan bij een eerste aanvraag achterwege blijven als belanghebbende actuele en relevante medische gegevens verstrekt waaruit de medische beperking blijkt.

  • 4.

    Het aanvragen van een geneeskundig advies kan bij een vervolgaanvraag achterwege blijven als een eerder uitgebracht geneeskundig advies of eerder verstrekte medische gegevens voldoende aanknopingspunten bevatten om aan te nemen dat de medische beperking nog steeds aanwezig is op het moment van de vervolgaanvraag.

Artikel 4 Intrekking van de studietoeslag

  • 1.

    Het recht op studietoeslag wordt in ieder geval ingetrokken als belanghebbende:

    • a.

      niet langer in de gemeente Noordoostpolder woont;

    • b.

      niet langer studiefinanciering of een tegemoetkoming schoolkosten ontvangt;

    • c.

      inkomsten verkrijgt anders dan inkomsten uit een stage of alimentatie;

    • d.

      niet langer een medische beperking heeft.

  • 2.

    De intrekkingsdatum van de studietoeslag is de eerste dag waarop een situatie als genoemd in het eerste lid zich voordoet.

  • 3.

    In het geval belanghebbende inkomsten verkrijgt door te gaan werken, wordt het intrekkingsbesluit niet eerder genomen dan na twee maanden gerekend vanaf de ingangsdatum van de inkomsten. Als de inkomsten binnen twee maanden stoppen als het gevolg van de medische beperking, dan wordt de studietoeslag voortgezet vanaf de datum dat de inkomsten stopten. Het recht op studietoeslag wordt over de tussenliggende periode ingetrokken.

Artikel 5 Hoogte en uitbetaling

  • 1.

    De studietoeslag wordt maandelijks uitbetaald ter hoogte van het toepasselijke bedrag als bedoeld in artikel 7a van het Besluit. Als de leeftijd van belanghebbende of een wettelijke aanpassing van de bedragen daartoe aanleiding geven, wordt de hoogte van de studietoeslag ambtshalve aangepast.

  • 2.

    De studietoeslag wordt, in afwijking van het eerste lid, in het geval van inkomsten uit een stage pas betaald nadat belanghebbende de inkomstengegevens verstrekt.

  • 3.

    De studietoeslag wordt als een 0-betaling verricht als de inkomsten uit een stage, na aftrek van het normbedrag zoals bedoeld in artikel 7b van het Besluit, hoger zijn dan de toepasselijke studietoeslag.

  • 4.

    In de periode van twee maanden zoals bedoeld in artikel 4, derde lid, wordt de studietoeslag niet uitbetaald. De betaling van de studietoeslag wordt geblokkeerd vanaf de ingangsdatum van de inkomsten. Als dit niet mogelijk is wordt de betaling van de studietoeslag geblokkeerd per de eerste kalenderdag van de maand waarover de studietoeslag nog niet is uitbetaald.

Artikel 6 Terugvordering

De Beleidsregels terugvordering uitkeringen Noordoostpolder 2015 zijn van overeenkomstige toepassing. Hierbij geldt dat waar ’uitkering’ staat steeds ‘studietoeslag’ gelezen moet worden.

Artikel 7 Inlichtingenplicht

Onder ‘onverwijld uit eigen beweging’ als bedoeld in artikel 36b, vierde lid van de wet wordt verstaan dat de mededeling binnen 7 kalenderdagen schriftelijk wordt doorgegeven met een daartoe bestemd formulier.

Artikel 8 Overgangsrecht

Op een aanvraag voor de studietoeslag die is ingediend vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels en waarop na de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregels wordt beslist, wordt beslist volgens deze beleidsregels, tenzij toepassing van de oude beleidsregels gunstiger is voor belanghebbende.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na de bekendmaking.

Artikel 10 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: ‘Beleidsregels studietoeslag gemeente Noordoostpolder’.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in de vergadering van 3 mei 2022.

De secretaris,

De burgemeester

Toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Geen verdere toelichting.

 

Artikel 2 Aanvraag, ingangsdatum en toekenningsperiode

Lid 1

Geen verdere toelichting.

 

Lid 2

Hiermee wordt de mogelijkheid geboden om voor de start van een studiejaar alvast studietoeslag aan te vragen. Daardoor is het mogelijk om direct met een studie te starten en studietoeslag te ontvangen.

 

Lid 3 en lid 4

Toekenningen hebben zoveel mogelijk betrekking op volledige studiejaren. Hierdoor loopt een belanghebbende die later aanvraagt geen studietoeslag mis in het studiejaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Een studiejaar in het hoger onderwijs (hbo of wo) start op 1 september en eindigt op 31 augustus. In het beroepsonderwijs en het voortgezet algemeen volwassenen onderwijs start het op 1 augustus en eindigt het op 31 juli.

 

Bij sommige studies is het mogelijk om tussentijds in te stromen. In die gevallen wordt de studietoeslag niet toegekend vanaf het begin van het studiejaar waarin de aanvraag is ingediend, aangezien er slechts een deel van het studiejaar daadwerkelijk een opleiding wordt gevolgd.

 

Artikel 3 Vaststellen medische beperking

Lid 1

Lid 2

Geen verdere toelichting

 

Lid 3 en 4

Andere documenten dan een aangevraagd geneeskundig advies kunnen worden gebruikt om de medische beperking vast te stellen. Het moet dan wel gaan om documenten die zijn opgesteld door een persoon die uit hoofde van de functie in alle redelijkheid beschikt over medische kennis om een oordeel te vellen over een medische beperking in relatie tot het daardoor niet tegelijkertijd kunnen werken en studeren door belanghebbende.

 

Artikel 4 Intrekking van de studietoeslag

Lid 1 en lid 2

Om recht op de studietoeslag te hebben, moet tegelijkertijd aan meerdere voorwaarden worden voldaan. Als dit op enig moment niet langer van toepassing is, vervalt het recht op de studietoeslag.

 

Lid 3

Formeel is het krijgen van inkomsten uit arbeid een reden om het recht op de studietoeslag direct te stoppen. Het is goed mogelijk dat belanghebbende met goede intenties begint met werken, maar zichzelf overschat. Als het werk voortijdig eindigt vanwege medische beperking en belanghebbende nog steeds een studie volgt, kan er weer recht op de studietoeslag ontstaan. Hiervoor is dan een nieuwe aanvraag nodig. Dit kost tijd en moeite voor zowel de belanghebbende als de gemeente. Om dit te voorkomen wordt de studietoeslag niet direct gestopt. Hierdoor heeft de belanghebbende de kans om te ontdekken of tegelijkertijd werken en studeren daadwerkelijk haalbaar is zonder de druk te voelen van het direct verliezen van het recht op de studietoeslag.

 

Artikel 5 Hoogte en uitbetaling

Lid 1

Geen verdere toelichting.

 

Lid 2

In principe wordt een stagevergoeding in mindering gebracht op de studietoeslag. Wanneer belanghebbende een stagevergoeding ontvangt, informeert hij de gemeente hierover. Als de stagevergoeding maandelijks hetzelfde bedrag is, dan wordt daarvan uitgegaan. Wel moet de belanghebbende een wijziging erin doorgeven. Als de stagevergoeding wisselt qua hoogte, dan dient de belanghebbende maandelijks de stagevergoeding door te geven via een inkomensformulier.

 

Lid 3

Als een stagevergoeding zelfs met het vrij te laten bedrag hoger is dan de studietoeslag, heeft dit geen effect op het recht op de studietoeslag. Wel betekent dit dat de uitbetaling van de studietoeslag € 0,00 is. Een 0-betaling is de systeemtechnische handeling die daarvoor nodig is.

 

Lid 4

Geen verdere toelichting.

 

Artikel 6 Terugvordering

Geen verdere toelichting.

 

Artikel 7 Inlichtingenplicht

De termijn van 7 kalenderdagen begint op het moment dat belanghebbende beschikt over informatie die redelijkerwijs van belang is voor het bepalen van het recht op de studietoeslag. Het gaat niet alleen om tastbare informatie in de vorm van bewijsstukken. Ook kennis is informatie die onder de inlichtingenplicht valt.

 

Voorbeelden kennis:

  • Een inschrijving als inwoner in een andere gemeente.

  • Een uitschrijving bij een studie.

  • Een mondelinge afspraak om aan het werk te gaan.

Voorbeelden bewijsstukken:

  • Een arbeidsovereenkomst.

  • Een loonstrook.

  • Een beschikking einde studiefinanciering van DUO.

Artikel 8 Overgangsrecht

Artikel 9 Inwerkingtreding

Artikel 10 Citeertitel

Geen verdere toelichting.

 

Naar boven