Gemeenschappelijke regeling regionaal historisch centrum alkmaar

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Alkmaar, Bergen, Castricum, Den Helder, Heerhugowaard, Heiloo, Hollands Kroon, Langedijk, Schagen en Texel;

 

Overwegende dat:

 

  • -

    ten gevolge van het inwerkingtreden van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren per 1 januari 2020, het noodzakelijk is de gemeenschappelijke regeling RHCA te wijzigen,

  • -

    daarnaast nog enkele redactionele verbeteringen nodig zijn;

gelet op:

 

  • -

    het bepaalde in de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Archiefwet 1995, de Gemeentewet, titel 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t e n

 

de gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Alkmaar als volgt gewijzigd vast te stellen.

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

a. regeling

gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Alkmaar

b. deelnemers

de colleges die de regeling zijn aangegaan

c. deelnemende gemeente(n)

de gemeente(n) Alkmaar, Bergen, Castricum, Den Helder, Heerhugowaard, Heiloo, Hollands Kroon, Langedijk, Schagen en Texel

d. gedeputeerde staten

het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

e. Wgr

Wet gemeenschappelijke regelingen

f. archiefbescheiden

de in artikel 1, onder c, van de Archiefwet 1995 bedoelde archiefbescheiden

g. archiefbewaarplaats

de in artikel 1, onder f, van de Archiefwet 1995 bedoelde archiefbewaarplaats

h. archivaris

de in artikel 32, eerste lid van de Archiefwet 1995 bedoelde archivaris

i. collectie

de verzameling historische voorwerpen, boeken en overige schriftelijke en elektronische bescheiden in de meest ruime zins des woords, niet zijnde archiefbescheiden, in eigendom van of beheer bij de deelnemers

j. samenwerkingsgebied

het grondgebied van de deelnemende gemeenten

k. directeur

de directeur als bedoeld in artikel 20 van de regeling, tevens archivaris

l. college(s)

college(s) van burgemeester en wethouders

Artikel 2 Rechtsvorm en bestuursorganen

  • 1.

    Er is een openbaar lichaam, als bedoeld in artikel 8, lid 1 Wgr, genaamd Regionaal Historisch Centrum Alkmaar ('RHC Alkmaar').

  • 2.

    Het Regionaal Historisch Centrum Alkmaar is gevestigd te Alkmaar.

  • 3.

    Het bestuur van het openbaar lichaam bestaat uit:

    • a.

      het algemeen bestuur

    • b.

      het dagelijks bestuur

    • c.

      de voorzitter.

  • 4.

    Waar in deze regeling artikelen van de Gemeentewet of van enige andere wet of wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, treden het openbaar lichaam, het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter in de plaats van respectievelijk de gemeente, de raad, het college en de burgemeester.

Artikel 3 Doel/Belang

  • 1.

    De regeling is getroffen met het doel de belangen van de deelnemers in het samenwerkingsgebied bij alle aangelegenheden betreffende de archiefbescheiden, collecties, individuele documenten en dergelijke die berusten in de gemeentelijke archiefbewaarplaats van de deelnemers in gezamenlijkheid te behartigen alsmede het vervullen van de functie van regionaal kennis- en informatiecentrum op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis door het opbouwen en beheren van een zo breed mogelijke collectie (regionaal) historische bronnen welke door haar op een zo actief mogelijke wijze beschikbaar wordt gesteld voor een breed publiek.

  • 2.

    Het RHC Alkmaar is mede getroffen met het doel diensten aan derden te leveren ten aanzien van het beheer van archiefbescheiden en collecties. Deze dienstverlening zal in een overeenkomst worden vastgelegd.

  • 3.

    De colleges kunnen gezamenlijk algemene aanwijzingen geven omtrent de wijze waarop het RHC Alkmaar de belangen, in het eerste lid, behartigt.

Artikel 4 Taken

  • 1.

    Ter verwezenlijking van het bepaalde in artikel 3 en met inachtneming van hetgeen hierover in deze regeling en de Wgr is bepaald, verricht het RHC Alkmaar de navolgende taken en werkzaamheden:

    • a.

      het beheer van de in de archiefbewaarplaats berustende archiefbescheiden van de deelnemers (artikel 30 Archiefwet);

    • b.

      het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden van de deelnemers voor zover deze niet zijn overgebracht (artikel 32 Archiefwet);

    • c.

      het beheer van de in de archiefbewaarplaats berustende archiefbescheiden van instanties die niet bestuurlijk in de regeling participeren en waaraan op contractbasis diensten worden verleend;

    • d.

      het stimuleren van de lokale en de regionale geschiedbeoefening en het daartoe aanleggen, beheren en bewaren van een zo compleet mogelijke collectie relevant bronnenmateriaal op het gebied van de lokale- en regionale geschiedenis;

    • e.

      het, ten behoeve van één of meer deelnemers, uitvoeren van overige taken die verband houden met de behartiging van de belangen, bedoeld in artikel 3.

Artikel 5 Bevoegdheden

  • 1.

    Aan het bestuur van het RHC Alkmaar worden, ter behartiging van de in artikel 3 genoemde belangen en ter verwezenlijking van de in artikel 4 omschreven taken alle bevoegdheden van regeling en bestuur toegekend die ingevolge de Archiefwet 1995 aan de deelnemers toebehoren evenals alle bevoegdheden van regeling en bestuur voortvloeiende uit de Wgr en de Gemeentewet, een en ander met inachtneming van de beperkingen daarin gesteld en voorts met inachtneming van hetgeen in deze regeling is bepaald.

  • 2.

    Onder de in het eerste lid overgedragen bevoegdheden worden in ieder geval verstaan:

    • a.

      de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 15, derde lid, 16, tweede lid, 17, 18, 19, 20, 31 en 32, eerste en derde lid, van de Archiefwet 1995;

    • b.

      de bevoegdheid van het college om op grond van artikel 32 lid 3, van de Archiefwet 1995 de gemeentearchivaris aan te wijzen. De aanwijzing eindigt van rechtswege met ingang van de datum dat de uitoefening van de functie van gemeentearchivaris geen onderdeel meer uitmaakt van de werkzaamheden van de betreffende ambtenaar;

    • c.

      het adviseren en het doen van voorstellen aan de colleges van de deelnemende gemeenten over de taken en bevoegdheden, die door de colleges worden uitgevoerd ingevolge de artikelen 5, 7, 8, 12, 13, 15, eerste en tweede lid, 30 en 32, tweede lid, van de Archiefwet 1995.

  • 3.

    Het algemeen bestuur van het RHC Alkmaar is bevoegd tot het oprichten van of deelneming in privaatrechtelijke rechtspersonen alsmede deel te nemen aan gemeenschappelijke regelingen voor zover dit past binnen het in artikel 3 gestelde belang en doel.

  • 4.

    Het algemeen bestuur van het RHC Alkmaar is bevoegd, in het kader van het bepaalde in artikel 3, tot het op verzoek van één of meerdere deelnemers en/of derden verrichten van diensten.

  • 5.

    Een besluit tot dienstverlening als bedoeld in het vierde lid van dit artikel, vermeldt ten minste de wijze van kostenverdeling en overige voorwaarden.

HOOFDSTUK 2 SAMENSTELLING EN WERKWIJZE BESTUUR

2.1 Het algemeen bestuur

Artikel 6 Samenstelling algemeen bestuur

  • 1.

    Het algemeen bestuur bestaat uit tien leden.

  • 2.

    Het bestuur wordt gevormd door één lid per deelnemende gemeente die door het college uit zijn midden wordt aangewezen.

  • 3.

    De colleges kunnen voor ieder lid tevens één plaatsvervangend lid, door de colleges uit hun midden, aanwijzen, dat het lid bij verhindering of ontstentenis vervangt. Hetgeen in deze regeling is bepaald ten aanzien van een lid van het algemeen bestuur is van overeenkomstige toepassing op het plaatsvervangend lid, tenzij de regeling anders bepaalt.

Artikel 7 Zittingsduur leden algemeen bestuur

  • 1.

    De leden van het algemeen bestuur worden aangewezen voor een periode van vier jaar. Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt van rechtswege op het tijdstip waarop de zittingsperiode van het college van de betreffende gemeente afloopt. Zij blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien.

  • 2.

    De colleges van de deelnemende gemeenten beslissen aan het begin van elke zittingsperiode van het college, uiterlijk in de vergadering volgend op die waarin de benoeming van wethouders plaatsvindt, over de aanwijzing, bedoeld in artikel 6, tweede en derde lid.

  • 3.

    Het lidmaatschap van de leden die door de colleges van de deelnemende gemeenten zijn aangewezen, eindigt tevens bij tussentijdse beëindiging van het wethouderschap of het burgemeesterschap.

  • 4.

    Het aanwijzen van een lid ter vervulling van een plaats die door ontslag, overlijden of om een andere reden openvalt, vindt plaats binnen twee maanden na dit openvallen.

  • 5.

    De leden van het algemeen bestuur kunnen te allen tijde ontslag nemen. Van dit ontslag stellen zij de voorzitter van het algemeen bestuur alsmede het college dat hen heeft benoemd, schriftelijk op de hoogte. Leden van het algemeen bestuur, die ontslag hebben genomen behouden hun lidmaatschap totdat in hun opvolging is voorzien.

  • 6.

    Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt tevens op het moment van uittreding uit de regeling van de gemeente die het lid vertegenwoordigt.

Artikel 8 Werkwijze algemeen bestuur

  • 1.

    Op het houden en de orde van de vergaderingen van het algemeen bestuur is artikel 22, lid 1 van de Wgr van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Het algemeen bestuur vergadert tenminste tweemaal per jaar.

  • 3.

    De vergaderingen van het algemeen bestuur zijn openbaar.

  • 4.

    De deuren worden gesloten wanneer een vijfde gedeelte van de aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter dit nodig acht.

  • 5.

    Het algemeen bestuur beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 6.

    Ten aanzien van het verhandelde in een besloten vergadering is artikel 23 van de Wgr van overeenkomstige toepassing.

  • 7.

    In een besloten vergadering kan niet worden beraadslaagd of worden besloten over:

    • a.

      de vaststelling en wijziging van de begroting en de vaststelling van de rekening;

    • b.

      het oprichten van of deelnemen in privaatrechtelijke rechtspersonen en andere gemeenschappelijke regelingen.

  • 8.

    Het algemeen bestuur stelt voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden een reglement van orde vast.

Artikel 9 Stemverhouding en besluitvorming

  • 1.

    Het algemeen bestuur beslist bij meerderheid van stemmen van hen die een stem hebben uitgebracht.

  • 2.

    Ieder lid van het algemeen bestuur heeft een aantal stemmen afhankelijk van het aantal inwoners van de gemeente, welke het vertegenwoordigt.

    Hierbij geldt de volgende sleutel: één stem voor gemeenten tot 10.000, twee stemmen voor gemeenten tot 20.000, drie stemmen voor gemeenten tot 30.000 inwoners enzovoort.

  • 3.

    Als inwonertal gelden de meest recente, door het Centraal Bureau voor de Statistiek bekend gemaakte aantallen inwoners per 1 januari van een jaar.

Artikel 10 Informatie en verantwoordingsplicht algemeen bestuur

  • 1.

    Een lid van het algemeen bestuur verstrekt aan het college dat hem heeft aangewezen en aan de raad van de gemeente welke hij vertegenwoordigt de door één of meer leden van dat college onderscheidenlijk de raad gevraagde inlichtingen.

  • 2.

    Een lid van het algemeen bestuur kan door het college dat hem als lid heeft aangewezen, dan wel door de raad van de gemeente welke hij vertegenwoordigt, ter verantwoording worden geroepen voor het door hem in het algemeen bestuur gevoerde beleid.

  • 3.

    Het college en de raad van elke deelnemende gemeente regelen de wijze waarop het verstrekken van inlichtingen als bedoeld in lid 1 en het afleggen van verantwoording als bedoeld in lid 2 plaatsvindt.

  • 4.

    Het algemeen bestuur verstrekt aan de raden van de deelnemende gemeenten alle inlichtingen, voor zover dat niet strijdig is met artikel 23 van de Wgr, die door één of meer leden van die raden worden gevraagd.

  • 5.

    De wijze waarop het verstrekken van inlichtingen als bedoeld in lid 4 plaatsvindt, wordt nader geregeld in het op grond van artikel 8, lid 8 vast te stellen reglement van orde.

  • 6.

    Een lid van het algemeen bestuur kan door het college dat hem heeft aangewezen ontslag worden verleend, indien deze niet langer het vertrouwen van het college bezit.

 

2.2 Het dagelijks bestuur

Artikel 11 Samenstelling van het dagelijks bestuur

  • 1.

    Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en twee overige leden, niet afkomstig uit dezelfde gemeente.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde leden worden door en uit het algemeen bestuur aangewezen.

  • 3.

    De leden van het dagelijks bestuur mogen nimmer de meerderheid van het algemeen bestuur uitmaken.

Artikel 12 Zittingsduur leden dagelijks bestuur

  • 1.

    De in artikel 11, lid 1 bedoelde leden worden aangewezen in de eerste vergadering van het algemeen bestuur in nieuwe samenstelling.

    Zij treden af op de dag van aftreden van de leden van het algemeen bestuur.

  • 2.

    Het lidmaatschap van het dagelijks bestuur eindigt van rechtswege, zodra men ophoudt lid te zijn van het algemeen bestuur.

  • 3.

    Totdat in opvolging is voorzien, blijven leden in hun functie.

  • 4.

    Een lid van het dagelijks bestuur kan te allen tijde ontslag nemen. Hij doet hiervan schriftelijk mededeling aan het algemeen bestuur.

  • 5.

    Het aanwijzen van leden van het dagelijks bestuur ter vervulling van plaatsen die door ontslag, overlijden of om een andere reden openvallen, vindt plaats binnen twee maanden na dat openvallen.

Artikel 13 Werkwijze dagelijks bestuur en besluitvorming

  • 1.

    De vergaderingen van het dagelijks bestuur zijn besloten.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit nodig acht of wanneer een lid hem dit schriftelijk verzoekt onder opgave van de te behandelen onderwerpen. Indien een vergadering is gevraagd, wordt zij binnen twee weken gehouden.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur stelt regels voor zijn vergaderingen vast.

  • 4.

    Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen. Ieder lid van het dagelijks bestuur heeft één stem.

Artikel 14 Interne inlichtingen en verantwoordingsplicht

  • 1.

    Het dagelijks bestuur verstrekt aan het algemeen bestuur alle benodigde inlichtingen.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur en elk van zijn leden afzonderlijk leggen op verzoek van het algemeen bestuur verantwoording af over het door het dagelijks bestuur gevoerde bestuur.

  • 3.

    Het reglement van orde van het algemeen bestuur houdt bepalingen in over de wijze waarop het dagelijks bestuur dan wel elk van zijn leden de hier bedoelde inlichtingen verstrekken en verantwoording afleggen.

  • 4.

    Het algemeen bestuur kan één of meer leden van het dagelijks bestuur ontslag verlenen, indien deze niet meer het vertrouwen van het algemeen bestuur bezitten.

 

2.3 De voorzitter

Artikel 15 Voorzitter

  • 1.

    Door het algemeen bestuur wordt uit de leden een voorzitter aangewezen, die voorzitter is van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur.

  • 2.

    Het algemeen bestuur wijst uit de overige leden van het dagelijks bestuur tevens een vice-voorzitter (plaatsvervangend voorzitter) aan

Artikel 16 Taken voorzitter

  • 1.

    De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur.

  • 2.

    Alle stukken uitgaande van het algemeen en het dagelijks bestuur worden door de voorzitter ondertekend.

  • 3.

    De voorzitter vertegenwoordigt het RHC Alkmaar in en buiten rechte.

    Zo door het RHC Alkmaar een geding wordt gevoerd tegen of een rechtshandeling gepleegd met een rechtspersoon, die door dezelfde persoon wordt vertegenwoordigd als de voorzitter van het RHC Alkmaar, wordt het RHC Alkmaar vertegenwoordigd door de (plaatsvervangend) vice-voorzitter, ook indien door de wederpartij alsnog een andere vertegenwoordiger mocht zijn aangewezen.

HOOFDSTUK 3 BEVOEGDHEDEN BESTUURSORGANEN

Artikel 17 Bevoegdheden algemeen bestuur

Naast de uitoefening van taken en bevoegdheden op grond van de Wgr of het elders in de regeling bepaalde is het algemeen bestuur in elk geval belast met en bevoegd tot:

  • a.

    het vaststellen van de meerjaren- en jaarlijkse beleidsplannen;

  • b.

    het opstellen van voorwaarden voor toe- en uittreding;

  • c.

    het doen van voorstellen tot wijziging van de regeling en opheffing;

  • d.

    het besluiten tot oprichting van en de deelneming in privaatrechtelijke rechtspersonen en het deelnemen aan gemeenschappelijke regelingen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de raden van de deelnemende gemeenten in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen;

  • e.

    het voeren van rechtsgedingen, het instellen van beroep en het maken van bezwaar;

  • f.

    het aangaan van geldleningen voor zover de financiële lasten door de begroting worden gedekt.

Artikel 18 Instellen van commissies

  • 1.

    Het algemeen bestuur kan bestuurscommissies en commissies van advies instellen.

  • 2.

    De regeling van hun bevoegdheden en samenstelling alsmede de vaststelling van andere nadere regels met betrekking tot het functioneren, geschieden overeenkomstig het gestelde in artikel 24 en 25 van de Wgr.

Artikel 19 Bevoegdheden dagelijks bestuur

  • 1.

    Het dagelijks bestuur is in ieder geval bevoegd:

    • a.

      tot het voeren van het dagelijks bestuur van het RHC Alkmaar;

    • b.

      beslissingen van het algemeen bestuur voor te bereiden en uit te voeren;

    • c.

      regels vast te stellen over de ambtelijke organisatie van het RHC Alkmaar;

    • d.

      tot het aangaan, wijzigen en beëindigen van arbeidsovereenkomsten;

    • e.

      te besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van het RHC Alkmaar, met uitzondering van privaatrechtelijke rechtshandelingen als bedoeld in artikel 17, onder d in de regeling;

    • f.

      tot het nemen van alle conservatoire maatregelen zowel in als buiten rechte en het doen van alles wat nodig is ter voorkoming van verjaring van recht of bezit;

    • g.

      te besluiten namens het RHC Alkmaar, het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij het algemeen bestuur, voor zover het algemeen bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist.

  • 2.

    Met betrekking tot de uitoefening van de in artikel 4 en 5 genoemde taken en bevoegdheden berusten bij het dagelijks bestuur alle bevoegdheden die niet krachtens de regeling of de Wgr aan het algemeen bestuur of aan de voorzitter zijn opgedragen.

HOOFDSTUK 4 PERSONEEL EN ORGANISATIE

Artikel 20 Directeur

  • 1.

    Aan het hoofd van de werkorganisatie staat de directeur.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur beslist over het aangaan, wijzigen en beëindigen van de arbeidsovereenkomst met de directeur en kan voor de directeur een instructie opstellen.

  • 3.

    De directeur is bevoegd om binnen de kaders van de (meerjaren)begroting de organisatie zo in te richten en de bedrijfsvoering zo vorm te geven dat de in het (meerjaren)beleidsplan vastgestelde kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen worden gerealiseerd.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur wijst de directeur aan als archivaris als bedoeld in artikel 32 van de Archiefwet 1995 en is in die hoedanigheid belast met de taken en bevoegdheden krachtens de Archiefwet 1995.

Artikel 21 Secretaris

  • 1.

    De directeur van het RHC Alkmaar wordt door het dagelijks bestuur tevens aangewezen als secretaris van het algemeen en van het dagelijks bestuur en staat in die hoedanigheid het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, de voorzitter, de bestuurscommissies en de adviescommissies bij de uitoefening van hun taak terzijde. Hij woont als zodanig de vergaderingen van die bestuursorganen bij en is verantwoordelijk voor de verslaglegging daarvan.

  • 2.

    Alle stukken die van het algemeen en het dagelijks bestuur uitgaan, worden door hem mede ondertekend.

  • 3.

    De plaatsvervangend directeur, als zodanig aan te wijzen door het dagelijks bestuur, fungeert als plaatsvervangend secretaris.

Artikel 22 Rechtspositie

Het dagelijks bestuur regelt overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 125 en 134 van de Ambtenarenwet 2017 de rechtspositie en de bezoldiging van de medewerkers van het RHC Alkmaar.

HOOFDSTUK 5 FINANCIELE BEPALINGEN

Artikel 23 Financieel beheer

  • 1.

    Het algemeen bestuur stelt regels vast met betrekking tot:

    • a.

      de organisatie van de administratie en het kasbeheer;

    • b.

      de controle op het geldelijke beheer en de boekhouding.

  • 2.

    De bepalingen van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 24 Boekjaar

Het boekjaar van het RHC Alkmaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 25 Voorbereiding en vaststelling begroting

  • 1.

    De begroting wordt uiterlijk 15 juli voorafgaand aan het jaar waarvoor deze geldt door het algemeen bestuur vastgesteld.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur maakt jaarlijks een ontwerpbegroting op, inclusief meerjarenraming en toelichting, voor het volgende boekjaar. Het dagelijks bestuur zendt deze voor 15 april en ten minste tien weken voordat zij aan het algemeen bestuur wordt aangeboden, toe aan de raden van de deelnemers.

  • 3.

    Voor de samenstelling van de jaarlijkse begroting wordt uitgegaan van de in de laatst vastgestelde begroting opgenomen ramingen alsmede de rekeningsresultaten van het voorlaatste jaar.

  • 4.

    De raden van de gemeenten kunnen bij het dagelijks bestuur voor 1 juli hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin de zienswijze is vervat bij de ontwerpbegroting, en biedt deze vervolgens aan het algemeen bestuur aan.

  • 5.

    Nadat deze is vastgesteld zendt het dagelijks bestuur binnen twee weken, maar in ieder geval voor 1 augustus, de begroting aan gedeputeerde staten van Noord-Holland en aan de raden van de deelnemende gemeenten die ter zake bij gedeputeerde staten hun zienswijze naar voren kunnen brengen.

  • 6.

    De meerjarenbegroting omvat een overzicht van uitgaven en inkomsten, alsmede een toelichting.

Artikel 26 Voorbereiding en vaststelling jaarrekening

  • 1.

    Het dagelijks bestuur zendt vóór 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient aan de raden van de deelnemende gemeenten en aan het algemeen bestuur:

    • a.

      de algemene financiële en beleidsmatige kaders;

    • b.

      de voorlopige jaarrekening met toelichting daarop onder overlegging van een afschrift van het verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid van de jaarrekening ingesteld door een door de hiertoe door het algemeen bestuur aangewezen certificerend accountant;

    • c.

      een verantwoording van het financieel beleid.

  • 3.

    De raden van de deelnemende gemeenten kunnen binnen tien weken na de datum van toezending van de in het tweede lid bedoelde stukken bij het dagelijks bestuur hun bedenkingen hieromtrent naar voren brengen.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin deze bedenkingen zijn vervat bij de ontwerprekening.

  • 5.

    Het algemeen bestuur onderzoekt de rekening zonder uitstel en stelt haar vast voor 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de rekening betrekking heeft.

  • 6.

    Het dagelijks bestuur stuurt de jaarrekening en alle daarbij behorende stukken binnen twee weken na de vaststelling, maar in ieder geval voor 15 juli, aan gedeputeerde staten van Noord-Holland en aan de raden van de deelnemende gemeenten.

  • 7.

    Voor 15 juli na afloop van het dienstjaar stelt het algemeen bestuur een jaarverslag vast. Dit jaarverslag wordt ter kennisneming toegezonden aan de raden van de deelnemende gemeenten.

Artikel 27 Batig saldo

Indien de rekening sluit met een batig saldo, besluit het algemeen bestuur of dit saldo:

  • a.

    geheel of gedeeltelijk zal worden toegevoegd aan de reserve, doch alleen en voor zover het door de deelnemende gemeenten voor het RHC Alkmaar vastgestelde maximumplafond van de reserve nog niet is bereikt;

  • b.

    geheel of gedeeltelijk zal worden gebruikt voor extra investeringen, dan wel;

  • c.

    geheel of gedeeltelijk zal worden uitgekeerd aan de deelnemers in de verhouding waarin zij overeenkomstig de in artikel 29 bedoelde verdeelsleutel bijdragen in het exploitatietekort.

Artikel 28 Financiering

Voor het betalen van rente en aflossing van geldleningen en in rekening-courant opgenomen gelden staan de deelnemers garant voor zover terzake door andere overheidsorganen geen garantie is verstrekt. De deelnemers nemen aan de garantie deel in de verhouding tot de bijdragen als bedoeld in artikel 29, lid 2 van deze regeling. Indien uit deze bepaling in enig jaar voor de deelnemers betalingsverplichtingen voortvloeien, worden deze aan de met de deelnemers te verrekenen bijdragen toegevoegd.

Artikel 29: Verdeling van baten en lasten

  • 1.

    De lasten van het RHC Alkmaar worden gedekt door:

    • a.

      bijdragen van de deelnemers;

    • b.

      subsidies, andere bijdragen dan de onder letter a van dit lid bedoelde en schenkingen;

    • c.

      overige inkomsten.

  • 2.

    De in het vorige lid onder a bedoelde bijdragen omvatten de jaarlijkse lasten voor zover deze niet door de opbrengsten uit andere vergoedingen worden bestreden.

    Voor de vaststelling van deze bijdragen gelden de uitgangspunten zoals opgenomen in de van deze regeling deel uitmakende bijlage.

  • 3.

    De deelnemers betalen een vierde gedeelte van de volgens de begroting over enig boekjaar geraamde bijdragen bij wijze van voorschot voor de vijfde van de maand voorafgaand aan het nieuwe kwartaal.

  • 4.

    Het vaststellen van de gemeentelijke bijdragen gebeurt met het vaststellen van de begroting door het algemeen bestuur.

  • 5.

    Het dagelijks bestuur doet van het vaststellen van de bijdragen mededeling aan de raden van de deelnemende gemeenten.

  • 6.

    Binnen vier weken na ontvangst van de in het vijfde lid bedoelde mededeling worden de door de deelnemers verschuldigde bijdragen verrekend met de ingevolge het derde lid betaalde voorschotten.

HOOFDSTUK 6 ARCHIEF

Artikel 30 Archief

  • 1.

    Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden overeenkomstig en volgens een door het algemeen bestuur vast te stellen regeling ingevolge artikel 40 van de Archiefwet 1995;

  • 2.

    De directeur is belast met de bewaring en het beheer van deze archiefbescheiden.

HOOFDSTUK 7 TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING

Artikel 31 Toetreding

  • 1.

    Het daartoe bevoegde orgaan van een publiekrechtelijk lichaam of rechtspersoon kan verzoeken tot toetreding tot deze regeling. Het verzoek wordt aan het algemeen bestuur gezonden.

  • 2.

    Het algemeen bestuur stelt, na overleg met de deelnemers, binnen zes maanden, nadat het in het eerste lid bedoelde verzoek is ontvangen, een ontwerp vast voor de aanpassing van de gemeenschappelijke regeling in verband met de voorgenomen toetreding alsmede een regeling voor de gevolgen van de toetreding. Het dagelijks bestuur zendt dit ontwerp en regeling aan de deelnemers, waaronder begrepen de aspirant-deelnemer, met het verzoek binnen drie maanden na verzending hiervan, inzake de vaststelling ervan een besluit te nemen. De toetreding vindt plaats wanneer tenminste tweederde van het aantal deelnemers en de aspirant-deelnemer hiertoe besluiten.

  • 3.

    De toetreding gaat in op de eerste dag, volgend op die, waarop het besluit tot toetreding, conform artikel 26 van de Wgr, bekend is gemaakt.

Artikel 32 Uittreding

  • 1.

    Het college van elke deelnemende gemeente kan besluiten tot uittreding. Het college zendt daartoe het besluit tot uittreding aan het algemeen bestuur.

  • 2.

    Uittreding vindt niet eerder plaats dan op 31 december van het jaar volgend op het jaar waarin het betreffende besluit van de deelnemer aan het algemeen bestuur is toegezonden.

  • 3.

    Uittreding geschiedt onder door het algemeen bestuur na overleg met deelnemers te stellen regelen die in ieder geval betreffen de voort te zetten verplichtingen van de uittredende deelnemer betreffende de rente en aflossing van geldleningen bedoeld in artikel 28, eerste lid en andere langlopende verplichtingen met een resterende looptijd van ten minste 5 jaar.

  • 4.

    Het algemeen bestuur stelt nadat het besluit tot uittreding is ontvangen een ontwerp vast voor de aanpassing van de gemeenschappelijke regeling aan de gevolgen van de uittreding en zendt dit ontwerp aan de deelnemers met het verzoek binnen drie maanden na verzending van dat ontwerp inzake de vaststelling ervan een besluit te nemen.

Artikel 33 Wijziging

  • 1.

    De regeling kan worden gewijzigd indien de colleges van tenminste tweederde van het aantal deelnemers hiertoe besluiten.

  • 2.

    Indien het algemeen bestuur wijziging wenselijk acht, doet het een daartoe strekkend voorstel aan de deelnemers.

  • 3.

    Een wijziging treedt in werking op een in het besluit tot wijziging op te nemen datum.

Artikel 34 Opheffing

  • 1.

    De regeling wordt opgeheven wanneer de colleges van tenminste tweederde van het aantal deelnemers daartoe besluiten.

  • 2.

    In geval van opheffing besluit het algemeen bestuur tot liquidatie en stelt het daarvoor de nodige regels. Hierbij kan van de bepalingen van deze regeling worden afgeweken.

  • 3.

    Het liquidatieplan wordt door het algemeen bestuur, de deelnemers gehoord, vastgesteld.

  • 4.

    Het liquidatieplan voorziet in de verplichtingen van de deelnemers tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing en voorziet tevens in de gevolgen die de opheffing heeft voor het personeel.

  • 5.

    De opheffing gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de opheffing conform artikel 26 van de Wgr bekend is gemaakt.

HOOFDSTUK 8 GESCHILLEN

Artikel 35 Geschillen

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 28 van de Wgr worden geschillen omtrent de toepassing van deze regeling tussen besturen van deelnemende gemeenten of tussen besturen van één of meer gemeenten en het bestuur van het RHC Alkmaar beslist door een geschillencommissie.

  • 2.

    De geschillencommissie bestaat uit drie onafhankelijke personen, die in onderling overleg tussen partijen worden benoemd.

  • 3.

    Indien geen overeenstemming wordt bereikt over de benoeming, wordt de bemiddeling ingeroepen van gedeputeerde staten.

  • 4.

    De wijze van behandeling van het geschil wordt door de geschillencommissie geregeld.

  • 5.

    De geschillencommissie doet haar uitspraak in de vorm van een bindend advies.

HOOFDSTUK 9 SLOTBEPALINGEN

Artikel 36 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking ervan zoals bedoeld in artikel 26 van de Wgr.

  • 2.

    Het gemeentebestuur van Alkmaar draagt zorg voor de toezending van deze regeling aan de gedeputeerde staten en voor plaatsing in het Gemeenteblad.

  • 3.

    De regeling wordt aangehaald als gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Alkmaar.

Vastgesteld door College van B&W van: Gemeenteraad van

Heerhugowaard 9 maart 2021 - 20 april 2021

Langedijk 23 februari 2021 - 20 april 2021

Texel 11 mei 2021 - 16 juni 2021

Den Helder 11 mei 2021 - 14 juni 2021

Hollands Kroon 11 mei 2021 - 10 juni 2021

Schagen 2 maart en 11 mei 2021 - 22 juni 2021

Castricum 20 pril 2021 - 20 mei 2021

Heiloo 13 april 2021 - 7 juni 2021

Bergen 6 april 2021 - 20 mei 2021

Alkmaar 15 februari 2022 - 21 april 2022

Naar boven