Gemeenteblad van Delft
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Delft | Gemeenteblad 2022, 231757 | delegatie- of mandaatbesluit |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Delft | Gemeenteblad 2022, 231757 | delegatie- of mandaatbesluit |
Mandaatbesluit Omgevingsdienst Haaglanden 2012
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft
de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder, de Wet bodembescherming, de Waterwet, de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht, de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur alsmede de daarbij behorende uitvoeringsbesluiten, circulaires en regelingen;
Aan de directeur wordt, voor zover het de in het eerste lid genoemde bevoegdheden betreft, in mandaat opgedragen de bevoegdheid tot het in rechte vertegenwoordigen van het college en ook het ondersteunen van de vertegenwoordiging van het college in gerechtelijke procedures alsmede het nemen van besluiten inzake bestuursrechtelijke procedures inclusief het opstellen van verweerschriften en pleidooien alsmede het machtigen van ambtenaren van de Omgevingsdienst voor het in rechte vertegenwoordigen van het college dan wel het ondersteunen van de vertegenwoordiger van het college in gerechtelijke procedures.
Aan de directeur wordt, voor zover het bevoegdheden van het college betreft, in mandaat opgedragen de bevoegdheid tot het besluiten tot het aanvragen van subsidies, bedoeld in artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht, namens de gemeente, ten behoeve van de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Haaglanden.
Onverminderd het eerste lid, heeft de directeur een aan de uitoefening van de bevoegdheid voorafgaande informatieplicht en een signaleringsplicht jegens het college indien de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid voor college naar verwachting politieke en maatschappelijke gevolgen kan hebben of indien een besluit tot consequentie kan hebben dat de gemeente aansprakelijk zal worden gesteld of anderszins aangesproken zal worden. In de gevallen bedoeld in de vorige volzin verschaft de directeur alle benodigde informatie en voert hij overleg met de het college alvorens de bevoegdheden bedoeld in artikel 2 uit te oefenen.
Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft op 5 maart 2013
de secretaris,
de burgemeester,
Voor akkoord,
De directeur van de Omgevingsdienst Haaglanden,
MANDAATLIJST REGIOGEMEENTEN OMGEVINGSDIENST HAAGLANDEN 2012
MANDAATLIJST EX ARTIKEL 2, EERSTE LID, VAN HET UNIFORME MANDAATBESLUIT OMGEVINGSDIENST HAAGLANDEN 2012 |
|||
Het uitvoeren van de door het college van Burgemeester en wethouders aan de Omgevingsdienst opgedragen wettelijke taken, additionele wettelijke taken en adviesdiensten op grond van artikel 4 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Haaglanden, zoals opgenomen in de met de gemeente gesloten Dienstverleningsovereenkomst |
Omvat ook het uitvoeren van voorbereidingshandelingen tot het nemen van besluiten en het nemen van besluiten ter uitvoering van wettelijk voorgeschreven voorbereidingsprocedures, alsmede het voeren van de correspondentie en het verrichten van de (rechts)handelingen die nodig zijn ter uitvoering van de in de Dienstverleningsovereenkomst bedoelde taken. In de Dienstverleningsovereenkomst is o.a. bepaald welke werkzaamheden overgaan naar de Omgevingsdienst Haaglanden. De mate van het overbrengen van taken naar de Omgevingsdienst Haaglanden verschilt per gemeente. Dit blijkt onder meer uit de keuze van afname van pakket 1 of pakket 2. De mandaatverlening geldt dus alleen voor de werkzaamheden die omschreven staan in artikel 4 Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Haaglanden en de Dienstverleningsovereenkomst. |
||
|
|||
Het uitoefenen van toezicht en naleving , alsmede het nemen van sanctiebesluiten waaronder in ieder geval begrepen
|
Hieronder valt ook het voeren van correspondentie in het kader van toezicht en handhaving, waaronder in ieder geval begrepen:
|
||
Het nemen van besluiten op verzoeken van derden om handhavend op te treden op grond van de Algemene wet bestuursrecht |
|||
Het nemen van een herstelsanctie op grond van titel 5.1 en 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht jo. artikel 125 van de Gemeentewet |
|||
Het nemen van een besluit tot invordering van de kosten van bestuursdwang als bedoeld in artikel 5:25 en het invorderen van een dwangsom als bedoeld in artikel 5:37, eerste en tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede het nemen van besluiten tot restitutie van te veel betaalde dwangsombedragen of vermindering van het inningsbedrag vanwege verjaring van de invorderingsbevoegdheid op grond van de Algemene wet bestuursrecht alsmede het aanmanen en invorderen bij dwangbevel als bedoeld in artikel 4:112 en verder van de Algemene wet bestuursrecht |
|||
Het uitvoeren van alle (rechts)handelingen inzake bestuursrechtelijke procedures |
|
||
Het nemen van besluiten op grond van hoofdstuk 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en procedurehandelingen in het kader van voorbereidingsprocedures op grond van Hoofdstuk 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht |
In de DVO wordt geregeld in hoeverre en voor welke procedurestappen van deze gemandateerde bevoegdheid gebruik kan worden gemaakt voor enkelvoudige en meervoudige omgevingsvergunningen met de activiteit milieu en voor het verlenen van een omgevingsvergunning beperkte milieutoets. |
||
Het beoordelen van meldingen en rapportages ingevolge het gestelde in een voorschrift verbonden aan een omgevingsvergunning |
|||
Het uitoefenen van toezicht op de naleving van het bij of krachtens de in titel 5.1 en 5.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde wetten |
|||
Het aanwijzen van ambtenaren belast met het houden van toezicht op de naleving op grond van artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht |
|||
Het in behandeling nemen en beoordelen van meldingen en rapportages en het nemen van besluiten ingevolge het gestelde bij of krachtens de artikelen in Hoofdstuk 8 en 10 van de Wet milieubeheer |
|||
Het nemen van besluiten inzake het beoordelen van PRTR-verslagen, overeenkomstig de bij of krachtens titel 12.3 van de Wet milieubeheer gestelde regels |
|||
Het nemen van besluiten op grond van hoofdstuk 17 van de Wet milieubeheer inzake maatregelen bij ongewoon voorval |
Een ongewoon voorval als bedoeld in hoofdstuk 17 wordt zo spoedig mogelijk doorgemeld aan het college |
||
Het nemen van besluiten op grond van de hoofdstuk 19 van de Wet milieubeheer inzake de openbaarheid van milieu-informatie |
|||
Het uitoefenen van toezicht op de naleving van het gestelde bij of krachtens de artikelen in paragraaf 8.1 van de Wet milieubeheer en het verrichten van (rechts)handelingen ter voorbereiding van de bestuursrechtelijke handhaving ingevolge de bepalingen van hoofdstuk 18 van de Wet milieubeheer |
|||
Het uitoefenen van toezicht op de naleving en het nemen van sanctiebesluiten op grond van het Besluit bodemkwaliteit |
|||
Het toepassen van artikel 3.8 van de Waterwet inzake het zorgdragen voor de met het oog op een doelmatig en samenhangend waterbeheer benodigde afstemming van taken en bevoegdheden, voorzover het betreft de indirecte lozingen van inrichtingen |
Het betreft de samenwerking met de waterbeheerder bij het stellen van voorschriften voor indirecte lozingen bij inrichtingen. |
||
Het nemen van besluiten op grond van de artikelen 22 en 28 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen inzake het verlenen van ontheffing van de vastgestelde route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen |
|||
Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur |
|||
Het vragen van advies op basis van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur en het maken van afspraken naar aanleiding van het uitgebrachte advies |
|||
Het nemen van besluiten ingevolge het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 inzake het beoordelen van het veiligheidsrapport en de daarmee samenhangende taken en bevoegdheden. |
|||
Het nemen van besluiten in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur inzake een verzoek om informatie. |
|||
Alle bevoegdheden en besluiten die bij of krachtens hoofdstuk III en hoofdstuk IV de paragraven 1,2,3 en 3a en artikel 95 van de Wet bodembescherming door het college worden uitgevoerd |
|||
Alle bevoegdheden en besluiten die geacht worden te behoren tot de bevoegdheden van het college met betrekking artikel 81, artikel 99, artikel 110a en artikel 163 van de Wet geluidhinder |
Het betreft respectievelijk het nemen van een maatregelenbesluit, een reconstructiebesluit, het besluit om een hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting vast te stellen en het beheer van geluidszones rond industrieterreinen. |
||
Het nemen van besluiten op grond van de artikel 10 Wet explosieven voor civiel gebruik inzake het verlenen van een vergunning voor het overbrengen van explosieven |
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-231757.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.