Gemeenteblad van Almere
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Almere | Gemeenteblad 2022, 229830 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Almere | Gemeenteblad 2022, 229830 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening bekostiging leerlingenvervoer Gemeente Almere 2022
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening bekostiging leerlingenvervoer Gemeente Almere 2022
In deze verordening wordt verstaan onder:
aangepast vervoer: groepsvervoer waarbij een route gereden wordt met verschillende leerlingen en ophaaltijden per besloten busvervoer, schoolbusvervoer, taxi, taxibus, bustaxi of touringcar; een uitzondering hierop is het individueel vervoer waarbij voldaan is aan de volgende voorwaarden: er is sprake van een objectief aantoonbare medische noodzaak bij de leerling (in een medische verklaring van een medische specialist), op school wordt 1 op 1 onderwijs (begeleiding) gegeven aan betreffende leerling en meerijden van ouder/verzorger heeft niet geholpen om groepsvervoer voor betreffende leerling mogelijk te maken.
ontwikkelingsperspectief: een voor de leerling van het primair onderwijs, speciaal onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs dan wel voortgezet onderwijs vastgesteld plan als bedoeld in artikel 40a van de Wet op het primair onderwijs, artikel 41a van de Wet op de expertisecentra of artikel 26 van de Wet op het voortgezet onderwijs, dat door het bevoegd gezag en na op overeenstemming gericht overleg met de ouders is opgesteld. Ingeval van het speciaal en voortgezet speciaal onderwijs adviseert hierin de commissie voor de begeleiding dan wel de commissie van onderzoek;
opstapplaats: plaats aangewezen door burgemeester en wethouders, vanaf waar de leerling gebruik kan maken van het vervoer. De opstapplaats bevindt zich op een veilige en beschutte locatie en op een redelijke loopafstand van de woning van de leerling en biedt voldoende ruimte voor een eventuele begeleider;
schijvenmodel: indien het college besluit aan ouders een kilometervergoeding voor fiets, openbaar vervoer of eigen vervoer toe te kennen, wordt een vergoeding verstrekt die is afgeleid van het schijvenmodel. De heen- en terugreis worden tweemaal vergoed. Bij 0–5.000 km is de kilometervergoeding in euro’s 0,24 (65% x 0,37) per km. Bij 5.001–10.000 km is de kilometervergoeding 0,18 (48% x 0,37) per km. Bij 10.001–20.000 km is de kilometervergoeding 0,14 (37% x 0,37) per km. Bij 20.001 km en verder is de kilometervergoeding 0,12 (33% x 0,37) per km.
toegankelijke school: school waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school; Als erkende richtingen binnen het bijzonder onderwijs gelden het (rooms) katholiek onderwijs, protestants-christelijk onderwijs (gereformeerd, hervormd), onderwijs naar de leer van de Gereformeerde kerk (vrijgemaakt), reformatorisch onderwijs en het evangelisch onderwijs; voorts het joods onderwijs, (orthodox) islamitisch onderwijs en het hindoe onderwijs, en ten slotte het algemeen bijzonder of neutraal bijzonder onderwijs en het onderwijs op antroposofische grondslag (vrijescholen). Sinds 2004 zijn gereformeerd en hervormd opgegaan in de Protestantse Kerk Nederland (PKN). Een bepaalde onderwijskundige methode wordt niet tot het begrip ‘richting’ gerekend. Hiermee worden onder andere bedoeld: Jenaplanscholen, Montessorischolen, Daltonscholen, Iederwijsscholen, etc.
vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens de schoolgids, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;
woning: plaats waar de leerling feitelijk en structureel verblijft. Hierbij is het niet relevant in welke gemeente de ouders en/of het kind staan ingeschreven. Wanneer de leerling tijdelijk in een andere gemeente verblijft, bijvoorbeeld in verband met noodzakelijke opvang, dient een aanvraag voor een vervoersvoorziening bij die gemeente ingediend te worden. Vakantie van de ouders geldt overigens niet als reden voor noodzakelijke opvang van de leerling elders. Het adres waar kinderen een bepaalde tijd vóór aanvang en/of na afloop van de schooldag worden opgevangen (de buitenschoolse opvang) valt in beginsel niet onder het begrip ‘woning’.
Deze verordening heeft tot doel op basis van een beoordeling op grond van in de verordening bepaalde criteria en op basis van een onderzoek naar de individuele situatie van de leerling een gehele of gedeeltelijke bekostiging toe te kennen aan de ouders voor het goedkoopst passend vervoer van de leerling van de woning dan wel de opstapplaats naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor de leerling en terug met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.
Een aanvraag voor een vervoersvoorziening wordt gedaan in de gemeente waar de leerling zijn woning heeft, door indiening bij burgemeester en wethouders van een volledig ingevuld en door de ouders of de meerderjarige en handelingsbekwame leerling ondertekend papieren of digitaal formulier, voorzien van de op het formulier vermelde gegevens.
Artikel 5. Algemene voorwaarden voor toekenning van de vervoersvoorziening
Als burgemeester en wethouders toepassing geven aan het eerste lid, verlangen burgemeester en wethouders van de ouders aan wie slechts een gedeeltelijke bekostiging van de vervoerskosten toekomt, betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders volgens het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Weigering tot of nalatigheid in de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op de vervoersvoorziening vervallen.
Artikel 6. Herziening, opschorting, intrekking of terugvordering van de vervoersvoorziening
Als de ouders of de meerderjarige en handelingsbekwame leerling niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en burgemeester en wethouders een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststellen, waardoor blijkt dat ten onrechte een vervoersvoorziening is verstrekt, vervalt de aanspraak op de vervoersvoorziening terstond en kennen burgemeester en wethouders al dan niet opnieuw een vervoersvoorziening toe. Burgemeester en wethouders delen het besluit schriftelijk mee aan de ouders of de meerderjarige en handelingsbekwame leerling.
Loosmeldingen: het is van het grootste belang dat de ouder tijdig reageert en op die manier zorgt dat er geen loosmeldingen ontstaan bij de vervoerder. Als een leerling door de ouder te laat is afgemeld bij de vervoerder, dan wordt dit gezien als wangedrag door de ouder. De ouder zal een waarschuwing krijgen bij een eerste keer dat een ouder een loosmelding veroorzaakt. Bij een tweede loosmelding zal een tweede waarschuwing volgen. Indien hierna weer sprake is van loosmelding die door dezelfde ouder is veroorzaakt, dan zal dit wangedrag leiden tot een schorsing van de leerling uit het vervoer. De eerste schorsing is voor bepaalde tijd en daarna volgt een schorsing voor onbepaalde tijd.
Artikel 7. Vervoersvoorziening naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school
Een vervoersvoorziening wordt toegekend over de afstand tussen de woning van de leerling dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee brengt en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.
Als de ouders vanwege een specifieke onderwijskundige behoefte van de leerling een vervoersvoorziening aanvragen naar een school op een grotere afstand, dan de dichtstbijzijnde toegankelijke school van de onderwijssoort waarop de leerling is aangewezen, wordt deze slechts toegekend als is voldaan aan de volgende voorwaarden:
aan burgemeester en wethouders is door de ouders genoegzaam door middel van een toelaatbaarheidsverklaring van passend onderwijs aangetoond dat de dichtstbijzijnde school van de onderwijssoort waarop de leerling is aangewezen niet toegankelijk is vanwege het niet kunnen bieden van het noodzakelijke specifieke onderwijsaanbod; en
In afwijking van het eerste lid wordt geen afstandsgrens gehanteerd wanneer aan burgemeester en wethouders genoegzaam is aangetoond dat het een gehandicapte leerling betreft. Zo nodig kunnen burgemeester en wethouders hierover advies vragen aan een onafhankelijk medisch deskundige. De deskundige betrekt in zijn advies de mogelijkheden van de gehandicapte leerling om zelfstandig, al dan niet met begeleiding, met de fiets of het openbaar vervoer te reizen.
Artikel 10. Peildatum leeftijd leerling
Voor het verstrekken van een vervoersvoorziening op basis van artikel 17 is de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de vervoersvoorziening betrekking heeft bepalend.
Artikel 11. Andere vergoedingen
De aanspraak op een toelage, voor zover die voor de betreffende leerling betrekking heeft op de reiskosten, wordt op een bekostiging in mindering gebracht, dan wel als eigen bijdrage in rekening gebracht.
Artikel 12. Schooltijden en wachttijden
Ingeval er binnen een school sprake is van verschillende lesroosters binnen de vaste schooltijden, kunnen burgemeester en wethouders besluiten met de inzet van het aangepaste vervoer een wachttijd aan te houden van één of meerdere lesuren, om zodoende aan te sluiten op het reguliere leerlingenvervoer.
Het aangepast vervoer op schooldagen en schooltijden die afwijken van de in de schoolgids genoemde dagen en tijden wordt niet bekostigd, tenzij de ouders bewijs overleggen waaruit blijkt dat de structurele handicap van een leerplichtige leerling de aansluiting op de standaard schooltijden onmogelijk maakt.
Artikel 13. Tijdelijk verblijf buiten de gemeente
De hoofdregel is dat daar waar de leerling feitelijk verblijft (structureel element, de inschrijving in de gemeente is niet relevant) door de ouders een aanvraag ingediend moet worden. De betreffende gemeente toetst deze aanvraag aan de verordening. Om administratieve rompslomp te voorkomen maken wij een uitzondering op deze hoofdregel indien:
In dit geval blijft gemeente A het vervoer bekostigen/verzorgen.
De hierboven geadviseerde periode van max. 6 weken is niet bedoeld als overgangsperiode bij de wijziging in aanvraag en bekostiging van het leerlingenvervoer van de ene naar de andere gemeente.
De genoemde uitzondering geldt uiteraard niet wanneer het een leerling betreft die vanwege een vakantie van de ouders tijdelijk elders verblijft.
In alle andere situaties dat een kind tijdelijk elders verblijft geldt de hoofdregel. Bijvoorbeeld bij crisisopvang, als het niet duidelijk is waar het kind daarna terecht komt. Dan moet in de gemeente waar het kind verblijft (waar de crisisopvang is) een aanvraag ingediend worden. Dit betekent overigens niet automatisch dat de aanvraag ook toegekend wordt. De aanvraag kan worden afgewezen omdat de gemeente het geen “woning” vindt (onvoldoende structureel) of omdat het niet de dichtstbijzijnde toegankelijke school betreft.
Artikel 16. Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets
De vergoeding voor openbaar vervoer heeft voor een schooljaar betrekking op een periode van tien maanden en wordt uitbetaald in tien maandelijkse termijnen ingaande het begin van enig schooljaar. De vergoeding wordt vastgesteld uitgaande van de bedragen per 1 augustus van het desbetreffende schooljaar als vermeld op de website van de landelijke OV-reisinformatiedienst op basis van tweede klas met inbegrip van mogelijke kortingen.
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school bezoekt bekostiging op basis van het openbaar vervoer van de leerling, indien de leerling in aanmerking komt voor aangepast vervoer en de overstap maakt naar een zelfstandige vorm van vervoer zoals openbaar vervoer en/of fietsvervoer.
Als aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in het eerste lid en de leerling naar het oordeel van burgemeester en wethouders, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, verstrekken burgemeester en wethouders de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets.
In geval een leerling in aanmerking komt voor een fietsvergoeding dan wordt deze fietsvergoeding voor een schooljaar als volgt berekend (eenmaal per dag heen en terug van school): 40 weken x 5 schooldagen x (2x de afstand woning naar school) x kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van het schijvenmodel.
In geval een leerling in aanmerking komt voor een fietsvergoeding met begeleiding dan wordt deze fietsvergoeding voor een schooljaar als volgt berekend (eenmaal per dag heen en terug van school voor de leerling en tweemaal per dag heen en terug voor de begeleider): 40 weken x 5 schooldagen x (6x afstand woning naar school) x kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van het schijvenmodel.
Artikel 17. Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer of vervoer per fiets ten behoeve van een begeleider
Artikel 18. Vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer
Burgemeester en wethouders verstrekken een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school bezoekt, als:
aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in de artikelen 16 of 17 en de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht;
aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 16 of 17 en door de ouders ten behoeve van burgemeester en wethouders genoegzaam wordt aangetoond dat begeleiding van de leerling door henzelf of anderen onmogelijk is dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zal leiden en een andere oplossing niet mogelijk is; of
Artikel 20. Vervoer naar Taalcentrum
Leerlingen in de basisschoolleeftijd die nieuwkomers zijn en de Nederlandse taal niet machtig zijn, hebben voor de duur van 3 aaneengesloten kalendermaanden vanaf de eerste dag van inschrijving bij het Taalcentrum, recht op een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast begeleid busvervoer, indien de afstand tussen de woning en Taalcentrum gelijk is aan 2,0 km of meer tot maximaal 6,0 km. Indien de afstand meer dan 6,0 km is dan vindt beoordeling plaats aan de hand van de rest van artikelen in deze Verordening. Om ervoor te zorgen dat deze leerlingen binnen drie maanden zelfstandig of onder begeleiding naar school kunnen reizen, zal het college een voorschrift verbinden dat de ouders de leerling deel laten nemen aan leertrajecten voor het reizen per fiets, indien wat betreft de afstand tussen de school en het huisadres en de leeftijd van de leerling voldaan wordt aan de regel van de redelijke fietsafstand uit artikel 16 lid 8. Indien noodzakelijk kan een fiets aangeboden worden.
Artikel 21. Bekostiging andere passende vervoersvoorziening
Als aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening, kunnen burgemeester en wethouders na overleg met de ouders een bekostiging verstrekken voor een andere passende voorziening, die goedkoper is dan of gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer.
Artikel 22. Vervoersvoorziening voor weekeinde en vakantie
Met inachtneming van artikel 8 kennen burgemeester en wethouders desgewenst een vervoersvoorziening voor het weekeinde en de vakantie toe aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft.
Burgemeester en wethouders kennen aan de ouders een vervoersvoorziening toe voor het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.
Burgemeester en wethouders kennen aan de ouders een vervoersvoorziening toe voor het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt.
Artikel 23. Eigen bijdrage in de vorm van een drempelbedrag
Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, van wie het inkomen samen meer bedraagt dan het inkomen zoals jaarlijks door de vereniging Nederlandse gemeenten (VNG) vastgesteld en als norm wordt gehanteerd, wordt slechts bekostiging verstrekt voor zover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 9 bepaalde afstand te boven gaan.
In geval burgemeester en wethouders in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgen dan wel doen verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 9 bepaalde afstand, als het inkomen van de ouders meer bedraagt dan het inkomen zoals jaarlijks door de vereniging Nederlandse gemeenten (VNG) vastgesteld en als norm wordt gehanteerd, tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.
De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die bij gebruik van de OV-chipkaart of een andere binnen de gemeente geldende OV-betaalmogelijkheid voor de in artikel 9 bepaalde afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan. Bij het bepalen van de kosten wordt rekening gehouden met de kortingen die voor de leerling binnen het systeem kunnen gelden.
Artikel 24. Eigen bijdrage in de vorm van een draagkrachtafhankelijke bijdrage
In geval burgemeester en wethouders in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgen dan wel doen verzorgen, en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan twintig kilometer bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.
De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2021 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500,-. Deze bedragen worden jaarlijks door de VNG vastgesteld en bekendgemaakt.
De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2021 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5,-. Deze bedragen worden jaarlijks door de VNG vastgesteld en bekendgemaakt.
Artikel 25. Behouden recht op vervoer
Een leerling die een vervoersvoorziening toegekend heeft gekregen in de vorm van aangepast vervoer maar voor de duur van maximaal 3 maanden een zelfstandige vorm van vervoer uitprobeert zoals reizen per openbaar vervoer of per fiets, behoudt het recht op de toegekende vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer.
Om het zo zelfstandig mogelijk reizen te stimuleren behoudt de leerling voor de duur van deze Verordening ook voor de komende schooljaren deze zelfstandige vervoersvoorziening voor zo lang deze nog bij de desbetreffende school staat ingeschreven.
Artikel 26. Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de regeling niet voorziet
In gevallen, de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen, het vervoer voor onderwijs aangaande, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan deskundigen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-229830.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.