Tweede wijzigingsverordening maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2015

De raad van de gemeente Amsterdam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 mei 2022,

gelet op artikel 2.1.3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015,

 

besluit:

Artikel I

De Verordening maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2015 als volgt te wijzigen:

 

A. Artikel 3.3 komt te luiden:

 

Artikel 3.3 Dienstverlening door het buurtteam en het Sociaal Wijkteam

  • 1.

    De dienstverlening door het buurtteam omvat vraagverheldering, informatie en advies, het opstellen van een ondersteuningsplan en het voeren van regie voor zover de cliënt daar niet toe in staat is.

  • 2.

    Het buurtteam biedt ondersteuning, zorg en activering op sociale levensdomeinen, zoals problemen rond werk en schulden in samenwerking met de sociale basis, veiligheid, werk, participatie, inkomen en wonen. Het buurtteam leidt waar nodig toe naar maatwerkvoorzieningen.

  • 3.

    In afwijking van het eerste en het tweede lid biedt het Sociaal Wijkteam in postcodegebied Weesp zorg, ondersteuning en activering op sociale levensdomeinen via een aanbieder.

B. Artikel 4.2, vijfde lid, onder a komt te luiden:

 

  • a.

    voor aanvullende individuele ondersteuning en ambulante ondersteuning € 44,66 per uur;

C. Artikel 4.2, zesde lid, onder a, komt te luiden:

 

  • a.

    voor aanvullende individuele ondersteuning en ambulante ondersteuning € 20,00 per uur;

D. Artikel 4.3 komt te luiden:

 

Artikel 4.3 Aanvullende criteria voor aanvullende individuele ondersteuning en ambulante ondersteuning

  • 1.

    In aanvulling op artikel 4.1 kan een cliënt in aanmerking komen voor aanvullende individuele ondersteuning als

    • a.

      er als gevolg van een beperking of dreigende beperking op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie noodzaak is tot ondersteuning bij het inzetten van de eigen kracht, het structureren en uitvoeren van praktische activiteiten en het aanleren van vaardigheden bij het regelen van het dagelijks leven, bij het aangaan of onderhouden van sociale contacten en het versterken van het sociale netwerk van de cliënt en/of bij het participeren in de samenleving. De ondersteuning kan ook nodig zijn ter ontlasting van de persoon die gebruikelijke hulp of mantelzorg levert als er daarbij sprake is van (dreigende) overbelasting, en voor het signaleren van terugval of het voorkomen van escalatie, of

    • b.

      er bij het functioneren van de cliënt sprake is van risico voor hemzelf of diens omgeving, of

    • c.

      toezicht op de cliënt nodig is.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 4.1 kan een cliënt in aanmerking komen voor ambulante ondersteuning als hij

    • a.

      een psychosociale problematiek, een psychiatrische aandoening, een verslaving, een verstandelijke beperking of forensische achtergrond heeft, en

    • b.

      beperkt zelfredzaam is op meerdere door het college aan te wijzen leefgebieden.

E. Artikel 4.6, onder b, te luiden:

 

  • b.

    ondersteuning door het buurtteam of via het Sociaal Wijkteam in postcodegebied Weesp ingezette ondersteuning, dagbesteding, aanvullende individuele ondersteuning en ambulante ondersteuning niet voldoende oplossing bieden, en

F. Artikel 5.1.1, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    De cliënt is een bijdrage verschuldigd voor alle maatwerkvoorzieningen met uitzondering van aanvullende individuele ondersteuning, ambulante ondersteuning als bedoeld in artikel 4.3, dagbesteding als bedoeld in artikel 4.4 en de financiële tegemoetkoming als bedoeld in artikel 4.11.

Artikel II

De toelichting op de Verordening maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2015 wordt als volgt gewijzigd:

 

A. De toelichting op artikel 3.3 wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

Artikel 3.3 Dienstverlening door het buurtteam en het Sociaal Wijkteam

In elk stadsdeel is een buurtteamorganisatie met meerdere locaties actief waar Amsterdammers naar toe kunnen komen voor dienstverlening. Buurtteams bieden binnen de Wmo individuele en collectieve vormen van ondersteuning, begeleiding en cliëntondersteuning, en daarnaast sociaal raadsliedenwerk en schuldhulpverlening. Ook kan men er terecht voor informatie en advies op sociale levensdomeinen en voor toegang tot andere Wmo-voorzieningen. De dienstverlening is gericht op het bevorderen of stabiliseren van de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie of het begeleiden van achteruitgang.

 

B. In de toelichting op artikel 4.2, wordt het vierde tekstblok gewijzigd en komt te luiden:

 

In de memorie van toelichting (Kamerstukken II 2013/14, 33 841, nr. 3, blz. 39) is vermeld dat een gemeente kan bepalen dat het persoonsgebonden budget niet hoger mag zijn dan een percentage van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan het verlenen van adequate ondersteuning in natura. Gemeenten hebben daarmee ook de mogelijkheid om differentiatie aan te brengen in de hoogte van het persoonsgebonden budget. Amsterdam kan dan ook verschillende tarieven hanteren voor verschillende vormen van ondersteuning en voor verschillende typen hulpverleners. Gemeenten kunnen bij het vaststellen van tarieven in de verordening bijvoorbeeld onderscheid maken tussen professionele ondersteuning waarbij wordt gewerkt volgens de toepasselijke kwaliteitsstandaarden en niet-professionele ondersteuning.

 

In een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 17 mei 2017 heeft de rechter in een zaak van de gemeente Emmen bepaald dat essentialia van het voorzieningenpakket in de verordening dienen te worden vastgelegd. Hieronder valt ook de tariefdifferentiatie van het Pgb.

De gemeente heeft in april 2017 een opdracht gegeven aan onderzoeksbureau KPMG en gevraagd om objectief en onafhankelijk advies uit te brengen over passende en goed onderbouwde Pgb-tarieven voor hulp bij het huishouden, aanvullende individuele ondersteuning, dagbesteding en logeeropvang. Dit onderzoek getiteld ‘Doorontwikkeling Pgb-tarieven Wmo-voorzieningen’ is op 8 juni 2017 gepubliceerd. De Pgb-tarieven voor deze voorzieningen zijn gebaseerd op dit onderzoek.

 

Voor aanvullende individuele ondersteuning, dagbesteding en logeeropvang zijn de tarieven afgeleid van de vastgestelde tarieven die gelden voor de maatwerkvoorziening in natura, minus een afslagpercentage voor kostencomponenten die slechts gedeeltelijk van toepassing zijn op de Pgb-tarieven.

 

Het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden wordt berekend via een puntensysteem. Het aantal vastgestelde punten maal het per punt geldende tarief bepaalt het budget. Aan de hand van de maatstaf voor hulp bij het huishouden worden aan de activiteiten en de frequentie ervan punten toegekend. Op basis van het aantal punten per jaar wordt de hoogte van het budget per week bepaald. Bij het bepalen van het tarief per punt is uitgegaan van het Pgb-tarief van € 18,24 per uur. Het Pgb-uurtarief en het tarief per punt zijn hierdoor automatisch aan elkaar gekoppeld. Het niet-professionele tarief voor aanvullende individuele ondersteuning en dagbesteding is vastgesteld op basis van de Wet Minimum Loon en minimumvakantiebijslag en een benchmark met diverse andere grote gemeenten.

 

C. De toelichting op artikel 4.3 komt te luiden:

 

Artikel 4.3 Aanvullende criteria voor aanvullende individuele ondersteuning en ambulante ondersteuning

Aanvullende individuele ondersteuning wordt geboden aan zelfstandig thuis wonende Amsterdammers die beperkingen ervaren bij het zelfstandig functioneren en het kunnen deelnemen aan de samenleving, of zonder de ondersteuning risico lopen om hun zelfredzaamheid te verliezen. Deze ondersteuning is aanvullend op de ondersteuning die door het buurtteam wordt geboden of via het Sociaal Wijkteam in postcodegebied Weesp wordt ingezet.

 

Aanvullende individuele ondersteuning kan ingezet worden ter ontlasting van de mantelzorger indien sprake is van (dreigende) overbelasting.

 

De geboden ondersteuning wordt niet zwaarder of langer ingezet dan nodig is.

 

Ambulante ondersteuning wordt geboden als er sprake is van meervoudige complexe problematiek op het gebied van psychiatrie, psychosociaal, verslaving een verstandelijke beperking of een forensische achtergrond. Ambulante ondersteuning bestaat uit intensieve en/of specialistische begeleiding die plaatsvindt op een zelfstandige of stabiele woonplek en die herstelgericht wordt ingezet op het vergroten en/of behouden van de zelfredzaamheid en participatie aan de maatschappij en het voorkomen, oplossen en beheersen van crisissituaties.

Artikel III

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2022.

Artikel IV

Deze verordening wordt aangehaald als Tweede wijzigingsverordening maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2015

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 22 juni 2022.

De voorzitter

Femke Halsema

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Toelichting

Algemeen deel

De belangrijkste wijziging in de Verordening maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2015 is het aanpassen van de voorziening Individuele ondersteuning als gevolg van het uitvoeringsbesluit en inkoopstrategie aanvullende ondersteuning Wmo 2021-2027 zoals die zijn vastgesteld door de raad op 12 maart 2020.

 

Artikelsgewijze toelichting

In artikel 3.3 wordt ‘ondersteuning’ vervangen door ‘dienstverlening’ als het gaat om de algemene taakomschrijving van de buurtteams. Het buurtteam biedt namelijk naast ondersteuning ook andere dienstverlening; schuldhulp, informatie en advies en regietaken. Ondersteuning is alleen dat deel van de dienstverlening waarbij medewerkers Amsterdammers zèlf ondersteunen met de algemene voorziening.

 

In artikel 4.2, lid 5 a is ‘aanvullende individuele ondersteuning’ toegevoegd als gevolg van uitvoeringsbesluit en inkoopstrategie aanvullende ondersteuning Wmo 2021-2027 waartoe de gemeenteraad besloot op 12 maart 2020.

 

In artikel 4.2, lid 6a is ‘aanvullende individuele ondersteuning’ toegevoegd als gevolg van uitvoeringsbesluit en inkoopstrategie aanvullende ondersteuning Wmo 2021-2027 waartoe de gemeenteraad besloot op 12 maart 2020.

 

In artikel 4.3 is ‘aanvullende individuele ondersteuning’ toegevoegd en is de omschrijving van ‘ambulante ondersteuning’ aangepast als gevolg van uitvoeringsbesluit en inkoopstrategie aanvullende ondersteuning Wmo 2021-2027 waartoe de gemeenteraad besloot op 12 maart 2020. Naast ondersteuning door het buurttteam blijft voor een specifieke doelgroep aanvullende individuele ondersteuning geleverd worden door gecontracteerde aanbieders. Daarvan wordt de Individuele begeleiding voor GGZ-cliënten met meervoudige complexe problematiek die zelfstandig wonen op termijn ondergebracht bij Maatschappelijke opvang/Beschermd wonen, tot die tijd vallen zij nog onder het product ambulante ondersteuning.

 

In artikel 4.6 is ‘aanvullende individuele ondersteuning’ toegevoegd als gevolg van uitvoeringsbesluit en inkoopstrategie aanvullende ondersteuning Wmo 2021-2027 waartoe de gemeenteraad besloot op 12 maart 2020.

 

In artikel 5.1.1 is ‘aanvullende individuele ondersteuning’ toegevoegd als gevolg van uitvoeringsbesluit en inkoopstrategie aanvullende ondersteuning Wmo 2021-2027 waartoe de gemeenteraad besloot op 12 maart 2020.

 

Naar boven