Publicatie CPO Vereniging wonen voor gevorderden Cuijk - Voornemen tot grondverkoop

De gemeente Land van Cuijk heeft in 2021 een grondreserveringsovereenkomst gesloten met een CPO groep “CPO vereniging wonen voor Gevorderden Cuijk” welke is gericht op huisvesting voor senioren in een specifieke woonvorm. De gemeente is voornemens om deze grondreserveringsovereenkomst te verlengen met als uiteindelijke doel de verkoop van het hierna genoemde perceel grond aan deze CPO groep ten behoeve van de hierna genoemde ontwikkeling. Concreet gaat het om het perceel, gemeente Cuijk, C 3953 gedeeltelijk, waarvan de gemeente eigenaar is.

De reden waarom de gemeente de ontwikkeling met deze CPO groep wenst in te gaan en niet met andere CPO groepen is de volgende: de gemeente is al enkele jaren in gesprek met deze CPO groep. De CPO groep heeft ook concrete toetsbare plannen bij de gemeente ingediend. Het betreft de realisatie van 14 woningen, waarvan 13 in gestapelde vorm. Ook is het bouwplan van deze CPO groep zo concreet geworden dat deze in het ontwerp bestemmingsplan voor een breder ontwikkelgebied is opgenomen. Het plan is ook enkele malen met de omgeving besproken en ook aangepast op wensen uit de omgeving. Het bestemmingsplan zal naar verwachting uiterlijk in juni 2022 door de raad van de gemeente Land van Cuijk worden vastgesteld. Een heel ontwikkelproces is hiermee vrijwel afgerond. De CPO groep is daarom de enige serieuze gegadigde voor de verkoop van genoemd perceel. De gemeente wenst met het oog daarop de grondreserveringsovereenkomst met deze CPO groep te verlengen.

Als u het niet eens bent met ons voornemen om de grondreserveringsovereenkomst met de CPO groep te verlengen en het genoemde perceel aan haar te verkopen, dan dient u binnen twintig (20) kalenderdagen na dagtekening van deze publicatie een kort geding aanhangig te hebben gemaakt tegen deze voornemens van de gemeente. Deze termijn van 20 kalenderdagen is een vervaltermijn. Dat wil zeggen dat het recht om op te komen tegen de voorgenomen transacties is vervallen, indien niet binnen die termijn een kort geding aanhangig is gemaakt. U bent dan niet-ontvankelijk in uw bezwaren en kunt deze dan niet meer op een later moment door de rechter laten toetsen.”