Subsidieregeling Sociaal Medische Indicatie, gemeente Almelo 2022

Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Almelo;

gelet op:

• de Wet kinderopvang (Wko),

• de Algemene Subsidieverordening gemeente Almelo 2013,

• de Beleidsregel tegemoetkoming kinderopvang via een Sociaal Medische Indicatie gemeente Almelo 2021.

 

besluit vast te stellen:

 

de Subsidieregeling Sociaal Medische Indicatie, gemeente Almelo 2022

 

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Aanvraag: een door een houder ingediende aanvraag voor subsidie op de kosten van ouders voor kinderopvang op grond van een Sociaal Medische Indicatie (SMI);

 

b. ASV: de Algemene Subsidieverordening Almelo 2013;

 

c. College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almelo;

 

d. Houder: de rechtspersoon aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet toebehoort, waarbij onder ‘onderneming’ wordt begrepen een locatie die in het LRK is opgenomen als kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang;

 

e. Kind: een in de gemeente Almelo woonachtig kind in de leeftijd van 0 tot de middelbare schoolleeftijd;

 

f. Kinderopvang (kinderdagverblijf, peuteropvang en buitenschoolse opvang): de opvang van kinderen in een landelijk geregistreerde locatie voor kinderopvang die woonachtig zijn in de gemeente Almelo volgens de Basisregistratie Personen (BRP);

 

g. Kinderopvangtoeslag: de tegemoetkoming van het Rijk, uitgekeerd via de Belastingdienst aan ouders, bedoeld als bijdrage in de kosten voor een in het LRK geregistreerd kinderdagverblijf;

 

h. Kinderopvangtoeslagtabel: een overzicht op de website van de Rijksoverheid waarin is weergegeven hoeveel procent van de kosten voor het aantal uren dat ouders bij de kinderopvang afnemen vergoed wordt;

 

i. LRK: Landelijk Register Kinderopvang: het register waarin kinderopvangvoorzieningen zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke eisen;

 

j. Maximum uurtarief: de maximaal voor kinderopvangtoeslag en voor tegemoetkomingen van de gemeente of het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in aanmerking komende prijs per zestig minuten geboden kinderopvang (artikel 4 lid 1 sub a Besluit Kinderopvangtoeslag voor het betreffende jaar);

 

k. Monitor: een computerapplicatie die, data van de kinderopvangaanbieders, GGD Twente afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ)) en gemeente verzamelt, controleert en valideert, zodat in overzichtelijke dashboards de gemeente het bereik en de aanspraak op SMI-subsidie kan volgen.

 

l. Ouderbijdrage: financiële vergoeding die ouders moeten betalen voor de afname van een kinderopvangplek voor hun kind, afgestemd op het verzamelinkomen van het huishouden;

 

m. Ouderbijdragetabel: een overzicht, afgeleid van de kinderopvangtoeslagtabel, van de ouderbijdrage voor ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

 

n. Ouders: de bloed- of aanverwant in opgaande lijn of de pleegouder van een kind op wie de kinderopvang betrekking heeft, met dien verstande dat bij de beoordeling of sprake is van pleegouderschap een vergoeding op grond van de Jeugdwet buiten beschouwing blijft;

 

o. Regulier tarief: de uurprijs van de betreffende kinderopvang die gebruikelijk is voor die kinderopvangorganisatie op basis van een contract van 52 weken;

 

p. SMI: Sociaal Medische Indicatie.

Verwijzing naar kinderopvang, omdat:

• het betreffende kind of de betrokken ouder behoort tot de categorie personen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking en/of verslavingsproblemen en het staat vast dat één of meer van deze beperkingen kinderopvang noodzakelijk maakt, of;

• het betreffende kind opgroeit in een (chronische) onveilige thuisomgeving, waarbij het essentieel is om het welbevinden van het kind te verhogen door het kind meer tijd te laten doorbrengen buiten het gezin, in een veilige, gewone, ontspannen en pedagogisch verantwoorde omgeving, zodat de kans op een gedwongen kader of uithuisplaatsing en psychische problemen van het kind op latere leeftijd verkleind worden, of;

• er is vastgesteld dat er sprake is van een crisissituatie waardoor de ouder tijdelijk niet in staat is om de verzorging of betaling van kinderopvang op zich te nemen, of;

• de ouder(s) van het kind kiest/kiezen niet voor kinderopvang, omdat ze het niet kunnen betalen, maar waarbij de opvang van het kind wel (zeer) gewenst is volgens de verwijzer, of;

• de noodzaak voor kinderopvang op basis van een SMI blijkt uit overlegging van een (medisch) advies door een onafhankelijke specialist en/of instelling aan de verwijzer.

 

q. Verwijzer: de jeugdarts of jeugdverpleegkundige van het consultatiebureau, een intaker en/of wijkcoach van de gemeente Almelo;

 

r. Voorliggende voorziening: andere regelingen of wetten waarop door de ouder een beroep kan worden gedaan voordat aanspraak kan worden gemaakt op de gemeentelijke SMI regeling zoals opvang via de zorgverzekeringswet;

 

s. Verklaring Geregistreerd Inkomen (VGI): de Verklaring Geregistreerd Inkomen (VGI) (voorheen IB60-verklaring genoemd). Dit is een officiële verklaring van de Belastingdienst met inkomensgegevens over een bepaald belastingjaar;

 

2. Voor zover niet anders is bepaald hebben begrippen in deze subsidieregeling dezelfde betekenis als in de Wet kinderopvang.

 

Artikel 2 Doelstelling

Deze subsidieregeling heeft als doel het vaststellen van de vereisten voor houders voor subsidie voor kinderopvang van kinderen met een SMI-verwijzing.

 

Artikel 3 Bereik van de subsidieregeling

Het college verstrekt uitsluitend subsidie aan houders die zijn opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang voor deelname aan een kinderdagverblijf en/of aan een buitenschoolse opvang.

 

 

Hoofdstuk 2 De subsidie

Artikel 4 De aanvrager

Een subsidieaanvraag kan enkel worden ingediend door een houder, voor een vestiging die voldoet/vestigingen die voldoen aan de vereisten genoemd in deze regeling.

 

Artikel 5 De subsidieaanvraag

1. De aanvraag dient, in afwijking van de ASV, te worden gedaan voor 1 oktober voorafgaand aan het uitvoeringsjaar. De aanvraag bevat een reële inschatting van het aantal verwachte SMI-kinderen. Voor de aanvraag dient gebruik te worden gemaakt van het gemeentelijk aanvraagformulier voor de subsidie SMI.

2. Bij een eerste subsidieaanvraag wordt daarnaast overlegd:

a. de statuten of het reglement van de instelling;

b. een opgave van de bestuurssamenstelling;

c. de meest recente jaarrekening en verslag van de activiteiten;

d. een uittreksel van de Kamer van Koophandel.

 

Artikel 6 Weigeringsgronden

Onverminderd de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 13 van de ASV en de subsidievoorwaarden in deze subsidieregeling, wordt de subsidie geweigerd:

a. indien de opvang niet overeen komt met de SMI-verwijzing;

b. ouders van kinderen waarvoor subsidie wordt ontvangen, meer betalen dan het inkomensafhankelijke deel van de kinderopvangtoeslag.

 

Artikel 7 Ouderbijdrage

1. De ouderbijdrage wordt vastgesteld overeenkomstig de, aan de beschikking toegevoegde, ouderbijdragetabel SMI voor kinderopvang.

2. Voor ouders zonder kinderopvangtoeslag wordt het verschil tussen het reguliere tarief en de inkomensafhankelijke ouderbijdrage gesubsidieerd.

3. Voor ouders met kinderopvangtoeslag wordt het verschil tussen het maximum uurtarief en het reguliere tarief gesubsidieerd.

Artikel 8 Grondslag van de subsidie

Als basis voor de bepaling van de subsidie, zijn de volgende uitgangspunten van toepassing.

1. Het reguliere tarief dat de houder hanteert voor de specifieke locatie.

2. De ouderbijdrage wordt met subsidie aangevuld tot het reguliere tarief.

3. Voor ouders met recht op kinderopvangtoeslag wordt het maximum uurtarief aangevuld tot het reguliere tarief.

4. De houder ontvangt per (her)geïndiceerd kind een bijdrage van € 250,-.

 

Artikel 9 Verlening van de subsidie

De basis voor de subsidieverlening is het geschatte aantal kinderen, met een gemiddeld aantal dagdelen/ dagen opvang, dat voor de subsidieregeling SMI in aanmerking komt. Voor de verlening van de subsidie wordt rekening gehouden met een inschatting van de ouderbijdrage.

De subsidie wordt achteraf per kwartaal uitbetaald zodra een kind of kinderen daadwerkelijk gebruik maken van opvang via de SMI-regeling.

 

Artikel 10 Vaststelling van de subsidie

Het college stelt de subsidie, na aanvraag vaststelling als volgt vast:

1. Voor kinderen van ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag:

Het reguliere tarief – de ouderbijdrage x de uren opvang;

2. Voor kinderen van ouders met recht op kinderopvangtoeslag:

Het reguliere tarief – het maximum uurtarief x de uren opvang;

3. Per (her)geïndiceerd kind ontvangt de houder een bijdrage van € 250,- .

Houders innen zelf de ouderbijdragen en zijn verantwoordelijk voor het risico van niet-betalers.

 

 

Hoofdstuk 3 Bijzondere bepalingen

Artikel 11 Bijzondere verplichtingen betreffende de houder

Na de subsidieverlening dient de houder, in aanvulling op artikel 19 van de ASV, te voldoen aan de navolgende verplichtingen:

1. Houder werkt mee aan de uitvoering van het gemeentelijk beleid met betrekking tot de ontwikkeling van jonge kinderen;

2. Houder stemt af met basisscholen over de doorgaande leer- en ontwikkellijn;

3. Houder verschaft op verzoek informatie aan de gemeente, de JGZ, de Inspectie van het Onderwijs, het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of aan andere door het college aangewezen instanties;

4. Houder voldoet aan alle relevante wettelijke voorschriften die buiten deze subsidieregeling van toepassing zijn;

5. Houder levert na afloop van elk kwartaal van het jaar waarvoor subsidie is verleend, per kind tenminste de volgende informatie aan via de kwantitatieve monitor: BSN, NAW-gegevens, geboortedatum, inkomen ouders, eerste kind ja/nee, SMI-verwijzing ja/nee, kinderopvangtoeslag ja/nee, startdatum kinderopvang, einddatum kinderopvang, aantal dagdelen kinderopvang, aantal uur per dagdeel;

6. Houder zorgt dat de gegevens op de website overeenkomen met de praktijk, zodat ouders eenduidige informatie kunnen vinden over openstelling, voorwaarden en ouderbijdrage voor kinderopvang;

7. De houder sluit een overeenkomst met ouders waarin in ieder geval het aantal uren per maand is opgenomen en opvangdagen/opvanglocatie;

8. Houder sluit een contract met ouders voor minimaal de periode van de indicatie. De houder kan de plek reserveren tot het 4e of 12e levensjaar, zodat het kind bij herindicatie gegarandeerd is van een plek. Minimaal een maand voor afloop van de indicatie krijgt de houder bericht van beëindiging van de SMI. Anders loopt de indicatie door tot einde van de reservering of tot eerdere beëindiging van de indicatie. Er wordt hiervoor een maand opzegtermijn gehanteerd;

9. Houder ontvangt een bijdrage van € 250,- per kind per (her)indicatie om tegemoet te komen aan de extra kosten voor begeleiding van ouders en kind en betrokkenheid bij de herindicatie;

10. Wanneer houder een maand voor het einde van de indicatie nog geen bericht heeft ontvangen van de verwijzer/ouder, wordt van de houder verwacht dat hij de verwijzer hierover informeert.

 

Artikel 12 Toetsing recht op subsidie voor een SMI-verwijzing

1. Ouders dienen voor de start van de kinderopvang de formulieren aan te leveren die nodig zijn voor de gesubsidieerde kinderopvangplek.

2. Voor het toetsen voor welk subsidie de ouder in aanmerking komt, dient de houder vast te stellen of ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag. Dit doet de houder aan de hand van de ondertekende Verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag, in combinatie met de VGI van (bei)de ouder(s).

3. Ouder(s) van kinderen die tussen 1 januari en 30 juni geplaatst worden overleggen de laatst beschikbare VGI (2 jaar oud) aan de houder;

Voor kinderen die tussen 1 juli en 31 december worden geplaatst, wordt de VGI van het voorafgaande jaar gebruikt.

4. Indien het verwachte verzamelinkomen wijzigt ten opzichte van het verzamelinkomen dat is aangegeven op de VGI (‘s) dient deze verklaring aangevuld te worden met documenten waaruit de hoogte van het verwachte verzamelinkomen blijkt. Dit kunnen zijn: salarisstrook, uitkeringsspecificatie, werkgeversverklaring, verklaring van schuldsanering etc. Uit de documenten dient te blijken dat de inkomenswijziging structureel is en in ieder geval geldt vanaf de maand van plaatsing.

5. Indien ouders een eigen onderneming hebben (inclusief Zzp’ers) en niet de meest recente aanslag inkomstenbelasting kunnen of willen overleggen, moeten zij aantonen startend ondernemer te zijn door middel van een bewijs van de Kamer van Koophandel, waarbij ze in de laagste categorie ingeschaald kunnen worden. Indien geen sprake is van een startende onderneming, kan de ondernemer ingeschaald worden in de middelste inkomenscategorie, waarbij het recht op herziening is voorbehouden.

6. Indien ouders de “Verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag” niet willen overleggen of geen inzicht wenst/wensen te verschaffen in de hoogte van het inkomen, middels een inkomensverklaring of overige documenten waarmee de hoogte van het inkomen kan worden bepaald, wordt de ouderbijdrage gelijkgesteld aan het maximum uurtarief.

7. Wijziging inkomenssituatie:

a. Van geen recht naar recht op kinderopvangtoeslag

Als de inkomenssituatie zodanig wijzigt dat ouders in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag wordt, voor de subsidie, uitgegaan van het verschil tussen het maximum uurtarief en het reguliere tarief nadat het recht op kinderopvangtoeslag is ingegaan. Ouders zijn verplicht per omgaande te melden aan de houder dat zij in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag.

b . Verlaging van het inkomen

Wanneer een verlaging van het inkomen zodanig is dat ouders in een lagere inkomenscategorie van de ouderbijdragetabel vallen, kan bij de houder een aanvraag tot herziening van de ouderbijdrage worden gedaan op basis van de meest recente salarisstrook, uitkeringsspecificatie, werkgeversverklaring, verklaring van schuldsanering etc.

c. Van kinderopvangtoeslag naar gemeentelijk subsidie

Indien sprake is van inkomenswijziging door werkloosheid, kunnen kinderopvanggerechtigden nog gedurende een bepaalde termijn aanspraak maken op de kinderopvangtoeslag. Nadat deze termijn verstreken is kunnen zij in aanmerking komen voor de, door de gemeente gesubsidieerde, aanvulling op de ouderbijdrage.

8. Geen ouderbijdrage wordt geheven:

a. indien ouders /ouder een inkomen hebben/ heeft dat is overgebleven na aftrek van verplichte inhoudingen voor beslag, WSNP of minnelijke schuldenregeling door een gecertificeerd schuldbemiddelaar.

b. voor kinderen zonder Burgerservicenummer (BSN). Hiervoor volstaat de doorverwijzing van de JGZ.

 

Artikel 13 Rapportageverplichtingen

De houder dient, om de subsidie te kunnen ontvangen, de volgende informatie vast te leggen in een digitaal en/of fysiek dossier en toegankelijk te maken voor controle door de gemeente Almelo:

1. Een afschrift van de verwijsbrief SMI van het kind (op naam) door de verwijzer;

2. De ondertekende overeenkomst tussen de ouder en de houder;

3. De inkomensverklaring van de ouder(s) en overige documenten op basis waarvan de toets “geen recht op kinderopvangtoeslag” is uitgevoerd en de inschaling van de ouderbijdrage heeft plaatsgevonden;

4. Naam, geboortedatum en BSN van het kind waarop de aanvraag betrekking heeft;

5. De namen, adres(sen) en BSN van ouders;

6. De startdatum van de deelname aan de kinderopvang;

7. Het aantal uren kinderopvang per maand;

8. Het uurtarief en de ouderbijdrage;

9. Indien van toepassing de wijziging of einddatum van de deelname aan de kinderopvang;

10. Documenten naar aanleiding van een aanvraag tot wijziging van de ouderbijdrage;

11. Bevestiging van de opzegging, van ouders met datum;

12. Voor ouders van kinderen die vallen onder:

a. Artikel 12 lid 8a: bewijzen van de gecertificeerd schuldbemiddelaar;

b. Artikel 12 lid 8b: de verwijzing van de JGZ.

 

Artikel 14 Aanvraag vaststelling subsidie

De aanvrager dient voor 1 juni volgend op het subsidiejaar de aanvraag voor vaststelling van de subsidie in.

Voor het aanvragen van de vaststelling van de subsidie wordt gebruik gemaakt van een door het college vastgesteld en door de houder ingevuld formulier voor:

1. Inhoudelijke jaarverantwoording, waarin is opgenomen de wijze waarop invulling is gegeven aan de “Bijzondere verplichtingen” (artikel 11);

2. Financiële jaarverantwoording, waarin minimaal is opgenomen:

a. het aantal kinderen per maand inclusief contractueel afgenomen uren met een SMI-verwijzing, uitgesplitst naar ouders met en zonder recht op kinderopvangtoeslag;

b. de in rekening gebrachte ouderbijdrage;

c. het aantal (her)indicaties SMI.

Voor de te overleggen overzichten genoemd in lid Artikel 14 lid 2 a kan verwezen worden naar de uitkomsten van de kwantitatieve monitor.

d. Voor subsidies vanaf € 50.000 een rechtmatigheidsverklaring bij de jaarrekening ondertekend door een accountant:

i. van de aantallen genoemd in Artikel 14 lid 2 a;

ii. de houder voldoet aan de rapportageverplichting genoemd in artikel 13 (rapportageverplichtingen);

iii. per categorie, zoals benoemd in artikel 10 lid 1 en lid 2: van 10% van het totale aantal (met een minimum van 5 kinderen) dienen de volgende gegevens gecontroleerd te worden:

• een gedagtekende overeenkomst tussen de houder van het geregistreerde kindercentrum en de ouder van het kind;

• het in de overeenkomst opgenomen aantal uren opvang;

• van ouders die aangeven geen recht te hebben op kinderopvangtoeslag een ondertekende ouderverklaring en een VGI van de Belastingdienst inclusief de berekening van de ouderbijdrage.

 

 

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 15 Hardheidsclausule

In bijzondere omstandigheden kan het college gemotiveerd van de subsidieregeling afwijken, indien toepassing ervan niet in verhouding staat tot de, met deze regeling te dienen, doelen.

 

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 juni 2022.

 

Artikel 17 Overgangsbepaling

In verband met de vaststelling van deze nieuwe subsidieregeling moet de subsidie voor de periode 1 juni 2022 tot 31 december 2022 voor 20 mei 2022 worden aangevraagd.

De indicaties afgegeven voor 1 juni 2022 worden conform de oude regeling uitgevoerd. Na herindicatie is de nieuwe regeling van toepassing.

 

Artikel 18 Citeertitel

Deze subsidieregeling kan worden aangehaald als: ‘Subsidieregeling Sociaal Medische Indicatie, gemeente Almelo 2022’

 

 

 

 

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Almelo op 10 mei 2022.

de secretaris,

F.W. van Ardenne

de burgemeester,

A.J. Gerritsen

Naar boven