Gemeenteblad van Wageningen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Wageningen | Gemeenteblad 2022, 216689 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Wageningen | Gemeenteblad 2022, 216689 | beleidsregel |
Beleidsregels fietsparkeren 2022 bij kamergewijze verhuur Nota parkeernormen Wageningen 2015
In de Nota Parkeernormen van de gemeente Wageningen zijn parkeernormen opgenomen voor het parkeren van (personen)auto’s en van fietsen. Aan de hand van deze normen wordt de parkeereis berekend. De formulering van de toepassing van de parkeernorm voor fietsen in de Nota parkeernormen is echter ingewikkeld.
In diverse vergunningenprocedures voor het toestaan van kamergewijze verhuur leidt dit bij toepassing van de parkeernormen door derden tot onduidelijkheden. Zo is het onduidelijk hoe bepaalde regels zich tot elkaar verhouden en hoe de regels moeten worden toegepast. Zo staat er in de Nota parkeernormen dat minimaal 1,75 m² per fietsparkeerplaats beschikbaar moet zijn, maar is ook opgenomen dat bij een woonfunctie met een gebruiksoppervlak van niet meer dan 50 m2 de bergruimte gemeenschappelijk mag zijn als de vloeroppervlakte van deze bergruimte ten minste 1,50 m² per woonfunctie bedraagt. De Nota parkeernormen maakt onvoldoende duidelijk hoe deze afmetingen (1,75 m² en 1,50 m²) zich tot elkaar verhouden. Ook is onduidelijk of bij wooneenheden van niet meer dan 50 m² gebruiksoppervlak de maat van 1,50 m² geldt per wooneenheid of per fiets. Daarnaast maakt de Nota parkeernormen onderscheid tussen de parkeernorm voor fietsen van bewoners en fietsen voor bezoek. Onduidelijk is of de parkeereis voor fietsen van bewoners en van bezoek in zijn geheel in een berging moet worden opgevangen en of dit geheel op eigen terrein moet worden opgelost. Ook dit aspect verdient nadere uitleg.
In dit addendum wordt nader toegelicht hoe de bestaande regels ten aanzien van fietsparkeren uit de Nota parkeernormen worden toegepast zodat de hiervoor geschetste onduidelijkheden worden weggenomen.
Nota parkeernormen Wageningen en flexibiliteit (paragraaf 1.1)
Parkeren is een belangrijk element in planologisch-juridische afwegingen en vaak een thema in beroepszaken. De Raad van State toetst, als daar aanleiding toe is, op de wijze waarop de parkeereis is geformuleerd en tot stand gekomen. Te hoge parkeereisen werken belemmerend op de financiële en ruimtelijke haalbaarheid van (gewenste) ontwikkelingen. Er is flexibiliteit gewenst. Daarop speelt de Nota parkeernormen Wageningen in. Zo worden vrijstellingen (voor de auto) en andere mogelijkheden (voor de fiets) toegepast om de (financiële en ruimtelijke) haalbaarheid van ontwikkelingen, die planologisch mogelijk zijn, te vergroten zonder dat er een extra parkeerprobleem voor de omgeving ontstaat. Bron: https://www.planviewer.nl/imro/files/NL.IMRO.0289.0043BVstadscentrum-VSG1/b_NL.IMRO.0289.0043BVstadscentrum-VSG1_rb16.pdf
In deze memo een toelichting op de wijze waarop de parkeernorm voor fietsen in de Nota parkeernormen van toepassing is. Meer specifiek voor kamergewijze verhuur. En op basis van teksten uit de Nota parkeernormen Wageningen 2015.
De basis van de Nota parkeernormen is de tabel met de parkeernormen per functie en per gebied in de stad. Voor de fiets is dat opgenomen in tabel 7. Op de waarden uit de tabel is soms een afwijkende norm en/of vrijstelling van toepassing. Oftewel maatwerk. Wat van toepassing is, staat in de Nota parkeernormen op verschillende plekken toegelicht. Hieronder volgt eerst tabel 7 en daarna een toelichting op maatwerk per situatie op meer eenvoudige wijze.
Parkeernorm fiets (paragraaf 3.2)
De tabellen met parkeernormen zijn opgenomen in hoofdstuk 3. Voor de fiets is dat paragraaf 3.2. Met afzonderlijke normen voor het bewoners- en het bezoekersaandeel.
Hoe tabel 7 ‘parkeernormen fiets’ toe te passen?
Voor woningen kleiner dan 50 m2 gebruiksoppervlak:
Voor het bewonersaandeel in de parkeernorm is tabel 7 niet van toepasing. Bij wooneenheden tot 50 m² geldt per wooneenheid een oppervlakte van 1,50 m² per wooneenheid in een afsluitbare gemeenschappelijke berging die rechtstreeks bereikbaar is. Dus ook 1,50 m2 per fietsparkeerplaats. Dit heeft te maken met het feit dat bij het stallen van een fiets in een afsluitbare berging geen aanbindmogelijkheid nodig is. Als het parkeren van de fietsen niet in een berging plaatsvindt, is een aanbindmogelijkheid vereist en geldt een minimum oppervlakte van 1,75m² per fietsparkeerplaats (paragraaf 2.2).
Verduidelijking: Voor wooneenheden kleiner dan 50 m² (zoals kamers bij kamergewijze verhuur) is deze tabel leidend voor het bezoekersaandeel. Ten aanzien van het bewonersaandeel heeft de parkeernota bij wooneenheden kleiner dan 50 m² hierin specifiek voorzien. Bij aanvraag kamergewijze verhuur berekent het college de normen voor de functietype Wooneenheid (‘gedeeld, onzelfstandig’) ten aanzien van het bezoekersaandeel.
Nadere toelichting parkeereis bezoekersaandeel
Er wordt in de tabel met parkeernormen onderscheid gemaakt in een bewonersaandeel en een bezoekersaandeel. Voor maatwerk bij het bezoekersaandeel staat in de Nota Parkeernormen van de gemeente Wageningen dat:
Verduidelijking: In paragraaf 2.2 staat dat bij een wooneenheid met een gebruiksoppervlakte van niet meer dan 50 m² de bergruimte gemeenschappelijk mag zijn als de vloeroppervlakte van deze bergruimte ten minste 1,50 m² per woonfunctie bedraagt. De bergruimte dient rechtstreeks bereikbaar en afsluitbaar te zijn. Hieruit volgt dat de tabel voor het bewonersdeel wordt losgelaten en dat per woonfunctie (per kamer in geval van kamerverhuur) in de berging 1,50 m² per fietsparkeerplaats nodig is. Ten aanzien van het bezoekersaandeel is hiervoor niets specifieks geregeld. Daarom blijft tabel 7 voor het bezoekersaandeel leidend. Dat houdt in dat per woonfunctie (= per kamer in geval van kamerverhuur) 0,2 fietsparkeerplaats voor het bezoekersaandeel moet worden gerealiseerd. Indien ruimte nodig is voor een aanbindmogelijkheid, omdat de fiets in een voortuin of in openbaar gebied wordt gestald, dan geldt per fietsparkeerplaats 1,75 m². Is er geen mogelijkheid in de voortuin of openbaar gebied, dan geldt 1,50 m² per fietsparkeerplaats in de afsluitbare gemeenschappelijke berging.
Verder geldt op grond van paragraaf 1.8 een vrijstelling voor de parkeernorm voor fietsen voor bezoekers bij een woonfunctie als een woning beschikt over een voortuin voor het bezoekersdeel.
Puntsgewijs is bij kamergewijze verhuur de parkeereis fiets als volgt:
Het bezoekersdeel (van 0,2 stallingplek fiets per wooneenheid) is 24/7 toegankelijk. Een oplossing kan zijn dat bezoek de fiets in de voortuin parkeert. Bij wonen geldt dan een vrijstelling voor het bezoekersdeel. In de binnenstad (met woningen zonder voortuin) gaat het om het stallen van de fiets in de daarvoor beschikbare openbare voorzieningen, altijd buiten het voetgangersgebied. Aan de orde is een check of een storting in het Mobiliteitsfonds nodig is, als de functie(wijziging) leidt tot een toename van de parkeervraag voor fietsen in de openbare ruimte.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-216689.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.