7e wijziging van de Nadere regels Sociaal Domein gemeente Nieuwkoop

Het college van burgemeester en wethouders van Nieuwkoop,

 

overwegende:

  • -

    dat de gemeenteraad de verordening Sociaal Domein gemeente Nieuwkoop 2015 op 16 oktober 2014 heeft vastgesteld;

besluit vast te stellen de:

 

7e wijziging van de Nadere regels Sociaal Domein gemeente Nieuwkoop

ARTIKEL I

De nadere regels Sociaal Domein gemeente Nieuwkoop worden als volgt gewijzigd:

 

A

In artikel 2 wordt de term “Wmo loket” vervangen door de term “het team”.

 

B

Artikel 6

  • 1.

    In lid 2 worden de genoemde bedragen als volgt gewijzigd:

    Het maximale tarief voor begeleiding is:

    • a.

      € 20 wordt vervangen door € 21 per uur

    • b.

      € 37,14 wordt vervangen door € 37,82 per uur

    • c.

      € 55,69 wordt vervangen door € 56,72 per uur

  • 2.

    De tekst van lid 3 wordt vervangen door de volgende tekst:

    Het maximale tarief voor dagactiviteiten is:

    • a.

      € 11,68 per uur of € 46,73 per dagdeel als dagbesteding geboden wordt door een professional en de groepsgrootte groter dan vijf personen is of kan zijn;

    • b.

      € 14,45 per uur of € 57,81 per dagdeel als dagbesteding geboden wordt door een specialist en de groepsgrootte is kleiner dan vijf personen vanwege de aanwezige problematiek.

  • 3.

    In lid 4 wordt € 5 per dag vervangen door € 5,50 per dag.

  • 4.

    De tekst van lid 5 wordt vervangen door de volgende tekst:

    Het maximale tarief voor kortdurend verblijf is:

    € 102,65 per dag als kortdurend verblijf geboden wordt door een professional.

    Een tarief voor een specialist is niet van toepassing bij kortdurend verblijf.

  • 5.

    In lid 6 worden de genoemde bedragen als volgt gewijzigd:

    Het maximale tarief voor persoonlijke verzorging is:

    • a.

      € 20,00 per uur wordt vervangen door € 21

    • b.

      € 28,41 per uur wordt vervangen door € 28,93

    • c.

      € 40,41 per uur wordt vervangen door € 41,15

  • 6.

    In lid 7 worden de genoemde bedragen als volgt gewijzigd:

     

    De omvang van het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden bedraagt:

    • a.

      € 21,15 per uur wordt vervangen door € 21,49 per uur;

    • b.

      € 23,85 per uur wordt vervangen door € 22,22 per uur

  • 7.

    In lid 7 wordt onderdeel c toegevoegd welke als volgt luidt:

    “€ 21,- per uur als huishoudelijke hulp geboden wordt door het sociaal netwerk”.

  • 8.

    Lid 8 vervalt.

C

In artikel 9 lid 2 wordt de zinsnede “Van het bepaalde in lid 1 kan afgezien worden…” vervangen door “Van het bepaalde in lid 1 kan afgezien worden…”.

 

D

De tekst van artikel 10 lid 1 wordt vervangen door volgende tekst:

“In afwijking van artikel 9 lid 1 vordert het college een door haar na ontvangst van een signaal ten onrechte of tot een te hoog bedrag verstrekte uitkering, pgb of maatwerkvoorziening niet terug, voor zover deze uitkering, pgb of maatwerkvoorziening ook zes maanden na ontvangst van dit signaal nog onterecht of tot een te hoog bedrag is verleend, tenzij belanghebbende in dit kader de inlichtingenplicht heeft geschonden. Onder een signaal als genoemd in het eerste lid wordt verstaan relevante informatie waaruit kan worden afgeleid dat sprake is van een dusdanige fout, dat het college op grond daarvan actie zou moeten ondernemen.”

 

E

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De tekst van lid 3 wordt vervangen door volgende tekst

  • “Lid 3 Als verrekening van de vordering niet (meer) mogelijk is, dan wordt de belanghebbende in de gelegenheid gesteld (het restant van) de vordering volledig te voldoen binnen zes weken of, wanneer betaling in één keer niet mogelijk is, in maandelijkse termijnen met in achtneming van de wettelijk geldende beslagvrije voet.”

  • 2.

    Lid 5 vervalt.

F

De tekst van artikel 17 lid 2 onderdeel b wordt vervangen door de volgende tekst:

“er sprake is van schenden inlichtingenplicht waarbij géén sprake is van opzet of grove schuld of het niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht waarbij geen boete is opgelegd of aangifte is gedaan.”

 

G

Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    De tekst van lid 2 wordt vervangen door de volgende tekst:

  • Het college verstrekt een vast budget aan de Opdrachtnemer Ondersteuning die dit besteedt in een jaarlijkse vorm van waardering aan mantelzorgers.

  • 2.

    De tekst van lid 2 wordt vervangen door de volgende tekst:

  • “Opdrachtnemer Ondersteuning legt jaarlijks verantwoording af over de besteding van dit budget aan het college.”

  • 3.

    Lid 3 t/m 9 vervallen.

H

De titel van paragraaf 5.8 “Huishoudelijke ondersteuning” wordt gewijzigd in:

“Huishoudelijke hulp”.

 

I

In artikel 31c wordt de term “huishoudelijke ondersteuning” vervangen door de term “Huishoudelijke hulp”.

 

J

Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    De onderdelen a en b van lid 2 worden samengevoegd tot lid 2 en luidt als volgt:

  • Duurzame huishoudelijke apparaten zoals bedoeld in het eerste lid zijn:

  • een wasmachine, stofzuiger, koelkast, kookplaat, televisie en een computer.”

  • 2.

    De tekst van lid 3 wordt vervangen door de volgende tekst:

  • “Per huishouden kan jaarlijks een bijdrage voor duurzame huishoudelijk apparaten toegekend worden. Voor de vaststelling van de maximale bijdrage worden de bedragen van het Nibud gehanteerd. De jaarlijkse totale maximale vergoeding is gelijk aan de maximale bijdrage voor de wasmachine zoals deze geïndexeerd is in de maand januari van het aanvraagjaar.”

K

De tekst van artikel 47 lid 2 wordt vervangen door de volgende tekst:

“Van lid 1 kan worden afgeweken, als de kosten gemaakt zijn in de periode van maximaal één maand voorafgaand aan de datum van de aanvraag en de kosten nog niet zijn betaald. Deze uitzonderingsbepaling is niet van toepassing op een aanvraag duurzame huishoudelijke apparaten zoals bedoeld in artikel 43 van de Nadere regels.”

 

L

De eerste zin van artikel 49c wordt vervangen door de volgende zin:

Schuldhulpverlening wordt óf mondeling aangevraagd óf aangevraagd door het inleveren van een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier.”

 

M

In artikel 50 lid 2 onderdeel b wordt “artikel 7 van de Wet kinderopvang” vervangen door “artikel 1.6 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wkkp).”

ARTIKEL II

Deze 7e wijziging van de nadere regels Sociaal Domein gemeente Nieuwkoop treden in werking op 1 januari 2022.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders op 14 december 2021.

Burgemeester en wethouders van Nieuwkoop

mr. G.G.G. Slooters

secretaris

R.J. van Duijn

burgemeester

De toelichting op de nadere regels wordt als volgt gewijzigd:

 

Artikel 2

 

De toelichting bij artikel 2 wordt vervangen door de volgende tekst:

 

Artikel 3 lid 4 van de verordening stelt dat als een integraal plan opgesteld wordt daarin aangegeven wordt van welke voorzieningen gebruik gemaakt wordt en/of voor welke maatwerkvoorzieningen de inwoner een aanvraag bij het college indient. Hiermee wordt voldaan aan een belangrijk criterium vanuit de Jeugdwet, waarin de toepassing van één gezin, één plan, als één van de belangrijke instrumenten genoemd wordt. Een plan, door de aanvrager samen met het jeugd- en gezinsteam opgesteld, moet dan ook de basis zijn voor het verstrekken van een pgb. Als voorwaarde wordt daarom gesteld dat een plan ten grondslag moet liggen aan het verstrekken van een pgb. In het plan moet benoemd worden welke resultaten nagestreefd worden (stabilisatie problematiek, ontwikkeling vaardigheden etc.). Als de besteding van het pgb niet opgenomen is in het integrale plan, dan moet de budgethouder een afzonderlijk budgetplan opstellen waarin hij aangeeft hoe hij het pgb gaat inzetten. De budgethouder is daarmee verantwoordelijk voor de uitvoering van het plan. Door periodiek het plan te gebruiken om vast te stellen wat de ondersteuning/jeugdhulp opgeleverd heeft, wordt ook de kwaliteit en doelmatigheid van de verleende ondersteuning/jeugdhulp inzichtelijk gemaakt. Dat betekent ook dat de budgethouder het CJG/ het team informeert, indien de budgethouder een andere zorgverlener wil gaan inzetten. Het pgb kan overigens deel uitmaken van een arrangement, waarbij onderdelen van ondersteuning/jeugdhulp in natura en onderdelen via een pgb ingezet worden.

 

De Jeugdwet stelt dat, om in aanmerking te komen voor een pgb, de inwoner zich gemotiveerd op het standpunt moet stellen dat het door de gemeente gecontracteerde aanbod niet passend is in zijn situatie. De aanvrager heeft dus een motiveringsplicht. Ook de Wmo 2015 stelt dat de inwoner belanghebbende zich gemotiveerd op het standpunt moet stellen dat hij de maatwerkvoorziening als pgb geleverd wenst te krijgen.

 

In de voorwaarden is opgenomen dat de inwoner of zijn ouders voldoende in staat moet zijn om zijn belangen te behartigen. In de Jeugdwet is vastgelegd dat een pgb alleen verstrekt kan worden als de jeugdige (of zijn ouders) voldoende in staat is om zijn belangen te behartigen en de aan het pgb verbonden taken op een verantwoorde manier uit te voeren. Het is toegestaan om een pgb te laten beheren door een naaste uit het sociaal netwerk, een curator, bewindvoerder, mentor of gemachtigde.

 

Het gaat om de volgende twee aspecten:

 

  • Kan hij een juiste beoordeling maken van zijn belangen ten aanzien van de hulpvraag?

  • Kan hij de aan het pgb verbonden taken op een verantwoorde manier uitvoeren? Hierbij gaat het onder meer om het kiezen van een zorgaanbieder, het aangaan van een contract en het aansturen van de zorgaanbieder. De inwoner mag hierbij ondersteund worden door mensen uit zijn sociaal netwerk, dan wel door een curator, bewindvoerder, mentor of gemachtigde.

Het gaat niet om het beheren van het budget, dat doet de SVB. Het is wel van belang om te weten dat een budgethouder, die voor vier of meer dagen per week ondersteuning/jeugdhulp inkoopt, een werkgever is met de werkgeversplichten die daarbij horen. Denk hierbij onder meer aan het overeenkomen van een redelijk uurloon, het doorbetalen van loon bij ziekte en het hanteren van een redelijke opzegtermijn. De bekwaamheid voor het hebben van een pgb wordt in samenspraak met de inwoner getoetst, maar het oordeel van het team of het CJG is leidend. Als het team of het CJG van mening is dat de inwoner onbekwaam is, dan kan het college het pgb weigeren. Tegen deze beslissing staat bezwaar en beroep open.

 

Lid 3 gaat over de termijn van het pgb. Een gangbare termijn van een pgb is een jaar. Echter, voor sommige inwoners is de hulpvraag voor langere tijd vast te stellen. Bijvoorbeeld voor inwoners met een verstandelijke of lichamelijke beperking. Rekening houdend met die gevallen, is er geen maximale termijn aan een pgb gesteld.

 

Indien een pgb een termijn heeft van langer dan een jaar, wordt wèl jaarlijks het gezinsplan, inclusief het gebruik van het pgb, geëvalueerd door de inwoner met het CJG of medewerker van het team.

Naar boven