Subsidieregeling hoger onderwijs Den Haag 2022

Toelichting

Ten behoeve van het hoger onderwijs in Den Haag is er een nieuwe Subsidieregeling hoger onderwijs Den Haag 2022 opgesteld conform de uitgangspunten van de Kadernota subsidiebeleid Den Haag 2020-2023 (RIS305416) en de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020 (RIS305417). De Subsidieregeling hoger onderwijs Den Haag 2022 volgt de Subsidieregeling hoger onderwijs 2021 (RIS308699) op.

 

Besluitvorming

 

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag;

 

gelet op:

 

  • -

    artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;

 

besluit:

 

vast te stellen de navolgende Subsidieregeling hoger onderwijs Den Haag 2022:

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

 

- activiteitenprogramma:

programma van met elkaar samenhangende activiteiten en begroting voor de duur van één kalenderjaar, dat onderdeel is van een lopend meerjarenprogramma;

- ASV:

Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;

- Awb:

Algemene wet bestuursrecht;

- college:

college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag;

- eerste-generatie studenten:

studenten waarvan de beide ouders of verzorgers niet hebben gestudeerd aan een instelling voor hoger onderwijs;

- gemeentelijk vastgoed:

bebouwde en onbebouwde onroerende zaken in eigendom van of in gebruik door de gemeente Den Haag;

- HEA:

Haagse Educatieve Agenda 2022-2026 “Kiezen voor kansen”;

- hbo:

hoger beroepsonderwijs; onderwijs zoals bedoeld in artikel 1.1, aanhef en onder d, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

- instelling voor hoger onderwijs:

een hogere onderwijsinstelling zoals bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

- mbo:

regulier beroepsonderwijs zoals bedoeld in artikel 1.2.1 van de Wet middelbaar beroepsonderwijs; educatie en beroepsonderwijs dat bekostigd wordt overeenkomstig artikel 2.1. van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

- onderwijsloket:

digitaal loket als bedoeld in artikel 1.1 van de Verordening gelijkstelling onderwijs Den Haag 2019;

- onderwijsprofessional:

persoon die zich beroepsmatig met onderwijs bezighoudt zoals een onderwijzer, leraar, leerkracht, docent, onderwijsassistent of schoolleider;

- student:

persoon die staat ingeschreven aan een instelling voor hoger onderwijs;

- studentenklimaat:

het totaal aan randvoorwaarden op het gebied van onder andere sport, debat en inhoudelijke ontmoeting voor en tussen studenten, opdat zij optimaal gebruik kunnen maken van hun studietijd;

- studentenvereniging:

vereniging voor en door studenten, verbonden aan Den Haag en niet verbonden aan een specifieke studie;

- studievereniging:

vereniging voor en door studenten, verbonden aan Den Haag en aan een specifieke studie;

- tekortsectoren:

arbeidsmarktsectoren die kampen met personeelstekorten.

 

Artikel 1.2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in deze regeling genoemde activiteiten.

 

Artikel 1.3 Subsidieaanvraag

  • 1.

    Een aanvraag om een subsidie wordt digitaal ingediend via het Onderwijsloket met behulp van het bijbehorend digitaal aanvraagformulier.

  • 2.

    De periode van indiening is:

    a. 1 juni tot en met 30 september in het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar, waarin de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd, zullen plaatsvinden;

    b. 1 oktober tot en met 30 november van het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar, waarin de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd, zullen plaatsvinden.

 

Artikel 1.4 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de voorbereiding, coördinatie, uitvoering, evaluatie of kwaliteitsverhoging en uitvoering van de activiteiten, genoemd in deze regeling.

 

Artikel 1.5 Verplichtingen

Onverminderd de artikelen 4:37 van de Awb en artikel 12 tot en met 14 van de ASV, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

  • a. de subsidieontvanger werkt mee aan het onderzoek op grond van de door het college aangewezen toezichthouder;

    b. de subsidieontvanger werkt mee aan inhoudelijk onderzoek ten behoeve van monitoring en evaluatie;

    c. de subsidieontvanger stelt, op verzoek van het college, de ervaringen en ontwikkelde producten kosteloos ter beschikking aan andere scholen of instellingen.

 

Artikel 1.6 Beslistermijn

Het college beslist, in afwijking van artikel 10, tweede lid, van de ASV:

  • a. op aanvragen die zijn ingediend in de aanvraagtermijn bedoeld in artikel 1.3, tweede lid, onder a, uiterlijk 31 december in het kalenderjaar waarin de aanvraag is ingediend;

    b. binnen 12 weken na sluiting van de aanvraagtermijn bedoeld in artikel 1.3, tweede lid, onder b, nadat de volledige digitale subsidieaanvraag is ingediend.

 

Artikel 1.7 Bevoorschotting

Subsidies bedoeld in artikel 1.3, tweede lid worden bevoorschot met 100% van de verleende subsidie in één keer.

 

Artikel 1.8 Wijze van verantwoorden

In aanvulling op artikel 17, vierde en vijfde lid, van de ASV bevat de subsidieaanvraag tot vaststelling tevens:

  • a. een bestuursverklaring volgens het door burgemeester en wethouders vastgestelde model;

    b. een voor openbaarmaking geschikt inhoudelijk verslag, waarbij afwijkingen op de hoofdposten van de begroting die groter zijn dan 10% worden toegelicht en waarbij de BTW zichtbaar is in de financiële verantwoording.

 

Hoofdstuk 2 Subsidie onderwijs dat bijdraagt aan de brede welvaart van Hagenaars

 

Paragraaf 2.1 Algemene bepaling

 

Artikel 2.1.1 Doel van de subsidies van hoofdstuk 2

Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidies in dit hoofdstuk is om te zorgen dat onderwijs bijdraagt aan de kenniseconomie van Den Haag en de regio en een impuls geeft aan sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen.

 

Paragraaf 2.2 Subsidie verbeteren aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt

 

Artikel 2.2.1 Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie is het realiseren van een goede aansluiting tussen het beroepsonderwijs en de arbeidsmarkt in Den Haag.

 

Artikel 2.2.2 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan:

  • a. het vernieuwen van beroepsopleidingen in tekortsectoren, waarbij de aanvrager met mbo-instellingen, of werkgevers, of de gemeente Den Haag, of de provincie Zuid-Holland samenwerkt (categorie a);

    b. het ontwikkelen van een ruimer onderwijsaanbod gericht op om- en bijscholing van werkenden en werkzoekenden ten behoeve van een leven lang ontwikkelen (categorie b).

 

Artikel 2.2.3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een instelling voor hoger beroepsonderwijs die in Den Haag gevestigd is.

 

Artikel 2.2.4 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.2.2 bedraagt een subsidie maximaal 70% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 25.000,- per aanvraag.

  • 2.

    Per instelling voor hoger onderwijs kan maximaal één subsidie worden aangevraagd voor aanvragen onder a (categorie a) en maximaal één subsidie voor aanvragen onder b (categorie b).

 

Artikel 2.2.5 Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.2.2 geldt een subsidieplafond van € 75.000,- voor het kalenderjaar 2023.

  • 2.

    Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

 

Artikel 2.2.6 Wijze van verdeling categorie a

  • 1.

    Honorering van aanvragen in categorie a die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Bij de rangschikking van de aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de volgende criteria tot het daarbij vermelde maximumaantal:

    a. het voorstel draagt ook na afloop van de activiteiten bij aan vernieuwing van beroepsopleidingen voor de arbeidsmarkt:

    1° goed: 2 punten;

    2° voldoende: 1 punt;

    3° onvoldoende: 0 punten.

    b. het voorstel is vooraf afgestemd met samenwerkingspartners en bevat een heldere beschrijving van hun betrokkenheid:

    1° goed: 2 punten;

    2° voldoende: 1 punt;

    3° onvoldoende: 0 punten.

    c. het voorstel is vernieuwend ten opzichte van of aanvullend op bestaande activiteiten:

    1° goed: 2 punten;

    2° voldoende: 1 punt;

    3° onvoldoende: 0 punten.

    d. de activiteiten dragen bij aan het te behalen resultaat en de opgevoerde kosten zijn marktconform:

    1° goed: 2 punten;

    2° voldoende: 1 punt;

    3° onvoldoende: 0 punten.

  • 3.

    Om in aanmerking te komen voor subsidie dient een aanvraag ten minste met “voldoende” te worden beoordeeld op de criteria, genoemd in het tweede lid, onder a en b.

  • 4.

    Als het subsidieplafond wordt overschreden als gevolg van aanvragen die bij beoordeling gelijk zijn gerangschikt, stelt het college de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

 

Artikel 2.2.7 Wijze van verdeling categorie b

  • 1.

    Honorering van aanvragen in categorie b die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Bij de rangschikking van de aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de volgende criteria tot het daarbij vermelde maximumaantal:

    a. het voorstel draagt ook na afloop van de activiteiten bij aan een ruimer onderwijsaanbod gericht op om- en bijscholing van werkenden en werkzoekenden ten behoeve van een leven lang ontwikkelen:

    1° goed: 2 punten;

    2° voldoende: 1 punt;

    3° onvoldoende: 0 punten.

    b. het voorstel is vooraf afgestemd met werkgevers en bevat een heldere beschrijving van hun betrokkenheid:

    1° goed: 2 punten;

    2° voldoende: 1 punt;

    3° onvoldoende: 0 punten.

    c. het voorstel is vernieuwend of aanvullend ten opzichte van bestaande activiteiten:

    1° goed: 2 punten;

    2° voldoende: 1 punt;

    3° onvoldoende: 0 punten.

    d. de activiteiten dragen bij aan het te behalen resultaat en de opgevoerde kosten zijn marktconform:

    1° goed: 2 punten;

    2° voldoende: 1 punt;

    3° onvoldoende: 0 punten.

  • 3.

    Om in aanmerking te komen voor subsidie dient een aanvraag ten minste met “voldoende” te worden beoordeeld op de criteria, genoemd in het tweede lid, onder a en b.

  • 4.

    Als het subsidieplafond wordt overschreden als gevolg van aanvragen die bij beoordeling gelijk zijn gerangschikt, stelt het college de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

 

Artikel 2.2.8 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1.3, tweede lid, onder a.

 

Paragraaf 2.3 Subsidie investeren in een divers aanbod van hoger onderwijs en (toegepast) onderzoek

 

Artikel 2.3.1 Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie is:

  • a. het stimuleren van vernieuwend hoger onderwijs in Den Haag, in aansluiting bij het profiel van Den Haag als internationale stad van vrede en recht en als bestuurlijk centrum van Nederland;

    b. het vergroten van maatschappelijk en economisch rendement van kennis ten behoeve van Den Haag.

 

Artikel 2.3.2 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op:

  • a. het vernieuwen of ontwikkelen van opleidingen door een instelling voor hoger onderwijs. Deze opleidingen moeten aansluiten bij het profiel van Den Haag als internationale stad van vrede en recht en als bestuurlijk centrum van Nederland;

    b. het ontwikkelen van (toegepast) onderzoek, netwerkvorming, kennisdeling en samenwerking tussen onderwijsinstellingen, gemeentelijke diensten, maatschappelijke organisaties of andere belanghebbenden.

 

Artikel 2.3.3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een instelling voor hoger onderwijs die in Den Haag gevestigd is.

 

Artikel 2.3.4 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.3.2, aanhef, onder a, (categorie a) bedraagt een subsidie maximaal 70% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 75.000,- per subsidie.

  • 2.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.3.2, aanhef en onder b, (categorie b) bedraagt een subsidie maximaal 70% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 50.000,- per subsidie.

  • 3.

    Per instelling voor hoger onderwijs kan in categorie a maximaal één subsidie en in categorie b maximaal drie subsidies worden aangevraagd.

 

Artikel 2.3.5 Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.3.2, aanhef, onder a, geldt een subsidieplafond van € 150.000,- voor het kalenderjaar 2023.

  • 2.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.3.2, aanhef, onder b, geldt een subsidieplafond van € 225.000,- voor het kalenderjaar 2023.

  • 3.

    Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

 

Artikel 2.3.6 Wijze van verdeling categorie a

  • 1.

    Honorering van aanvragen in categorie a die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Bij de rangschikking van de aanvragen in categorie a kent het college punten toe aan de hand van de volgende criteria en tot het daarbij vermelde maximumaantal:

    a. de activiteiten dragen ook na afloop van de activiteiten bij aan het versterken van het hoger onderwijsaanbod in Den Haag:

    1° goed: 2 punten;

    2° voldoende: 1 punt;

    3° onvoldoende: 0 punten.

    b. het voorstel is vernieuwend of aanvullend ten opzichte van bestaande activiteiten:

    1° goed: 2 punten;

    2° voldoende: 1 punt;

    3° onvoldoende: 0 punten.

    c. de activiteiten dragen bij aan het te behalen resultaat en de opgevoerde kosten zijn marktconform:

    1° goed: 2 punten;

    2° voldoende: 1 punt;

    3° onvoldoende: 0 punten.

  • 3.

    Om in aanmerking te komen voor subsidie dient een aanvraag ten minste met “voldoende” te worden beoordeeld op de criteria, genoemd in het tweede lid, onder a.

  • 4.

    Als het subsidieplafond wordt overschreden als gevolg van aanvragen die bij beoordeling gelijk zijn gerangschikt, stelt het college de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

 

Artikel 2.3.7 Wijze van verdeling categorie b

  • 1.

    Honorering van aanvragen in categorie b die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Bij de rangschikking van de aanvragen in categorie b kent het college punten toe aan de hand van de volgende criteria en tot het daarbij vermelde maximumaantal:

    a. het voorstel is vooraf afgestemd met samenwerkingspartners en bevat een heldere omschrijving van hun betrokkenheid:

    1° goed: 2 punten;

    2° voldoende: 1 punt;

    3° onvoldoende: 0 punten.

    b. de activiteiten dragen ook na afloop van de activiteiten bij aan de maatschappelijke of economische ontwikkeling van Den Haag:

    1° goed: 2 punten;

    2° voldoende: 1 punt;

    3° onvoldoende: 0 punten.

    c. het voorstel is vernieuwend en aanvullend ten opzichte van bestaande activiteiten:

    1° goed: 2 punten;

    2° voldoende: 1 punt;

    3° onvoldoende: 0 punten.

    d. de activiteiten dragen bij aan het te behalen resultaat en de opgevoerde kosten zijn marktconform:

    1° goed: 2 punten;

    2° voldoende: 1 punt;

    3° onvoldoende: 0 punten.

  • 3.

    Om in aanmerking te komen voor subsidie dient een aanvraag ten minste met “voldoende” te worden beoordeeld op de criteria, genoemd in het tweede lid, onder a en b.

  • 4.

    Als het subsidieplafond wordt overschreden als gevolg van aanvragen die bij beoordeling gelijk zijn gerangschikt, stelt het college de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

 

Artikel 2.3.8 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1.3, tweede lid, onder a.

 

Paragraaf 2.4 Subsidie investeren in een aantrekkelijke studentenstad

 

Artikel 2.4.1 Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie in deze paragraaf is het verbeteren van het studentenklimaat in Den Haag door intensieve samenwerking te stimuleren tussen studenten- of studieverenigingen, instellingen voor hoger onderwijs en de gemeente Den Haag.

 

Artikel 2.4.2 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die:

  • 1.

    a. het studentenklimaat in Den Haag bevorderen;

    b. studenten duurzaam aan Den Haag verbinden;

    c. een substantiële bijdrage leveren aan de ontwikkeling van Den Haag als studentenstad;

    d. bijdragen aan het versterken van sociale cohesie in Den Haag;

    e. een bijdrage leveren aan de toegankelijkheid van het hoger onderwijs voor eerste-generatie studenten.

  • 2.

    Activiteiten mogen geen commerciële doeleinden dienen.

 

Artikel 2.4.3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een studie- of studentenvereniging.

 

Artikel 2.4.4 Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt maximaal 70% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 5.000,- per subsidie.

 

Artikel 2.4.5 Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.4.2, eerste lid, onder a, onder b, onder c en onder d tezamen geldt een subsidieplafond van € 25.000,- voor het kalenderjaar 2023;

  • 2.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.4.2, eerste lid, onder e, geldt een subsidieplafond van € 25.000,- voor het kalenderjaar 2023;

  • 3.

    Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

 

Artikel 2.4.6 Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt, met een maximum van één aanvraag per aanvrager.

  • 2.

    Indien de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de subsidieaanvraag volledig is.

 

Artikel 2.4.7 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1.3, tweede lid, onder b.

 

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

 

Artikel 3.1 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 juni 2022.

  • 2.

    Deze regeling vervalt op 31 december 2023.

 

Artikel 3.2 Intrekking

De Subsidieregeling hoger onderwijs Den Haag 2021 wordt ingetrokken.

 

Artikel 3.3 Overgangsrecht

De bepalingen van de Subsidieregeling hoger onderwijs Den Haag 2021 blijven van toepassing op subsidies die vóór inwerkingtreding van deze regeling zijn aangevraagd op basis van de Subsidieregeling hoger onderwijs Den Haag 2021.

 

Artikel 3.4 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling hoger onderwijs Den Haag 2022.

 

Den Haag, 10 mei 2022

Het college van burgemeester en wethouders,

 

de secretaris,

Ilma Merx

 

de burgemeester,

Jan van Zanen

 

 

Naar boven