Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Edam-Volendam over het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie (Beleidsregels aanwijzen belastingplichtige Edam-Volendam 2018)

Opmerking bij deze publicatie

Met deze publicatie wordt de tekst van het besluit beschikbaar gesteld, omdat dit niet reeds bij de bekendmaking is gebeurd.

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Edam-Volendam;

 

Gelet op het bepaalde in:

- artikel 1 van de verordening onroerendezaakbelastingen;

- artikel 2 van de verordening hondenbelasting;

- artikel 3 van de verordening rioolheffing;

- artikel 3 van de verordening afvalstoffenheffing;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de volgende :

 

BELEIDSREGELS VOOR HET AANWIJZEN VAN EEN BELASTINGPLICHTIGE IN EEN KEUZESITUATIE

(beleidsregels aanwijzen belastingplichtige Edam-Volendam 2018)

Algemeen

In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject. In de gevallen waarin dat voorkomt mag de gemeente de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen stellen. In deze gevallen hanteert de gemeente Edam-Volendam een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt. Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn.

 

De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.

 

Voorkeursvolgorde: onroerendezaakbelastingen, afvalstoffenheffing en rioolheffing
  • 1.

    Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, indien er met betrekking tot één roerende of onroerende zaak verschillende categorieën genothebbenden zijn, de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 1.1

      de beperkt gerechtigde, waarbij de volgende voorkeursvolgorde geldt:

      • 1.1.1

        de vruchtgebruiker c.q. gerechtigde krachtens recht van gebruik en bewoning;

      • 1.1.2

        de opstaller, met uitzondering van degene die een afhankelijk opstalrecht, dan wel een opstalrecht ten behoeve van de aanleg en het onderhoud van onder- of bovengrondse leidingen heeft;

      • 1.1.3

        de erfpachter dan wel de beklemde meier;

    • 1.2

      de eigenaar of de appartementsgerechtigde;

    • 1.3

      degene die op andere wijze als genothebbende naar voren komt, daaronder begrepen de bezitter.

  • 2.

    Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 2.1

      indien er binnen één categorie genothebbenden personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in Edam-Volendam wonen of gevestigd zijn:

      • 2.1.1

        degene die ook als gebruiker wordt aangemerkt;

      • 2.1.2

        degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

      • 2.1.3

        een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

      • 2.1.4

        bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

      • 2.1.5

        degene die bij het bureau belastingen als genothebbende of gebruiker bekend is;

      • 2.1.6

        de eerstgerechtigde in de volgorde die door de basisregistratie kadaster wordt aangehouden;

    • 2.2

      indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in Edam-Volendam wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens elders in Nederland wonen of gevestigd zijn:

      • 2.2.1

        degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

      • 2.2.2

        een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

      • 2.2.3

        bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

      • 2.2.4

        degene die bij het bureau belastingen als genothebbende of gebruiker bekend is

      • 2.2.5

        de eerstgerechtigde in de volgorde die door de basisregistratie kadaster wordt aangehouden;

  • 3.

    Met betrekking tot de belasting die wordt geheven van degene die – naar de omstandigheden beoordeeld – een onroerende zaak al dan niet krachtens eigendom, bezit of beperkt of persoonlijk recht gebruikt wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 3.1

      degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt;

    • 3.2

      degene die het langst woonachtig is in het belastingobject;

    • 3.3

      de oudste in leeftijd;

    • 3.4

      degene die een nutsvoorziening van het belastingobject op naam heeft;

    • 3.5

      degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.

Voorkeursvolgorde: hondenbelasting

  • 4.

    Indien er meer personen houder van een hond zijn, wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 4.1

      de man bij echtgenoten met of zonder kinderen;

    • 4.2

      de ouder bij één-oudergezinnen;

    • 4.3

      de oudste in leeftijd;

    • 4.4

      degene die bij de afdeling belastingen reeds als belastingplichtige in de administratie voorkomt;

    • 4.5

      degene die op andere wijze als houder van de hond naar voren komt.

  • 5

    De onderdelen 1 tot en met 4 vinden geen toepassing indien:

    • 5.1

      de aanslag kan worden opgelegd aan degene die met betrekking tot het voorgaande belastingtijdvak of kalenderjaar de aanslag heeft gekregen, gezorgd heeft dat de aanslag betaald is en nog steeds belastingplichtig is;

    • 5.2

      bij de heffingsambtenaar bekend is dat één van de potentiële belastingplichtigen de desbetreffende aanslag op zijn/haar naam wil hebben, althans voor zover dit niet leidt tot een mogelijke situatie dat de belasting niet kan worden betaald dan wel ingevorderd.

  • 6

    Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van de voorkeursvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 7.

    Aangezien de voorkeursvolgorde erop is gericht de aanslag op te leggen aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kan ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde zou volgen.

  • 8.

    Wijzigingen kunnen - indien reeds een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd - pas plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingtijdvak.

  • 9.

    Indien in uitzonderingsgevallen, door welke oorzaak dan ook, een aanslag wordt opgelegd in afwijking van het in de voorgaande onderdelen bepaalde, is die aanslag alleen ongeldig als er sprake is van willekeur.

  • 10.

    Indien een belasting niet wordt geheven bij wege van aanslag, maar op andere wijze, is het bepaalde in de onderdelen 1 tot en met 9 van overeenkomstige toepassing.

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 11.
    • 11.1

      De volgende beleidsregels worden ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan:

      • de “Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie” van de voormalige gemeente Edam-Volendam;

      • de “Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie” van de voormalige gemeente Zeevang;

    • 11.2

      Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking;

    • 11.3

      Deze beleidsregels worden toegepast met ingang van 1 januari 2018.

    • 11.4

      Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels aanwijzen belastingplichtige Edam-Volendam 2018”.

     

 

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders

van 28 november 2017

De secretaris, De burgemeester,

Naar boven