Verkeersbesluit voor het instellen van een tijdelijke gewichtsbeperking aan Zuidbuurt te Vlaardingen

vastgesteld hebbend, dat de bestuurlijke bevoegdheid hiertoe op grond van artikel 18, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 bij het College van Burgemeester en Wethouders ligt, omdat dit verkeersbesluit betrekking heeft op een weg of gedeelte daarvan, zoals genoemd in artikel 1, eerste lid, onder b, van die wet, die onder het beheer van noch het Rijk, noch de provincie, noch het waterschap valt en is gelegen in de gemeente Vlaardingen;

gezien het Mandaatbesluit Ambtenaren 2021 en het Ondermandaatbesluit Ambtenaren 2021;

gelezen het advies van de politie d.d. 3 maart 2022, die met dit besluit instemt en waarmee tevens is voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer;

overwegende dat op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 een verkeersbesluit moet worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd;

overwegende dat op grond van artikel 15, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 een verkeersbesluit moet worden genomen voor maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken;

gelet op artikel 37 van het BABW in verband met de tijdelijkheid van de maatregel welke naar verwachting langer gaat duren dan 4 maanden;

gelet op hetgeen ten aanzien hiervan overigens in de Wegenverkeerswet 1994, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer is bepaald, alsmede op de bepalingen ter zake van de Algemene wet bestuursrecht;

Het college van Burgemeester en Wethouders besluit:

  • 1.

    tot het instellen van een geslotenverklaring voor voertuigen en samenstellen van voertuigen waarvan de totaalmassa hoger is dan op het bord is aangegeven op de Zuidbuurt ter hoogte van huisnummer 77 en het Surfpad waarbij de maximale massa 20 ton is door middel van het plaatsen van de verkeersborden C21 volgens bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 met de opschrift 20,0 t;

  • 2.

    de verkeersborden te plaatsen zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende tekening, d.d. 1-11-2021;

  • 3.

    dat deze maatregel duurt van 24 december 2021 t/m eind 2022 of zoveel eerder of later als nodig is

  • 4.

    te bepalen dat dit verkeersbesluit in werking treedt op de dag van bekendmaking in het Gemeenteblad.

OVERWEGINGEN TEN AANZIEN VAN HET BESLUIT

Aanleiding en bestaande situatie:

  • dat de Zuidbuurt een weg buiten de bebouwde kom van Vlaardingen is;

  • dat in opdracht van Rijkswaterstaat de Blankenburgverbinding wordt aangelegd;

  • dat deze verbinding door Vlaardingen loopt;

  • dat de Hollandtunnel een onderdeel is van deze verbinding en onder de Zuidbuurt gaat lopen;

Verkeerskundige aspecten zijn:

  • dat de Hollandtunnel in fases onder de Zuidbuurt wordt gerealiseerd;

  • dat eerst een stuk tunnel met tunneldak naast de Zuidbuurt wordt gerealiseerd;

  • dat de Zuidbuurt daarna tijdelijk verlegd over dit stuk waardoor ruimte vrijkomt om op de huidige locatie van de Zuidbuurt de tunnel te realiseren;

  • dat het stuk tunnel waar de Zuidbuurt tijdelijk over verlegd wordt constructief maximaal 20 ton aan gewicht kan dragen;

  • dat het daarom gewenst is tijdelijk zwaardere voertuigen te weren van dit deel van de Zuidbuurt;

  • dat hiermee wordt voorkomen dat er schade en mogelijk onveilige situaties ontstaan;

  • dat deze tijdelijke situatie duurt van 21 december 2021 tot en met eind 2022 of zoveel eerder of later als nodig;

  • dat na de realisatie van de Hollandtunnel de Zuidbuurt weer op de huidige locatie komt te liggen;

  • dat de tunnel onder de huidige locatie van de Zuidbuurt zodanig is ontworpen dat er geen gewichtsbeperking noodzakelijk is;

  • dat de gewichtsbeperking dus alleen geldt tijdens de tijdelijke verlegging van de Zuidbuurt.

Uit het oogpunt van:

  • dat de maatregel (gelet op artikel 2 van de Wegenverkeerswet) strekt tot het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • dat de maatregel (gelet op artikel 2 van de Wegenverkeerswet) strekt tot het beschermen van weggebruikers en passagiers;

  • dat de maatregel (gelet op artikel 2 van de Wegenverkeerswet) strekt tot het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan.

Is het gewenst om:

  • ter verhoging van de verkeersveiligheid, ter bescherming van de weggebruikers en passagiers, het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan de verkeersborden te plaatsen, een en ander zoals aangegeven op de bijgevoegde tekening.

Belangenafweging

  • bij de afweging van belangen gaat het om de verkeerskundige aspecten, in dit geval de verkeersveiligheid, het beschermen van de weggebruikers en passagiers, het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan, zoals geformuleerd in artikel 2, eerste lid sub a en b van de Wegenverkeerswet 1994;

  • er zijn geen individuele belangen in het geding die de positie van één of meer personen kunnen aantasten;

  • er zijn dan ook geen aanwijzingen dat er sprake is of kan zijn van belangen die strijdig zijn met de gewenste verkeersmaatregelen;

  • daarom kan bij het nemen van het besluit evenmin sprake zijn van onevenredige nadelige gevolgen als bedoeld in artikel 3:4, lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht.

Zorgvuldigheid

  • dat bij de voorbereiding van dit besluit dan ook gehandeld is overeenkomstig de zorgvuldigheid die op grond van artikel 3:1 van de Algemene wet bestuursrecht ten aanzien van besluiten als deze moet worden betracht;

  • dat met de vaststelling van dit besluit dan ook geen sprake is van een besluit met onevenredige nadelige gevolgen als bedoeld in artikel 3:4, lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht.

Vlaardingen,

Namens burgemeester en wethouders van Vlaardingen,

B. Huzen

Teammanager Beheer Openbare Ruimte

MEDEDELINGEN

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht tegen dit besluit binnen zes weken na bekendmaking daarvan, een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen, onder vermelding van “bezwaarschrift verkeersbesluit”, Postbus 1002, 3130 EB Vlaardingen.

Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en tenminste bevatten:

  • naam en adres van belanghebbende;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt;

  • de gronden van het bezwaar;

  • een volmacht, indien het bezwaarschrift niet door de belanghebbende maar door een ander, namens hem, wordt ingediend.

Het maken van bezwaar schorst niet de werking van dit besluit (zie artikel 6:16 van de Algemene wet bestuursrecht).

De indiener van een bezwaarschrift kan ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, als onverwijlde spoed dat – gelet op de betrokken belangen – vereist, eveneens een voorlopige voorziening (waaronder schorsing) vragen bij de voorzieningenrechter van de rechtbank te Rotterdam, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam.

Afschriften

Afschriften van dit verkeersbesluit zijn verzonden aan:

  • de politie.

Naar boven