Zesde verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening 2019

De raad van de gemeente Beverwijk;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25 januari 2022, nummer INT-22-63456;

 

gehoord de Raadscommissie;

 

gelet op artikel 147 lid 1 Gemeentewet;

 

besluit:

 

De zesde verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening 2019,

met kenmerk INT-22-63457, vast te stellen.

 

 

Beverwijk,

de raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

 

Zesde verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening 2019

 

In hoofdstuk 2 Openbare orde, afdeling 1, Bestrijding van ongeregeldheden vervalt artikel 2:1a Verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties.

Artikel I  

Artikel 2:1a Verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties vervalt.

 

In hoofdstuk 2 Openbare Orde, afdeling 7, Evenementen, vervalt het tweede en derde lid van artikel 2.26. Artikel 2:26 Ordeverstoring komt dan als volgt te luiden:

Artikel II  

Artikel 2:26 Ordeverstoring

  • 1.

    Het is verboden bij een evenement de orde te verstoren.

In hoofdstuk 2, afdeling 8, Horeca worden in artikel 2:27 Begripsomschrijvingen, lid 1 en lid 5 gewijzigd. Artikel 2:27 komt dan als volgt te luiden:

Artikel III  

Artikel 2:27 Definities

In deze afdeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    openbare inrichting een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis of elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden bereid of verstrekt.

  • 2.

    Een buiten de in het eerste lid bedoelde besloten ruimte liggend deel waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse kunnen worden bereid of verstrekt, waaronder in ieder geval een terras, maakt voor de toepassing van deze afdeling deel uit van die besloten ruimte.

  • 3.

    terras: een buiten de besloten ruimte van de inrichting liggend deel van het horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.

  • 4.

    Alcoholverstrekkend bedrijf: een horecabedrijf waar tegen vergoeding alcoholhoudende dranken worden verstrekt.

  • 5.

    Alcoholvrij horecabedrijf: een horecabedrijf waar tegen vergoeding alcoholvrije dranken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt. Hieronder wordt mede verstaan: een afhaal- en/of bezorgservice.

  • 6.

    houder: de natuurlijke of de rechtspersoon voor wiens rekening en risico een horecabedrijf wordt geëxploiteerd.

  • 7.

    leidinggevende: de natuurlijke persoon die algemene of onmiddellijke leiding geeft aan een horecabedrijf; dan wel de bestuurder van de rechtspersoon voor wiens rekening en risico een zodanig bedrijf wordt geëxploiteerd.

  • 8.

    bezoekers: degenen die niet zijn:

    • a.

      de gezinsleden van de houder, alsmede zijn elders wonende bloed en aanverwanten, in de rechte lijn onbeperkt, in de zijlijn tot en met de derde graad;

    • b.

      personeel dat in het horecabedrijf werkzaam is;

    • c.

      de personen die voorkomen in het register als bedoeld in artikel 438 van het Wetboek van Strafrecht, alsmede personen bedoeld in artikel 438, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht;

    • d.

      de personen wier aanwezigheid in de inrichting wegens dringende redenen noodzakelijk is.

  • 9.

    coffeeshop: een alcoholvrij horecabedrijf waar onder strikte voorwaarden handel in en/of gebruik van softdrugs plaatsvindt.

  • 10.

    paracommercieel rechtspersoon: een rechtspersoon niet zijnde een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die zich naast activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard richt op de exploitatie in eigen beheer van een horecabedrijf.

 

In hoofdstuk 2, Afdeling 8 Horeca, wordt in artikel 2:28 Exploitatie openbare inrichting, een vijfde lid toegevoegd aan artikel 2:28. Artikel 2:28 Exploitatie openbare inrichting komt dan als volgt te luiden:

Artikel IV  

Artikel 2:28 Exploitatie openbare inrichting

  • 1.

    Het is verboden een alcoholvrij horecabedrijf te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de vergunning worden geweigerd wegens strijd met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8, kan de vergunning worden geweigerd indien de exploitant of leidinggevend naar het oordeel van de burgemeester in enig opzicht van slecht levensgedrag is.

  • 4.

    De burgemeester kan vrijstelling van het verbod verlenen aan door hem aan te wijzen categorieën van horecabedrijven.

  • 5.

    Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

In hoofdstuk 2, afdeling 11b, Tegengaan onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat wordt aan artikel 2:65d Vergunningaanvraag, lid 4 toegevoegd. Artikel 2:65d komt dan als volgt te luiden:

Artikel V  

Artikel 2:65d Vergunningaanvraag

  • 1.

    De vergunning als bedoeld in het eerste lid van artikel 2:65c wordt aangevraagd door de exploitant.

  • 2.

    Een aanvraag om een vergunning wordt ingediend door gebruikmaking van een door de burgemeester vastgesteld formulier.

  • 3.

    Bij de aanvraag om een vergunning wordt vermeld voor welke bedrijfsmatige activiteiten de vergunning wordt gevraagd, en worden in ieder geval de volgende gegevens en bescheiden overgelegd:

    • a.

      de persoonsgegevens en een geldig identiteitsbewijs van de exploitant of beheerder;

    • b.

      het adres en telefoonnummer waar de bedrijfsmatige activiteiten worden uitgeoefend;

    • c.

      het nummer van inschrijving in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel;

    • d.

      indien van toepassing de verblijftitel van de exploitant of beheerder;

    • e.

      een bewijs waaruit blijkt dat de exploitant of beheerder gerechtigd is om in Nederland arbeid te verrichten;

    • f.

      een document waaruit blijkt dat de exploitant gerechtigd is over de ruimte te beschikken waarin het bedrijf wordt gevestigd.

  • 4.

    Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

In hoofdstuk 2, afdeling 13 Vuurwerk, wordt artikel 2:73 A Carbid aan de Algemeen plaatselijke verordening 2019 ingetrokken.

Artikel VI  

Artikel 2:73A Carbid vervalt.

Artikel VII  

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na haar bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering gemeente Beverwijk d.d.

Beverwijk,

de raad voornoemd,

de griffier,

de voorzitter,

Naar boven