Gemeenteblad van Alkmaar
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Alkmaar | Gemeenteblad 2022, 196751 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Alkmaar | Gemeenteblad 2022, 196751 | beleidsregel |
Reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad Alkmaar, 2022
Hoofdstuk 2 Onderzoek van geloofsbrieven; installatie
Artikel 2 | Onderzoek geloofsbrieven door commissie
Het onderzoek naar een rechtmatig verloop van de verkiezing voor de leden van de raad, bedoeld in artikel V4 van de Kieswet, heeft plaats voordat de leden van de raad terugtreden overeenkomstig het bepaalde in artikel C4 van de Kieswet. In afwijking van het tweede lid van dit artikel wijst de voorzitter in een vergadering voorafgaande aan die waarin het onderzoek plaatsvindt, drie vertrekkende leden uit het midden van de raad en één plaatsvervangend lid aan.
Het feitelijke onderzoek vindt in de regel al plaats voorafgaande aan de vergadering van de raad, zodat bij monde van de voorzitter van de commissie direct verslag kan worden gedaan.
Artikel 3 | Verslag en voorstellen commissie
De commissie bedoeld in artikel 2 onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende documenten van de te benoemen raads(commissie)leden en brengt vervolgens schriftelijk en mondeling advies uit aan de raad over de toelating tot de raad of de raadscommissies. De raad beslist onverwijld of, zo de zaak uitstel vordert, op een daartoe te bepalen dag.
Indien het onderzoek betrekking heeft op het rechtmatige verloop van de verkiezingen, bedoeld in artikel 2, vierde lid, dan brengt de commissie schriftelijk en mondeling verslag uit aan de raad naar aanleiding van haar bevindingen. De raad beslist onverwijld of, zo de zaak uitstel vordert, op een daartoe te bepalen dag.
Hoofdstuk 3 Benoeming wethouders
Artikel 5 | Onderzoek vereisten wethouderschap
De commissie onderzoekt of degenen die door één of meerdere raadsleden voor benoeming is voorgedragen, voldoet aan de wettelijke vereisten en verenigbaarheid van functies welke verband houden met het wethouderschap. Naast de wettelijk vereiste documenten levert de kandidaat-wethouder ook een Verklaring Omtrent het Gedrag in afgegeven met het oog op de vervulling van het wethouderschap
Voor het onderzoek naar de geloofsbrieven levert de kandidaat-wethouder de wettelijke vereisten documenten aan en een recent afgegeven Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) verkregen ten behoeve van zijn toekomstige functie in het openbaar bestuur. De kosten voor de VOG worden door de gemeente vergoed.
Het stappenplan Integriteitscan kandidaat-wethouders is als bijlage aan dit reglement toegevoegd.
De conclusie: ‘geen beletselen voor benoeming’, en procesinformatie over het door doorlopen proces maken ook onderdeel uit van de geloofsbrieven. Nadat de benodigde documenten van de kandidaat-wethouder door de commissie zijn beoordeeld, vindt een openbare raadvergadering plaats waarin de commissie verslag doet van haar bevindingen. De kandidaat-wethouder kan zichzelf dan voorstellen en de raad kan vragen stellen over zijn/haar motivatie, kandidatuur en competenties, alvorens overgegaan wordt tot schriftelijke stemming en benoeming.
Gelet op het bepaalde in artikel 42 Gemeentewet heeft de benoemde tien dagen de tijd om de raad in kennis te stellen of hij zijn benoeming aanvaardt. In de praktijk vindt de benoeming en beëdiging in dezelfde vergadering plaats.
Indien een kandidaat-wethouder niet woonachtig is in Alkmaar kan de raad bij de benoeming op basis van artikel van artikel 36a lid 2 Gemeentewet, voor de duur van een jaar, ontheffing verlenen van het vereiste van ingezetenschap. De ontheffing kan in bijzondere gevallen, telkens met een periode van maximaal een jaar, worden verlengd.
Hoofdstuk 4 Algemene bepalingen
Artikel 8 | Benoeming plaatsvervangend voorzitter
Bij afwezigheid van zowel de voorzitter als zijn plaatsvervangers wordt het ambt overeenkomstig het bepaalde in artikel 77, tweede lid, Gemeentewet waargenomen door het langstzittende raadslid.
In de regel wordt als nestor aangewezen het lid dat het langst aaneengesloten zitting heeft in de raad. Hij kan het beste de geldende mores van de raad uitdragen. Voorts behoort het tot de taak van de nestor namens de raad het woord te voeren bij bijzondere gelegenheden, zoals onder meer bij einde en begin bestuursjaar en bij afscheid van raadsleden, leden van het college en de burgemeester.
De aangewezen nestor kan om hem moverende redenen afzien van de aanwijzing. De aanwijzing gaat dan over naar het daaropvolgende lid dat het langst aaneengesloten zitting heeft in de raad.
De raad kan het college verzoeken de gemeentesecretaris in de vergadering aanwezig te laten zijn en deel te laten nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement.
De voorzitter kan namens de raad een of meer leden van het college uitnodigen om in de vergadering aanwezig te zijn en deel te nemen aan de beraadslagingen over een of meer in de uitnodiging vermelde agendapunten. De wethouder geeft zoveel als mogelijk gevolg aan de uitnodiging.
Het presidium heeft tot taak de algehele werkwijze van raad en raadscommissie te bevorderen en zo nodig daar voorstellen voor te doen. Voorstellen die uitgaan van het presidium en die kunnen leiden tot besluitvorming in de raad, worden door het presidium ter kennis name gebracht van het college. Voorts verricht het presidium alle overige werkzaamheden die in dit reglement of in andere door de raad vastgestelde verordeningen aan hem is opgedragen.
Het presidium vergadert in de regel eens in de drie maanden. Het presidium vergadert tussentijds als de voorzitter dit nodig oordeelt of indien twee leden hierom verzoeken. De vergaderingen van het presidium zijn openbaar tenzij er over persoonlijke aangelegenheden wordt gesproken. De voorzitter kan voorstellen anderen uit te nodigen voor een vergadering van het presidium. De griffier verzorgt en publiceert tijdig de agenda, bijbehorende stukken alsmede de verslaglegging.
Het presidium mag alleen beraadslagen en besluiten als een meerderheid van de fractievoorzitters dan wel hun plaatsvervangers aanwezig is. Het presidium besluit in voorkomende gevallen bij gewone meerderheid van stemmen, waarbij elk lid één stem heeft. Bij staking van de stemmen wordt het voorstel in een volgende vergadering opnieuw aan de orde gesteld. Bij opnieuw staken van de stemmen is het voorstel verworpen.
De taak en voorstellen van het presidium zijn gericht op de werkwijze van de raad en raadscommissies in het algemeen. De inhoudelijke politieke aspecten zijn voorbehouden aan de raad en de raadscommissies..
Het presidium stelt jaarlijks uiterlijk in oktober het vergaderschema voor het daarop volgende jaar vast voor de vergaderingen van de raad, het presidium, de agendacommissie, raadscommissies en raadsinformatiebijeenkomsten.
De voorzitter overlegt met het presidium over de toewijzing van de zitplaatsen in de raadzaal en de fractiekamers. De fractiekamers worden alleen toegewezen aan die fracties die bij de eerste zitting van een nieuwe raad na de verkiezingen als fractie zijn beschouwd, conform artikel 16 lid 1 van dit reglement.
Artikel 14 | De werkgeverscommissie
De raad benoemt uit de leden van het presidium een werkgeverscommissie
De taken en bevoegdheden van de werkgeverscommissie zijn nader uitgewerkt in de Verordening werkgeverscommissie griffie Alkmaar.
Artikel 15 | De agendacommissie
De agendacommissie checkt de binnenkomende raadvoorstellen en verzoeken voor de raadsinformatiebijeenkomsten op compleetheid, en doet op basis van de bestuurlijke planning voorstellen voor de procedurele, organisatorische en vergader-technische zaken ten behoeve van de agenda’s voor de raadscommissies en raad.
De gemeenteraad hanteert met het oog op het versterken van haar kaderstellende rol en het effectief en evenwichtig samenstellen van de agenda’s van de raadsinformatiebijeenkomsten en vergaderingen, een bestuurlijke planning. Bij de agendering en prioritering van onderwerpen op de bestuurlijke planning dient de agendacommissie uit te gaan van de politieke actualiteit, de politieke verhoudingen binnen de raad, en de realiseerbaarheid voor het college.
De voorstellen voor het opstellen van concept-agenda’s en het inplannen van de raadsinformatiebijeenkomsten komen tot stand in een overleg tussen de griffier en de commissiegriffiers.
Indien geen vergadering van de agendacommissie is belegd, vindt de voorlopige vaststelling plaats door toezending van de documenten waarbij de leden gedurende een bepaalde termijn in gelegenheid worden gesteld hun opmerkingen kenbaar te maken.
Het is wenselijk een bepaling op te nemen omtrent de melding van wijzigingen welke zich (kunnen) voordoen ná de fractievorming aan het begin van elke raadsperiode. Dit is onder meer gewenst met het oog op de voor de raadsfracties geldende faciliteiten.
Het derde lid van dit artikel onder a en b gaat over de situatie dat een lid zich afsplitst van een fractie (sub a), of dat een lid wordt afgesplitst (sub b, men spreekt in een dergelijke situatie ook wel van ‘uit de fractie zetten’).
Een mededeling als bedoeld in het derde lid onder sub b is alleen geldig indien deze mededeling wordt ondertekend door alle overblijvende leden van de oorspronkelijke fractie, met dien verstande dat het aantal ondertekenaars in ieder geval meer dan de helft van de leden van de oorspronkelijke fractie vertegenwoordigt. Voor fracties met twee leden is een afsplitsing op grond van artikel 3, derde lid, sub b derhalve niet mogelijk.
Fracties die ontstaan door afsplitsing worden aangeduid met ‘fractie’ gevolgd door de naam of namen van de persoon/personen die de fractie vormt/vormen. Indien een fractie die door de afsplitsing is ontstaan uit meerdere personen gaat bestaan, dan kan die fractie bij aanvang aangeven dat slechts de naam van een van haar leden zal worden gevoerd.
Op grond van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden ontvangen fractievoorzitters een toeslag op de tegemoetkoming vanwege het raadslidmaatschap. In verband hiermee dient onomstotelijk vast te staan wie binnen een fractie deze taak op zich heeft genomen. Indien geen datum in de opgave aan de voorzitter is genoemd, dan is de datum van ontvangst door de voorzitter bepalend.
Hoofdstuk 5 Het houden van vergaderingen
Artikel 17 | Vergadermodel: beeldvorming, oordeelsvorming en besluitvorming
Beeldvormende behandeling van een onderwerp heeft tot doel raadsleden te informeren over het onderwerp en heeft zoveel mogelijk een informeel karakter. Zie hoofdstuk 2 van het Reglement van orde op de raadscommissies; raadsinformatiebijeenkomsten.
Oordeelsvormende behandeling van een onderwerp -ook wel meningsvorming genoemd- heeft tot doel dat de raads(commissie)leden argumenten wisselen en zich politiek kunnen profileren over het geagendeerde onderwerp, om vervolgens hierover een advies te geven aan de gemeenteraad.
Besluitvormende behandeling heeft tot doel besluiten te nemen over geagendeerde onderwerpen.
Artikel 18 | Vergaderfrequentie en -tijd
Met ‘in bijzondere gevallen’ (lid 3) worden de volgende vergaderingen bedoeld: de installatieraad, de afscheidsraad, de vergadering waarin het college in de oude samenstelling afscheid neemt, de vergadering waarin het college in de nieuwe samenstelling wordt benoemd, de vergadering waarin de programmabegroting voor het volgende jaar wordt behandeld.
Bij lid 4 gaat het om vergaderingen die voor een specifiek agendapunt worden uitgeschreven.
Artikel 19 | Geluid- en beeldregistraties, toehoorders en pers
De beeld- en geluidsregistraties van de openbare raadsvergaderingen worden in de regel vanwege gemeentewege via internet openbaar gemaakt door middel van live-uitzending. Aanwezigen bij de raadsvergadering kunnen hierop herkenbaar in beeld zijn.
Het is in beginsel niet toegestaan zonder voorafgaande toestemming van de griffier of een door hem daartoe aangewezen functionaris audio- en video- opnamen te maken.
Artikel 20 | Oproep vergadering
De oproep bevat de dag, tijdstip en plaats van de vergadering alsmede de voorlopige agenda met daarbij behorende voorstellen en de wijze waarop een ieder de bij de vergadering behorende documenten kan inzien. De voorlopige agenda wordt opgesteld op basis van de voorstellen die om advies zijn voorgelegd aan de raadscommissies.
Alle bij de oproep voor de vergadering behorende documenten zijn digitaal beschikbaar en raadpleegbaar in het raadsinformatiesysteem. Indien de raadscommissie aanvullende informatie van het college wenst ten behoeve de bespreking in de gemeenteraad -spoedeisende gevallen uitgezonderd- wordt met de raadscommissie afgesproken wanneer de aanvullende informatie wordt aangeboden aan de raad door tussenkomst van de griffie.
Het artikel zoekt zoveel mogelijk aansluiting bij artikel 19 Gemeentewet om de agenda en de daarbij behorende voorstellen openbaar te maken.
De openbare documenten voor de raadsvergadering kunnen geraadpleegd worden via de website van de gemeente Alkmaar. Leden van de raad kunnen de documenten voor de vergadering ook raadplegen in een applicatie die hiervoor beschikbaar is gesteld.
Documenten waar geheimhouding op rust liggen voor de raad ter inzage bij de griffie. Van het inzien van de geheime stukken wordt een register bijgehouden dat bij het desbetreffende stuk ter inzage ligt.
Artikel 22 | Verhindering of verlaatte bijwoning vergadering
Een lid dat is verhinderd de vergadering bij te wonen of zich na aanvang van de vergadering zal aansluiten, meldt dit tijdig voor aanvang van de vergadering via de griffier aan de voorzitter.
Artikel 24 | Opening vergadering; quorum
Bij afwezigheid van de voorzitter op het tijdstip dat de vergadering is belegd of op het afgesproken tijdstip waarop een vergadering na een schorsing wordt hervat, (her)opent de plaatsvervangend voorzitter van de raad.
Volgens artikel 20 Gemeentewet wordt de vergadering van de raad niet geopend voordat op basis van de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden op dat moment aanwezig is. De voorzitter belegt onder verwijzing naar artikel 20 Gemeentewet, opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het laten uitgaan van de oproep ligt.
Artikel 25 | Vaststellen agenda
Nadat de vergadering is geopend en de mededelingen zijn gedaan, stelt de raad zijn agenda vast.
De agenda is doorgaans opgebouwd uit de volgende onderdelen:
Het gaat hierbij om vragen aan het college over politiek actuele onderwerpen die gelet op de urgentie niet kunnen worden geagendeerd in de eerstvolgende raadscommissie. Denk daarbij aan informatieverzoeken, verzoeken om een toezegging ed.. Tijdens de rondvraag vindt er geen debat plaats. (zie verder artikel 45 van dit reglement).
Hierbij gaat het om vooraf aangekondigde actuele onderwerpen waarover de indiener een kort politiek en bestuurlijk constructief debat wil voeren met de raad en/of het college dan wel burgemeester. Denk bijvoorbeeld aan een ramp of een schokkend voorval. Hiervoor geldt maximaal twee minuten per fractie per onderwerp (zie verder artikel 46 van dit reglement).
Moties vreemd aan de orde van de agenda
Het gaat om onderwerpen waarover een raadsuitspraak wordt verlangd. (zie artikel 44 van dit reglement)
Als een voorstel dat op de agenda staat wordt teruggenomen door het orgaan waarvan het afkomstig is, dan blijft het agendapunt op de agenda, tenzij de raad besluit het onderwerp niet te behandelen.
Artikel 27 | Besluitenlijst en verslag
Na de raadsvergadering wordt zo spoedig mogelijk het verslag opgesteld. Het verslag bevat:
een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist. Indien alle leden van een fractie bij een stemming op dezelfde wijze hebben gestemd, wordt volstaan met het vermelden van de naam van de fractie; bij stemming bij handopsteken wordt volstaan met het aantal voor- en tegenstemmers, alsmede het aantal personen dat zich van stemming onthouden heeft;
Deelnemers aan de raadsvergadering kunnen een voorstel doen voor wijziging van het verslag. De wijziging kan gaan over de eigen inbreng alsmede over technische aspecten van het verslag. Een wijzigingsvoorstel dient minimaal 48 uur voor de raadsvergadering aan de griffie te worden gemeld, zodat er voldoende tijd is om het wijzigingsvoorstel te checken, alvorens het wordt voorgelegd aan de raad.
Artikel 28 | Ingekomen stukken
De raadsleden worden dagelijks via het raadsinformatiesysteem geïnformeerd over de ingekomen stukken inclusief een advies over de procedurele afhandeling. Van de ingekomen stukken wordt een lijst bijgehouden die wordt afgesloten en toegevoegd op het moment dat de agenda wordt gepubliceerd. Ingekomen stukken die na de publicatiedatum binnenkomen, worden op de lijst voor de volgende vergadering geplaatst.
De raadsleden hebben de mogelijkheid tot het aanpassen van de geadviseerde wijze van afdoening.
De ingekomen stukken die tot het domein van de raadscommissie behoren, worden op de lijst ingekomen stukken van de desbetreffende commissie geplaatst.
Hoofstuk 6 Wijze van beraadslagen en stemming
Artikel 29 | Deelname aan beraadslagingen
In verband met de technische voorzieningen ten behoeve van de uitzending van de raadsvergadering is het noodzakelijk dat de leden van de raad en overige aanwezigen uitsluitend spreken vanaf de plek die vooraf is bepaald. De voorzitter kan toestaan dat in incidentele gevallen hiervan wordt afgeweken.
De raad kan een vertegenwoordiger van een onderwerp dat zonder tussenkomst van de raadscommissie op de raadsagenda is geplaatst, uitnodigen voor een korte toelichting. De voorzitter geeft de vertegenwoordiger bij het betreffende agendapunt als eerste het woord.
Artikel 30 | Aantal spreektermijnen en spreektijden
Het is aan de fracties om vooraf te bepalen hoeveel beschikbare tijd zij voor elk agendapunt willen gebruiken. De voorzitter draagt zorg dat de beschikbare tijd niet wordt overschreden. In voorkomend geval zal de voorzitter de spreker verzoeken zijn rede onverwijld te beëindigen.
Artikel 31 | Voorstellen van orde, handhaving orde en schorsing
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Elk lid van de raad kan tijdens de beraadslaging de voorzitter verzoeken om een schorsing. Betrokkene dient daarbij de benodigde verwachte schorsingstijd aan te geven. De voorzitter geeft na de schorsing het lid van de raad de gelegenheid om aan te geven waarom de schorsing was aangevraagd, en wat het heeft opgeleverd.
Artikel 33 | Algemene bepalingen over stemming
Indien een of meer leden om stemming vragen dan geschiedt dit op elektronische wijze dan wel bij handopsteking, tenzij een lid vraagt om mondelinge stemming bij hoofdelijke oproeping. Indien de voorzitter van oordeel is dat een verzoek om mondelinge hoofdelijke stemming oneigenlijk wordt gebruikt, kan hij de raad voorstellen om op elektronische wijze dan wel bij handopsteking te stemmen.
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Indien de stemmen staken in een voltallige vergadering of in een ingevolge lid 11 opnieuw belegde vergadering, is het voorstel niet aangenomen. Onder voltallige vergadering wordt verstaan een vergadering waarin alle leden waaruit de raad bestaat, voor zover zij zich niet van deelneming aan de stemming moesten onthouden, een stem hebben uitgebracht.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid van de raad het recht zijn uit te brengen stem kort te motiveren.
De formulering van een stemverklaring begint met: ik/mijn fractie is voor/tegen het voorstel omdat <kort en bondige motivering>
Artikel 35 | Primus mondelinge hoofdelijke stemming
Indien besloten wordt tot mondelinge hoofdelijke stemming wordt bij dat betreffende onderwerp bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen. Bij het daar genoemde lid begint de mondelinge hoofdelijke stemming.
Artikel 37 | Stemming over personen
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid van dit artikel verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
De Gemeentewet geeft aan dat over benoemingen van personen, het opstellen van een voordracht of aanbeveling schriftelijk moet worden gestemd. Deze stemming is geheim (artikel 31 Gemeentewet). Indien iemand ontslag neemt dan vindt er geen schriftelijke stemming plaats, maar wordt volstaan met een raadsbesluit.
Bij een stemming over personen is het van belang te weten of sprake is van een aanbeveling of een voordracht.
Een voordracht is voor de raad bindend: de raad heeft geen andere keuze dan de keuze tussen degenen die op de voordracht zijn vermeld. Dit houdt concreet in dat een stembriefje dat een naam bevat van een niet op de voordracht geplaatst persoon, ongeldig is (artikel 37, vijfde lid, sub d van dit reglement).
Een aanbeveling is een voorstel waarvan de raad mag afwijken. In dat geval kan de raad iemand benoemen buiten de aanbeveling.
Een ongeldig stembriefje telt wel mee voor de vaststelling of aan het stemquorumvereiste (artikel 31 Gemeentewet) is voldaan. Bij het vaststellen van de uitslag van een schriftelijke stemming wordt met blanco of anderszins ongeldige stembriefjes geen rekening gehouden (het besluitquorum; artikel 32 Gemeentewet).
Artikel 38 | Herstemming over personen
Wanneer ook bij de tweede stemming niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Artikel 39 | Besloten vergadering en (opheffen) geheimhouding
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86 tweede en derde lid Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Artikel 40 | Verslag besloten vergadering
Van een besloten vergadering wordt alleen een verslag gemaakt. Het verslag is uitsluitend voor de leden van de raad beschikbaar en ligt ter inzage bij de griffie. In de eerstvolgende openbare vergadering wordt de geheimhouding bekrachtigd, en vervolgens het verslag vastgesteld. Indien het wenselijk is over de inhoud van het verslag het woord te voeren, dan wordt deze pas vastgesteld in de eerstvolgende besloten vergadering.
Hoofdstuk 7 Instrumenten van de raad
Artikel 42 | Schriftelijke vragen
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen drie weken nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats tijdens de raadsvergadering onder het agendapunt ‘Rondvraag’. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college of de burgemeester de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden.
Het schriftelijke vragenrecht is op grond van artikel 155 lid 1 Gemeentewet voorbehouden aan raadsleden. Een schriftelijk vraag heeft betrekking op de keuze die door het college of de burgemeester wordt gemaakt. De beantwoording is dan ook voorzien van een collegebesluit.
De schriftelijke vragen komen binnen in briefvorm voorzien van het logo van de partij, verwijzend naar artikel 42 vragen RvO, en ondertekend door het vragenstellend raadslid.
De griffier toetst namens de voorzitter van de raad bij indiening of de vragen betrekking hebben op de bevoegdheden van het college of de burgemeester, of al eerder en nagenoeg gelijkluidende vragen zijn ingediend, of het onderwerp van de vragen kort te voren is behandeld in de raad, of het in een van de commissies aan de orde is geweest, dan wel binnenkort wordt geagendeerd, alsmede of sprake is van passend woordgebruik.
Indien de reguliere termijn voor de beantwoording van schriftelijke vragen is verstreken, vormt het feit dat deze vragen zijn gesteld geen belemmering meer om een ander instrument van de raad over dat onderwerp in te zetten. Zo nodig treedt de griffier of een door hem aan te wijzen ambtenaar daarover in contact met de vragensteller.
De beantwoording van de vragen kan op verzoek van een lid van de raad worden geagendeerd voor de desbetreffende commissie. Hij dient daarvoor een schriftelijke verzoek, inclusief reden voor agendering, in bij de agendacommissie.
Technisch informatieve vragen over onderwerpen waarbij het om feitelijkheden gaat, kunnen zowel door raadsleden als door commissieleden via de griffie aan ambtenaren worden gesteld. De beantwoording gaat alleen naar de vragensteller. Betrokkene bepaalt zelf of hij het met andere leden van de raad(scommissie) wil delen.
Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd beslispunt in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Alleen kan beraadslaagd worden over amendementen die zijn ingediend door leden van de raad, die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
Een amendement is een wijziging op het voorgestelde besluit. Voor het opstellen van het amendement is een format beschikbaar. De formulering van de wijziging moet juridisch correct en uitvoerbaar zijn. De griffie kan gevraagd worden om ondersteuning en advisering bij het opstellen van een amendement. Voor een voorspoedig verloop van de vergadering en een zorgvuldige besluitvorming heeft het de voorkeur om het amendement tijdig bij de griffie aan te kondigen en (zo mogelijk) uiterlijk op de dag van de raadsvergadering vóór 12.00 uur aan te leveren ten behoeve van de publicatie.
Een motie is een verzoek aan het college of de burgemeester, maar kan ook een uitspraak van de raad bevatten. Voor het opstellen van de motie is een format beschikbaar. De griffie kan gevraagd worden om ondersteuning en advisering bij het opstellen van de motie. Voor een voorspoedig verloop van de vergadering en een zorgvuldige besluitvorming heeft het de voorkeur om de motie tijdig bij de griffie aan te kondigen en (zo mogelijk) uiterlijk op de dag van de raadsvergadering vóór 12.00 uur aan te leveren ten behoeve van de publicatie.
De moties over niet op agenda opgenomen onderwerpen, de zgn. moties vreemd aan de orde van de agenda, moeten bij de vaststelling van de agenda door de indiener(s) worden gemeld, en ingediend bij de voorzitter. Dat is het formele moment waarop de motie aan de agenda wordt toegevoegd.
Het gaat hierbij om vragen aan het college over politiek actuele onderwerpen die gelet op de urgentie niet kunnen worden geagendeerd in de eerstvolgende raadscommissie. Denk daarbij aan informatieverzoeken, verzoeken om een toezegging ed.. Tijdens de rondvraag vindt er geen debat plaats.
Indien er meerdere onderwerpen voor de rondvraag zijn ingediend, bepaalt de voorzitter per onderwerp de spreektijd voor de vragensteller, het college en voor de overige leden van de raad.
Het tweeminutendebat beoogt het snel kunnen inspelen op een actualiteit die op grote publieke belangstelling kan rekenen (denk aan een ramp of schokkend voorval), en waarbij de bevindingen van het college of de burgemeester, alsmede de meningen van de fracties snel kenbaar worden.
Dit instrument voorkomt dat op het laatste moment nog een motie vreemd aan de orde van de agenda moet worden voorbereid om het actuele onderwerp te kunnen bespreken, dan wel een verzoek voor een extra raadsvergadering overeenkomstig artikel 17 lid 2 Gemeentewet moet worden aangevraagd.
Artikel 47 | Initiatiefvoorstellen
Na indiening bij de voorzitter:
heeft het college een termijn van in totaal dertig werkdagen om eventuele wensen en bedenkingen schriftelijk kenbaar te maken aan de voorzitter. Indien het geven van wensen en bedenkingen niet binnen deze termijn kan plaatsvinden, stelt het college de initiatiefnemer hiervan gemotiveerd in kennis, en geeft daarbij een zo kort mogelijke termijn waarbinnen het geven van wensen en bedenkingen zal plaatsvinden.
en heeft de initiatiefnemer, in het geval van wensen en bedenkingen, eenentwintig dagen de tijd vanaf het moment van ontvangst van de wensen en bedenkingen gerekend, om het voorstel in te trekken of (on)gewijzigd door te zetten. Indien de initiatiefnemer niet binnen eenentwintig dagen reageert, wordt het voorstel als ingediend beschouwd.
De behandeling van het voorstel vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende voorstellen en onderwerpen zijn behandeld, tenzij de raad oordeelt dat het voorstel met het oog op de orde van de vergadering tezamen met een ander geagendeerd voorstel of onderwerp dient te worden behandeld, dan wel eerst om advies wordt voorgelegd aan de raadscommissie.
Raadsleden kunnen initiatieven ontwikkelen. Een initiatiefvoorstel dient aan de minimale eisen van kwaliteit te voldoen die ook voor voorstellen van het college gelden. Het format voor voorstellen van het college kan hiervoor gebruikt worden. Een initiatiefvoorstel geeft in elk geval inzicht in de aanleiding, het doel en wat men wil bereiken. Ook de relatie met eerder genomen besluiten, de relevante beleidsterreinen en de financiële consequenties dienen te worden toegelicht. In het ontwerpbesluit zijn de beslispunten enkelvoudig geformuleerd. Voordat een initiatiefvoorstel wordt aangeboden, biedt de initiatiefnemer zijn voorgenomen initiatief ter toetsing aan bij de griffie.
Artikel 49 | Verslag en verantwoording
Een wethouder, de burgemeester, de secretaris of een lid van de raad, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht om – indien hierover stukken op de lijst ingekomen stukken staan- verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur aan de orde zijn geweest. De voorzitter kan de door de raad gewenste bespreking verwijzen naar de raadscommissie.
Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen als bedoeld in artikel 48, zijn van overeenkomstige toepassing.
In de raadscommissie is een vast agendapunt opgenomen waarin de vertegenwoordigers gelegenheid krijgen om verslag te doen van de vergaderingen van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam en/of gemeenschappelijk regeling waarin zij namens de gemeenteraad zijn vertegenwoordigd.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en de wethouders. Bij vaststelling van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek, wordt het verzoek in stemming gebracht. Voor inwilliging van het verzoek is tenminste eenvijfde van het aantal leden vereist. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Het houden van een interpellatie, ook wel bekend als verantwoordingsdebat, is één van de mogelijkheden van de raad om het college en de burgemeester te vragen verantwoording af te leggen omtrent het gevoerde bestuur. Het recht van interpellatie heeft betrekking op onderwerpen van een meer bestuurlijk (politiek) gewicht. De interpellatie kan uitmonden in een motie waarin het vertrouwen in een of meer leden van het college wordt opgezegd, of een motie van afkeuring waarin de handelwijze van een of meer leden van het college wordt afgekeurd.
Artikel 51 | Recht van onderzoek
Indien éen of meer leden van de raad willen voorstellen nader onderzoek in te stellen naar het door het college of de burgemeester gevoerde bestuur, wordt daarvoor een schriftelijk voorstel ingediend bij de voorzitter onder opgave van een omschrijving van het onderwerp van onderzoek en een toelichting.
Zie voor de uitvoering van het recht van onderzoek -ook wel recht van enquête genoemd- de artikelen 155a tot en met artikel 155f Gemeentewet, en de Verordening op het onderzoekrecht van de raad gemeente Alkmaar.
Alkmaar, 21 april 2022
De raad van Alkmaar,
mw. drs. A.M.C.G. Schouten (voorzitter)
mw. mr. V.H. Hornstra (griffier)
Bijlage behorende bij artikel 5: Stappenplan Integriteitscan kandidaat-wethouders
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-196751.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.