Gemeenschappelijke regeling WEDEKA Bedrijven

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Borger-Odoorn, Midden-Groningen, Stadskanaal, Veendam en Westerwolde, ieder voor zij voor de eigen gemeente bevoegd zijn,

 

Overwegende dat de colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Borger-Odoorn, Midden-Groningen, Stadskanaal, Veendam en Westerwolde zijn overgegaan tot het wijzigen van de Gemeenschappelijke Regeling voor Wedeka Bedrijven te Stadskanaal na toestemming van de gemeenteraden.

 

De besluiten zijn gedateerd:

Borger-Odoorn : 27 januari 2022

Midden-Groningen : 3 februari 2022

Stadskanaal : 31 januari 2022

Veendam : 7 februari 2022

Westerwolde : 26 januari 2022

 

Gelet op:

 

de Wet sociale werkvoorziening (Wsw);

de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr);

de Gemeentewet;

het besluit van het Algemeen Bestuur d.d. 31 maart 2022, tot wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Wedeka Bedrijven

 

Besluiten:

 

de Gemeenschappelijke Regeling Wedeka Bedrijven vast te stellen;

deze regeling bekend te maken middels publicatie.

 

Artikel 1 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    College: Het college van de deelnemende gemeente.

  • 2.

    Deelnemers: De aan de gemeenschappelijke regeling deelnemende colleges.

  • 3.

    De Wet: Wet Gemeenschappelijke Regelingen.

  • 4.

    Fte: Fulltime equivalent, op basis van een dienstverband van 36 uur.

  • 5.

    Gedeputeerde Staten: Het college van gedeputeerde staten van de provincie Groningen.

  • 6.

    Gemeenten: De gemeenten die deelnemen aan deze regeling, te weten: Borger-Odoorn, Midden- Groningen, Stadskanaal, Veendam en Westerwolde.

  • 7.

    Openbaar Lichaam: Het rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam Wedeka Bedrijven als bedoeld in artikel 2 van deze regeling.

  • 8.

    Werknemer: Wsw-geindiceerde medewerker in dienst van het openbaar lichaam.

  • 9.

    Wsw: Wet sociale werkvoorziening.

 

Artikel 2 Algemene bepalingen

  • 1.

    Ingesteld wordt een rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 2.

    Het openbaar lichaam draagt de naam ‘Wedeka Bedrijven’ en is gevestigd te Stadskanaal.

  • 3.

    Het Bestuur van het openbaar lichaam bestaat uit:

    • Het Algemeen Bestuur.

    • Het Dagelijks Bestuur.

  • 4.

    De colleges dragen de volledige uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening voor wat betreft de tot de doelgroep van de Wet Sociale Werkvoorziening behorende ingezetenen die werkzaam zijn bij Wedeka Bedrijven aan Wedeka Bedrijven over, met uitzondering van:

    • -

      de intake-procedure en het nemen van (her-)indicatiebeschikkingen;

    • -

      het formeel werkgeverschap over de ingezetenen, genoemd in de eerste volzin van artikel 3, eerste lid;

    • -

      het bevorderen van begeleid werken en uitstroom uit de sociale werkvoorziening;

    • -

      het ontvangen van en afleggen van verantwoording over de door de gemeente ontvangen rijksbijdrage.

  • 5.

    Ten behoeve van de taken van Wedeka Bedrijven, genoemd in het vorige lid, zal elk college aan Wedeka Bedrijven, over de gehele periode dat een ingezetene van de betreffende gemeente bij Wedeka Bedrijven werkzaam is, een door het Algemeen Bestuur van Wedeka Bedrijven, aan de hand van de met de in het vorige lid genoemde taken gemoeide kosten, vast te stellen gedeelte van de rijksbijdrage, bedoeld in de Wet Sociale Werkvoorziening, die deze gemeente voor die ingezetene ontvangt, toekennen.

  • 6.

    Elk college verplicht zich er zorg voor te dragen dat de tot de doelgroep van de Wet Sociale Werkvoorziening behorende ingezetenen van de betreffende gemeente bij Wedeka Bedrijven werkzaam zijn.

 

Artikel 3 Taken van Wedeka Bedrijven

  • 1.

    Wedeka Bedrijven heeft tot taak om voor ingezetenen van de gemeenten die blijkens een indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking van het betreffende college tot de doelgroep van de Wet Sociale Werkvoorziening behoren, als materieel werkgever op te treden in de door het college aan te bieden arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht voor het verrichten van arbeid onder aangepaste omstandigheden, en deze werknemers daartoe een passende arbeidsplaats aan te bieden.

  • 2.

    Daarnaast heeft Wedeka Bedrijven tot taak de volledige uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening voor die werknemers in de zin van die wet, die op basis van een arbeidsovereenkomst bij Wedeka Bedrijven werkzaam zijn.

  • 3.

    Indien een college andere taken en bevoegdheden, behorend tot de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening, dan de in lid 1 en 2 genoemde aan Wedeka Bedrijven wenst over te dragen kan het in overleg met Wedeka Bedrijven daartoe een aanwijzingsbesluit nemen als bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Wet Sociale Werkvoorziening.

 

Artikel 4 Besluiten taken en bevoegdheden

  • 1.

    Een college kan in een afzonderlijk besluit taken en bevoegdheden, met betrekking tot uitvoering van de Participatiewet, voor wat betreft de tot de doelgroep Nieuw beschut onder de Participatiewet behorende ingezetenen aan Wedeka Bedrijven overdragen.

  • 2.

    Een college kan in een afzonderlijk besluit taken en bevoegdheden, met betrekking tot uitvoering van de Participatiewet, voor zover het betreft arbeidsinschakeling ten aanzien van personen die door de deelnemers zijn aangemeld, en die vallen onder de werking van artikel 7, eerste lid, sub a van de Participatiewet aan Wedeka Bedrijven overdragen.

  • 3.

    Colleges kunnen bij afzonderlijk eensluidend besluit taken en bevoegdheden, met betrekking tot uitvoering van de Participatiewet, voor wat betreft de tot de doelgroep Nieuw beschut onder de Participatiewet behorende ingezetenen aan Wedeka Bedrijven overdragen.

  • 4.

    Colleges kunnen bij afzonderlijk eensluidend besluit taken en bevoegdheden, met betrekking tot uitvoering van de Participatiewet, voor zover het betreft arbeidsinschakeling ten aanzien van personen die door de deelnemers zijn aangemeld, en die vallen onder de werking van artikel 7, eerste lid, sub a van de Participatiewet aan Wedeka Bedrijven overdragen.

  • 5.

    De in het eerste tot en met vierde lid genoemde besluiten bevatten tevens de aanduiding van de specifieke bevoegdheden die door de deelnemers worden overgedragen aan Wedeka Bedrijven en de voorwaarden waaronder deze bevoegdheden worden uitgeoefend.

 

Artikel 5 Samenstelling Algemeen Bestuur

  • 1.

    Het college van elk der deelnemende gemeenten wijst uit zijn midden 2 personen aan als lid van het Algemeen Bestuur. Daarnaast wijst ieder college nog 1 persoon voor het Algemeen Bestuur aan, indien het aantal werknemers uit zijn gemeente ligt tussen 20% en 30%. Nog 1 persoon wordt aangewezen voor het Algemeen Bestuur, indien het aantal werknemers uit zijn gemeente 30% of meer bedraagt.

  • 2.

    De in lid 1 vermelde werknemer is de Wsw-geindiceerde medewerker in dienst van het openbaar lichaam.

  • 3.

    Elk lid van het Algemeen Bestuur dient aan het college dat hem heeft aangewezen, de door één of meer leden van dit college gevraagde inlichtingen te verstrekken op de wijze, bepaald in het Reglement van Orde van het betreffend college.

  • 4.

    Het college dat een lid van het Algemeen Bestuur heeft aangewezen kan dit lid te allen tijde ter verantwoording roepen voor het door hem in het Algemeen Bestuur gevoerde beleid.

  • 5.

    Het college dat een lid heeft aangewezen kan dat lid te allen tijde als lid ontslaan als dit lid niet meer het vertrouwen van het college bezit.

 

Artikel 6 Bevoegdheden

  • 1.

    Aan het Bestuur van het openbaar lichaam worden alle bevoegdheden van de deelnemers overgedragen met betrekking tot de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening, voor wat betreft de tot de doelgroep van de Wsw behorende ingezetenen die werkzaam zijn bij het openbaar lichaam of elders in het kader van begeleid werken.

  • 2.

    De bevoegdheden als bedoeld in lid 1 berusten bij het Algemeen Bestuur.

  • 3.

    Het Algemeen Bestuur kan bevoegdheden mandateren, dan wel delegeren aan het Dagelijks Bestuur, tenzij de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet.

  • 4.

    Het Dagelijks Bestuur kan een of meer leden van het Dagelijks Bestuur machtigen tot uitoefening van een of meer van zijn bevoegdheden, tenzij de regeling waarop de bevoegdheid steunt zich daartegen verzet.

  • 5.

    Het Dagelijks Bestuur kan bevoegdheden mandateren aan de Algemeen directeur. De mandatering vindt plaats in het directiestatuut.

 

Artikel 7 Vergaderingen Algemeen Bestuur

  • 1.

    Het Algemeen Bestuur vergadert tenminste tweemaal per jaar en voorts zo dikwijls als de voorzitter of tenminste twee leden van het Algemeen Bestuur schriftelijk met opgaaf van redenen zulks wensen.

  • 2.

    Ieder lid van het Algemeen Bestuur heeft één stem.

  • 3.

    Indien een Algemeen Bestuurslid een Bestuursvergadering niet kan bijwonen, kan een ander Algemeen Bestuurslid worden gemachtigd tot het uitvoeren van het stemrecht van het verhinderde Algemeen Bestuurslid.

  • 4.

    In een vergadering van het Algemeen Bestuur met gesloten deuren mag niet beraadslaagd noch een besluit genomen worden over het vaststellen of wijzigen van de begroting en het vaststellen van de jaarrekening.

  • 5.

    Het Algemeen Bestuur is het bevoegd orgaan om, bij meerderheid van stemmen, te besluiten tot deelname aan de Werkgeversvereniging Samenwerkende Gemeenschappelijke Organisaties (WSGO).

 

Artikel 8 Samenstelling Dagelijks Bestuur

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur bestaat uit maximaal 5 leden, waaronder de voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

  • 2.

    Ieder lid van het Dagelijks Bestuur heeft één stem.

  • 3.

    De benoeming van de leden van het Dagelijks Bestuur door het Algemeen Bestuur dient zodanig plaats te vinden dat alle deelnemers zijn vertegenwoordigd in het Dagelijks Bestuur.

 

Artikel 9 Vergaderingen Dagelijks Bestuur

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur vergadert zo dikwijls de voorzitter of tenminste twee leden van het Bestuur dat wensen.

  • 2.

    Op de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur is het bepaalde in artikel 8 van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 10 Informatie- en verantwoordingsplicht bestuur

  • 1.

    Het college van een deelnemende gemeente kan aan het Algemeen Bestuur schriftelijk inlichtingen vragen over alle zaken met betrekking tot de gemeenschappelijke regeling Wedeka Bedrijven.

  • 2.

    Een verzoek tot het verstrekken van inlichtingen wordt gericht aan het Algemeen Bestuur en ingediend bij de voorzitter. De gevraagde inlichtingen worden zo spoedig mogelijk verstrekt, voor zover niet in strijd met het algemeen belang en de geheimhoudingsplicht. Een afschrift van de verstrekte inlichtingen wordt door het Algemeen Bestuur gezonden aan de voorzitters van de colleges van de deelnemende gemeenten.

  • 3.

    Het verstrekken van inlichtingen zoals bedoeld in artikel 19a van de Wet gebeurt mondeling in de eerstvolgende vergadering van het Algemeen Bestuur en indien het Algemeen Bestuur of het Dagelijks Bestuur daartoe besluit tevens schriftelijk.

  • 4.

    Het afleggen van verantwoording zoals bedoeld in artikel 19a van de Wet gebeurt mondeling in de eerstvolgende vergadering van het Algemeen Bestuur en indien het Algemeen Bestuur of het Dagelijks Bestuur daartoe besluit tevens schriftelijk.

 

Artikel 11 De voorzitter

  • 1.

    Aan het begin van elke nieuwe zittingsperiode van het Algemeen Bestuur benoemt het Algemeen Bestuur uit zijn midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

 

Artikel 12 Taken van de voorzitter

  • 1.

    De voorzitter is belast met de leiding van de vergadering van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur.

  • 2.

    De voorzitter ondertekent met de secretaris alle van het Algemeen en het Dagelijks Bestuur uitgaande stukken.

 

Artikel 13 De Algemeen Directeur

  • 1.

    De Dagelijkse leiding van Wedeka Bedrijven berust bij de Algemeen directeur.

  • 2.

    De Algemeen directeur is secretaris van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur.

  • 3.

    Het Dagelijks Bestuur stelt een directiestatuut vast voor de Algemeen directeur.

  • 4.

    De Algemeen directeur is voor zijn/haar beleid verantwoording verschuldigd aan het Dagelijks Bestuur.

 

Artikel 14 De werknemers als bedoeld in de Wet sociale werkvoorziening

  • 1.

    De indienstneming, schorsing en het ontslag van werknemers met een dienstverband bij één der gemeenten, geschiedt door het college, zulks met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet Sociale Werkvoorziening.

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur kan personen, die woonachtig zijn buiten het rechtsgebied van deze regeling als werknemer een arbeidsplaats aanbieden op verzoek van het college van de gemeente waarvan de betrokken persoon ingezetene is. Het college van de gemeente waarvan de betrokkenen persoon ingezetene is betaalt een vergoeding.

  • 3.

    De vergoeding is tenminste gelijk aan het bedrag van de subsidie, waar de gemeente overeenkomstig het bepaalde bij en krachtens de Wet Sociale Werkvoorziening aanspraak op heeft voor de betreffende werknemer.

 

Artikel 15 Rechtspositie, arbeidsvoorwaarden SGO

  • 1.

    Op de ambtelijke werknemers vallend onder de rechtspositie SGO is de arbeidsvoorwaardenregeling SGO van Wedeka Bedrijven van toepassing.

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur stelt de arbeidsvoorwaardenregeling SGO van Wedeka Bedrijven vast na overleg met het Lokaal Overleg (LO).

 

Artikel 16 Financiën en beheer

  • 1.

    De gemeenten staan jegens derden garant voor de juiste betaling van rente en aflossing van de geldleningen, rekeningcourantovereenkomsten en de door het Dagelijks Bestuur opgenomen geldmiddelen.

 

Artikel 17 Exploitatieresultaat

  • 1.

    De gemeenten verbinden zich jaarlijks bij te dragen in het exploitatietekort, zoals dat blijkt uit de door het Algemeen Bestuur vastgestelde jaarrekening naar evenredigheid van het aantal ingezetenen van die gemeente dat als werknemer in het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, bij Wedeka Bedrijven werkzaam is op basis van fte's.

  • 2.

    De gemeenten verstrekken desgevraagd aan het Algemeen Bestuur een voorschot op de bijdrage in het exploitatietekort.

  • 3.

    Na vaststelling van de jaarrekening zendt het Dagelijks Bestuur binnen 30 dagen een definitieve berekening van de bijdrage in het exploitatietekort. De gemeenten voldoen de bijdragen aan Wedeka Bedrijven binnen 30 dagen na verzending van deze kennisgeving.

  • 4.

    Een exploitatieoverschot wordt toegevoegd aan de reserves en wordt bestemd in het belang van de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening.

 

Artikel 18 Toetreding en uittreding

  • 1.

    Voor toetreding tot deze regeling wordt volstaan met een door gedeputeerde staten goedgekeurd besluit van het college van de toe te treden gemeenten en een met toetreding instemmend besluit van het Algemeen Bestuur.

  • 2.

    Uittreding is mogelijk tegen de laatste dag van een jaar nadat drie jaren zijn verstreken van het moment dat het college middels aangetekend schrijven het Algemeen Bestuur in kennis heeft gesteld van een daartoe strekkend, door gedeputeerde staten goedgekeurd besluit.

  • 3.

    Van de termijn, gesteld in het voorgaande lid, kan het Algemeen Bestuur geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen.

  • 4.

    Het Algemeen Bestuur kan een toetredings- en uittredingsbedrag bepalen.

  • 5.

    Het Algemeen Bestuur geeft kennis aan de gemeenten van berichten van toe- en uittreding.

 

Artikel 19 Wijziging en aanvulling van de regeling

  • 1.

    Indien het voorstel uitgaat van het Algemeen Bestuur zendt het dit voorstel aan de colleges, die binnen twee maanden na verzending daarvan hun besluiten aan het Algemeen Bestuur kenbaar maken.

  • 2.

    Indien het voorstel uitgaat van één of meer colleges zendt het college respectievelijk zenden de colleges het voorstel aan het Algemeen Bestuur, waarna het Algemeen Bestuur het voorstel met zijn beschouwingen daaromtrent binnen twee maanden na ontvangst daarvan aan de colleges zendt, die binnen twee maanden na ontvangst hun besluiten aan het Algemeen Bestuur kenbaar maken.

  • 3.

    Het Algemeen Bestuur stelt de colleges in kennis van de genomen besluiten tot aanvaarding of verwerping van de in dit artikel bedoelde voorstellen.

 

Artikel 20 Opheffing

  • 1.

    Opheffing van deze regeling heeft plaats indien tenminste tweederde van de colleges daartoe besluit.

  • 2.

    In het geval deze regeling wordt opgeheven gaat het Algemeen Bestuur terstond tot liquidatie van Wedeka Bedrijven over. Het Algemeen Bestuur blijft gedurende de periode van liquidatie in functie.

  • 3.

    Het Algemeen Bestuur stelt terstond, gehoord de colleges, een liquidatieplan vast.

  • 4.

    Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de gemeenten tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing.

 

Artikel 21 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling wordt aangegaan voor onbepaalde duur.

  • 2.

    Bekendmaking en registratie vinden plaats overeenkomstig de bepalingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 3.

    Deze wijziging treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 4.

    Door de inwerkingtreding van deze regeling vervalt de Gemeenschappelijke Regeling Wedeka Bedrijven, zoals ingegaan per 26 november 2020.

  • 5.

    Als gemeente, bedoeld in artikel 26, eerste lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen wordt de gemeente Stadskanaal aangewezen.

 

 

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borger-Odoorn,

mevrouw D.C. Rensen

secretaris

 

de heer J. Seton

burgemeester

De raad van de gemeente Borger-Odoorn heeft in de vergadering van 27 januari 2022 ingestemd met de wijziging.

 

 

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen,

de heer H.J.W. Mulder

secretaris

 

de heer A. Hoogendoorn

burgemeester

De raad van de gemeente Midden-Groningen heeft in de vergadering van 3 februari 2022 ingestemd met de wijziging.

 

 

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stadskanaal,

de heer G.J. van der Zanden

secretaris

 

de heer K. Sloots

burgemeester

De raad van de gemeente Stadskanaal heeft in de vergadering van 31 januari 2022 ingestemd met de wijziging.

 

 

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veendam,

de heer A. Castelijn

secretaris

 

de heer B. Link

burgemeester

De raad van de gemeente Veendam heeft in de vergadering van 7 februari 2022 ingestemd met de wijziging.

 

 

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerwolde,

de heer H. Scheper

secretaris

 

de heer J. Velema

burgemeester

De raad van de gemeente Westerwolde heeft in de vergadering van 26 januari 2022 ingestemd met de wijziging.

 

 

Naar boven