Artikel
|
Omschrijving
|
Vast tarief
|
Variabel tarief
|
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
|
2.1.1
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
|
2.1.1.1
|
Aanlegkosten: de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft. De berekening van de kosten zoals in dit artikel bedoeld, geschiedt inclusief BTW.
|
|
|
2.1.1.2
|
Bouwkosten: a. de kosten die worden berekend aan de hand van de ‘ROEB-lijst’ zoals opgenomen in bijlage 2 bij deze tarieventabel; b. uitsluitend voor zover het in de aanvraag begrepen type bouwwerk naar zijn aard redelijkerwijs niet kan worden geacht te zijn opgenomen in de ‘ROEB-lijst’, wordt onder bouwkosten mede het volgende verstaan. De aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, Stcrt 2012, 1567), voor het uit te voeren werk. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. De berekening van de bouwkosten zoals bedoeld wordt onder sub a en b van dit artikel geschiedt inclusief BTW.
|
|
|
2.1.1.3
|
Sloopkosten: de aannemingssom inclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012 Stcrt 2012,1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting is inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft.
|
|
|
2.1.1.4
|
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
|
2.1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
|
2.1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
|
2.1.4
|
Vooroverleg: Dit vooroverleg is bedoeld voor concrete, inhoudelijke vragen over voorgenomen plannen met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is. Het verzoek om vooroverleg moet schriftelijk aangevraagd worden. Dit kan via een schriftelijk verzoek of via het formulier vooroverleg/principeverzoek.
|
|
|
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/principeverzoek
|
2.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
2.2.1
|
In verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is
|
€ 190,00
|
|
2.2.2
|
Indien na vooroverleg/principeverzoek geen formele aanvraag volgt, blijven de in rekening gebrachte kosten voor vooroverleg/principeverzoek verschuldigd. Dit geldt ook in het geval van een weigering.
|
|
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
|
2.3.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
2.3.1.1
|
Bouwactiviteiten: Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
|
|
|
2.3.1.1.1
|
een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo; 2,0% van de bouwkosten met een minimum van € 190,00;
|
|
2,00%
|
2.3.1.1.2
|
een aanvraag tot het verkrijgen van een van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een bouwactiviteit, als bedoeld onder 2.3.1.1.1 wordt verhoogd met een bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag, aan de aanvrager medegedeelde kosten van externe advieskosten, blijkend uit een begroting die ter zake door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar is opgesteld. Voor de toepassing van dit artikel wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de externe advieskosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht. Indien de werkelijke advieskosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.
|
|
|
2.3.1.1.3
|
een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een bouwactiviteit en/of gebruiksactiviteit, welke na beoordeling vergunningsvrij blijkt te zijn, op grond van artikel 2.1 lid 3 en 2.2 lid 2 van de Wabo
|
€ 190,00
|
|
2.3.1.2
|
Verplicht advies agrarische commissie: Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van aanvraag tot het verkrijgen van een advies van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen
|
€ 950,00
|
|
2.3.1.3
|
Advies Brabant Zorgvuldigheidsscore (BZV): Onverminderd het bepaalde in voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk wordt, indien de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld wanneer een extern advies is gevraagd voor de beoordeling van een geur- en fijnstofberekening, het verschuldigde bedrag verhoogd met de werkelijke kosten van het uitgebrachte advies
|
|
|
2.3.1.4
|
Achteraf ingediende aanvraag: Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een bouwactiviteit, indien de aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de (bouw)activiteit, wordt het overeenkomstig 2.3.1.1.1 berekende bedrag verhoogd met 50% met een minimum van € 300,00 en een maximum van € 2.500,00.
|
|
|
2.3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
|
2.3.2.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 390,00
|
|
2.3.2.2
|
Achteraf ingediende aanvraag: Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een aanlegactiviteit, indien de aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, wordt het overeenkomstig 2.3.2.1 berekende bedrag verhoogd met € 300,00.
|
|
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, wordt het tarief genoemd in onderdeel 2.3.1 vermeerderd met;
|
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 300,00
|
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking) en:
|
|
|
2.3.3.2.1
|
de bouwkosten < € 10.000 bedragen
|
€ 300,00
|
|
2.3.3.2.2
|
de bouwkosten tussen € 10.000 en €50.000 bedragen
|
€ 600,00
|
|
2.3.3.2.3
|
de bouwkosten tussen € 50.000 en €100.000 bedragen
|
€ 1.200,00
|
|
2.3.3.2.4
|
de bouwkosten > € 100.000 bedragen
|
€ 1.600,00
|
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 9.100,00
|
|
2.3.3.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
|
€ 300,00
|
|
2.3.3.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 300,00
|
|
2.3.3.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 300,00
|
|
2.3.3.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 300,00
|
|
2.3.3.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit) en:
|
|
|
2.3.3.8.1
|
de bouwkosten < € 10.000 bedragen
|
€ 300,00
|
|
2.3.3.8.2
|
de bouwkosten tussen € 10.000 en €50.000 bedragen
|
€ 600,00
|
|
2.3.3.8.3
|
de bouwkosten tussen € 50.000 en €100.000 bedragen
|
€ 1.200,00
|
|
2.3.3.8.4
|
de bouwkosten > € 100.000 bedragen
|
€ 1.600,00
|
|
2.3.3.9
|
Achteraf ingediende aanvraag: Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een activiteit zoals bedoeld onder 2.3.3, indien de aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, wordt het overeenkomstig 2.3.3.1 tot en met 2.3.3.8 berekende bedrag verhoogd met 50% met een minimum van € 300,00 en een maximum van € 2.500,00.
|
|
|
2.3.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo,
|
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking), bedraagt het tarief:
|
€ 300,00
|
|
2.3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking), bedraagt het tarief:
|
€ 300,00
|
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking), bedraagt het tarief:
|
€ 9.100,00
|
|
2.3.4.4
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan), bedraagt het tarief:
|
€ 300,00
|
|
2.3.4.5
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (in afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 300,00
|
|
2.3.4.6
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 300,00
|
|
2.3.4.7
|
Achteraf ingediende aanvraag: Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een activiteit zoals bedoeld onder 2.3.4, indien de aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, wordt het overeenkomstig 2.3.4.1 tot en met 2.3.4.6 berekende bedrag verhoogd met 50% met een minimum van € 300,00 en een maximum van € 2.500,00.
|
|
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
|
2.3.5.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 252,50
|
|
2.3.5.1.1
|
- vermeerderd met een toeslag voor een inrichting met een oppervlakte tot en met 100 m²
|
€ 178,45
|
|
2.3.5.1.2
|
- vermeerderd met een toeslag voor een inrichting met een oppervlakte meer dan 100 m² tot en met 500 m², per m²
|
€ 1,85
|
|
2.3.5.1.3
|
-vermeerderd met een toeslag voor een inrichting met een oppervlakte meer dan 500 m² tot en met 2.000 m²
|
€ 888,25
|
|
2.3.5.1.3.1
|
Artikel 2.3.5.1.3 wordt vermeerderd met een bedrag per m²
|
€ 0,50
|
|
2.3.5.1.4
|
- vermeerderd met een toeslag voor een inrichting met een oppervlakte meer dan 2.000 m² tot en met 5.000 m²
|
€ 1.694,40
|
|
2.3.5.1.4.1
|
Artikel 2.3.5.1.4 wordt vermeerderd met een bedrag per m²
|
€ 0,15
|
|
2.3.5.1.5
|
-vermeerderd met een toeslag voor een inrichting met een oppervlakte meer dan 5.000 m² tot en met 50.000 m²
|
€ 2.179,10
|
|
2.3.5.1.5.2
|
Artikel 2.3.5.1.5 wordt vermeerderd met een bedrag per m²
|
€ 0,05
|
|
2.3.5.1.6
|
-vermeerderd met een toeslag voor een inrichting met een oppervlakte meer dan 50.000 m²
|
€ 4.600,50
|
|
2.3.5.1.6.1
|
Artikel 2.3.5.1.6 wordt vermeerderd met een bedrag per m²
|
€ 0,05
|
|
2.3.5.2
|
Indien de aanvraag betrekking heeft op een inrichting met een tijdelijk karakter, zoals een tent e.d. dan bedragen de leges 10% van het volgens dit onderdeel berekende bedrag.
|
|
|
2.3.5.3
|
Indien de aanvraag om een vergunning als bedoeld onder 2.3.5.1 wordt ingetrokken voordat hierop een beslissing is genomen, wordt op verzoek voor 50% van de geheven leges ontheffing verleend.
|
|
|
2.3.5.4
|
Het tarief bedraagt, indien de aanvraag als bedoeld onder 2.3.5.1 betrekking heeft op:
|
|
|
2.3.5.4.1
|
uitbreiding van de inrichting: het tarief vermeld onder 2.3.5.1 met dien verstande, dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding;
|
|
|
2.3.5.4.2
|
gewijzigd gebruik van de gehele inrichting: 50% van de volgens onderdeel 2.3.5.1 berekende leges;
|
|
|
2.3.5.4.3
|
gewijzigd gebruik van een gedeelte van de inrichting: 50% van de volgens onderdeel 2.3.5.1 berekende leges met dien verstande, dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van het gewijzigde gedeelte.
|
|
|
2.3.5.4.4
|
Achteraf ingediende aanvraag: Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een activiteit brandveilig gebruik, indien de aanvraag wordt ingediend na het in gebruik nemen van het bouwwerk, wordt het overeenkomstig 2.3.5.1 t/m 2.3.5.4.3 berekende bedrag verhoogd met € 300,00.
|
|
|
2.3.6
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 14 van de gemeentelijke erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 175,00
|
|
2.3.6.2
|
Voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument;
|
€ 340,00
|
|
2.3.6.3
|
Achteraf ingediende aanvraag: Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een activiteit zoals bedoeld onder 2.3.6, indien de aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, wordt het overeenkomstig 2.3.6.1 tot en met 2.3.6.2 opgenomen bedrag verhoogd met 50%.
|
|
|
2.3.7
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
|
2.3.7.1
|
Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief
|
€ 300,00
|
|
2.3.7.2
|
In gevallen waarin dat een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid aanhef en onder a, van de Wabo:
|
€ 300,00
|
|
2.3.8
|
Uitweg/inrit
|
|
|
2.3.8.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met artikel 5:3 van de Verordening Fysieke Leefomgeving , bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten
|
€ 215,00
|
|
2.3.8.2
|
Achteraf ingediende aanvraag: Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een activiteit zoals bedoeld onder 2.3.8, indien de aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, wordt het overeenkomstig 2.3.8.1 opgenomen bedrag verhoogd met 50%
|
|
|
2.3.9
|
Projecten of handelingen in het kader van Natura2000-activiteiten
|
|
|
2.3.9.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 390,00
|
|
2.3.10
|
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet
|
|
|
2.3.10.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 220,00
|
|
2.3.11
|
Omgevingsvergunning in twee fasen: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.11.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
|
2.3.11.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
|
2.3.12
|
Beoordeling bodemrapport: Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
|
2.3.12.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€ 175,00
|
|
2.3.12.2
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
|
|
2.3.12.2.1
|
indien het betreft een bureaustudie
|
€ 265,00
|
|
2.3.12.2.2
|
indien het betreft een inventariserend veldonderzoek (booronderzoek) B477 inclusief Plan van aanpak
|
€ 400,00
|
|
2.3.12.2.3
|
indien het betreft een proefsleuvenonderzoek, inclusief voorafgaand Programma van eisen
|
€ 535,00
|
|
2.3.12.2.4
|
indien het betreft een Programma van eisen voor opgraving en begeleiding
|
€ 400,00
|
|
2.3.12.3
|
Indien blijkt dat na de eerste beoordeling van de in 2.3.12.2 genoemde onderzoeken vervolgonderzoek nodig is, wordt het tarief voor de beoordeling van de vervolgrapportage vermeerderd met 100%
|
|
|
2.3.13
|
Advies
|
|
|
2.3.13.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het College van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.3.13.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.13.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
2.3.13.3
|
Indien de werkelijke advieskosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.
|
|
|
2.3.14
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
2.3.14.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
|
2.3.14.2
|
Indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven
|
€ 300,00
|
|
2.3.14.3
|
Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: voor een aanvraag Gebiedsbescherming
|
€ 4.869,00
|
|
2.3.14.4
|
Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: voor een aanvraag wijzigingen Gebiedsbescherming
|
€ 4.009,00
|
|
2.3.14.5
|
Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: voor een intrekking aanvraag Gebiedsbescherming
|
€ 2.663,00
|
|
2.3.14.6
|
Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: voor een aanvraag Soortenbescherming door burgers
|
€ 2.146,00
|
|
2.3.14.7
|
Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: voor een aanvraag Soortenbescherming infrastructureel en gebiedsgericht
|
€ 6.625,00
|
|
2.3.14.8
|
Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: voor een aanvraag Soortenbescherming overige
|
€ 4.847,00
|
|
2.3.14.9
|
Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: voor een aanvraag overige
|
€ 4.750,00
|
|
2.3.15
|
Kappen
|
|
|
2.3.15.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van een houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of betreffend artikel van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2., eerste lid, aanhef en onder g. van de Wabo bedraagt het tarief
|
€ 0,00
|
|
2.3.16
|
Milieu effectrapportage
|
|
|
2.3.16.1
|
Indien het voor het vaststellen van een ruimtelijk besluit noodzakelijk is om een milieueffectrapportage procedure te doorlopen, wordt de som van het bedrag onder 2.3.3.3 en 2.6.1 vermeerderd met
|
€ 5.000,00
|
|
2.3.17
|
Verzoek hogere waarden Wet Geluidshinder
|
|
|
2.3.17.1
|
Indien het voor het vaststellen van een ruimtelijk besluit noodzakelijk is om een procedure tot vaststellen van hogere waarden Wet Geluidshinder te doorlopen, wordt hiervoor in rekening gebracht:
|
€ 800,00
|
|
2.3.18
|
Externe kosten Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD)
|
|
|
2.3.18.1
|
Onverminderd het bepaalde in voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk wordt, indien de aanvraag een veehouderij betreft waarvoor een GGD-advies gevraagd is, het verschuldigde bedrag verhoogd met de werkelijke kosten van het uitgebrachte advies.
|
|
|
2.3.19
|
Andere activiteiten: Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
|
2.3.19.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 100,00
|
|
2.3.19.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 175,00
|
|
2.3.19.3
|
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:
|
€ 175,00
|
|
2.3.19.4
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Hoofdstuk 4 Vermindering
|
2.4.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning binnen een termijn van 1 jaar is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg/principeverzoek als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in hoofdstuk 3.
|
|
|
2.4.2
|
Vermindering als gevolg van gecertificeerde bouw:
|
|
|
2.4.2.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op gecertificeerde bouw dan wordt voor de op grond van artikel 2.3.1.1.1 geheven leges een vermindering van toegepast van 30% tot een maximum van € 25.000.
|
|
|
2.4.2.2
|
Als ook het toezicht tijdens de bouw volledig gecertificeerd plaatsvindt, dan wordt op verzoek aanvullend een vermindering toegepast van 15% met een maximum van € 12.500.
|
|
|
2.4.2.3
|
De vermindering voor gecertificeerde bouw wordt toegepast indien de aanvraag is voorzien van een volgens een toepasbare landelijke erkenningsregeling, gecertificeerde bouwbesluittoets dan wel wanneer de bouwbesluittoets door een tot het landelijk stelsel i.o. toegelaten marktpartij wordt uitgevoerd in plaats van de gemeente. Het toezicht tijdens de bouw dient te worden uitgevoerd door een daartoe bevoegde organisatie, blijkend uit een geldig certificaat dat is uitgegeven door een geaccrediteerde certificerende instelling dan wel door een tot het landelijke stelsel i.o. toegelaten marktpartij in plaats van de gemeente. Onder een tot het landelijk stelsel i.o. toegelaten marktpartijen wordt verstaan: een kwaliteitsborger, die gedurende de implementatieperiode van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) tot aan inwerkingtreding van die wet, gerechtigd is een voorlopig toegelaten kwaliteitsborgingsinstrument te gebruiken als bedoeld in de door de VNG gecoördineerde proefprojecten voor de Wkb en dat instrument ook daadwerkelijk gebruikt.
|
|
|
2.4.2.4
|
Om voor vermindering genoemd onder 2.4.2.1 en 2.4.2.2 in aanmerking te komen moeten alle in te dienen stukken met betrekking tot het gehele bouwplan gecertificeerd zijn. Het toezicht dient vanaf het moment van de start van de bouw tot aan de gereedmelding gecertificeerd plaats te vinden.
|
|
|
2.4.3
|
Vermindering als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-, planologische, gebruiks-, sloop- of inritactiviteiten.: Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit activiteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3, 2.3.4, 2.3.5, 2.3.6, 2.3.7 en 2.3.8, intrekt terwijl deze al in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat, met in achtneming van 2.4.5, aanspraak op vermindering van een deel van de leges. De vermindering bedraagt:
|
|
|
2.4.3.1
|
Indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges
|
|
50,00%
|
2.4.3.2
|
Indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken en binnen 8 weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges
|
|
35,00%
|
2.4.3.3
|
Indien de aanvraag wordt ingetrokken na 8 weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges
|
|
25,00%
|
2.4.4
|
Vermindering als gevolg van het buiten behandeling laten van de aanvraag om een omgevingsvergunning
|
|
|
2.4.4.1
|
Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning zoals bedoeld in hoofdstuk 3 van titel 2 op grond van de artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling wordt gelaten, wordt het tarief ambtshalve verminderd met
|
|
100,00%
|
2.4.5
|
Minimumbedrag voor vermindering: Ongeacht het hiervoor in de hoofdstuk bepaalde gaat vermindering van de leges nooit zover dat niet tenminste verschuldigd blijft een bedrag van
|
€ 190,00
|
|
2.4.6
|
Van de overige leges in titel 2 verschuldigde leges wordt geen teruggaaf verleend
|
|
|
Hoofdstuk 5 Wijziging omgevingsvergunning
|
2.5.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
|
€ 140,00
|
|
2.5.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van de tenaamstelling van een omgevingsvergunning:
|
€ 40,00
|
|
Hoofdstuk 6 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
|
2.6.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen, wijzigen of uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in respectievelijk artikel 3.1, eerste lid, artikel 3.6, eerste lid, onder a, en artikel 3.6, eerste lid, onder b van de Wet Ruimtelijke Ordening
|
€ 9.100,00
|
|
2.6.2
|
Als onder 2.6.1 bedoeld plan deel uitmaakt van een zogenaamd veegplan bedraagt het tarief
|
€ 4.250,00
|
|
2.6.3
|
Als onder 2.6.1 bedoeld plan ziet op het verwijderen van de aanduiding 'iv' bedraagt het tarief
|
€ 1.025,00
|
|
2.6.4
|
Als onder 2.6.1. bedoeld plan ziet op het verwijderen van de bouwmogelijkheden als bedoeld in de sloop-bonusregeling van de planregels van het buitengebied bedraagt het tarief
|
€ 1.025,00
|
|
Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde beschikking
|
2.7.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
|
€ 190,00
|
|