Grondslagen van de tarieven voor herstel van schade aan verharding en groen voor de gemeente Gulpen-Witem 2022

De bijgevoegde tarieventabel 2022 vaststellen en als bijlage toevoegen aan het handboek kabels en leidingen en AVOI. De tarieventabel 2021 intrekken.

 

Voorstel grondslagen van de tarieven voor herstel van schade aan verharding en groen in de provincie Limburg.

 

2022

 

TARIEFGRONDSLAGEN t.b.v. HERSTELKOSTEN.

 

Inleiding:

 

De tariefgrondslagen voor 2022 zijn gebaseerd op de uitgangspunten van het GPKL (Gemeentelijk Platform Kabels en Leidingen) en wordt verwezen naar de “richtlijn Tarieven (graaf)-werkzaamheden telecom” van de VNG.

 

Deze zijn te downloaden op de website van de VNG;

 

https://gis.vng.nl/xlsm/Richtlijn-tarieven-graaf-werkzaamheden-Telecom-2022.xlsm

 

het gedeelte specifiek voor nutsbedrijven is te vinden in onderdeel:

Melding-en-berekening-straatwerk-2022.xlsm (live.com)

 

Deze tariefgrondslagen zijn van toepassing voor de gemeenten in de provincie Limburg die de OGN 2021 hebben ondertekend en de nutsbedrijven Enexis Netwerk en WML.

 

Deel 1 van deze grondslagen is gebaseerd op de rekentool van de GPKL.

 

Deel 2 zijn de eenheidsprijzen die niet landelijk zijn vastgesteld.

 

DEEL 1

Onderstaande artikelen verwijzen naar de artikelen, beschreven in de “richtlijn Tarieven (graaf)-werkzaamheden telecom”, uitgave van de VNG

 

Algemeen.

Deze tariefgrondslagen zijn van toepassing voor de gemeenten in de provincie Limburg die de OGN hebben ondertekend en de nutsbedrijven Enexis Netwerk en WML.

 

Het nutsbedrijf is gehouden tot het vergoeden van alle schaden, geleden en te lijden door de gemeente, voortvloeiende uit de door het nutsbedrijf uit te voeren werken aan de leidingen.

 

De berekening van de vergoeding van de schaden is gebaseerd op vier voor de betrokken partijen optredende kostensoorten:

 

1. Uitvoeringskosten

3. Degeneratiekosten

2. Onderhoudskosten

4. Beheerkosten

 

De normen en tarieven dienen te leiden tot dekking van in redelijkheid gemaakte kosten.

 

In de rekentool onderscheidt men 7 tariefgroepen;

 

A = Herstel en onderhoud, uitgevoerd door de gemeente

B1 = Herstel en onderhoud door aanbieder / netbeheerder

B2 = Herstel door aanbieder / netbeheerder, onderhoud door de gemeente

C = Herstel en onderhoud door de gemeente voorafgaand aan gehele herbestrating

C1 = Herstel en onderhoud door de aanbieder voorafgaand aan gehele herbestrating

C2 = Herstel door de aanbieder en onderhoud door de gemeente voorafgaand aan gehele herbestrating

D = Overige tarieven (asfalt, struiken etc.)

 

Opmerking m.b.t. alle tabellen in dit document:

het tarief behorend bij een onderdeel met hoeveelheid > 15 m2 geldt tot en met een hoeveelheid van maximaal 100 m2 als voor hetzelfde onderdeel ook een hoeveelheid is opgenomen > 100 m2.

 

Uitvoeringskosten.

 

In tabel 1A zijn de normen (manuren per eenheid) opgenomen afgeleid van de GPKL.

Tabel 1A

 

Tabel 1B betreft de uitvoeringskosten die door de contactgroep OGN voor de provincie Limburg zijn toegevoegd. De tarieven voor tabel 1B zijn verder uitgewerkt in deel 2.

Tabel 1B

 

In bijlage 2 is d.m.v. foto’s duidelijk gemaakt welke soort bestrating onder sierbestrating type 1, 2 en 3 vallen.

 

Het bepalen van de oppervlakte wordt berekend aan de uitgebroken m2 elementenverharding, zie bijlage 3 op bladzijde 19.

 

Voor meer informatie wordt verwezen naar de “Handreiking toepassing VNG herstraattarieven” die is te downloaden op de website van de GPKL.

 

De kosten voor het straatwerk worden per m2 c.q. m1 berekend door de op het werk betrekking hebbende kosten van de navolgende kostensoorten te sommeren:

A

kostprijs per mensuur

B

bouwstofkosten straatzand per m3, franco werk, los gestort

 

bouwstofkosten betontegels, per m2, franco werk

 

bouwstofkosten betonstraatstenen c.q. straatklinkers, per m2, franco werk

 

bouwstofkosten trottoirbanden in beton

 

bouwstofkosten opsluitbanden in zand

 

bouwstofkosten sierbestrating, per m2, franco werk

 

bouwstofkosten gazon, per m2, franco werk

 

bouwstofkosten berm, per m2, franco werk

 

Opmerking: Voor het bepalen van de te herstellen oppervlakken wordt uitgegaan van het aangegeven oppervlak per aangevraagd instemmingsbesluit/graafvergunning.

Het is niet toegestaan om de in de afzonderlijke instemmingsbesluiten/graafvergunningen aangeven oppervlakken op te tellen ten einde boven de 15 m2 respectievelijk100 m2 uit te komen. Dus:

  • 1.

    Per verleende vergunning (werkterrein) worden eerst alle herstelde oppervlakten per materiaalsoort bij elkaar opgeteld.

  • 2.

    Op het bij 1. berekende oppervlak wordt de bijbehorende tariefregel toegepast.

A kostprijs per mensuur

Tabel 2

 

De uurloonkosten voor het herstellen van elementen, bermen en gazon zijn:

Tabel 3

 

B Bouwstofkosten

Tabel 4

 

A + B Uitvoeringskosten

De uitvoeringskosten zijn dan de uurloonkosten vermeerderd met de bouwstoffenkosten.

Tabel 5

 

Bij tariefgroep A, C en D worden de eenheidsprijzen met ’n bepaald % verhoogd om ’n goede aansluiting op het bestaande straatwerk en bermen/gazon te kunnen realiseren, zie onderstaande tabel 5A.

Zie ook de verklaring in bijlage 3.

Tabel 5A

 

Bij tariefgroep C “Herstel en onderhoud door de gemeente voorafgaand aan gehele herbestrating” worden de betreffende eenheidsprijzen verlaagd, zie tabel 5B.

Tabel 5B

 

Het vermelde percentage van 42% bij “Herstel door de gemeente voorafgaand aan gehele herbestrating” geldt alleen indien dit vooraf is afgesproken en maximaal 1 jaar voor de geplande herbestrating.

 

Onderhoudskosten.

 

Voor de kosten verbonden aan het onderhoud gedurende eerste jaar wordt een percentage van de berekende uitvoeringskosten in rekening gebracht.

 

Onderhoudskosten

Onderhoudskosten in % van de uitvoeringskosten

Percentage slechte bodem

< 50%

50-60%

60-70%

70-80%

≥ 80%

Voet- en fietspaden (betontegels)

5%

5,75%

8%

13,25%

15%

Rijbanen (klinkers)

8%

9%

12%

18%

20%

In bijlage 1 staat voor iedere gemeente het percentage slechte bodem vermeld.

 

In de rekentool van de GPKL maakt men geen onderscheid tussen klinkers en tegels in relatie met rijbaan en voet- en fietspaden. Bij klinkers is de verdeling rijweg 80% en voetpad 20% en bij tegels voetpad 95% en rijweg 5%. Voordeel van deze keuze is dat er maar 1 eenheidsprijs is voor klinkers en tegels en geen onderscheid meer is voor rijbanen en voet-/fietspaden. Voordeel is minder eenheidsprijzen.

 

Tabel 6

 

Toelichting: (80 x 8%) + (20 x 5%) / 100 levert een gemiddeld percentage op voor de onderhoudskosten van 7,4%.

 

Degeneratiekosten.

 

De degeneratiekosten worden berekend als een percentage van de uitvoeringskosten per m2.

Hierbij worden de degeneratiekosten voor een langssleuf gerelateerd aan de oppervlaktenorm met een omvang van meer dan 15m2.

Voor een lasgat geldt de oppervlaktenorm kleiner dan of gelijk aan 15m2. Dwarssleuven groter dan 15 m2 worden berekend als langssleuven en dwarssleuven kleiner dan of gelijk aan 15 m2 worden gedefinieerd als lasgaten. De uitvoeringskosten, waaraan de degeneratiekosten volgens de Leidraad (https://www.gpkl.nl/page/102/tarieven/) zijn gekoppeld, worden berekend conform artikel 25 van deze Leidraad, waarbij de omzetbelasting buiten de berekening wordt gehouden. De genoemde prijsopbouw is daarmee “all-in” maar exclusief omzetbelasting.

De degeneratiekosten van de langssleuven worden berekend door de in de tabellen vermelde percentages te vermenigvuldigen met de uitvoeringskosten per omvangscategorie groter dan 15 m2 en met de lengte van de sleuf in m1. De berekening voor de degeneratiekosten voor lasgaten vindt plaats door de in de tabellen vermelde percentages te vermenigvuldigen met de uitvoeringskosten per omvangscategorie kleiner dan of gelijk aan 15 m2 en met het aantal te verrekenen lasgaten uitgedrukt in stuks.

 

In de “Richtlijn Tarieven (graaf)-werkzaamheden Telecom zijn de volgende % vastgesteld:

Bestratingsnorm 0 – 15 m 2

Degeneratiekosten in % van de uitvoeringskosten

Percentage slechte bodem

< 50%

50-60%

60-70%

70-80%

≥ 80%

Voet- en fietspaden (betontegels)

0%

4%

16%

46%

56%

Rijbanen (klinkers)

32%

45%

84%

129%

158%

Tabel “Richtlijn Tarieven (graaf)- werkzaamheden telecom”

 

Bestratingsnorm meer dan 15 m 2

Degeneratiekosten in % van de uitvoeringskosten

Percentage slechte bodem

< 50%

50-60%

60-70%

70-80%

≥ 80%

Voet- en fietspaden (betontegels)

0%

1%

4%

49%

64%

Rijbanen (klinkers)

13%

18,25%

34%

67,75%

79%

Tabel “Richtlijn Tarieven (graaf)- werkzaamheden telecom”

 

Tabel 7

 

*) De degeneratiekosten zijn in het degeneratieonderzoek 1987-1991, uitgevoerd door DHV, als percentage van de uitvoeringskosten vastgesteld. De degeneratiekosten waren in 1991 inclusief 18,5% BTW en daarom wordt op het totaalbedrag van de degeneratiekosten, nog steeds het toenmalige Btw-tarief van 18,5% in mindering gebracht.

 

Bovenstaande tekst staat in “Richtlijn Tarieven (graaf)-werkzaamheden telecom” op blad 60.

 

Tabel 7A:

 

Voorheen stond hier de tabel met vermelding van de jaarlijkse vergoeding vanuit Enexis en WML per aansluiting die aan (deelnemende) gemeenten werden verstrekt voor de beheer- en degeneratiekosten.

Deze tabel is met de komst van de OGN2021 komen te vervallen (beheer- en degeneratiekosten worden per 01-01-2021 afgerekend op basis van werkelijk uitgevoerde hoeveelheden).

 

Als aanvulling hierop verstrekt WML voor een periode van 10 jaar (tot en met 2030) een jaarlijkse uitkering aan gemeenten die deelnemen aan de OGN2021.

De uitkering wordt jaarlijks bepaald en is gebaseerd op het aantal WML aansluitingen in de betreffende gemeente. Het aantal aansluitingen wordt per 31 december van het voorafgaande jaar in het jaarverslag van WML aangegeven. De uitkering verschilt per gemeente en wordt bepaald door het aantal aansluitingen op genoemde datum te vermenigvuldigen met € 0,37.

 

Beheerkosten.

 

  • 1.

    Het nutsbedrijf is gehouden tot het vergoeden van de kosten van extra werkzaamheden, welke de gemeente moet verrichten in verband met de vergunningverlening dan wel het verlenen van toestemming

  •  

  • 2.

    De beheerkosten worden berekend in de vorm van een toeslagpercentage en bedraagt 8 – 15% van de uitvoeringskosten.

Plattelandsgemeenten, A-gemeenten

8% - 10%

Verstedelijkte plattelandsgemeenten, B-gemeenten

9% - 11%

Gemeenten met stedelijk karakter; woonkern tot 50.000 inwoners, C1, C2en C3-gemeenten

10% -13%

Gemeenten met stedelijk karakter; woonkern 50.000 inwoners, C4 en C5-gemeenten

12% - 15%

 

Tabel 8

 

Opmerking bij tabel 8: uitgangspunt is een percentage van 13% voor alle onderdelen en alle gemeenten

Daarmee zijn de Beheerkosten voor een gemeente voldoende passend voor de registratie van het opgebroken oppervlak in een groot werk

 

Samenvatting deel 1 (tarieven conform VNG / GPKL):

Tabel 9 totaal overzicht laatst gewijzigd 31-01-2022

 

Leveranciers van software m.b.t. digitaal meldsysteem kabels en leidingen nemen de bovenstaande eenheidsprijzen op in hun software.

 

Toelichting op de onderhoudskosten en degeneratiekosten van tariefgroep A >100 m2 in vergelijking tot:

  • 1.)

    de onderhoudskosten van de tariefgroepen B2, C, C2 en

  • 2.)

    de degeneratiekosten van de tariefgroepen B1 en B2.

Zowel bij 1.) als bij 2.) dient ook bij hoeveelheden > 100 m2 de post > 15 m2 gebruikt te worden.

 

Dit vindt volgens de GPKL zijn oorsprong in de gedachte dat een gemeente (Tariefgroep A) voor de te herstellen sleuven een bestek kan aanbesteden waarbij aanbestedingsvoordeel te halen is. Voor de onderhoudskosten is dit te verdedigen. Dit moet dan ook doorgetrokken worden voor de degeneratiekosten.

 

Bijlage 1: Overzicht gemeenten in de provincie Limburg en aantal inwoners (percentage slechte bodem in alle Limburgse gemeenten < 50%):

 

Nummer

Gemeenten

Aantal inwoners

1

Maastricht

120.227

2

Venlo

101.988

3

Sittard Geleen

91.743

4

Heerlen

86.936

5

Roermond

58.763

6

Weert

50.011

7

Kerkrade

45.442

8

Venray

43.713

9

Peel en Maas

43.660

10

Horst aan de Maas

42.487

11

Landgraaf

37.262

12

Beekdaelen

36.065

13

Leudal

36.045

14

Echt Susteren

31.751

15

Brunssum

27.670

16

Eijsden Margraten

25.900

17

Stein

24.875

18

Maasgouw

23.947

19

Roerdalen

20.580

20

Meerssen

18.661

21

Nederweert

17.171

22

Gennep

17.035

23

Valkenburg aan de Geul

16.365

24

Beek

15.875

25

Gulpen Wittem

14.206

26

Beesel

13.450

27

Bergen

13.108

28

Voerendaal

12.466

29

Simpelveld

10.477

30

Vaals

10.084

31

Mook en Middelaar

7.909

 

Bron: www.allecijfers.nl

Bijgewerkte versie 2021

 

Tabel 16 overzicht gemeenten

 

Deel 2: Tarieven behorende bij de OGN

 

Uitvoeringskosten

Tabel 11

 

Opmerking bij tabel 11: tarieven voor 2022 zijn verhoogd met 9,2%.

Op basis van CBS indexcijfer GWW sector 42/43.

Cijfer okt. 2020 = 112,5. Laats bekende indexcijfer: Okt 2021 = 122,8

 

Formule:

((nieuw-oud)/oud)*100=verhoging in % = (122,8-112,5)/112,5)*100= 9,15555556 (Afgerond: 9,2%)

 

Het bepalen van de oppervlakte wordt berekend aan de uitgebroken m2 elementenverharding, zie bijlage 3.

 

Bij tariefgroep A, C en D worden de eenheidsprijzen met ’n bepaald % verhoogd om ’n goede aansluiting op het bestaande straatwerk te kunnen realiseren, zie tabel 11A

Tabel 11A

 

Onderhoudskosten

Tabel 12

 

Degeneratiekosten

Tabel 13

 

Beheerkosten

Tabel 14

 

Samenvatting deel 2: Overige tarieven OGN

Tabel 15

 

Bijlage 2:

 

 

Bijlage 3:

 

Bepaling te verrekenen oppervlakte elementenverharding voor niet-telecom sleuven:

Voor de toepassing van de tarieven is het oppervlakte van de opgenomen verharding bepalend, in de praktijk te bepalen door de lengte te vermenigvuldigen met de gemiddelde breedte van de opgenomen verharding.

 

Zie nevenstaand voorbeeld.

 

De breedte van de sleuf is 0,6 m.

 

De (gemiddelde) breedte van de opgenomen tegels is 3,5 tegel = 1,05 m

 

In de praktijk zal het werkelijk herstelde straatwerk meer zijn dan wat opgenomen is.

 

In dit voorbeeld kunnen de tegels gemerkt met een vierpuntige rode ster verzakt zijn.

 

Deze zogenaamde gatvergroting is verwerkt in de tarieven door een toeslag van 20% op de tarieven voor elementverharding.

 

Voorbeeld:

 

Als de sleuf 0,6 x 10 meter is, levert dat een oppervlakte van 6 m2 sleuf. Maar er is niet 0,6 meter verharding in de breedte opgenomen, maar 1,05 meter. Dit levert een werkvak oppervlakte op van 1,05 x 10 = 10,5 m2. Dit is de basis voor de uitvoeringskosten, onderhoudskosten, beheer- en degeneratiekosten.

Dat de tegels met de rode vierpuntige ster daarnaast ook herstraat worden, is vastgesteld als een toeslag van 20% (zie tabel 5A/ 11A). Maar wordt dus niet meegerekend in de oppervlakte van het werk.

 

Naar boven