Gemeenteblad van Edam-Volendam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Edam-Volendam | Gemeenteblad 2022, 177773 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Edam-Volendam | Gemeenteblad 2022, 177773 | beleidsregel |
Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van Edam-Volendam voor de aanwijzing van gemeenschappelijke inzamelvoorzieningen voor afvalstoffen (Beleidskader aanwijzen locaties ondergrondse containers Edam-Volendam)
Algemene gevolgen, belangenafweging, context en maatschappelijke meerwaarde
Beleidsplan afvalbeheer 2017-2022
Op 10 november 2016 heeft de raad het Beleidsplan afvalbeheer 2017-2022 vastgesteld. Onderdeel van dit plan is de invoering van ‘omgekeerd inzamelen’, waarvoor in de hele gemeente ondergrondse containers voor restafval worden geplaatst. Dit gebeurt in fases.
Het Beleidsplan afvalbeheer geeft uitvoering aan de landelijke doelstelling ‘van afval naar grondstof’ en draagt bij aan een circulaire economie. Dit sluit aan bij het thema duurzaamheid. In het beleidsplan staat omschreven dat wij buurtgewijs in overleg met de inwoners een locatieplan gaan vaststellen. Dit sluit aan bij het thema participatie.
Artikel 10.21, eerste lid van de Wet milieubeheer bepaalt dat de gemeente ervoor zorg draagt dat huishoudelijke afvalstoffen bij elk perceel worden ingezameld.
Artikel 10.23, eerste lid van de Wet milieubeheer bepaalt dat de raad een afvalstoffenverordening vaststelt in het belang van de bescherming van het milieu. Op 5 februari 2016 heeft de raad de Afvalstoffenverordening Edam-Volendam vastgesteld.
Op grond van artikel 10.26, eerste lid van de Wet milieubeheer kan de raad bepalen dat, in het belang van doelmatig afvalstoffenbeheer, nabij elk perceel wordt ingezameld. Dit is wat feitelijk gebeurt bij omgekeerd inzamelen. Artikel 4, eerste lid van de Afvalstoffenverordening Edam-Volendam bepaalt dat inzameling kan plaatsvinden via een inzamelvoorziening voor een aantal percelen (zoals middels ondergrondse containers). In het Beleidsplan afvalbeheer 2017-2022 is dit verder uitgewerkt.
In praktijk gingen sommige gemeenten ervan uit dat voor het bepalen van de specifieke locaties voor de ondergrondse containers geen (aanwijzings)besluit nodig is als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht. In de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 2 juni 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:1460) ging de gemeente Arnhem er bijvoorbeeld vanuit dat tegen het aanwijzen van een locatie geen rechtsmiddelen kunnen worden aangewend, omdat dit feitelijk handelen zou betreffen. In lijn met eerdere uitspraken oordeelde de afdeling echter dat aan het plaatsen van ondergrondse containers een besluit als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht ten grondslag moet liggen. Tegen het (aanwijzings)besluit kunnen rechtsmiddelen worden aangewend.
Inspraakverordening Edam-Volendam
Artikel 10.26, tweede lid van de Wet milieubeheer bepaalt dat inspraak moet worden verleend als besloten wordt dat huishoudelijke afvalstoffen nabij een perceel worden ingezameld, in plaats van bij een perceel. De inspraakprocedure is volgens de Wet milieubeheer de procedure die is vastgesteld in een inspraakverordening (zoals bedoeld in artikel 150 van de Gemeentewet). De Inspraakverordening Edam-Volendam is op 9 februari 2016 door de raad vastgesteld.
Artikel 4, eerste lid van de Inspraakverordening Edam-Volendam verklaart de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van toepassing. Deze procedure is uitgewerkt in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Op grond van artikel 4, tweede lid van de inspraakverordening kan het bestuursorgaan ook een andere procedure vaststellen.
Het verdient aanbeveling om een beleidskader vast te stellen ter inkleuring van de bevoegdheid om locaties voor de ondergrondse containers aan te wijzen. In het (aanwijzings)besluit kan ter motivering van de locatie naar dit beleidskader worden verwezen.
Voorgesteld wordt om de volgende richtlijnen vast te stellen voor het aanwijzen van de locaties:
indien – rekening houdend met de bovenstaande punten – geen geschikte locatie kan worden gevonden, wordt gestreefd naar een maximale afstand tot circa 250 meter vanaf de erfgrens.
De afstanden zijn gebaseerd op het Beleidsplan afvalbeheer 2017-2022 en landelijke ervaringen op het gebied van omgekeerd inzamelen.
Voorstel is om voor het aanwijzen van de locatie(s) voor een ondergrondse container de onderstaande procedure te volgen. Inwoners worden per buurt uitgenodigd. Het ontwerpbesluit is in belangrijke mate gebaseerd op de reacties tijdens de participatieavond. Daarnaast wordt rekening gehouden met de bovenstaande richtlijnen.
De voorgestelde procedure komt overeen met de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, met dien verstande dat de zienswijzetermijn vier weken bedraagt, in plaats van zes weken. Er wordt een kortere termijn voorgesteld, omdat voorafgaand aan het ontwerpbesluit al een moment heeft plaatsgevonden waarop belanghebbenden hun wensen en bedenkingen konden uiten (tijdens de participatieavond). Afwijken van de termijn is toegestaan op grond van artikel 10.26, tweede lid van de Wet milieubeheer in samenhang met artikel 4, tweede lid van de Inspraakverordening Edam-Volendam. De voorgestelde procedure kan vlot worden doorlopen, waarborgt een zorgvuldige besluitvorming en voorkomt een procedure achteraf (zoals het geval met bezwaarschriften). Het heeft geen verdere gevolgen voor de planning.
De bovengenoemde procedure is inmiddels gevolgd voor het Middengebied deel I en II, de Dick Tolstraat e.o. en de Jan Platstraat e.o..
Het kan voorkomen dat tijdens de participatieavond geen geschikte locatie wordt gevonden. Dit was bijvoorbeeld het geval bij de container nabij de G.A. Brederodestraat en Desiderius Erasmusstraat (Middengebied II). In zo´n geval wordt voorgesteld om een alternatieve procedure te volgen. Artikel 4, tweede lid van de Inspraakverordening Edam-Volendam biedt deze mogelijkheid.
Lukt het niet om tijdens de participatieavond tot een geschikte locatie te komen, dan is het voorstel om de inwoners uit de betreffende wijk een enquête in te laten vullen. Inwoners kunnen op die wijze hun voorkeur uitspreken voor één of meerdere locaties, die door de gemeente zijn goedgekeurd. Men kan ook een alternatieve locatie aandragen. Voor de inspraaktermijn is een termijn van drie weken ingeruimd. Vervolgens wordt een definitief (aanwijzings)besluit genomen. Dit besluit is in belangrijke mate gebaseerd op de uitkomst van de enquête.
Naast het bovenstaande wordt voorgesteld om het afdelingshoofd Openbare Werken (of diens plaatsvervanger) te mandateren om het ontwerpbesluit met betrekking tot de voorgenomen locatie(s) te nemen alsmede het definitieve (aanwijzings)besluit. Op dit moment voorziet de Algemene mandaatregeling Edam-Volendam niet in een dergelijk mandaat.
Wat draagt dit voorstel bij aan onze ambities?
Het ontwerpbesluit is in belangrijke mate gebaseerd op de ontvangen reacties tijdens de participatieavond. Dit draagt bij aan het thema participatie. Invoering van omgekeerd inzamelen sluit aan bij het thema duurzaamheid. Het voorgestelde proces bevordert een zorgvuldige besluitvorming, wat onder meer aansluit bij de kernwaarden vertrouwen en leiderschap.
Alle inwoners uit de betreffende wijken worden na de participatieavond per brief geïnformeerd over de voorgenomen locaties en vervolgens over de ingebruikname van de containers.
Het voorgestelde proces sluit aan bij het bepaalde in de Wet milieubeheer en de Algemene wet bestuursrecht.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-177773.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.