Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van Edam-Volendam voor de aanwijzing van gemeenschappelijke inzamelvoorzieningen voor afvalstoffen (Beleidskader aanwijzen locaties ondergrondse containers Edam-Volendam)

Opmerking bij deze publicatie

Met deze publicatie wordt de tekst van het besluit beschikbaar gesteld, omdat dit niet reeds bij de bekendmaking is gebeurd.

 

Het college besluit:

 

  • 1.

    Het beleidskader vast te stellen voor het aanwijzen van de locaties voor de ondergrondse containers.

  • 2.

    De uniforme openbare voorbereidingsprocedure van toepassing verklaren, met dien verstande dat de zienswijzetermijn wordt verkort naar vier weken.

  • 3.

    Indien de participatieavond geen uitsluitsel geeft, inwoners verzoeken een enquête in te vullen op basis waarvan een definitief (aanwijzings)besluit wordt genomen.

  • 4.

    Rapporteer aan het college over de voortgang planning en locaties (wat is gedaan en nog staat te gebeuren). Bekijk met Communicatie of ook aan bewoners gecommuniceerd kan worden hierover.

  • 5.

    Het afdelingshoofd Openbare Werken mandateren om het ontwerpbesluit met betrekking tot de voorgenomen locaties te nemen alsmede het definitieve (aanwijzings)besluit.

 

Algemene gevolgen, belangenafweging, context en maatschappelijke meerwaarde

 

Beleidsplan afvalbeheer 2017-2022

Op 10 november 2016 heeft de raad het Beleidsplan afvalbeheer 2017-2022 vastgesteld. Onderdeel van dit plan is de invoering van ‘omgekeerd inzamelen’, waarvoor in de hele gemeente ondergrondse containers voor restafval worden geplaatst. Dit gebeurt in fases.

 

Het Beleidsplan afvalbeheer geeft uitvoering aan de landelijke doelstelling ‘van afval naar grondstof’ en draagt bij aan een circulaire economie. Dit sluit aan bij het thema duurzaamheid. In het beleidsplan staat omschreven dat wij buurtgewijs in overleg met de inwoners een locatieplan gaan vaststellen. Dit sluit aan bij het thema participatie.

 

Wet milieubeheer

Artikel 10.21, eerste lid van de Wet milieubeheer bepaalt dat de gemeente ervoor zorg draagt dat huishoudelijke afvalstoffen bij elk perceel worden ingezameld.

 

Artikel 10.23, eerste lid van de Wet milieubeheer bepaalt dat de raad een afvalstoffenverordening vaststelt in het belang van de bescherming van het milieu. Op 5 februari 2016 heeft de raad de Afvalstoffenverordening Edam-Volendam vastgesteld.

 

Op grond van artikel 10.26, eerste lid van de Wet milieubeheer kan de raad bepalen dat, in het belang van doelmatig afvalstoffenbeheer, nabij elk perceel wordt ingezameld. Dit is wat feitelijk gebeurt bij omgekeerd inzamelen. Artikel 4, eerste lid van de Afvalstoffenverordening Edam-Volendam bepaalt dat inzameling kan plaatsvinden via een inzamelvoorziening voor een aantal percelen (zoals middels ondergrondse containers). In het Beleidsplan afvalbeheer 2017-2022 is dit verder uitgewerkt.

 

Jurisprudentie

In praktijk gingen sommige gemeenten ervan uit dat voor het bepalen van de specifieke locaties voor de ondergrondse containers geen (aanwijzings)besluit nodig is als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht. In de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 2 juni 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:1460) ging de gemeente Arnhem er bijvoorbeeld vanuit dat tegen het aanwijzen van een locatie geen rechtsmiddelen kunnen worden aangewend, omdat dit feitelijk handelen zou betreffen. In lijn met eerdere uitspraken oordeelde de afdeling echter dat aan het plaatsen van ondergrondse containers een besluit als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht ten grondslag moet liggen. Tegen het (aanwijzings)besluit kunnen rechtsmiddelen worden aangewend.

 

Inspraakverordening Edam-Volendam

Artikel 10.26, tweede lid van de Wet milieubeheer bepaalt dat inspraak moet worden verleend als besloten wordt dat huishoudelijke afvalstoffen nabij een perceel worden ingezameld, in plaats van bij een perceel. De inspraakprocedure is volgens de Wet milieubeheer de procedure die is vastgesteld in een inspraakverordening (zoals bedoeld in artikel 150 van de Gemeentewet). De Inspraakverordening Edam-Volendam is op 9 februari 2016 door de raad vastgesteld.

 

Artikel 4, eerste lid van de Inspraakverordening Edam-Volendam verklaart de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van toepassing. Deze procedure is uitgewerkt in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Op grond van artikel 4, tweede lid van de inspraakverordening kan het bestuursorgaan ook een andere procedure vaststellen.

 

Voorgesteld beleidskader

Het verdient aanbeveling om een beleidskader vast te stellen ter inkleuring van de bevoegdheid om locaties voor de ondergrondse containers aan te wijzen. In het (aanwijzings)besluit kan ter motivering van de locatie naar dit beleidskader worden verwezen.

 

Voorgesteld wordt om de volgende richtlijnen vast te stellen voor het aanwijzen van de locaties:

  • -

    de locatie is voor de inzamelaar voldoende bereikbaar en toegankelijk;

  • -

    achteruitrijden met het ledigingsvoertuig wordt in verband met de veiligheid zoveel mogelijk vermeden:

  • -

    de locatie is voor bewoners voldoende bereikbaar en toegankelijk;

  • -

    de locatie is voor bewoners veilig te bereiken;

  • -

    parkeermogelijkheden en groen worden zoveel mogelijk behouden;

  • -

    een container wordt niet recht voor een raam van een woning geplaatst;

  • -

    om de locatie te bepalen, wordt de ondergrond onderzocht op de aanwezigheid van obstakels, zoals kabels en leidingen;

  • -

    bovengronds wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met bomen, lichtmasten, looproutes en dergelijke;

  • -

    er worden minimaal 40 en maximaal 150 huishoudens per container bediend, waarbij uitzonderingen zijn voorbehouden;

  • -

    er wordt gestreefd naar een maximale afstand van circa 150 meter vanaf de erfgrens.

indien – rekening houdend met de bovenstaande punten – geen geschikte locatie kan worden gevonden, wordt gestreefd naar een maximale afstand tot circa 250 meter vanaf de erfgrens.

 

De afstanden zijn gebaseerd op het Beleidsplan afvalbeheer 2017-2022 en landelijke ervaringen op het gebied van omgekeerd inzamelen.

 

Procedure

Voorstel is om voor het aanwijzen van de locatie(s) voor een ondergrondse container de onderstaande procedure te volgen. Inwoners worden per buurt uitgenodigd. Het ontwerpbesluit is in belangrijke mate gebaseerd op de reacties tijdens de participatieavond. Daarnaast wordt rekening gehouden met de bovenstaande richtlijnen.

De voorgestelde procedure komt overeen met de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, met dien verstande dat de zienswijzetermijn vier weken bedraagt, in plaats van zes weken. Er wordt een kortere termijn voorgesteld, omdat voorafgaand aan het ontwerpbesluit al een moment heeft plaatsgevonden waarop belanghebbenden hun wensen en bedenkingen konden uiten (tijdens de participatieavond). Afwijken van de termijn is toegestaan op grond van artikel 10.26, tweede lid van de Wet milieubeheer in samenhang met artikel 4, tweede lid van de Inspraakverordening Edam-Volendam. De voorgestelde procedure kan vlot worden doorlopen, waarborgt een zorgvuldige besluitvorming en voorkomt een procedure achteraf (zoals het geval met bezwaarschriften). Het heeft geen verdere gevolgen voor de planning.

 

De bovengenoemde procedure is inmiddels gevolgd voor het Middengebied deel I en II, de Dick Tolstraat e.o. en de Jan Platstraat e.o..

 

Alternatieve procedure

Het kan voorkomen dat tijdens de participatieavond geen geschikte locatie wordt gevonden. Dit was bijvoorbeeld het geval bij de container nabij de G.A. Brederodestraat en Desiderius Erasmusstraat (Middengebied II). In zo´n geval wordt voorgesteld om een alternatieve procedure te volgen. Artikel 4, tweede lid van de Inspraakverordening Edam-Volendam biedt deze mogelijkheid.

 

Lukt het niet om tijdens de participatieavond tot een geschikte locatie te komen, dan is het voorstel om de inwoners uit de betreffende wijk een enquête in te laten vullen. Inwoners kunnen op die wijze hun voorkeur uitspreken voor één of meerdere locaties, die door de gemeente zijn goedgekeurd. Men kan ook een alternatieve locatie aandragen. Voor de inspraaktermijn is een termijn van drie weken ingeruimd. Vervolgens wordt een definitief (aanwijzings)besluit genomen. Dit besluit is in belangrijke mate gebaseerd op de uitkomst van de enquête.

 

Mandaat

Naast het bovenstaande wordt voorgesteld om het afdelingshoofd Openbare Werken (of diens plaatsvervanger) te mandateren om het ontwerpbesluit met betrekking tot de voorgenomen locatie(s) te nemen alsmede het definitieve (aanwijzings)besluit. Op dit moment voorziet de Algemene mandaatregeling Edam-Volendam niet in een dergelijk mandaat.

 

Wat draagt dit voorstel bij aan onze ambities?

Het ontwerpbesluit is in belangrijke mate gebaseerd op de ontvangen reacties tijdens de participatieavond. Dit draagt bij aan het thema participatie. Invoering van omgekeerd inzamelen sluit aan bij het thema duurzaamheid. Het voorgestelde proces bevordert een zorgvuldige besluitvorming, wat onder meer aansluit bij de kernwaarden vertrouwen en leiderschap.

 

Communicatieve gevolgen

Alle inwoners uit de betreffende wijken worden na de participatieavond per brief geïnformeerd over de voorgenomen locaties en vervolgens over de ingebruikname van de containers.

 

Juridische gevolgen

Het voorgestelde proces sluit aan bij het bepaalde in de Wet milieubeheer en de Algemene wet bestuursrecht.

 

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Edam-Volendam op 23 oktober 2018.

Naar boven