Gemeenteblad van Eindhoven
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Eindhoven | Gemeenteblad 2022, 175349 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Eindhoven | Gemeenteblad 2022, 175349 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat zij,
gelet op het bepaalde in artikel 160, eerste lid, sub h Gemeentewet juncto artikel 2 van de Marktverordening gemeente Eindhoven 2012;
overwegende dat het ter zake van actualisering wenselijk is nadere regels vast te stellen met betrekking tot de uitvoering van de Marktverordening en een ordelijk verloop van de markten;
overwegende dat het, om uitvoering te geven aan een actueel marktconcept, noodzakelijk is om het Marktreglement 2017 aan te passen;
na afstemming met de marktbeleidsadviescommissie,
het college daarom in de vergadering van 5 april 2022 heeft besloten tot het vaststellen van het:
Hoofstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De in artikel 1 van de Marktverordening gemeente Eindhoven gegeven begripsomschrijvingen zijn tevens van toepassing op dit marktreglement.
Artikel 2 Dag, tijd, plaats en terrein van de markten
1.In de gemeente Eindhoven worden de volgende markten gehouden:
a. dinsdag Centrum, van 09:00 tot 16.00 uur, zoals aangegeven op bijbehorende kaart B;
b. woensdag Winkelcentrum Woensel, van 09.00 tot 12:00 uur, zoals aangegeven op bijbehorende kaart C;
c. vrijdag Sint Gerardusplein, van 12:00 tot 16:30 uur, zoals aangegeven op bijbehorende kaart G;
d. zaterdag Woenselse Markt, van 10:00 tot 17:00 uur, zoals aangegeven op bijbehorende kaart I.
De volgende markten zijn aangemerkt als Markt-light:
e. maandag Tarwelaan, van 12.00 tot 16.30 uur, zoals aangegeven op bijbehorende kaart A;
f. woensdag Kastelenplein, van 13:00 tot 16:30 uur, zoals aangegeven op bijbehorende kaart D;
g. donderdag Tongelresestraat/ Rietvinkstraat, van 09:00 tot 12:00 uur, zoals aangegeven op bijbehorende kaart E1
h. donderdag Sint Trudoplein, van 13:00 tot 16:30 uur, zoals aangegeven op bijbehorende kaart F
i. vrijdag Acht, van 10:00 tot 15:00 uur, zoals aangegeven op bijbehorende kaart J.
j. zaterdag Catharinaplein Catharinamarket, van 10:00 tot 18:00 uur, zoals aangegeven op bijbehorende kaart H;
k. zaterdag Wilhelminaplein Duurzame Weekmarkt, van 10:00 tot 16:00 uur, zoals aangegeven op bijbehorende kaart K.
Het college heeft de bevoegdheid andere markten aan te wijzen als zijnde Markt-light.
2. Het college kan, op grond van dringende redenen van openbare orde en veiligheid,
van economisch en/of van maatschappelijk bijzonder belang, in afwijking van het
eerste lid, bepalen dat een markt tijdelijk zal worden gehouden op een andere dag,
op een andere tijd of op een andere plaats.
3. Het college is bevoegd te bepalen dat geen markt wordt gehouden of dat een markt
tijdelijk zal worden gehouden op een andere dag, indien de in het eerste lid bedoelde
dag samenvalt met een van de in artikel 2 van de Winkeltijdenwet genoemde dagen
of delen daarvan, behoudens het bepaalde in de geldende Winkeltijdenverordening
4. De markten genoemd in het eerste lid onder a tot en met i, vinden plaats zoals op de
aangewezen marktterreinen die bij de betreffende markt bijbehorende kaart is
5. Het college van burgemeester en wethouders kan bij pilots voor nieuwe markten
Indien bij aanvang van de markt, of gedurende de tijdsperiode waarop de markt wordt gehouden, weersinvloeden, calamiteiten e.d. de orde op de markt kunnen verstoren, er direct gevaar dreigt voor de vergunninghouder, marktbezoekers en/of objecten in de nabijheid van het marktterrein, waardoor de openbare orde in gevaar komt of schade kan worden toegebracht aan derden, kan het college besluiten:
a. de vergunninghouder te verplichten de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen
b. de markt anders op te stellen c.q. in te richten;
c. de markt niet te laten aanvangen, of;
d. de markt onmiddellijk te beëindigen.
Artikel 4 Afmeting standplaats en de branche-indeling
1. Een standplaats heeft maximaal de volgende afmetingen, afhankelijk van de soort
o Enkele kraam zonder verlenger 4 meter breed en 3 meter diep
o Enkele kraam met verlenger 4 meter breed en 3,5 meter diep
o In carré dubbele kraam zonder verlenger 4 meter breed en 6 meter diep
o In carré dubbele kraam met verlengers 4 meter breed en 7 meter diep
o Enkele tent is 4 meter en 4 meter
o Verkoopwagen is maximaal 5 meter diep: zijnde wagen en verkoopklep.
2. Een standwerkersplaats omvat maximaal 3 strekkende meter met een overkapping
niet groter dan vijf strekkende meter.
3. Het college kan bij de toewijzing van de standplaatsen in verband met eigen
materiaal of om redenen van plaatsing afwijken van de standaardmaten.
4. De branchering, alsmede het eventuele maximum aantal standplaatsen per branche
Artikel 5 Aanvraag vergunningen
1. Voor de toewijzing van een vaste standplaats of dagplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon, die schriftelijk een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die:
a. daarbij aantoont dat hij persoonlijk, staat ingeschreven in het Handelsregister (KvK);
b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs en een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel;
c. een omschrijving met foto verstrekt, van de verkoopinrichting die de aanvrager wil gebruiken, voorzien van een keuringsrapport ten bewijze dat de jaarlijkse keuring heeft plaats gevonden.
2. Bij toewijzing van een standplaats dient de vergunninghouder persoonlijk, of de rechtspersoon waarbij hij in loondienst is bij voortduring ingeschreven te staan in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel.
3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, dient een aanvrager, afkomstig uit een land dat aangesloten is bij de Europese Economische Ruimte (EER), met de in het eerste lid van dit artikel bedoelde vereisten, gelijkwaardige inschrijvingsbewijzen te overleggen.
4. Aanvullend aan het bepaalde in het eerste lid dient een aanvrager, niet afkomstig uit een EER-land, een verblijfsvergunning voorzien van de aantekening 'Arbeid is vrij toegestaan' te overleggen.
5. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de aanvrager voor dagplaats of standwerkers plaats volstaan met het doen van een mondelinge aanvraag, dit met inachtneming van het bepaalde in artikel 10.
6. In afwijking van het bepaalde in de leden 1 tot en met 5 kan een vrije plaats ten behoeve van maatschappelijke en of culturele doeleinden uitsluitend op basis van minimaal 7 werkdagen voorafgaande aan de marktdag bij het college ingediende schriftelijke aanvraag worden toegewezen. De aanvraag omvat: naam, adres, woonplaats van de instelling of persoon verantwoordelijk voor de aanvraag met vermelding van het doel en een korte omschrijving van de activiteit en of presentatie en de gewenste marktdag
Artikel 6 Beoordeling aanvraag
1. Het college van burgemeester en wethouders beslist op een aanvraag voor een vergunning voor een vaste standplaats.
2. Het college stelt de marktadviescommissie (zoals bedoeld in het geldende reglement Marktcommissies Eindhoven) op de hoogte van een aanvraag voor een vaste vergunning en kan de commissie raadplegen voor advies bij beoordeling van een aanvraag.
3. De toe- of afwijzing van een vaste standplaatsvergunning, dagplaats en standwerkersplaats, kan door burgemeester en wethouders in ieder geval gebeuren op basis van de volgende toetsingscriteria:
a. De kwaliteit van het verkoopmateriaal en het assortiment. Dit moet er verzorgd uitzien en passen in de omgeving;
b. De branchelijst. Van de branchelijst kan door burgemeester en wethouders worden afgeweken indien de betreffende branche nog niet op de markt of markt-light is vertegenwoordigd of indien dit in het belang is van het functioneren van de markt of markt-light;
c. De wijze van uitstallen en de uitstraling van het verkoopmateriaal en omgeving ervan. Zowel de kraam als de directe omgeving dienen er verzorgd uit te zien;
d. Een verklaring omtrent gedrag; Deze kan in het belang van de aanvraag worden opgevraagd en worden betrokken bij de beoordeling.
Artikel 7 Overschrijving vaste standplaatsvergunning
1. In geval van overlijden, het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, dan wel bij blijvende arbeidsongeschiktheid van meer dan 50% van de vergunninghouder of bij beëindiging van de onderneming kan deze betreffende vergunning voor de vaste plaats worden overgeschreven op de echtgenoot, de levenspartner van de vergunninghouder, een kind van de vergunninghouder of een andere persoon met
2. Indien de betreffende vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid kan deze worden overgeschreven op een mede-eigenaar van het bedrijf die ten minste 3 maanden als mede-eigenaar in de onderneming staat ingeschreven, of een medewerker in loondienst die ten minste 3 maanden op de loonlijst van de onderneming heeft gestaan.
3. Indien degene op wie een vergunning wordt overgeschreven reeds vergunning voor een andere vaste plaats op dezelfde markt heeft wordt deze ingetrokken.
4. Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden:
a. na het overlijden van de vergunninghouder;
b. na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd;
c. nadat de arbeidsongeschiktheid door een onafhankelijk keuringsarts is vastgesteld;
d. na het beëindigen van de onderneming blijkende uit de doorhaling in het Handelsregister.
5. Het college kan in bijzondere omstandigheden afwijken van het bepaalde in dit artikel.
6. De anciënniteit en opbouw van de opvolger, start bij het verkrijgen van een vaste standplaats.
Hoofstuk 3 Toewijzen en bezetten van standplaatsen
Artikel 8 Toewijzen en bezetten van standplaatsen
a. Een standplaats wordt door college toegewezen als vaste plaats, dagplaats, standwerkersplaats of vrije plaats.
b. Een vrijgekomen vaste standplaats wordt als dagplaats aangemerkt en blijft als zodanig toegewezen, zolang de standplaats niet als vaste standplaats is uitgegeven.
Artikel 9 Het toewijzen van een vaste standplaats op de weekmarkt
1.Een opengevallen vaste standplaats op de markt wordt opnieuw als vaste standplaats uitgegeven met inachtneming van de voor die markt geldende indelingen in branches, marktconcepten en de beoordelingscriteria uit artikel 6 lid 2.
2. De plaats toewijzing geschiedt in de volgende volgorde:
a. Voor een opengevallen standplaats komen in aanmerking de vergunninghouders van een vaste standplaats die schriftelijk te kennen hebben gegeven een andere vaste plaats te willen innemen.
b. De vergunninghouder met een vaste standplaats die uitbreiding wenst van zijn standplaats, voor zover en indien hij binnen de maximale afmetingen en de hem toegewezen branche blijft.
c. Indien geen van de vaste vergunninghouders heeft aangegeven in aanmerking te willen komen voor de vrijgekomen vaste standplaats, zal de standplaats via werving worden toegewezen. Gegadigden van een niet op de markt vertegenwoordigd product of artikel worden met voorrang geplaatst.
3. Het college kan bij een tijdelijke en of incidentele marktverplaatsing, het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel buiten beschouwing laten.
Artikel 10 Toewijzing dagplaats
1. Aanvragers voor een dagplaats, die geen vaste plaats op de markt hebben en die in aanmerking willen komen voor een vergunning voor een dagplaats, moeten zich persoonlijk 45 minuten voor de openingstijd van de markt aanmelden bij de marktmeester.
2. Aanvragers voor een dagplaats met een product en of artikel dat nog niet op de markt is vertegenwoordigd, hebben voorrang op de aanvragers met producten en of artikelen die al op de markt ter verkoop worden aangeboden. Aanvragers voor een dagplaats met een branche waarvan het in het branchepatroon het bepaalde maximum aantal vergunninghouders reeds is bereikt, kunnen niet in aanmerking komen voor een dagplaats.
3. Indien het aantal aanvragers het aantal beschikbare dagplaatsen overtreft, geschiedt toewijzing via loting door de marktmeester. Loting vindt plaats 45 minuten voor aanvang van de markt. De loting vindt plaats door middel van bingo.
4. Indien met inachtneming van de voorgaande leden dagplaatsen beschikbaar blijven komt de vergunninghouder met een vaste standplaats die uitbreiding wenst voor toewijzing in aanmerking. De vergunninghouder dient de uitbreiding te bezetten met de hem toegewezen branche.
Artikel 10a Toewijzing dagplaats Catharinamarket
1. Aanvragers voor de Catharinamarket, die in aanmerking willen komen voor een dagplaats moeten zich minimaal 1 week voorafgaand aan de markt aanmelden bij het college van burgemeester en wethouders.
2. Aanvragers voor een dagplaats met een product en of artikel dat nog niet op de markt is vertegenwoordigd, hebben voorrang op de aanvragers met producten en of artikelen die al op de markt ter verkoop worden aangeboden.
3. Aanvragers voor een dagplaats op de Catharinamarket dienen te passen binnen het marktconcept Catharinamarket.
4. Een vergunninghouder voor een dagplaats komt maximaal 25 keer op jaarbasis in aanmerking voor een dagplaats op de Catharinamarket.
Artikel 11 Toewijzing standwerkplaats
1. Een standwerkersplaats wordt toegewezen met inachtneming van het bepaalde in artikel 10, de leden 1 tot en met 3.
2. De standwerker die een standplaats krijgt toegewezen moet deze standplaats persoonlijk innemen.
3. De standwerker dient aan te tonen dat hij/zij staat ingeschreven in het Handelsregister (KvK);
4. Als een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.
5. Een standwerker mag slechts met één artikel of artikelsoort werken.
6. Het gebruik van meet- en weegwerktuigen, prijs- en aanduidingsborden, audiovisuele middelen en geluidsversterkende apparatuur is verboden
Hoofstuk 4 Bepalingen over het gebruik van de standplaats
Artikel 12 Tijdstip innemen standplaats / aan- en afvoer goederen
1. Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein eerder dan twee uur voor de aanvang en later dan één uur na afloop van de markt met een voertuig, met goederen of op andere wijze ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.
2. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen.
3. Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats op de markt niet uiterlijk één uur voor aanvang van de markt heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de vergunninghouder de marktmeester tot uiterlijk een uur voor aanvang heeft verzocht zijn vaste standplaats voor hem beschikbaar te houden;
4. Het college kan afwijken ten aanzien van de in artikel 12 lid 1 genoemde tijden.
Artikel 13 Gebruik standplaats
1. De vergunninghouder maakt gebruik van de kraam die van de door het college aangewezen kramenverhuurder kan worden gehuurd.
2. Op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek kan het college een vergunninghouder van een vaste standplaats ontheffing van het bepaalde in het eerste lid worden verleend om met eigen materiaal de standplaats in te nemen.
3. Het in het vorige lid vermelde verzoek omvat in ieder geval de volgende gegevens:
a. een opgave van de lengte, hoogte en breedte van het eigen materiaal:
b. een gedetailleerde tekening of foto's van het eigen materiaal;
c. indien het eigen materiaal wordt of is voorzien van installaties waarin gekookt, gebakken, gebraden en/of gefrituurd of waarmee verwarmd kan worden, moet een bewijs van veiligheid van het te gebruiken eigen materiaal, evenals de te gebruiken apparatuur, worden overlegd.
4. Het in het derde lid, sub c genoemde bewijs wordt jaarlijks opnieuw overlegd, waarbij de laatste keuring van het materiaal niet langer dan één jaar geleden heeft plaatsgevonden.
5. De toestemming wordt in ieder geval geweigerd, indien het eigen materiaal de door het college vastgestelde maximumafmeting van de standplaats overschrijdt, dan wel technisch niet inpasbaar is binnen de beschikbare ruimte op de markt, zoals aangegeven op de in artikel 4 van dit reglement genoemde standplaatsen. Aan een ontheffing kan het college nadere voorschriften ten aanzien van het te gebruiken materiaal en het aanzien verbinden.
Artikel 14 Persoonlijk innemen standplaats; bijstand
1. De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan of laten vervangen.
2. Indien geen vervanger is benoemd, zoals bedoeld in artikel 16 neemt de vergunninghouder tenminste elfmaal per dertien weken zijn standplaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in artikel 15.
Artikel 15 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden
1. De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen en niet in zijn vervanging kan voorzien, deelt dit schriftelijk mee aan het college door middel van een email naar marktmeesters@eindhoven.nl. Bij vakantie geeft de vergunninghouder met inachtneming van het bepaalde in lid 3 aan, hoe lang zijn afwezigheid duurt.
2. De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de betreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.
3. De ontheffing van de verplichting tot inname van de standplaats geldt in geval van ziekte en/of bijzondere omstandigheden maximaal een halfjaar, te rekenen vanaf de dag van ziekmelding of vanaf het ontstaan van de bijzondere omstandigheid en ingeval van vakantie maximaal 6 weken per jaar.
4. Het college kan om redenen van klaarblijkende hardheid van het bepaalde in dit artikel afzien.
1. Het college kan de vergunninghouder van een vaste standplaats op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek, toestemming verlenen, om maximaal twee personen die niet in het bezit zijn van een vaste standplaatsvergunning voor een van de markten in Eindhoven, aan te wijzen als zijn bedrijfsleider, die bij afwezigheid van de vergunninghouder, voor rekening en risico van de vergunninghouder diens verplichtingen als vergunninghouder nakomen.
2. Als bedrijfsleider kunnen uitsluitend in aanmerking komen de echtgeno(o)t(e), de relatiepartner, een handels bekwaam kind van de vergunninghouder, de medevennoot of een werknemer.
3. Bij de aanvraag worden de volgende stukken overgelegd:
a. een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie, niet ouder dan een maand; voor de medevennoot: een bewijs van inschrijving in het handelsregister, niet ouder dan een maand, waaruit de registratie als
medevennoot in de onderneming blijkt;
b. voor de werknemer: een loonbelastingverklaring niet ouder dan een jaar en een arbeidsovereenkomst voor het aantal uren dat minimaal overeenkomt met het aantal uren dat de ververvanger op de markt staanplaats inneemt;
4. Indien het college een bedrijfsleider heeft aangewezen is de vergunninghouder gehouden de standplaats door deze bedrijfsleider te doen innemen. Van de bepalingen in artikel 15 kan dan geen gebruik worden gemaakt.
5. Overtredingen van het bepaalde bij of krachtens de Marktverordening en/of Marktreglement door de bedrijfsleider begaan, worden toegerekend aan de vergunninghouder.
6. Het college kan om redenen van klaarblijkende hardheid van het bepaalde in dit artikel afzien.
Artikel 1 7 Voertuigen op de markt
1. Het is verboden, onverminderd het bepaalde in artikel 13, tijdens de uren dat de markt voor publiek is geopend zich met een voertuig op het marktterrein te bevinden, of een voertuig op het marktterrein aanwezig te hebben.
2. Het college kan van het verbod als in het eerste lid ontheffing verlenen onder door hen gestelde voorwaarden.
Het is verboden de doorgang en de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei
wijze te verhinderen ofte belemmeren.
Artikel 19 Schoonhouden en opleveren standplaats
a. ervoor te zorgen dat zijn standplaats en de zich daarop bevindende verkoopinrichting steeds een goed verzorgd aanzien biedt;
b. tijdens de markt, zelf zijn afval, verpakkingsmaterialen en dergelijke in te zamelen en niet voor het publiek zichtbaar op te slaan;
c. voordat hij het marktterrein verlaat, zijn standplaats en onmiddellijke omgeving daarvan, schoon op te leveren en zelf voor de afvoer van zijn marktafval zorg te dragen.
2. Een vergunninghouder die opdracht krijgt om aan de voorzijde van zijn kraam of verkoopgelegenheid afvalbakken te plaatsen, dient hieraan te voldoen en volle afvalbakken geregeld te legen. Dit afval hoort ook bij het bedrijfsafval van de vergunninghouder.
3. Een vergunninghouder die handel drijft in producten en of artikelen waaruit zou kunnen voortvloeien dat de ondergrond en omgeving van zijn standplaats vervuild raakt, dient hiervoor maatregelen te treffen om dit te voorkomen. De te treffen maatregelen dienen ter goedkeuring van de marktmeester, en zo nodig op zijn aanwijzingen, te geschieden.
Artikel 20 Gebruik van geluidsapparatuur
1. Het is niet toegestaan om gebruik te maken van geluidsapparatuur, tenzij hiervoor toestemming is verleend door of namens het college;
2. Als toestemming is verleend mogen overige standplaatshouders of bezoekers van de markt van het gebruik van de geluidsapparatuur geen hinder ondervinden.
Artikel 21 Veiligheidsnormen elektriciteit
1. De vergunninghouder is verplicht, voor zover hij gebruik maakt van elektrische energie, deze te betrekken vanuit de door het college beschikbaar gestelde middelen.
2. De elektrische installatie die de vergunninghouder gebruikt moet voldoen aan de norm NEN 1010 (veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties).
3. Kabels die in de looppaden op de grond liggen, moeten door de vergunninghouder afgedekt worden met afdekmatten, dit ter goedkeuring door de marktmeester.
Artikel 22 Veiligheidsnormen bakken en braden
1. Het gebruik van kook-, bak- en braadinstallaties en van verwarmingsapparatuur is alleen toegestaan na toestemming door of namens het college.
2. Kook-, bak- en braadinstallaties en verwarmingsapparatuur dient aangelegd te zijn overeenkomstig de norm NPR 2577 (installaties in mobiele werktuigen).
3. De bak- en braadtoestel toestellen moeten vast op de vloer of tafel staan opgesteld en tegen omvallen of omstoten worden beschermd.
4. Het draagvlak onder bak- en braadtoestellen moet tenminste 15 centimeter buiten de toestellen onbrandbaar zijn, dan wel zijn bekleed met een onbrandbaar en de warmte slecht warmtegeleidend materiaal. De wanden en zeilen, in de nabijheid waarvan toestellen zijn geplaatst, moeten tot op een meter van het toestel onbrandbaar zijn dan wel zijn voorzien van de warmte slecht geleidend materiaal.
5. Elk bak- en braadtoestel moet zijn voorzien van een goed functionerende thermostaat of thermokoppel met een maximaal ingestelde waarde van 190° C.
6. Bakken, braden, verhitten en koken is niet toegestaan vanuit een marktkraam.
7. Indien in de verkoopwagen wordt gebakken, gekookt of verhit moet een goedgekeurd blustoestel met een inhoud van ten minste 6 kg poeder of 5 kg koolzuursneeuw of gelijkwaardige vulling aanwezig zijn.
8. In de onmiddellijke nabijheid van een bak-, braad-, kook-, of frituurtoestel moeten goed passende deksels of een blusdeken aanwezig zijn om het toestel in geval van brand te kunnen afdekken.
Artikel 2 3 Veiligheidsnormen gasinstallatie
1. Er mogen niet meer aanwezige losse gastank(s) en/of gasflessen aanwezig zijn dan de benodigde werkvoorraad per dag. Een losse gasfles/tank mag een waterinhoud hebben van ten hoogste 115 liter.
2. De gasflessen moeten voldoende geventileerd en buiten bereik van onbevoegden staan opgesteld; Lege of niet in gebruik zijnde gasflessen moeten buiten de kraam of verkoopinrichting staan opgesteld.
3. Een gasinstallatie moet blijvend voldoen aan het bepaalde in norm NPR 2577, (Mobiele verwarmingssystemen).
4. Een buigzame verbindingsslang tussen drukhouder en verbruikstoestel dient voorzien te zijn van het GASTEC keurmerk en door middel van deugdelijke rvs slangklemmen te zijn bevestigd. De tussen de gasfles en verbruikers toestel aanwezige buigzame verbinding dient te voldoen aan de richtlijnen, vermeld in de geldende NPR 3378.
Hoofstuk 6 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 24 Overgangsbepalingen
Waar vaste vergunninghouders op grond van de Marktverordening gemeente Eindhoven 2012 over rechten beschikken die strijdig zijn met het bepaalde in dit reglement, blijven die rechten gerespecteerd tot zij door het college zijn ingetrokken dan wel aangepast.
Artikel 25 Benaming en inwerktreding
1. Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als 'Marktreglement Eindhoven 2022.’
2. Dit besluit treedt in werking op de dag na die waarop ze is bekendgemaakt.
3. Het Marktreglement Eindhoven 2017 wordt ingetrokken op de dag dat het nieuwe
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-175349.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.