Subsidieregeling Stimulering Cultuur Zaanstad 2022

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

 

 

Artikel 1.1 Looptijd & Aanvraagtermijn

  • 1.

    De subsidieregeling kent een looptijd van 1 mei 2022 tot en met 1 mei 2023.

  • 2.

    Een aanvraag om een subsidie wordt uiterlijk 15 november 2022 ingediend. Dit is de uiterlijke sluitingsdatum, waarop de aanvraag ingediend moet zijn.

 

Artikel 1.2 Subsidiabele activiteiten

Het college kan, overeenkomstig het bepaalde in deze regeling, aan een rechtspersoon of een niet-rechtspersoon die een ideële meerwaarde vertegenwoordigen in het Zaanse culturele leven op aanvraag subsidie verstrekken voor:

  • »

    Projecten die een impuls geven aan het culturele leven en de cultuurproductie in Zaanstad

Niet subsidiabel zijn:

  • »

    Projecten die vallen onder de reguliere activiteiten van de aanvrager

 

Artikel 1.3 Begripsbepalingen

  • a.

    ASV: algemene subsidie verordening Zaanstad 2018;

  • b.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad;

  • c.

    Corona/COVID-19-maatregelen: door het Rijk genomen maatregelen ter voorkoming van verdere verspreiding van het corona-virus (zoals verbod op evenementen, verplichte sluiting, maximaal aantal bezoekers en anderhalve meter afstand houden)

  • d.

    Culturele activiteit of project: een (bijzondere) culturele of artistieke verrichting zoals een optreden, voorstelling, concert, festival, rondleiding, workshop, experiment, kunstwerk; coronabestendig maken van ruimten voor cultureel gebruik, en/of doorontwikkeling van beroepspraktijk of bedrijfsvoering;

  • e.

    Culturele maker: persoon die professioneel werkzaam is in de cultuursector, bijvoorbeeld als beeldend kunstenaar, docent, theatermaker, muzikant, acteur, schrijver, filmmaker, danser, ontwerper etc.;

  • f.

    Culturele organisatie: een organisatie die rechtspersoonlijkheid bezit en zich ten doel stelt om activiteiten te verrichten op het gebied van amateurkunst of cultuur zoals amateurkunstverenigingen, organisatoren van culturele activiteiten, kleine culturele instellingen en overige (semi) professionele culturele ondernemers;

  • g.

    Instelling: een organisatie die rechtspersoonlijkheid bezit en zich ten doel stelt om zonder winstoogmerk activiteiten te verrichten op het gebied van amateurkunst of cultuur;

  • h.

    Amateurkunstvereniging: een organisatie die rechtspersoonlijkheid bezit en zich ten doel stelt om zonder winstoogmerk activiteiten te verrichten op het gebied van amateurkunst;

  • i.

    Ideële meerwaarde: culturele activiteiten die aantoonbaar ten goede komen aan de inwoners van Zaanstad door het openbare karakter van de activiteiten en daarmee een directe bijdrage leveren aan de continuering van het culturele leven in de gemeente Zaanstad;

  • j.

    Incidentele subsidie: de aanspraak op financiële middelen met het oog op het mogelijk maken van een project of activiteit;

  • k.

    Sluitingsdatum: de datum waarop de volledige aanvraag door het college ontvangen dient te zijn. (uiterlijk 15 november 2022);

 

Hoofdstuk 2: Stimulering lokale culturele infrastructuur

 

 

Artikel 2.1 Subsidiedoeleinden

  • 1.

    Het betreft een stimuleringssubsidie voor culturele organisaties en makers, al dan niet gesubsidieerd, voor het stimuleren van culturele activiteiten en projecten, binnen de geldende beperkingen die voortvloeien uit de corona-maatregelen die door de overheid worden uitgevaardigd. De activiteiten dienen een impuls te geven aan de doorontwikkeling van een authentieke, onderscheidende en stadsbrede cultuursector, waarin ruimte is voor vernieuwing.

  • 2.

    De activiteiten leveren prikkels en voeding aan de eigen organisatie/praktijk en het Zaanse culturele leven om nieuw publiek en voldoende draagvlak in de stad te verwerven.

  • 3.

    Een impuls te geven aan het culturele leven van de gemeente Zaanstad, het opstarten van (nieuwe) activiteiten en/of het ontwikkelen van nieuwe concepten die zijn gericht op de toekomst.

  • 4.

    Het gaat om activiteiten of projecten.

 

Artikel 2.2 Hoogte subsidie

  • 1.

    De hoogte van het subsidiabele bedrag is maximaal € 20.000 voor rechtspersonen en maximaal € 5.000 voor natuurlijke personen.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie is afhankelijk van de toetsing op de criteria zoals genoemd in artikel 2.7.

  • 3.

    Het college stelt de hoogte van het te ontvangen bedrag vast met inachtneming van de maximale subsidie zoals bedoeld onder lid 1.

 

Artikel 2.3 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Alleen kosten die in redelijkheid direct verband houden met de activiteit worden in aanmerking genomen.

  • 2.

    Organisatiekosten van de aanvrager kunnen tot maximaal 50% deel uitmaken van de begroting tegen een maximaal uurloon van € 45.

  • 3.

    Aanvragers gaan een inspanningsverplichting aan om 20% van de begroting uit eigen dan wel externe middelen te financieren.

 

Artikel 2.4 Aanvrager, aanvraag en aanvraagtermijn

  • 1.

    Aanvrager is een rechtspersoon of een niet-rechtspersoon werkzaam in de cultuursector, zoals blijkend uit KVK-inschrijving.

  • 2.

    De subsidieaanvraag wordt met een volledig ingevuld, gedateerd en ondertekend aanvraagformulier ingediend.

  • 3.

    Een aanvraag om een subsidie wordt uiterlijk 15 november 2022 ingediend. Dit is de uiterlijke sluitingsdatum, waarop de aanvraag ingediend moet zijn.

  • 4.

    De aanvrager krijgt krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid om zijn dossier aan te vullen wanneer deze na de aanvraag niet compleet blijkt te zijn. In geval dat wordt geconstateerd dat het dossier niet compleet is, dient de aanvraag uiterlijk binnen twee weken te zijn aangevuld met de gevraagde informatie.

 

Artikel 2.5 Aanvraagformulier

  • 1.

    De subsidieaanvraag wordt met een volledig ingevuld, gedateerd en ondertekend digitaal aanvraagformulier ingediend.

  • 2.

    De aanvraag betreft in ieder geval een projectplan en een begroting van de uitgaven en inkomsten die sluitend is en vergezeld gaat van een realistisch dekkingsplan of een onderbouwde kostenraming.

  • 3.

    In het geval dat de activiteiten slechts deels in Zaanstad plaatsvinden dient door de aanvrager duidelijk worden aangegeven welk onderdeel in Zaanstad plaatsvindt en welke kosten en inkomsten daar mee gepaard gaan.

  • 4.

    In de aanvraag dient te worden aangegeven wanneer de activiteit wordt uitgevoerd.

 

Artikel 2.6 Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van dit hoofdstuk geldt voor aanvragen die voor de uiterlijke aanvraagtermijn, bedoeld in artikel 2.4, derde lid worden ingediend, een subsidieplafond van € 85.000.

  • 2.

    Dit subsidieplafond verdubbelt zodra de gelden beschikbaar komen uit de coronareserve conform besluit 2022/5345.

  • 3.

    Het nemen van besluiten op de aanvragen van subsidie vindt plaats in volgorde van ontvangst van de volledige aanvragen. Als een aanvraag niet volledig is en de aanvrager is gevraagd en in de gelegenheid gesteld de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum (en tijdstip) van ontvangst het moment waarop de aanvullende gegevens zijn ontvangen en sprake is van een volledig ingevulde, gedagtekende en ondertekende aanvraag.

 

Artikel 2.7 Subsidiecriteria

Aanvragen voor een in dit hoofdstuk bedoelde subsidie worden beoordeeld aan de hand van onderstaande criteria. Aanvragen moeten in ieder geval voldoen aan alle instapcriteria. De overige criteria gelden als toetsings- en/of beoordelingscriteria waarmee de hoogte van de subsidie wordt bepaald.

  • 1.

    [instapcriterium] Het project heeft betrekking op Kunst & Cultuur.

  • 2.

    [instapcriterium] De aanvrager en/of het project hebben aantoonbare connectie met de stad Zaanstad, wat betekent dat het project plaatsvindt in de stad of dat de aanvrager een aantoonbare connectie heeft met de stad en zorg draagt voor zichtbaarheid aldaar.

  • 3.

    [instapcriterium] De aanvraag betreft projectgebonden activiteiten: activiteiten die binnen een afgebakend tijdsbestek plaatsvinden. Er is sprake van een duidelijk begin en einde.

  • 4.

    [instapcriterium] Het project kent een publiek toegankelijk presentatiemoment en/of de resultaten zijn (online of offline) openbaar toegankelijk voor publiek.

  • 5.

    Er is sprake van samenwerking binnen en/of buiten de eigen discipline of sector.

  • 6.

    Het project is nieuw en/of heeft een vernieuwend karakter.

  • 7.

    De aanvrager wil zich middels dit project nader verdiepen in één van de volgende thema’s:

    • a.

      Hybride vormen van presentatie of bedrijfsvoering

    • b.

      De stad in transitie: nieuw publiek bereiken

    • c.

      De waarde van cultuur voor maatschappelijke vraagstukken

  • Waarbij uit het projectplan duidelijk wordt hoe en met welk beoogd resultaat.

  • 8.

    De kwaliteit en impact van het project: welk effect heeft dit project op de aanvrager en wat is de (maatschappelijke) impact op de stad? Hoe vergroot dit de toekomstbestendigheid?

 

Artikel 2.8 Besluitvorming

  • 1.

    De aanvragen zullen worden getoetst aan de criteria uit artikel 2.7 en ambtelijk worden afgehandeld. Er moet aan de instapcriteria worden voldaan om in aanmerking te komen voor subsidie. Een positieve beoordeling op twee van de overige genoemde beoordelingscriteria geeft recht op 50% van het maximale subsidiebedrag zoals genoemd in artikel 2.2 lid 1. Een positieve beoordeling op alle genoemde beoordelingscriteria geeft recht op 100% van het aangevraagde subsidiebedrag met in achtneming van de maximale hoogte voor subsidies zoals genoemd in artikel 2.1 lid 1.

  • 2.

    Beoordeling geschiedt op basis van het ingediende projectplan en benodigde financiële stukken.

  • 3.

    Een aanvrager zal na het indienen van een aanvraag, mogelijk gevraagd worden om een pitch te houden.

  • 4.

    Als Gemeente Zaanstad reeds subsidie heeft verstrekt voor een ander cultureel project van de aanvrager, dan wordt subsidie voor het nieuwe project slechts toegekend indien:

    • a.

      Er reeds een vaststellingsbeschikking van het eerste project is ontvangen, en;

    • b.

      Het nieuwe project plaatsvindt in een ander kalenderjaar dan het eerste project.

Eén en ander met in achtneming van de overige subsidievereisten en –criteria genoemd in deze regeling.

 

Artikel 2.9 Weigeringsgronden

Naast de weigeringsgronden genoemd in artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, in artikel 10 van de Algemene subsidieverordening Zaanstad 2018 en in het sanctiebeleid, wordt de subsidie niet verleend indien:

  • 1.

    de activiteiten van de aanvrager niet in voldoende mate een ideële meerwaarde vertegenwoordigen en/of niet voldoende in het algemeen gemeentelijk belang zijn;

  • 2.

    de aanvrager ook zonder subsidie over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

  • 3.

    de activiteiten zoals blijkt uit de ingediende begroting een onvoldoende betrouwbare financiële basis hebben;

  • 4.

    de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

  • 5.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

  • 6.

    niet voldaan is aan de eisen en criteria genoemd in deze regeling;

  • 7.

    de financiële onderbouwing onduidelijk, ondeugdelijk, niet sluitend of onvoldoende is;

  • 8.

    er voor hetzelfde project al subsidie is ontvangen van gemeente Zaanstad;

  • 9.

    de aanvraag te laat is ingediend.

 

Hoofdstuk 3: Stimulering kleine culturele initiatieven

 

 

Artikel 3.1 Subsidiedoeleinden

Het betreft hier subsidies voor culturele organisaties en makers, al dan niet gesubsidieerd, voor het stimuleren van kleine culturele initiatieven. Deze laagdrempelige subsidies dienen te helpen bij het stimuleren van jeugd en jonge talenten uit de amateurkunstsector. Daarnaast hebben deze subsidies ten doel financiële risico’s bij het organiseren van activiteiten te beperken.

 

Artikel 3.2 Doelgroep

Een aanvraag voor subsidie voor een project op grond van dit hoofdstuk kan uitsluitend worden ingediend door:

  • a.

    rechtspersonen (organisaties) zonder winstoogmerk (vereniging of stichting) op het gebied van professionele kunst of amateurkunst inclusief community art die gevestigd zijn in de gemeente Zaanstad, of;

  • b.

    professionele- en semiprofessionele kunstenaars die gevestigd zijn in de gemeente Zaanstad.

  • c.

    Zelfstandigen zonder personeel werkzaam als docent in het culturele veld werkzaam in de gemeente Zaanstad.

 

Artikel 3.3 Aanvraagperiode

  • 1.

    De subsidieaanvraag wordt met een volledig ingevuld, gedateerd en ondertekend aanvraagformulier ingediend.

  • 2.

    Een aanvraag om een subsidie wordt uiterlijk 15 november 2022 ingediend. Dit is de uiterlijke sluitingsdatum, waarop de aanvraag ingediend moet zijn.

  • 3.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld en compleet geworden is. In geval dat wordt geconstateerd dat het dossier niet compleet is, dient de aanvraag uiterlijk binnen twee weken te zijn aangevuld met de gevraagde informatie.

  • 4.

    Na de sluitingsdatum ingediende aanvragen worden niet in behandeling genomen.

  • 5.

    Een aanvrager van een subsidie voor de stimulering van kleine culturele initiatieven (hoofdstuk 3 van deze subsidieregeling) kan deze aanvraag slechts indienen als hem op basis van deze subsidieregeling nog geen eerdere subsidie is verstrekt.

 

Artikel 3.4 Hoogte subsidie

  • 1.

    De hoogte van het subsidiabele bedrag is maximaal € 750 per aanvraag.

  • 2.

    Het college stelt de hoogte van het te ontvangen bedrag vast met inachtneming van de maximale subsidie zoals bedoeld onder lid 1.

 

Artikel 3.5 Aanvraag

Een aanvraag voor subsidie wordt digitaal ingediend op de website van Gemeente Zaanstad. Daarnaast moeten de volgende documenten aangeleverd worden:

  • a.

    een beschrijving van het project (projectplan) waarvoor subsidie wordt aangevraagd van minimaal twee en maximaal vier pagina’s.

  • b.

    een sluitende begroting van het project, inclusief een opgave van aanvragen die bij derden zijn ingediend voor een subsidie, sponsoring of vergoeding voor hetzelfde project;

  • c.

    voor de doelgroep genoemd in artikel 3.2: een uittreksel van de Kamer van Koophandel of voor niet-rechtspersonen een registratie van de KVK-inschrijving indien mogelijk.

 

Artikel 3.6 Toetsingscriteria

Aanvragen worden aan de hand van de volgende criteria getoetst:

  • a.

    De aanvraag betreft een bijdrage voor een (kleine) culturele activiteit of een (klein) cultureel project zoals beschreven in artikel 1.3 sub d van deze subsidieregeling, bijvoorbeeld:

    • Een bijdrage voor de huur van een locatie voor een optreden/voorstelling;

    • Een bijdrage voor de huur van materiaal voor een optreden/voorstelling;

  • of;

  • b.

    De aanvraag betreft een bijdrage gericht op (talent)ontwikkeling van de aanvrager, bijvoorbeeld:

    • Een bijdrage voor de aanschaf van nieuw promotiemateriaal;

    • Een bijdrage voor de aanschaf of huur van materiaal en/of apparatuur dat bijdraagt aan de mogelijkheid om eigen inkomsten te genereren;

 

Artikel 3.7 Subsidiabele kosten

Subsidiabele kosten zijn de voor het project noodzakelijke kosten die aantoonbaar rechtstreeks zijn toe te rekenen aan het initiatief.

 

Artikel 3.8 Verdeelsystematiek

Het nemen van besluiten op de aanvragen van subsidie vindt plaats in volgorde van ontvangst van de volledige aanvragen. Als een aanvraag niet volledig is en de aanvrager is gevraagd en in de gelegenheid gesteld de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum (en tijdstip) van ontvangst het moment waarop de aanvullende gegevens zijn ontvangen en sprake is van een volledig ingevulde, gedagtekende en ondertekende aanvraag.

 

Artikel 3.9 Subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond voor subsidies voor de stimulering van kleine culturele initiatieven, hoofdstuk 3 van deze subsidieregeling, bedraagt € 15.000.

  • 2.

    Dit subsidieplafond verdubbelt zodra de gelden beschikbaar komen uit de coronareserve conform besluit 2022/5345.

  • 3.

    Indien het in lid 1 genoemde subsidieplafond is bereikt op het moment dat de volledige aanvraag is ingediend, is een subsidie op grond van dit hoofdstuk niet langer mogelijk. Indien het subsidieplafond van hoofdstuk 2 van deze subsidieregeling nog niet is bereikt, wordt de aanvraag vervolgens getoetst op basis van alle subsidievoorwaarden en –criteria genoemd in hoofdstuk 2. Wanneer aanvraag aan deze vereisten voldoet, wordt de subsidie op grond van hoofdstuk 2 alsnog verstrekt.

 

Artikel 3.10 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Aan de subsidieontvanger worden de volgende verplichtingen opgelegd:

  • b.

    met de uitvoering van de activiteiten wordt binnen acht weken na subsidieverlening gestart;

  • c.

    de activiteiten moeten binnen zes maanden na subsidieverlening zijn afgerond.

 

Artikel 3.11 Weigeringsgronden

Naast de weigeringsgronden genoemd in artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, in artikel 10 van de Algemene subsidieverordening Zaanstad 2018 en in het sanctiebeleid, wordt de subsidie niet verleend indien:

  • de activiteiten van de aanvrager niet in voldoende mate een ideële meerwaarde vertegenwoordigen en/of niet voldoende in het algemeen gemeentelijk belang zijn;

  • de aanvrager ook zonder subsidie over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

  • de activiteiten zoals blijkt uit de ingediende begroting een onvoldoende betrouwbare financiële basis hebben;

  • de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

  • de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

  • niet voldaan is aan de eisen en criteria genoemd in deze regeling;

  • de financiële onderbouwing onduidelijk, ondeugdelijk, niet sluitend of onvoldoende is;

  • er voor hetzelfde project al subsidie is ontvangen van gemeente Zaanstad;

  • de aanvraag te laat is ingediend.

 

Hoofdstuk 4 Verantwoording, vaststelling en bevoorschotting

 

 

Artikel 4.1 Verantwoording van subsidies tot en met € 5.000

  • 1.

    Subsidies onder de € 5.000,- die zijn aangevraagd op grond van deze subsidieregeling worden direct vastgesteld. Bij een subsidie tot € 5.000 kan de aanvrager worden verplicht om aan te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. In dat geval vindt de vaststelling plaats binnen 9 weken nadat de gevraagde inlichtingen zijn verstrekt.

  • 2.

    Onverminderd de verplichtingen van de subsidieontvanger als bedoeld in artikel 11 van de ASV, verstrekt de subsidieontvanger op verzoek van het college inlichtingen waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 3.

    Een verzoek om inlichtingen als bedoeld in het tweede lid, kan door het college worden gedaan tot vijf jaar na de datum van de subsidievaststelling.

  • 4.

    Een verzoek om inlichtingen als bedoeld in het tweede lid, kan deel uitmaken van het besluit tot subsidieverstrekking.

 

Artikel 4.2 Verantwoording en vaststelling van subsidies hoger dan € 5.000

  • 1.

    Bij subsidies van meer dan € 5.000 dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling in. Deze aanvraag tot vaststelling bevat:

    • a.

      Een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de activiteiten zijn verricht;

    • b.

      Indien van toepassing, een kopie van de publiciteit omtrent de gesubsidieerde activiteit;

    • c.

      Een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten, t.o.v. de oorspronkelijke begroting (financieel verslag);

  • 2.

    Bij een subsidie boven € 5.000 vindt de vaststelling van de subsidie binnen 9 weken na ontvangst van de volledige verantwoording plaats. Deze termijn kan eenmalig met ten hoogste 9 weken worden verdaagd.

 

Artikel 4.3 Bevoorschotting

  • 1.

    Een subsidie tot € 5.000 wordt uiterlijk binnen 6 weken na de verstrekking volledig uitbetaald.

  • 2.

    Een subsidie boven € 5.000 wordt uiterlijk binnen 6 weken na verlening voor 95% uitbetaald. Na de subsidievaststelling wordt binnen 6 weken het restant (5%) uitbetaald.

 

Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen

 

 

Artikel 5.1 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, afwijken van het bepaalde in deze regeling, indien een strikte toepassing daarvan zal leiden tot een onevenredige benadeling van de aanvrager of subsidieontvanger.

 

Artikel 5.2 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college.

 

Artikel 5.3 Slotbepalingen

Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na bekendmaking. De subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Stimulering lokale culturele infrastructuur Zaanstad 2022

 

 

 

Bijlage 1 Toelichting op de regeling

Algemeen

 

Dit is een tijdelijke subsidieregeling voor het stimuleren van nieuwe/vernieuwende culturele activiteiten en projecten door culturele organisaties en makers, binnen de geldende beperkingen die voortvloeien uit de coronamaatregelen die door de overheid worden uitgevaardigd.

 

De reserves van de spelers in het culturele veld zijn door Corona uitgeput. Hierdoor wordt het opstarten van nieuwe culturele activiteiten bemoeilijkt. Daarnaast vragen de maatregelen in relatie tot Corona om een nieuwe/vernieuwende blik op de organisatie van culturele activiteiten. Om culturele activiteiten en projecten door culturele organisaties en makers, binnen de geldende beperkingen die voortvloeien uit de corona-maatregelen, mogelijk te maken en te stimuleren is een tijdelijke subsidieregeling opgesteld.

 

Door middel van deze subsidieregeling wil gemeente Zaanstad organisaties, makers en gezelschappen helpen weer sterker te worden en de levendigheid en creativiteit voor de stad te behouden.

 

Hoofdstuk 2

 

Artikel 2.3 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Lid 2: Dat betekent dat het college van gemeente Zaanstad maximaal €45,- van het uurloon subsidieert.

Lid 3: Uit de aanvraag moet blijken dat de inspanningsverplichting is geleverd.

 

Artikel 2.7 Subsidiecriteria

Aanvragen voor een subsidie worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria. Aanvragen moeten in ieder geval voldoen aan alle instapcriteria. De overige criteria gelden als toetsings- en/of beoordelingscriteria waarmee de hoogte van de subsidie wordt bepaald.

 

Er kan gevraagd worden een pitch te houden als de aanvrager naast de instapcriteria ook de beoordelingscriteria opneemt in het projectplan. In het projectplan dienen de criteria op basis van volgordelijkheid beschreven te worden.

 

Ga in het projectplan in op de volgende aspecten van de beoordelingscriteria uit artikel 1.10:

Lid 5: Er is sprake van samenwerking binnen en/of buiten de eigen discipline of sector.

Bij dit criterium wordt beoordeeld in hoeverre er sprake is van samenwerking met andere instellingen binnen of buiten de culturele sector. Met de eigen discipline wordt een instelling bedoeld die inhoudelijk dezelfde doelen nastreeft en soortgelijke activiteiten ontwikkelt. Buiten de eigen discipline kan ook betekenen dat er wordt samengewerkt met een niet-culturele instelling, bijvoorbeeld met een sportvereniging of een winkeliersvereniging, etc. Commerciële inhuur voor bijvoorbeeld de uitvoering van een onderdeel van de activiteit of huur van locatie of materialen wordt niet gezien als samenwerking.

 

Lid 6: Het project is nieuw en/of heeft een vernieuwend karakter.

Uit de aanvraag blijkt dat deze een voor de aanvrager bijzonder, niet-regulier project betreft, dat tevens een aanvulling vormt op het culturele aanbod in de stad. Een eigen visie, originele invalshoek, eigen ‘signatuur’ gelden als een pre bij de beoordeling.

 

Lid 7: Ga in het projectplan ook in op de volgende aspecten:

  • a.

    Hybride vormen van presentatie of bedrijfsvoering

  • De situatie waarin we ons nu bevinden vraagt om vernieuwende oplossingen. Nu is het moment om je creativiteit in te zetten en lef te tonen. Om zaken net wat anders aan te pakken. Want een ding is duidelijk: niemand weet hoe de toekomst er uit zal zien en wat dit concreet betekent voor de cultuursector op de lange termijn. ‘Hybride ondernemen’, een combinatie van real life en online culturele activiteiten, wordt voor de cultuursector steeds relevanter. Dit heeft zowel invloed op je programmering als op je bedrijfsvoering.

  •  

  • Hierbij stel je jezelf de volgende vragen:

  • Ga uit van een hybride programmering, zowel online als offline.

    • -

      Hoe hybride ben jij?

    • -

      Welke belemmeringen ervaar je?

    • -

      Wat heb je nodig?

  •  

  • Business model

  • Ga uit van een hybride inkomstenmodel uit publiek, financieringsmix.

    • -

      Hoe hybride ben jij?

    • -

      Wat houd je tegen?

    • -

      Wat heb je nodig?

  •  

  • b.

    De stad in transitie: nieuw publiek bereiken

  • De bevolking van Zaanstad dijt de komende twee decennia flink uit, van 155.800 in 2019 naar verwachting 182.700 in 2040 (+17%). Die toename is vooral toe te schrijven aan jongeren onder de 15, van wie er de komende twee decennia 5.500 bijkomen (+21%). Ook het aantal 65+'ers zit in de lift: van 28.400 nu naar 42.400 in 2040, een groei van 49%.

  • Jongeren van nu en al helemaal in 2040 zijn digital natives , zij weten niet anders dan dat het ook digitaal kan. Ouderen zijn vaker aan huis gebonden of zullen eerdere thuisblijven als er een risico heerst. Wat betekent dit als je als organisatie afhankelijk bent van een vergrijzende groep vrijwilligers? En hoe zet je in op deze twee uitersten?

  •  

  • Zaanstad 2040

    • -

      Wat vind je van dit toekomstbeeld? Hoe is jouw visie op het hierboven geschetste toekomstbeeld.

    • -

      Hoe speel jij hier op in?

  •  

  • Publieksdifferentiatie

    • -

      Wat doe je nu aan publieksdifferentiatie?

    • -

      Wat houdt je tegen?

  •  

  • c.

    De waarde van cultuur voor maatschappelijke vraagstukken Kunst helpt ons betere vragen te stellen. Het geeft betekenis en emotie aan abstracte ideeën. Het geeft kracht en emancipeert. Of het nu gaat om een klein gebaar van je welkom voelen tot grotere thema’s als klimaatverandering, kansengelijkheid, armoede of biodiversiteit; kunst kan een positieve bijdrage leveren. Kunst verbindt. Als dit de unieke waarde is van kunst, waarom wordt er dan niet meer samengewerkt met andere domeinen? En wat betekent dit voor het verhaal van kunst en cultuur?

  •  

  • Samenwerking

    • -

      werk je al samen met andere domeinen / aan maatschappelijke vraagstukken?

    • -

      waarom wel of waarom niet?

    • -

      zie je kansen?

  •  

  • Wat is jouw verhaal?

    • -

      wat is jouw missie en visie?

    • -

      hoe zou je deze aan kunnen passen?

    • -

      welke deuren opent dit?

  •  

 

Lid 8: De kwaliteit en impact van het project: welk effect heeft dit project op de aanvrager en wat is de (maatschappelijke) impact op de stad? Hoe vergroot dit de toekomstbestendigheid?

Wat voegt jouw plan/activiteit toe aan meerwaarde in de Zaanse samenleving?

 

Artikel 2.8 Besluitvorming

De toetsings- en/of beoordelingscriteria waarmee de hoogte van de subsidie wordt bepaald, kan aanleiding geven om aan de aanvrager te vragen om de aanvraag te pitchen. Eventueel laat de gemeente zich daarin bijstaan door een panel van externe deskundigen waarmee Zaanstad al samenwerkt in andere adviespanels. Deze deskundigen beoordelen de gehele aanvraag aan de hand van de pitch.

 

Hoofdstuk 3

 

Artikel 3.6 Toetsingscriteria

Er dient een duidelijke relatie te zijn waar de subsidie voor wordt aangevraagd en de culturele activiteit / project van de aanvrager.

 

Hoofdstuk 4 Verantwoording, vaststelling en bevoorschotting

Hierbij is zoveel mogelijk aangesloten bij de ASV. Subsidies tot € 5.000 worden direct verstrekt. Aanvrager hoeft geen verantwoording achteraf af te leggen, tenzij hier expliciet om gevraagd wordt. De gegevens moeten hiertoe vijf jaar bewaard worden na afloop van de activiteit.

 

Subsidies boven € 5.000 dienen wel verantwoord te worden. Verantwoording vindt plaats door een inhoudelijk en een financieel verslag.

 

Naar boven