Financiële verordening Gemeente Land van Cuijk 2022

De raad van de gemeente Land van Cuijk,

 

gelezen het voorstel van de Stuurgroep Land van Cuijk i.o. d.d. 15 september 2021;

 

gezien het positieve advies van de Land van Cuijk-raad d.d. 20 oktober 2021;

 

 

besluit:

 

  • 1.

    Vervallen te verklaren:

    • Financiële verordening Boxmeer 2017;

    • Financiële verordening Cuijk 2017;

    • Financiële verordening Grave 2017;

    • Financiële verordening Mill en Sint Hubert 2017;

    • Financiële verordening Sint Anthonis 2019.

  • 2.

    Vast te stellen de navolgende Financiële verordening gemeente Land van Cuijk 2022.

 

Financiële verordening Gemeente Land van Cuijk 2022

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

  • Administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, functioneren en beheersen van de gemeentelijke organisatie en de verantwoording die daarover moet worden afgelegd;

  • Beleidsveld: Onderdeel van een programma van de begroting.

Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording

Artikel 2. Kalender

Het college van B en W biedt jaarlijks, voor 1 januari, een bestuurlijke planning (richtlijnen planning en control cyclus) voor het volgende begrotingsjaar aan de Raad aan.

De auditcommissie wordt alvorens deze planning definitief door het college wordt vastgesteld betrokken bij de opstelling. In deze planning zijn onder andere de data opgenomen met betrekking tot het aanbieden en vaststellen van de Planning en control producten.

Artikel 3. Programma-indeling

  • 1.

    De raad stelt bij aanvang van iedere raadsperiode een programma-indeling voor die raadsperiode vast.

  • 2.

    De raad stelt bij aanvang van iedere raadsperiode op voorstel van het college de beleidsvelden per programma vast.

  • 3.

    De raad stelt op voorstel van het college per programma de beleidsindicatoren vast.

  • 4.

    De raad stelt bij aanvang van iedere raadsperiode vast over welke onderwerpen hij in extra paragrafen naast de verplichte paragrafen van de begroting en de jaarstukken kaders wil stellen en wil worden geïnformeerd.

Artikel 4. Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1.

    Bij de begroting en de jaarstukken worden onder elk van de programma’s, het overzicht van algemene dekkingsmiddelen en het overzicht van de overhead, de baten en lasten per beleidsveld weergegeven.

  • 2.

    Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt van de nieuwe investeringen het benodigde investeringsbudget weergegeven.

  • 3.

    In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringsbudgetten weergegeven.

  • 4.

    In de begroting en jaarstukken worden alleen incidentele baten en lasten >€ 100.000 als incidenteel aangemerkt.

Artikel 5. Kaders begroting

Het college biedt aan de raad een nota aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. De raad stelt deze nota voor 15 juli vast.

Artikel 6. Autorisatie begroting en investeringsbudgetten

  • 1.

    De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de baten en de lasten per programma.

  • 2.

    Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringsbudget wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.

  • 3.

    Het college informeert de raad als ze verwacht, dat de lasten van een programma de geautoriseerde lasten dreigen te overschrijden, de investeringsuitgaven van een investeringsbudget het geautoriseerde investeringsbudget dreigen te overschrijden, of de baten van een programma de geautoriseerde baten dreigen te onderschrijden. De raad geeft aan of hij een voorstel wil voor het wijzigen van het budget.

  • 4.

    Bij de behandeling van de tussenrapportages in de raad bedoeld in artikel 7, lid 1, doet het college voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde baten en lasten, het wijzigen van de geautoriseerde investeringsbudgetten.

  • 5.

    Een investeringsbudget dat na 3 jaar niet (volledig) is benut wordt afgeraamd. Indien verlenging van deze termijn noodzakelijk is legt het college een gemotiveerd voorstel aan de raad voor.

  • 6.

    Incidentele exploitatiebudgetten kunnen via resultaatbestemming bij de jaarstukken slechts overgeheveld worden indien deze cumulatief aan de volgende criteria voldoen:

    • a.

      Er is sprake van een beleidsinhoudelijke noodzaak om de middelen te behouden voor uitvoering in het nieuwe jaar.

    • b.

      De uitvoering in het nieuwe jaar past in de werkplanning c.q. het jaarplan.

    • c.

      Daadwerkelijke realisatie van de nog uit te voeren prestatie vindt uiterlijk vóór afronding van het nieuwe jaar plaats. Herhaalde budgetoverhevelingen zijn niet mogelijk.

    • d.

      Voor deze uitgaven zijn in het nieuwe jaar geen structurele middelen beschikbaar.

Artikel 7. Tussentijdse rapportage

  • 1.

    Het college informeert de raad door middel van tenminste één tussentijdse rapportage over de realisatie van de begroting van de gemeente.

  • 2.

    De tussenrapportage bevat een uiteenzetting over de uitvoering van het beleid en een overzicht met de bijgestelde ramingen.

  • 3.

    In de tussenrapportages worden afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen van de baten en lasten (exploitatie) groter dan € 100.000 per beleidsveld en op investeringsbudgetten groter dan € 100.000 of 10% van het investeringsbudget toegelicht.

Artikel 8. Informatieplicht

Het college informeert in ieder geval vooraf de raad en neemt pas een besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen voorzover het betreft niet bij de begroting vastgestelde afzonderlijke verplichtingen inzake:

  • a.

    de aan- en verkoop van goederen, werken en diensten groter dan € 500.000;

  • b.

    het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties groter dan € 1.000.000;

  • c.

    nieuwe meerjarige verplichtingen waarvan de jaarlijkse lasten groter zijn dan € 150.000.

Artikel 9. EMU-saldo

Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.

Hoofdstuk 3. Financieel beleid

Artikel 10. Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1.

    Immateriële en materiële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methodiek.

  • 2.

    De afschrijving start in het jaar volgend op het jaar van ingebruikname.

  • 3.

    Er wordt geen rekening gehouden met restwaarde.

  • 4.

    De afschrijvingstermijnen zijn opgenomen in bijlage 1 bij deze verordening.

  • 5.

    De investeringsdrempel voor het activeren van activa is € 25.000.

Artikel 11. Voorziening voor oninbare vorderingen

Niet van toepassing

Artikel 12. Reserves en voorzieningen

  • 1.

    In de begroting en jaarstukken vindt geen toerekening van rente over de reserves en voorzieningen plaats.

  • 2.

    Het college biedt de raad eens in de 4 jaar een nota reserves en voorzieningen aan.

Artikel 13. Kostprijsberekening

  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen, reserves en voorzieningen voor de financiering van de in gebruik zijnde activa betrokken.

  • 2.

    Bij de directe kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de afschrijvingskosten van de in gebruik zijnde activa. Voor de rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, worden daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid betrokken.

  • 3.

    Voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken, diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden wordt uitgegaan van een aandeel in de totale overheadkosten ter grootte van de geraamde directe kosten van de economische categorieën 1.1 Salarissen en sociale lasten en 3.5.1 Ingeleend personeel die worden besteed aan de desbetreffende goederen, werken, diensten en heffingen, gedeeld door de totale geraamde directe kosten van de economische categorieën 1.1 Salarissen en sociale lasten en 3.5.1 Ingeleend personeel.

  • 4.

    Het percentage van de omslagrente voor de toerekening van rente voor de financiering van de in gebruik zijn de activa, bedoeld in het eerste lid, wordt jaarlijks met de begroting vastgesteld.

  • 5.

    In afwijking van het vierde lid wordt bij een verstrekte lening voor de bepaling van de rentekosten van de inzet van vreemd vermogen in de kostprijs uitgegaan van de rente van de lening die voor de financiering van de verstrekte lening is aangetrokken. Deze rente wordt verhoogd met een opslag voor het debiteurenrisico.

Artikel 14. Prijzen economische activiteiten

Het college past bij economische activiteiten de gedragsregels als bedoeld in hoofdstuk 4b (Overheden en overheidsbedrijven) van de Mededingingswet toe, tenzij het activiteiten betreft die de raad heeft aangewezen als activiteiten die plaatsvinden in het algemeen belang.

Artikel 15. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor de belastingen, rechten, heffingen en prijzen.

Artikel 16. Financieringsfunctie

Het college neemt bij de uitvoering van de financieringsfunctie het door de raad vastgestelde treasurystatuut in acht.

Hoofdstuk 4. Paragrafen

Artikel 17. Grondbeleid

  • 1.

    Het college biedt de raad ten minste eens in de vier jaar een nota grondbeleid aan. De raad stelt de nota vast. In de nota wordt aandacht besteed aan de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente;

  • 2.

    De voorziening voor verlieslatende grondexploitatieprojecten wordt gewaardeerd op contante waarde.

Hoofdstuk 5. Financiële organisatie en financieel beheer

Artikel 18. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in het team;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van de vaste activa, voorraden, vorderingen, schulden, contracten;

  • c.

    het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringsbudgetten en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het beleid;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot het beleid, de begroting en relevante wet- en regelgeving; en

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot het beleid, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 19. Financiële organisatie

Het college draagt zorgt voor:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de teams;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringsbudgetten;

  • d.

    de interne regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

  • e.

    de te maken afspraken met de teams over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

  • f.

    de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van baten en lasten aan de taakvelden en beleidsvelden;

  • g.

    het beleid en de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten;

  • h.

    het beleid en de interne regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen; en

  • i.

    het beleid en de interne regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen,

  • j.

    het beleid voor (in)vorderingen en waardering van de verschillende debiteurenposities,

opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.

Artikel 20. Interne controle

  • 1.

    Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a, van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b, van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

  • 2.

    Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het financieel vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen ten minste eenmaal in de vier jaar. Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 21. Vervallen verklaren oude verordeningen

De volgende verordeningen worden vervallen verklaard:

  • Financiële verordening gemeente Boxmeer 2017;

  • Financiële verordening gemeente Cuijk 2017;

  • Financiële verordening gemeente Grave 2017;

  • Financiële verordening gemeente Mill en Sint Hubert 2017;

  • Financiële verordening gemeente Sint Anthonis 2019.

Artikel 22. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2022.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Financiële verordening Land van Cuijk 2022.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Land van Cuijk in zijn openbare vergadering van 3 januari 2022.

De griffier,

Richard van der Weegen

De voorzitter,

Wim Hillenaar

Bijlage afschrijvingsbeleid artikel 10

 

Toelichting

Onderstaande termijnen betreffen maximale termijnen. Kortere termijnen kunnen, mits daar een goede onderbouwing voor is, gehanteerd worden.

Bij een variabele termijn is het afhankelijk van verwachting en gebruiksduur contract

 

Vaste activa

Afschrijvingstermijn

Immateriële vaste activa

Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen

exploitatie

Saldo van agio en disagio

exploitatie

Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief

5

Automatisering (software)

5-10

Overige immateriële vaste activa

5

Materiële vaste activa

Investeringen met een economisch nut:

Gebouwen (nieuwbouw/permanent)

40

Nieuwbouw tijdelijke woonruimten en tijdelijke bedrijfsgebouwen en voorzieningen

10

Renovatie, restauratie en aankoop van woon- en kantoorruimten,school- en bedrijfsgebouwen

25

Technische installaties in en op bedrijfsgebouwen

15

Automatisering (hardware)

5

Inrichting en inventaris van gebouwen

10

Vervoermiddelen

Auto's,tractoren,vrachtwagens,aanhangers en levensduur verlengende toebehoren vervoermiddelen

10

Machines,apparaten en installaties

Ondersteunend materieel buitenruimte

10

Overige apparaten en installaties

5-20

Investeringen met een economisch nut waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven

Riolering betonbuizenstelsel

60

Renovatie / conventionele vervanging riolering

60

(Bouwkundig): Gemalen,drukriolering,berg- en bezinkbassins,randvoorzieningen en persleidingen

45

(Mechanisch): Gemalen,drukriolering,(berg-) bezinkbassins,randvoorzieningen

15

Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut:

Aanleg wegen en fietspaden,aanplant bomen en bossen,inclusief herplantplicht bomen

40

Aanleg pleinen,rotondes,tunnels,viaducten,bruggen en kunstwerken

40

Asfaltverhardingen wegen,fietspaden,voetpaden,grasbetonstenen

15

Verkeersregelinstallaties

15

Parkeervoorzieningen

25

Aanleg speeltuinen, speeltoestellen, straatmeubilair,bewegwijzering,ondergrondse glascontainers

15

(Openbare) verlichting

25

Parken en groenvoorzieningen incl renovatie

40

Sportvelden en banen

20

Renovatie sportvelden

15

Kunstgras:Onderlaag

30

Kunstgras:Bovenlaag

12

Kunstgras:hekwerk,inrichting,beregening

15

Sportaccommodaties (gebouwen)

40

Overige materiële vaste activa met een maatschappelijk nut

40

 

Naar boven